De achttiende
Volkenbondsvergadering
Oorlogsrumoer in het mooie
Salland
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 23 September 1937
Blauw trekt over den Yssel
Een dagorder van den
commandant van het
veldleger
fftyfC L&- v
uÜuee*-
Aspirin
KUN/T CN LCTTCRCN
Doch niet zonder tegenstand
(Van onzen deskundigen medewerken
Onder het bruggehoofd verstaat de mi
litair iets anders dan de ingenieur. Voor
den eerste is het een terreingedeelte bij een
rivier, dat bezet en beveiligd moet worden,
om andere troepen gelegenheid te geven,
rustig het water over te steken: bij de ma
noeuvres in Gelderland en Overijssel was
deze taak toebedeeld aan het 29e R I.. dat
zijn opdracht vervulde, natuurlijk niet
zonder tegenstand van rood dat o. a. zijn
pantserwagens er op af stuurde. Tegen
pantserwagens heeft men het Inf. geschut
uitgevonden, dat zoo licht is. dat het met
pontons vervoerd kan worden: waar dit
geschut niet aanwezig is, stelt men er ka
nonnen van 6 c.M. voor in de plaats. Deze
stukken zijn echter te zwaar voor pontons
zoodat 29 R. I, dat het doen moest met
6 c.M. veld. de kanonnen bij den overtocht
moest achter laten op den westelijken oever
van den IJssel. Toen de pantserwagens van
den vijand dan ook kwamen boekten ze
successen, terwijl ze vrijwel niets konden
ondernemen tegen het 12 R. I., van Blauw,
dat, zooals bekend, vanaf den beginne op
den Oostelijken oever zat. Dit onderdeel
had wel 6 c.M. veld tot zijn beschikking en
behoefde de pantserwagens dus niet te
vreezen.
Een groot gedeelte van de Blauwe macht,
31 en 42 R.I.. bracht den nacht van Dins
dag op Woensdag door in Ernst en Epe.
zooals we reeds gemeld hadden. Midden in
den nacht was het reveille, de IJssel werd
overgestoken (op pontons en vletten),
waarna de opmarsch in Oostelijke richting
werd voortgezet. Zoo begon op den Oost
oever, in Salland, de strijd. Rood had hier
ook een regiment Inf. ter beschikking, n.l.
25 R. I.. dat Dinsdagnacht in auto's r.aar
voren was gebracht en een stelling had in
genomen bij Overmars, in den weg van
Olst naar Wesepe. Een batterij artillerie
zou helpen.
De strijd van gisteren.
De situatie was nu, in enkele woorden
uitgedrukt, aldus: Vanaf het Noorden la
gen van Blauw naast elkaar de Verken-
ningsafdeellng, 29, 42 en 31 R. I. Rood met
wielrijders, 25 R.I., cavalerie en pantser
wagens zaten er tegenover. Overmacht
dwong de roode heeren tot terugtrekken:
zij verlieten dus hun stelling na eenigen
tegenstand, en moesten later nog verder
terug naar het Oosten, nJ. tot aan het zij -
kanaal naar Deventer. In hun stelling vond
Blauw min of meer zijn bedje gespreid en
nestelde zich er gauw in. Wanneer de
Blauwen nu echter meenden een overwin
ningsklokje te kunnen luiden, dan zorgde
de Roode cavalerie er wel voor dit spoe
dig als voorbarig optimisme te stempelen.
Bij Heino had deze cavalerie gewacht, tot
dat 's middags bevel kwam om een fiank-
aanval te maken op den Noordelijken vleu
gel van Blauw. Daar gingen de huzaren,
in galop op den vijand af welke echter
niet werd uitgevoerd omdat de manoeuvres
op dit oogenblik werden geschorst: van 3
uur tot middernacht werd gerust om
nieuwe krachten te verzamelen en om
aan de leiding gelegenheid te geven, be
richten en gegevens te ordenen en een
overzicht van den toestand samen te stel
len. Het verslag hiervan is gauw geschre
ven en gelezen, doch hev werk zelf nam
meer tijd in beslag. Ongeveer 24 uur.
De brug wordt geslagen.
