De achttiende Volkenbondsvergadering Oorlogsrumoer in het mooie Salland LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 23 September 1937 Blauw trekt over den Yssel Een dagorder van den commandant van het veldleger fftyfC L&- v uÜuee*- Aspirin KUN/T CN LCTTCRCN Doch niet zonder tegenstand (Van onzen deskundigen medewerken Onder het bruggehoofd verstaat de mi litair iets anders dan de ingenieur. Voor den eerste is het een terreingedeelte bij een rivier, dat bezet en beveiligd moet worden, om andere troepen gelegenheid te geven, rustig het water over te steken: bij de ma noeuvres in Gelderland en Overijssel was deze taak toebedeeld aan het 29e R I.. dat zijn opdracht vervulde, natuurlijk niet zonder tegenstand van rood dat o. a. zijn pantserwagens er op af stuurde. Tegen pantserwagens heeft men het Inf. geschut uitgevonden, dat zoo licht is. dat het met pontons vervoerd kan worden: waar dit geschut niet aanwezig is, stelt men er ka nonnen van 6 c.M. voor in de plaats. Deze stukken zijn echter te zwaar voor pontons zoodat 29 R. I, dat het doen moest met 6 c.M. veld. de kanonnen bij den overtocht moest achter laten op den westelijken oever van den IJssel. Toen de pantserwagens van den vijand dan ook kwamen boekten ze successen, terwijl ze vrijwel niets konden ondernemen tegen het 12 R. I., van Blauw, dat, zooals bekend, vanaf den beginne op den Oostelijken oever zat. Dit onderdeel had wel 6 c.M. veld tot zijn beschikking en behoefde de pantserwagens dus niet te vreezen. Een groot gedeelte van de Blauwe macht, 31 en 42 R.I.. bracht den nacht van Dins dag op Woensdag door in Ernst en Epe. zooals we reeds gemeld hadden. Midden in den nacht was het reveille, de IJssel werd overgestoken (op pontons en vletten), waarna de opmarsch in Oostelijke richting werd voortgezet. Zoo begon op den Oost oever, in Salland, de strijd. Rood had hier ook een regiment Inf. ter beschikking, n.l. 25 R. I.. dat Dinsdagnacht in auto's r.aar voren was gebracht en een stelling had in genomen bij Overmars, in den weg van Olst naar Wesepe. Een batterij artillerie zou helpen. De strijd van gisteren. De situatie was nu, in enkele woorden uitgedrukt, aldus: Vanaf het Noorden la gen van Blauw naast elkaar de Verken- ningsafdeellng, 29, 42 en 31 R. I. Rood met wielrijders, 25 R.I., cavalerie en pantser wagens zaten er tegenover. Overmacht dwong de roode heeren tot terugtrekken: zij verlieten dus hun stelling na eenigen tegenstand, en moesten later nog verder terug naar het Oosten, nJ. tot aan het zij - kanaal naar Deventer. In hun stelling vond Blauw min of meer zijn bedje gespreid en nestelde zich er gauw in. Wanneer de Blauwen nu echter meenden een overwin ningsklokje te kunnen luiden, dan zorgde de Roode cavalerie er wel voor dit spoe dig als voorbarig optimisme te stempelen. Bij Heino had deze cavalerie gewacht, tot dat 's middags bevel kwam om een fiank- aanval te maken op den Noordelijken vleu gel van Blauw. Daar gingen de huzaren, in galop op den vijand af welke echter niet werd uitgevoerd omdat de manoeuvres op dit oogenblik werden geschorst: van 3 uur tot middernacht werd gerust om nieuwe krachten te verzamelen en om aan de leiding gelegenheid te geven, be richten en gegevens te ordenen en een overzicht van den toestand samen te stel len. Het verslag hiervan is gauw geschre ven en gelezen, doch hev werk zelf nam meer tijd in beslag. Ongeveer 24 uur. De brug wordt geslagen. Voor de troepen bood de Woensdag meer Gelegenheid tot activiteit dan de Dinsdag, en voor het publiek was het gemakkelijker zich een beeld te vormen van de verschil lende phasen van het gevecht. Op de eer ste plaats in Olst. Daar heerschten de pontonniers: het veer was buiten dienst gesteld (evenals te Wijhe); op vlotten, ge bouwd van pontons werden voertuigen en paarden over de rivier gezet terwijl tevens een brug werd geslagen. Zoo'n brug be staat uit 2 vaste stukken op de oevers, en uitvaarbaar gedeelte van 100 M. lengte', het geheele bouwwerk werd 162 M. lang. De pontonniers ploeterden en sjouwden met balken en trokken zich eelt in de handen aan sjorringen, tot aan de heupen in het water staande, onder verdiende belangstel ling van publiek en pers, die er werd voor gelicht door een hoofdofficier van dit corps Deze hield, zoo vroeg als het was. eer. bij na geestdriftige voordracht over 't knappe werk der water-soldaten, over de soliditeit der bruggen en den korten bouwtijd (de brug was gereed in minder dan 5 uur) en noemde ook eenige dingen, die wensche- iijk en aanbevelenswaardig zijn, doch waarvan de aanschaffing wacht tot er contanten voor zijn. Totdat de spreker eensklaps zag, dat er zich onder zijn ge hoor een bezuinigingsinspecteur bevond Groote belangstelling. De belangstelling bij de brug groeide steeds; vanaf de Piet Hein. die in de na bijheid voor anker lag filmde Z. K. H. Prins Bernhard. die ook later in de motor sloep zich nader van de oefening op de hoogte stelde; er kwam steeds meer publiek, de Commandant van het Veldleger, luite nant-generaal J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, algemeen leider der manoeu vres verscheen; men zag er de buitenland- sche uniformen der militaire attaché's, mevrouw van Voorst tot Voorst, echtge- noote van den C. V, vele belangstellende reserve-officieren, enz. In den loop van den middag waren de kijkers gegroeid tot een flinke menigte op beide oevers; zij gaven alle aandacht aan het openvaren der brug voor de scheepvaart, terwijl een extra at tractie werd gepresenteerd door een esca drille vliegtuigen, dat brommend, daverend en dreigend boven de rivier vloog, een ver vaarlijke duik nam op de brug, met nog meer geraas opsteeg en in een wijdè boog naar het doel terug kwam. aldus demon- streerend dat een dergelijke overtocht in werkelijkheid niet zonder Inmenging van den vijand geschiedt. Ook buiten Olst had het oubliek gelegen heid een onderdeel van den strijd tusschen Blauw en Rood van nabij te volgen. Bij Boskamp, op den weg naar Wesepe, heeft de autobus van de pers moeite om zich iangs en door de vele auto's, fietsers en wandelaars te wringen. Iedereen kijkt naar een Blauwe Compagnie die door een wei land naast den weg tirailleert, behoedzaam met kleine sprongetjes zich telkens weer in het gras werpend. Helaas, er zullen slachtoffers vallen want vanaf den weg, niet veel verder, klinkt plotseling het. ge ratel. fel en angstig, van geweren en zware mitrailleurs. Dat zijn de soldaten met zwarte banden op de helmen: de vijand. Ze hebben het succes, dat de Rooden dik wijls behalen, het resultaat n.l. dat zij hun tegenstanders ophouden, terwijl zij zelf na eenigen tijd een beter heenkomen moeten zoeken De Blauwen kunnen dus ook nu even later weer verder. Publiek en pers worden nieuwsgierig want de manschappen hebben planken bij zich, waarmede slooten en smalle wateren kunnen worden gepasseerd. Het kan een interessant schouwspel worden, want de slpot naast den weg is toevallig niet smal. Hoe zal dat gaan? Het gaat heelemaal niet, want een lui tenant-sectiecommandant kijkt twijfe lend naar het water, stelt het experi ment even uit en ontdekt tot zijn blijd schap 100 M. verder een bruggetje over meergenoemd water. Het publiek ziet zich een schoone demonstratie ontgaan Zware dagen. Ergens in het operatieterrein staan en kele kanonnen van 6 c.M. op een kruis punt van wegen. De manschappen moeten waken tegen pantserwagens, op de wegen zijn