Voor de troepen bood de Woensdag meer
Gelegenheid tot activiteit dan de Dinsdag,
en voor het publiek was het gemakkelijker
zich een beeld te vormen van de verschil
lende phasen van het gevecht. Op de eer
ste plaats in Olst. Daar heerschten de
pontonniers: het veer was buiten dienst
gesteld (evenals te Wijhe); op vlotten, ge
bouwd van pontons werden voertuigen en
paarden over de rivier gezet terwijl tevens
een brug werd geslagen. Zoo'n brug be
staat uit 2 vaste stukken op de oevers, en
uitvaarbaar gedeelte van 100 M. lengte',
het geheele bouwwerk werd 162 M. lang. De
pontonniers ploeterden en sjouwden met
balken en trokken zich eelt in de handen
aan sjorringen, tot aan de heupen in het
water staande, onder verdiende belangstel
ling van publiek en pers, die er werd voor
gelicht door een hoofdofficier van dit corps
Deze hield, zoo vroeg als het was. eer. bij
na geestdriftige voordracht over 't knappe
werk der water-soldaten, over de soliditeit
der bruggen en den korten bouwtijd (de
brug was gereed in minder dan 5 uur) en
noemde ook eenige dingen, die wensche-
iijk en aanbevelenswaardig zijn, doch
waarvan de aanschaffing wacht tot er
contanten voor zijn. Totdat de spreker
eensklaps zag, dat er zich onder zijn ge
hoor een bezuinigingsinspecteur bevond
Groote belangstelling.
De belangstelling bij de brug groeide
steeds; vanaf de Piet Hein. die in de na
bijheid voor anker lag filmde Z. K. H.
Prins Bernhard. die ook later in de motor
sloep zich nader van de oefening op de
hoogte stelde; er kwam steeds meer publiek,
de Commandant van het Veldleger, luite
nant-generaal J. J. G. Baron van Voorst
tot Voorst, algemeen leider der manoeu
vres verscheen; men zag er de buitenland-
sche uniformen der militaire attaché's,
mevrouw van Voorst tot Voorst, echtge-
noote van den C. V, vele belangstellende
reserve-officieren, enz. In den loop van den
middag waren de kijkers gegroeid tot een
flinke menigte op beide oevers; zij gaven
alle aandacht aan het openvaren der brug
voor de scheepvaart, terwijl een extra at
tractie werd gepresenteerd door een esca
drille vliegtuigen, dat brommend, daverend
en dreigend boven de rivier vloog, een ver
vaarlijke duik nam op de brug, met nog
meer geraas opsteeg en in een wijdè boog
naar het doel terug kwam. aldus demon-
streerend dat een dergelijke overtocht in
werkelijkheid niet zonder Inmenging van
den vijand geschiedt.
Ook buiten Olst had het oubliek gelegen
heid een onderdeel van den strijd tusschen
Blauw en Rood van nabij te volgen. Bij
Boskamp, op den weg naar Wesepe, heeft
de autobus van de pers moeite om zich
iangs en door de vele auto's, fietsers en
wandelaars te wringen. Iedereen kijkt naar
een Blauwe Compagnie die door een wei
land naast den weg tirailleert, behoedzaam
met kleine sprongetjes zich telkens weer
in het gras werpend. Helaas, er zullen
slachtoffers vallen want vanaf den weg,
niet veel verder, klinkt plotseling het. ge
ratel. fel en angstig, van geweren en zware
mitrailleurs. Dat zijn de soldaten met
zwarte banden op de helmen: de vijand.
Ze hebben het succes, dat de Rooden dik
wijls behalen, het resultaat n.l. dat zij hun
tegenstanders ophouden, terwijl zij zelf na
eenigen tijd een beter heenkomen moeten
zoeken De Blauwen kunnen dus ook nu
even later weer verder.
Publiek en pers worden nieuwsgierig
want de manschappen hebben planken
bij zich, waarmede slooten en smalle
wateren kunnen worden gepasseerd.
Het kan een interessant schouwspel
worden, want de slpot naast den weg
is toevallig niet smal. Hoe zal dat gaan?
Het gaat heelemaal niet, want een lui
tenant-sectiecommandant kijkt twijfe
lend naar het water, stelt het experi
ment even uit en ontdekt tot zijn blijd
schap 100 M. verder een bruggetje over
meergenoemd water. Het publiek ziet
zich een schoone demonstratie ontgaan
Zware dagen.