hindernissen opgeworpen (voorgesteld door een doek met opschrift „Hindernis", maar verondersteld de pantserwagens een uur te kunnen ophouden). Mocht die hin dernis genomen worden dan staan de ka nonnen klaar om de gevaarlijke auto's niet beleefd maar dringend .af te wijzen maar er komen geeri pantserwagens. De kanonniers wachten zoo reeds ongeveer 24 uur, en het publiek vindt dat zoo'n leger- oefenlng geen barre en zware onderne ming is. Dat publiek weet echter niet dat dit gespannen afwachten op den duur wel zwaar wordt; dat de manschappen om half drie 's nachts zijn opgestaan er. de nacht daarvoor om half twee; dat personeel van andere onderdeelen ergens in een schuur 2 of 3 uur geslapen heeft; sommigen blijven uren achtereen in een stelling en behoe ven zich niet af te matten met kleine ge forceerde marschen. maar anderen loopen uren achtereen, en dit loopen in een lange colonne, nu eens in looppas, dan gauw dek king zoekend, dan weer vooruitspringend, is zeer vermoeiend. Het personeel der ar tillerie heeft het niet moeilijk wanneer de stukken eenmaal in stelling staan, maar de menschen van de Artillerie Meetdienst (plaatsbepaling van vijandelijke kanonnen door opmeten van het geluid en den vuur straal bij het afgaan van het schot) zitten weer den geheelen dag ingespannen te ar beiden aan ccijferingen en berekeningen. Zijn de manoeuvres dus zwaar? Men kan zich moeilijker legeroefenlngen voorstellen dan die van dit jaar, maar een gemakke lijk karweitje is het ook niet. De leider ziet men hier en daar en overal in het veld cn in zijn stafkwartier te Zwolle ligt zooveel werk. dat voor hem en zijn staf de avond en nacht in arbeid voorbij gaan. De ordon nansen stuiven den geheelen dag op en neer. De pontonniers: zwoegen met hun spanten en balken dat de spaanders er af vliegen. De militaire politie: handen vol werk met de regeling van het verkeer. De scheidsrechters: gaan van het eene punt naar het andere en hebben tijd te kort om alle gegevens op te nemen en te ver werken. De chauffeur van de persauto (mogen wij ons zelf ook even noemen) rijdt den heelen dag rond, her en der, heen en terug, hobbelt over be-kuilde we gen en wordt rood van inspanning bij het keeren op een smallen dijk, terwijl het Ne- Jeilandsche leger, voor zoover daar aanwe zig, met intense belangstelling toekükt. De manschappen: marcheeren. tirailleeren. wachten, in kreupelhout kruipen, mitrail leur klaar maken, in modder uitglijden, onderwijl een kuch eten (er wordt alle aandacht besteed aan de voeding, doch het is niet te vermijden, dat soms een keu kenwagen den weg kwijt raakt, zoodat de manschappen een half uur of verder ver wijderd zijn van dit onontbeerlijke voer tuig en tot laat in den avond moeten wach ten op hun diner. Men moet het niet te zwaar opnemen, dat een keukenwagen soms bij den vijand terecht komt en daar natuurlijk met vreugde wordt geconfls- ccerd. In den wereldoorlog bijv. ging eens een gezelschap hoofdofficieren per auto een inspectietocht langs het front maken; zij reden en reden en kwamen na behou den terugkomst tot de ontdekking dat zij dwars door de vijandelijke linie waren ge gaan de heeren hadden er niets van gezien en de vijand evenmin!) De manschappen dus: houden tusschen de bedrijven door een gasoefening, slikken den dikken damp van de rookkaarsen (een camouflagemid del), mogen even rusten en krijgen weer bevel om voorwaarts te gaan als zij juist de goede rusthouding hebben gevonden En dat alles met de bepakking die aan en om het lichaam hangt en die de tegen woordige bagage van den soldaat te velde uitmaakt. De commandant van het veldleger, lui tenant-generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, heeft heden de volgende