Ergens in het operatieterrein staan en
kele kanonnen van 6 c.M. op een kruis
punt van wegen. De manschappen moeten
waken tegen pantserwagens, op de wegen
zijn hindernissen opgeworpen (voorgesteld
door een doek met opschrift „Hindernis",
maar verondersteld de pantserwagens een
uur te kunnen ophouden). Mocht die hin
dernis genomen worden dan staan de ka
nonnen klaar om de gevaarlijke auto's niet
beleefd maar dringend .af te wijzen
maar er komen geeri pantserwagens. De
kanonniers wachten zoo reeds ongeveer 24
uur, en het publiek vindt dat zoo'n leger-
oefenlng geen barre en zware onderne
ming is. Dat publiek weet echter niet dat
dit gespannen afwachten op den duur wel
zwaar wordt; dat de manschappen om half
drie 's nachts zijn opgestaan er. de nacht
daarvoor om half twee; dat personeel van
andere onderdeelen ergens in een schuur 2
of 3 uur geslapen heeft; sommigen blijven
uren achtereen in een stelling en behoe
ven zich niet af te matten met kleine ge
forceerde marschen. maar anderen loopen
uren achtereen, en dit loopen in een lange
colonne, nu eens in looppas, dan gauw dek
king zoekend, dan weer vooruitspringend,
is zeer vermoeiend. Het personeel der ar
tillerie heeft het niet moeilijk wanneer de
stukken eenmaal in stelling staan, maar
de menschen van de Artillerie Meetdienst
(plaatsbepaling van vijandelijke kanonnen
door opmeten van het geluid en den vuur
straal bij het afgaan van het schot) zitten
weer den geheelen dag ingespannen te ar
beiden aan ccijferingen en berekeningen.
Zijn de manoeuvres dus zwaar? Men kan
zich moeilijker legeroefenlngen voorstellen
dan die van dit jaar, maar een gemakke
lijk karweitje is het ook niet. De leider ziet
men hier en daar en overal in het veld cn
in zijn stafkwartier te Zwolle ligt zooveel
werk. dat voor hem en zijn staf de avond
en nacht in arbeid voorbij gaan. De ordon
nansen stuiven den geheelen dag op en
neer. De pontonniers: zwoegen met hun
spanten en balken dat de spaanders er af
vliegen. De militaire politie: handen vol
werk met de regeling van het verkeer. De
scheidsrechters: gaan van het eene punt
naar het andere en hebben tijd te kort
om alle gegevens op te nemen en te ver
werken. De chauffeur van de persauto
(mogen wij ons zelf ook even noemen)
rijdt den heelen dag rond, her en der,
heen en terug, hobbelt over be-kuilde we
gen en wordt rood van inspanning bij het
keeren op een smallen dijk, terwijl het Ne-
Jeilandsche leger, voor zoover daar aanwe
zig, met intense belangstelling toekükt. De
manschappen: marcheeren. tirailleeren.
wachten, in kreupelhout kruipen, mitrail
leur klaar maken, in modder uitglijden,
onderwijl een kuch eten (er wordt alle
aandacht besteed aan de voeding, doch het
is niet te vermijden, dat soms een keu
kenwagen den weg kwijt raakt, zoodat de
manschappen een half uur of verder ver
wijderd zijn van dit onontbeerlijke voer
tuig en tot laat in den avond moeten wach
ten op hun diner. Men moet het niet te
zwaar opnemen, dat een keukenwagen
soms bij den vijand terecht komt en daar
natuurlijk met vreugde wordt geconfls-
ccerd. In den wereldoorlog bijv. ging eens
een gezelschap hoofdofficieren per auto
een inspectietocht langs het front maken;
zij reden en reden en kwamen na behou
den terugkomst tot de ontdekking dat zij
dwars door de vijandelijke linie waren ge
gaan de heeren hadden er niets van gezien
en de vijand evenmin!) De manschappen
dus: houden tusschen de bedrijven door
een gasoefening, slikken den dikken damp
van de rookkaarsen (een camouflagemid
del), mogen even rusten en krijgen weer
bevel om voorwaarts te gaan als zij juist
de goede rusthouding hebben gevonden En
dat alles met de bepakking die aan en
om het lichaam hangt en die de tegen
woordige bagage van den soldaat te velde
uitmaakt.