dag order doen verspreiden: „Officieren, onderofficieren, korporaals en soldaten, De oefeningen, gehouden onder mijn leiding in Gelderland en Overijssel zijn geëindigd. Zij waren bedoeld als een korte practischc leerschool voor allen, die er aan deelnemen: com mandanten, staven en troepen. Als zoodanig kunnen dergelijke, veelal ook zware oefeningen niet hoog genoeg worden aangeslagen. Dat daarbij de wil van een ieder om zich inspanning en vermoeienis te ge troosten en de goede geest, heer- schende in alle onderdeelen, op bijzon dere wijze tot uiting kwamen, bewijst hoe het is gesteld met een der hoofd factoren, waarmede de bruikbaarheid van het Nederlandsche veldleger samenhangt: zijn moreele, zijn inner lijke waarde. Ook als zoodanig hebben de afgeloo- pen dagen van arbeid en samenwerking tot eenzelfde doel hun nut gehad. Dit doel, gij weet het allen, is het veld leger naar vermogen bekwaam te ma ken en geschikt te houden voor zijn taak. Ik breng u dank. dat gij allen van hoog tot laag ten volle daartoe hebt medegewerkt. De belangstelling, welke de bevol king voor deze oefeningen had, het medeleven in hetgeen plaats vond, zij u een bewijs hoezeer volk en weer macht één zijn. Optredende onder de oogen van Hare Majesteit de Koningin en aangespoord door de belangstelling, welke de Prins der Nederlanden in uw midden toonde, hebt gij diep in uw gemoed kunnen ge voelen, wat het beteekent in de tegen woordige omstandigheden Nederlander te zijn en te kunnen worden geroepen den Nederlandschen bodem te verde digen. Dit besef kunnen wij allen niet beter en niet met meer overtuiging tot uiting brengen, dan in den eenparigen uit roep, die ons uit het hart komt: „Leve Hare Majesteit onze geëerbie digde Koningin! Het waagstuk van de bagage Die bepakking is een vraagstuk op zich zelf. Velen herinneren zich nog wel. hoe zij 15 of 20 jaar geleden na een marsch van enkele uren den ransel met patroon- tasschen en geweer als een drukkende last gingen voelen. Sindsdien is de baeage van den soldaat behoorlijk uitgedijd. Een mo del gepakte ransel met ondergoed, hand doek, schoenen, enz., en een deken er bo venop. plus 2 tasschen met- ijzeren blokken inolaats van patronen, legden een behoor lijk gewicht op de schouders, doch als men tegenwoordig militairen zonder rantsel ziet beteekent dit niet. dat zij het gemakke lijker hebben gekregen. De groote ronde patroontrommeltasch voor de mitrailleur- groepen bijv. is al heel lastig en kan onge zellig in de zijde drukken: aan den kop pel hangt het pioniergereedschap met ba- jonnet, zandzakken en tentzeiltje: het ge weer wordt op den duur een vervelende last. en het gasmasker is een onmisbaar onderdeel van de uitrusting (een soldaat legt nooit zooveel af. of hij houdt zijn mas ker bij zich), doch deze dikke prop aan zijn linkerzijde is vrij hinderlijk en zwaar. De rantsel wordt niet meer meegevoerd, waardoor het noodig was de geheele be pakking te veranderen, doch de man schappen zelf zijn het er niet over eens, dal dit een verbetering is. Bedenkt men nu dat de soldaat met deze bagage, welke al tijd min of meer meehobbelt en schokt, over alle mogelijke terrein draaft en tirail leert, en dat de schutter en helper in de mltrailleurgroep de lichte mitrailleur of de gereedschapstasch met affuit sjouwt, dan beseft men. dat er niet veel meer wa pens en beschermingsmiddelen uitgevon den mogen worden. Er is links en rechts en op den rug eenvoudig geen plaats meer! De officieren dragen geen geweer, zooals men weet. doch behalve de gewone uitrus tingsstukken hangen zij om hun hals een kijker, kompas en etui voor de stafkaart; hier of daar moeten zij dan nog plaats vinden voor papier en potlood en enkele