De commandant van het veldleger, lui
tenant-generaal J. J. G. baron van Voorst
tot Voorst, heeft heden de volgende dag
order doen verspreiden:
„Officieren, onderofficieren,
korporaals en soldaten,
De oefeningen, gehouden onder mijn
leiding in Gelderland en Overijssel
zijn geëindigd. Zij waren bedoeld als
een korte practischc leerschool voor
allen, die er aan deelnemen: com
mandanten, staven en troepen.
Als zoodanig kunnen dergelijke,
veelal ook zware oefeningen niet hoog
genoeg worden aangeslagen.
Dat daarbij de wil van een ieder om
zich inspanning en vermoeienis te ge
troosten en de goede geest, heer-
schende in alle onderdeelen, op bijzon
dere wijze tot uiting kwamen, bewijst
hoe het is gesteld met een der hoofd
factoren, waarmede de bruikbaarheid
van het Nederlandsche veldleger
samenhangt: zijn moreele, zijn inner
lijke waarde.
Ook als zoodanig hebben de afgeloo-
pen dagen van arbeid en samenwerking
tot eenzelfde doel hun nut gehad. Dit
doel, gij weet het allen, is het veld
leger naar vermogen bekwaam te ma
ken en geschikt te houden voor zijn
taak. Ik breng u dank. dat gij allen
van hoog tot laag ten volle daartoe
hebt medegewerkt.
De belangstelling, welke de bevol
king voor deze oefeningen had, het
medeleven in hetgeen plaats vond, zij
u een bewijs hoezeer volk en weer
macht één zijn.
Optredende onder de oogen van Hare
Majesteit de Koningin en aangespoord
door de belangstelling, welke de Prins
der Nederlanden in uw midden toonde,
hebt gij diep in uw gemoed kunnen ge
voelen, wat het beteekent in de tegen
woordige omstandigheden Nederlander
te zijn en te kunnen worden geroepen
den Nederlandschen bodem te verde
digen.
Dit besef kunnen wij allen niet beter
en niet met meer overtuiging tot uiting
brengen, dan in den eenparigen uit
roep, die ons uit het hart komt:
„Leve Hare Majesteit onze geëerbie
digde Koningin!
Het waagstuk van de bagage
Die bepakking is een vraagstuk op zich
zelf. Velen herinneren zich nog wel. hoe
zij 15 of 20 jaar geleden na een marsch
van enkele uren den ransel met patroon-
tasschen en geweer als een drukkende last
gingen voelen. Sindsdien is de baeage van
den soldaat behoorlijk uitgedijd. Een mo
del gepakte ransel met ondergoed, hand
doek, schoenen, enz., en een deken er bo
venop. plus 2 tasschen met- ijzeren blokken
inolaats van patronen, legden een behoor
lijk gewicht op de schouders, doch als men
tegenwoordig militairen zonder rantsel ziet
beteekent dit niet. dat zij het gemakke
lijker hebben gekregen. De groote ronde
patroontrommeltasch voor de mitrailleur-
groepen bijv. is al heel lastig en kan onge
zellig in de zijde drukken: aan den kop
pel hangt het pioniergereedschap met ba-
jonnet, zandzakken en tentzeiltje: het ge
weer wordt op den duur een vervelende
last. en het gasmasker is een onmisbaar
onderdeel van de uitrusting (een soldaat
legt nooit zooveel af. of hij houdt zijn mas
ker bij zich), doch deze dikke prop aan
zijn linkerzijde is vrij hinderlijk en zwaar.
De rantsel wordt niet meer meegevoerd,
waardoor het noodig was de geheele be
pakking te veranderen, doch de man
schappen zelf zijn het er niet over eens,
dal dit een verbetering is. Bedenkt men nu
dat de soldaat met deze bagage, welke al
tijd min of meer meehobbelt en schokt,
over alle mogelijke terrein draaft en tirail
leert, en dat de schutter en helper in de
mltrailleurgroep de lichte mitrailleur of
de gereedschapstasch met affuit sjouwt,
dan beseft men. dat er niet veel meer wa
pens en beschermingsmiddelen uitgevon
den mogen worden. Er is links en rechts
en op den rug eenvoudig geen plaats meer!
De officieren dragen geen geweer, zooals
men weet. doch behalve de gewone uitrus
tingsstukken hangen zij om hun hals een
kijker, kompas en etui voor de stafkaart;
hier of daar moeten zij dan nog plaats
vinden voor papier en potlood en enkele
voorschriften, die steeds bij de hand moe
ten zijn om een schets te maken of een be
richt te schrijven. Men kan dan ook ge
zellig wurmen om bij volle bepakking iets
uit de zakken te peuteren.
Wij kunnen intusschen mededeelen, dat
de bagage in het. buitenland niet lichter
is en dat men in Den Haag ijverig studeert
op een alleszins bevredigende oplossing
van het vraagstuk der militaire „hand
bagage".
Eindelijk beter weer.
Op Dinsdag kwam nu en dan een felle
stortbui, die alles gauw en goed natmaak
te en het prachtige weer van gisteren des
te meer op prijs deed stellen. Ook in den
nacht van Dinsdag op Woensdag waren
velen slachtoffer van echt hondenweer. Al
leen die het heeft meegemaakt, weet wat
regen op manoeuvres is; wat het beteekent
ergens in een schuur klam en huiverig
wakker te worden, door een moerassig wei
land te pionieren en in een plassende,
sarrend-volhardende bui op te trekken,
terwijl de kleeren plakken, het water ln
de schoenen siepert en het pakje sigaret
ten verweekt tot een viezig papje als mis
lukt deeg van roggebrood.
Dan zijn manoeuvres zwaar; dan valt
het dubbel te waardeeren dat de geest ln
den troep goed blijft.
„Spanje" op den voorgrond der belangstelling - Een voorloopig
succes, doch tevens een ernstige nederlaag voor de regeering-
Negrin - Weinig te doen over Abessynië, China en Palestina.
(Van onzen bijzonderen medewerker).
Genéve, September 1937.
De burgeroorlog in Spanje en alles, wat
hiermede in rechtstreeksch verband staat,
hebben tot dusverre het leeuwenaandeel
van de belangstelling van allen, die thans
bij gelegenheid van de Achttiende Volken-
bondsvergadering te Genève vereenigd zijn
„Spanje" was het hoofdonderwerp van de
bat bij de algemeene discussies in de vol
tallige bijeenkomsten der Volkenbondsver
gadering, „Spanje" was het voornaamste
punt van bespreking in de vergadering van
den Volkenbondsraad, „Spanje" was het
groote vraagteeken met betrekking tot de
verkiezingen voor drie niet-permanente le
den van den Volkenbondsraad „Spanje"
was de aanleiding tot de Middellandsche
Zee-conferentie van Nyon, ja, .Spanje"
werd zelfs het voorwerp van een klacht
van de Duitsche regeering bij den Zwitser
schen president Motta in verband met een
redevoering, die de Spaansche minister
president Negrin op den jaarlljkschen
maaltijd der Internationale Vereenlging
van Volkenbondsjoumalisten had gehou
den.
De Achttiende Volkenbondsvergadering
heeft twee belangrijke beslissingen inzake
„Spanje" genomen. Het eerste besluit mag
men een voorloopig succes voor Negrin
noemen. Overeenkomstig zijn verzoek zal
de geheele Spaansche aangelegenheid het
onderwerp van een politiek debat in de
„zesde", de „politieke" commissie der Vol
kenbondsvergadering vormen. Negrin zal
daar dan de gelegenheid hebben de Spaan
sche eischen, dat de Volkenbond Duitsch-
land en Italië tot „aanvallers" tegen Span
je verklaren zal en over de middelen be
ramen zal, om aan dezen aanvalsoorlog
een einde te maken, nadrukkelijk uiteen
te zetten en daarover een duidelijke be
slissing van de Volkenbondsstaten te ver
langen. De tweede gebeurtenis was het be
sluit, dat Spanje niet opnieuw tot lid van
den Volkenbondsraad zou kunnen worden
herkozen. Deze beslissing van de Volken
bondsvergadering was zulk een zware ne
derlaag voor de regeering-Negrin, dat het
voorloopige succes van het uitlokken van
een discussie over „Spanje" in de politieke
commissie daartegen stellig niet opweegt.
Vooral hierom niet, omdat het wel te voor
zien is, dat het „Spanje"-debat in de po
litieke commissie niet naar den zin van de
regeering van Valencia zal afloopen.
Verleden jaar reeds had Alvarez del
Vayo, die toen minister van. buitenland-
sche zaken van Spanje was en die ook
thans weder zijn land ln de Volkenbonds
vergadering vertegenwoordigt, gehoopt, dat
de Volkenbondsvergadering een duidelijke
veroordeeling van de Italia ansche en Duit
sche inmenging in Spanje zou uitspreken.