voorschriften, die steeds bij de hand moe ten zijn om een schets te maken of een be richt te schrijven. Men kan dan ook ge zellig wurmen om bij volle bepakking iets uit de zakken te peuteren. Wij kunnen intusschen mededeelen, dat de bagage in het. buitenland niet lichter is en dat men in Den Haag ijverig studeert op een alleszins bevredigende oplossing van het vraagstuk der militaire „hand bagage". Eindelijk beter weer. Op Dinsdag kwam nu en dan een felle stortbui, die alles gauw en goed natmaak te en het prachtige weer van gisteren des te meer op prijs deed stellen. Ook in den nacht van Dinsdag op Woensdag waren velen slachtoffer van echt hondenweer. Al leen die het heeft meegemaakt, weet wat regen op manoeuvres is; wat het beteekent ergens in een schuur klam en huiverig wakker te worden, door een moerassig wei land te pionieren en in een plassende, sarrend-volhardende bui op te trekken, terwijl de kleeren plakken, het water ln de schoenen siepert en het pakje sigaret ten verweekt tot een viezig papje als mis lukt deeg van roggebrood. Dan zijn manoeuvres zwaar; dan valt het dubbel te waardeeren dat de geest ln den troep goed blijft. „Spanje" op den voorgrond der belangstelling - Een voorloopig succes, doch tevens een ernstige nederlaag voor de regeering- Negrin - Weinig te doen over Abessynië, China en Palestina. (Van onzen bijzonderen medewerker). Genéve, September 1937. De burgeroorlog in Spanje en alles, wat hiermede in rechtstreeksch verband staat, hebben tot dusverre het leeuwenaandeel van de belangstelling van allen, die thans bij gelegenheid van de Achttiende Volken- bondsvergadering te Genève vereenigd zijn „Spanje" was het hoofdonderwerp van de bat bij de algemeene discussies in de vol tallige bijeenkomsten der Volkenbondsver gadering, „Spanje" was het voornaamste punt van bespreking in de vergadering van den Volkenbondsraad, „Spanje" was het groote vraagteeken met betrekking tot de verkiezingen voor drie niet-permanente le den van den Volkenbondsraad „Spanje" was de aanleiding tot de Middellandsche Zee-conferentie van Nyon, ja, .Spanje" werd zelfs het voorwerp van een klacht van de Duitsche regeering bij den Zwitser schen president Motta in verband met een redevoering, die de Spaansche minister president Negrin op den jaarlljkschen maaltijd der Internationale Vereenlging van Volkenbondsjoumalisten had gehou den. De Achttiende Volkenbondsvergadering heeft twee belangrijke beslissingen inzake „Spanje" genomen. Het eerste besluit mag men een voorloopig succes voor Negrin noemen. Overeenkomstig zijn verzoek zal de geheele Spaansche aangelegenheid het onderwerp van een politiek debat in de „zesde", de „politieke" commissie der Vol kenbondsvergadering vormen. Negrin zal daar dan de gelegenheid hebben de Spaan sche eischen, dat de Volkenbond Duitsch- land en Italië tot „aanvallers" tegen Span je verklaren zal en over de middelen be ramen zal, om aan dezen aanvalsoorlog een einde te maken, nadrukkelijk uiteen te zetten en daarover een duidelijke be slissing van de Volkenbondsstaten te ver langen. De tweede gebeurtenis was het be sluit, dat Spanje niet opnieuw tot lid van den Volkenbondsraad zou kunnen worden herkozen. Deze beslissing van de Volken bondsvergadering was zulk een zware ne derlaag voor de regeering-Negrin, dat het voorloopige succes van het uitlokken van een discussie over „Spanje" in de politieke commissie daartegen stellig niet opweegt. Vooral hierom niet, omdat het wel te voor zien is, dat het „Spanje"-debat in de po litieke commissie niet naar den zin van de regeering van Valencia zal afloopen. Verleden jaar reeds had Alvarez del Vayo, die toen minister van. buitenland- sche zaken van Spanje was en die ook thans