De Engelsche en Fransche regeeringen, die
toen nog op een spoedigen terugkeer van
Italië naar Genève meenden te mogen ho
pen en die bevreesd waren, dat heftige
openlijke aanvallen in de Volkenbondsver
gadering tegen Italië Mussolini weder ver
der van Genéve zouden verwijderen, wis
ten toen de Spaansche delegatie ertoe te
bewegen van haar voornemen af te zien,
om een uitvoerig debat over „Spanje" uit
te lokken. Dit jaar ls echter de afstand
tusschen Italië en Genève reeds zoo groot
geworden, dat aan een spoedigen terug
keer van Italië niet meer te denken schijnt.
Bovendien is de woede van de regeering
van Valencia tegen Italië en Duitschland
zoo toegenomen, dat het vrijwel hopeloos
zou zijn geweest Negrin tot matiging in
zijn eischen aan te raden.
Dus hebben Delbos en Eden den Spaan-
schen minister-president, die bovendien de
krachtige ondersteuning van Litwinof en
den gedelegeerde van Mexico Fabela ont
ving, ditmaal maar zijn gang laten gaan.
Negrin krijgt het gewenschte debat over
Spanje". Dat de Volkenbondsvergadering
als resultaat daarvan echter besluiten zou
Duitschland en Italië nadrukkelijk als
„aanvallers" te brandmerken en dus tot
sanoties zou overgaan, om Duitschland en
Italië tot terugroeping hunner „vrijwilli
gers" te dwingen, is meer dan twijfelach
tig. Delbos heeft reeds met nadruk ver
klaard. dat de omsta,ndigheden den Vol
kenbond dwingen „zijn ambities te beper
ken", en Eden verzekerde, dat zelfs bij een
eventueel later prijsgeven van de niet-
inmenglngspolitiek het hoofddoel der En
gelsche regeering erop gericht zou zijn te
verhoeden, dat de Spaansche burgeroorlog
een Europeesche oorlog zou worden. Met
dit doel zou echter een toepassen van Vol
kenbondssancties tegen Italië en Duitsch
land moeilijk vereenlgbaar zijn!
Zal Negrin dus vermoedelijk weinig daad
werkelijke hulp van den Volkenbond ver
wachten kunnen, ook al zou de politieke
commissie nog zoo uitvoerig over Spanje
debatteeren. de nederlaag, die de regeering
van Valencia in verband met de verkiezin
gen voor drie niet-permanente leden van
den Volkenbondsraad leed, ls een gevoelige
geweest Om als lid van den Raad herko
zen te kunnen worden, had Spanje de
toestemming van twee-derden der delega
ties ter Volkenbondsvergadering noodig.
Daarentegen hebben slechts 23 van de 52
aanwezige staten zich ten gunste van de
herkiesbaarheid van Spanje uitgesproken,
dus nog niet eens de helft! Een beweging
van sensatie ging door de vergaderzaal,
toen deze cijfers werden bekend gemaakt.
Men wist, dat Spanje in gevaar was de ver-
eischte twee-derden niet te behalen. Dat
echter slechts zoo weinig delegaties hun
sympathie voor de regeering van Valencia
zouden uitspreken, had vrijwel niemand
verwacht! Ondanks de eendracht, waar
mede Engeland, Frankrijk en Sovjet-Rus
land achter de schermen voor de herkie
zing van Valencia geijverd hadden, hadden
bijna drie-vijfden der delegaties geweigerd
zich ten gunste van de herkiesbaarheid
van Spanje uit te spreken.
Men kan zeker niet zeggen, dat deze 60"/,i
der Volkenbondsvergadering allen hun
stem aan Spanje onthouden hebben uit
antipathie tegen de regeering van Valen
cia en uit sympathie voor generaal Franco*
Enkele staten, zooals Nederland, hielden
uit strikt prlnclpieele overwegingen aan
hun traddtioneele houding vast: „geenher
kiezing van aftredende Raadsleden!". Som
mige andere staten onthielden Spanje hun
stem, om daardoor de kansen van Turkije
op herkiezing als Raadslid te verbeteren.