weder zijn land ln de Volkenbonds vergadering vertegenwoordigt, gehoopt, dat de Volkenbondsvergadering een duidelijke veroordeeling van de Italia ansche en Duit sche inmenging in Spanje zou uitspreken. De Engelsche en Fransche regeeringen, die toen nog op een spoedigen terugkeer van Italië naar Genève meenden te mogen ho pen en die bevreesd waren, dat heftige openlijke aanvallen in de Volkenbondsver gadering tegen Italië Mussolini weder ver der van Genéve zouden verwijderen, wis ten toen de Spaansche delegatie ertoe te bewegen van haar voornemen af te zien, om een uitvoerig debat over „Spanje" uit te lokken. Dit jaar ls echter de afstand tusschen Italië en Genève reeds zoo groot geworden, dat aan een spoedigen terug keer van Italië niet meer te denken schijnt. Bovendien is de woede van de regeering van Valencia tegen Italië en Duitschland zoo toegenomen, dat het vrijwel hopeloos zou zijn geweest Negrin tot matiging in zijn eischen aan te raden. Dus hebben Delbos en Eden den Spaan- schen minister-president, die bovendien de krachtige ondersteuning van Litwinof en den gedelegeerde van Mexico Fabela ont ving, ditmaal maar zijn gang laten gaan. Negrin krijgt het gewenschte debat over Spanje". Dat de Volkenbondsvergadering als resultaat daarvan echter besluiten zou Duitschland en Italië nadrukkelijk als „aanvallers" te brandmerken en dus tot sanoties zou overgaan, om Duitschland en Italië tot terugroeping hunner „vrijwilli gers" te dwingen, is meer dan twijfelach tig. Delbos heeft reeds met nadruk ver klaard. dat de omsta,ndigheden den Vol kenbond dwingen „zijn ambities te beper ken", en Eden verzekerde, dat zelfs bij een eventueel later prijsgeven van de niet- inmenglngspolitiek het hoofddoel der En gelsche regeering erop gericht zou zijn te verhoeden, dat de Spaansche burgeroorlog een Europeesche oorlog zou worden. Met dit doel zou echter een toepassen van Vol kenbondssancties tegen Italië en Duitsch land moeilijk vereenlgbaar zijn! Zal Negrin dus vermoedelijk weinig daad werkelijke hulp van den Volkenbond ver wachten kunnen, ook al zou de politieke commissie nog zoo uitvoerig over Spanje debatteeren. de nederlaag, die de regeering van Valencia in verband met de verkiezin gen voor drie niet-permanente leden van den Volkenbondsraad leed, ls een gevoelige geweest Om als lid van den Raad herko zen te kunnen worden, had Spanje de toestemming van twee-derden der delega ties ter Volkenbondsvergadering noodig. Daarentegen hebben slechts 23 van de 52 aanwezige staten zich ten gunste van de herkiesbaarheid van Spanje uitgesproken, dus nog niet eens de helft! Een beweging van sensatie ging door de vergaderzaal, toen deze cijfers werden bekend gemaakt. Men wist, dat Spanje in gevaar was de ver- eischte twee-derden niet te behalen. Dat echter slechts zoo weinig delegaties hun sympathie voor de regeering van Valencia zouden uitspreken, had vrijwel niemand verwacht! Ondanks de eendracht, waar mede Engeland, Frankrijk en Sovjet-Rus land achter de schermen voor de herkie zing van Valencia geijverd hadden, hadden bijna drie-vijfden der delegaties geweigerd zich ten gunste van de herkiesbaarheid van Spanje uit te spreken. Men kan zeker niet zeggen, dat deze 60"/,i der Volkenbondsvergadering allen hun stem aan Spanje onthouden hebben uit antipathie tegen de regeering van Valen cia en uit sympathie voor generaal Franco* Enkele staten, zooals Nederland, hielden uit strikt prlnclpieele overwegingen aan hun traddtioneele houding vast: „geenher kiezing van aftredende Raadsleden!". Som mige andere staten onthielden Spanje hun stem, om daardoor de kansen van Turkije op herkiezing als Raadslid te verbeteren. Een berekening, die falikant uitkwam, want