Een berekening, die falikant uitkwam,
want vele verontwaardigde aanhangers
van Spanje stemden na het échec van Va
lencia uit weerwraak ook tegen de herkies
baarheid van Turkije! Doch de groote
meerderheid der tegenstemmers heeft ver
moedelijk niet willen bijdragen tot een
nieuwe propaganda voor Valencia, zooals
na een gunstige beslissing der Volken
bondsvergadering zeker niet zou zijn uitge
bleven.
Over de drie andere groote vraagstuk
ken, waarvan men een Interessante bespre
king te Genève verwachtte, ls tot dusverre
nog slechts weinig te doen geweest. .Abes
synië" heeft zelfs in het geheel niet tot
eenige discussie aanleiding gegeven. De
verhoogde spanning tusschen Frankrijk en
Engeland eenerzijds. Italië anderzijds met
betrekking tot de „zeemuiterij in de Mid
dellandsche Zee" heeft Eden en Delbos er
toe bewogen Inzake Abessynië een geheel
lijdelijke houding in te nemen en Italië
niet het genoegen te doen van een poging
de Volkenbondsvergadering tot het vast
stellen van de door Mussolini verlangde
„overlijdensacte" van Abessynië te be
wegen.
Inzake China kregen wij een uiterst hel
der en in voornamen toon gehouden rede
voering van den Chineeschen gedelegeerde
Wellington Koo over het onrecht, dat Ja
pan aan het Chineesche Rijk heeft aange
daan. Aan een in 1933 met betrekking tot
Mandsjoerije benoemde „Oommissie van
23" is thans weder nieuw leven ingeblazen.
Zij zal hebben na te gaan, of de Volken
bondsstaten iets kunnen doen, om den
vrede in het Verre Oosten te herstellen. De
eerste redevoering voor een bevestigende
beantwoording van deze vraag zal echter
nog moeten worden uitgesproken.
Het verste is men de vorige week te Ge
nève opgeschoten met betrekking tot Pa
lestina. Dit geschiedde echter niet in de
Volkenbondsvergadering, doch in den Vol
kenbondsraad. Deze heeft verklaard geen
bezwaar ertegen te hebben, dat de Engel
sche regeering, ondanks de protesten van
de Arabieren tegen de verdeeling van Pa
lestina, een nieuwe studiecommissie naar
dP land zal zenden, om daar, zoo mogelijk
in overleg met de Arabieren en de Joden,
een nieuw verdeelingsplan in bijzonderhe
den uit te werken. Ofschoon de Volken-
bondsraad uitdrukkelijk verklaard heeft
zich voor later de volle vrijheid van be
slissing voor te behouden, neemt men over
het algemeen toch aan, dat deze Raads-
toestemmtng een nieuwe stap op den weg
is, die ten slotte naar de verdeeling van
Palestina leiden zal. Ondanks de sombere
voorspellingen van de ministers van buiten-
landsche zaken van Egypte en Irak. die
hiervan slechts een nieuwe bron van on
rust, haat en oorlog verwachten I
„Reken maarl Ik ga eiken Zon
dag naar een voetbalwedsirijd I"
„Maar toch zeker alleen als
hof mooi weer is?"
„Hoe kom je er bijl Off regent
of sneeuwt, ik moet er bij zijn"
„En de koude voeten dan met
de gebruikelijke verkoudheid?"
„Waarom bestaat er dan Aspi
rin? Bij de eerste verschijn
selen neem ik direct een of twee
tabletten, 't Is maar een weet I"
is een - pro duet.
Oranjeband en-rtoycï.-kruis
waarborgen de werkzaam
heid en onschadelijkheid
8020
(Ingez. Med.)
HET AANSTAANDE JUBILEUM
VAN HET CONCERTGEBOUW.
Het bestuur van het Concertgebouw tc
Amsterdam heeft bericht ontvangen, dat
de Koningin, aan het eere-comité, gevormd
ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
van het Concertgebouw, Haar hooge be
scherming heeft willen verleenen.
ZILVEREN JUBILEUM SILVAIN POONS.
Te Amsterdam is gisteravond Sylvaln
Poons gehuldigd bij het bereiken van zijn
zilveren jubileum als tooneelspeler. De
nieuwe Plantage-Schouwburg was geheel
bezet en heeft hartelijk deelgenomen aan
de hulde. Veel bloemen en fruitmanden
werden aangeboden en ook andere ge
schenken w.o. de bekende enveloppe met
Inhoud.
2—3