vele verontwaardigde aanhangers van Spanje stemden na het échec van Va lencia uit weerwraak ook tegen de herkies baarheid van Turkije! Doch de groote meerderheid der tegenstemmers heeft ver moedelijk niet willen bijdragen tot een nieuwe propaganda voor Valencia, zooals na een gunstige beslissing der Volken bondsvergadering zeker niet zou zijn uitge bleven. Over de drie andere groote vraagstuk ken, waarvan men een Interessante bespre king te Genève verwachtte, ls tot dusverre nog slechts weinig te doen geweest. .Abes synië" heeft zelfs in het geheel niet tot eenige discussie aanleiding gegeven. De verhoogde spanning tusschen Frankrijk en Engeland eenerzijds. Italië anderzijds met betrekking tot de „zeemuiterij in de Mid dellandsche Zee" heeft Eden en Delbos er toe bewogen Inzake Abessynië een geheel lijdelijke houding in te nemen en Italië niet het genoegen te doen van een poging de Volkenbondsvergadering tot het vast stellen van de door Mussolini verlangde „overlijdensacte" van Abessynië te be wegen. Inzake China kregen wij een uiterst hel der en in voornamen toon gehouden rede voering van den Chineeschen gedelegeerde Wellington Koo over het onrecht, dat Ja pan aan het Chineesche Rijk heeft aange daan. Aan een in 1933 met betrekking tot Mandsjoerije benoemde „Oommissie van 23" is thans weder nieuw leven ingeblazen. Zij zal hebben na te gaan, of de Volken bondsstaten iets kunnen doen, om den vrede in het Verre Oosten te herstellen. De eerste redevoering voor een bevestigende beantwoording van deze vraag zal echter nog moeten worden uitgesproken. Het verste is men de vorige week te Ge nève opgeschoten met betrekking tot Pa lestina. Dit geschiedde echter niet in de Volkenbondsvergadering, doch in den Vol kenbondsraad. Deze heeft verklaard geen bezwaar ertegen te hebben, dat de Engel sche regeering, ondanks de protesten van de Arabieren tegen de verdeeling van Pa lestina, een nieuwe studiecommissie naar dP land zal zenden, om daar, zoo mogelijk in overleg met de Arabieren en de Joden, een nieuw verdeelingsplan in bijzonderhe den uit te werken. Ofschoon de Volken- bondsraad uitdrukkelijk verklaard heeft zich voor later de volle vrijheid van be slissing voor te behouden, neemt men over het algemeen toch aan, dat deze Raads- toestemmtng een nieuwe stap op den weg is, die ten slotte naar de verdeeling van Palestina leiden zal. Ondanks de sombere voorspellingen van de ministers van buiten- landsche zaken van Egypte en Irak. die hiervan slechts een nieuwe bron van on rust, haat en oorlog verwachten I „Reken maarl Ik ga eiken Zon dag naar een voetbalwedsirijd I" „Maar toch zeker alleen als hof mooi weer is?" „Hoe kom je er bijl Off regent of sneeuwt, ik moet er bij zijn" „En de koude voeten dan met de gebruikelijke verkoudheid?" „Waarom bestaat er dan Aspi rin? Bij de eerste verschijn selen neem ik direct een of twee tabletten, 't Is maar een weet I" is een - pro duet. Oranjeband en-rtoycï.-kruis waarborgen de werkzaam heid en onschadelijkheid 8020 (Ingez. Med.) HET AANSTAANDE JUBILEUM VAN HET CONCERTGEBOUW. Het bestuur van het Concertgebouw tc Amsterdam heeft bericht ontvangen, dat de Koningin, aan het eere-comité, gevormd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Concertgebouw, Haar hooge be scherming heeft willen verleenen. ZILVEREN JUBILEUM SILVAIN POONS. Te Amsterdam is gisteravond Sylvaln Poons gehuldigd bij het bereiken van zijn zilveren jubileum als tooneelspeler. De nieuwe Plantage-Schouwburg was geheel bezet en heeft hartelijk deelgenomen aan de hulde. Veel bloemen en fruitmanden werden aangeboden en ook andere ge schenken w.o. de bekende enveloppe met Inhoud. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10