Negrin en Delbos spreken in V olkenbondszitting LEIDSCK DAGBLAD - Vierde Blad Maandag 20 September 1937 Negrin stelt vijf eischen ■3F Die rheumatische pijnen de namen. postgraduate education, arzt- liche Fortbildung e.d. bestempelt. Hoeveel ook de arts uit zichzelve in de praktijk nog kan en moet leeren, toch is het bij de zoo snelle ontwikkeling der me te kunnen opnemen, in dit opzicht nu is voor Leiden de overheid voorzeker te kort geschoten. Het Nieuwe Ziekenhuis te Leiden was dische wetenschap absoluut noodzakelijk. „tSÏÏ. dat hU zich van de vooruitgang daarvan jLïff. Ji, op de hoogte houdt. Een uitstekend werk ^11 ?°°*k d't Umversi- ÏEELÜL d.L.°^L5f.L?!d^n^ de paUënten^oc'h vS; ve^pl^ng noch voor medicamenten iets hoefde be taald te worden, alle bedden waren dus pleegt te noemen onderwijs- Tijdschrift voor Geneeskunde door elke week een „Clinische les" te publlceeren. waarin door universiteitsdocent of ander vooraanstaand geneeskundige ccn of ander onderwerp uit zijn vak voor den algemee- nen arts behandeld wordt. Voldoende is dit echter geenszins en wenschelijk is, dat iedere arts op gezette tijden zich korter of langec aan zijn verdere opvoeding wijdt. In Duitschland, waar men in dergelijke zaken, indien dat noodig geoordeeld wordt, niet schroomt radicaal op te treden, is. aks ik goed ben ingelicht, elk algemeen arts verplicht aan Fortbildungsknrse deel te ne men. terwijl voor de specialisten speciale Kurse worden gearrangeerd. Van hooger hand wordt de deelneming daaraan opge legd. maar ook wordt het economisch mo gelijk gemaakt zulks te doen. Hier te lande heeft men vooralsnog dit onderwijs overgelaten aan het particuliere initiatief en menigvuldig zijn de artsen cursussen hier gegeven. Toch komt het mij voor. dat hier voor de universiteit een mooi arbeidsveld openligt, al zal het we derom een zeer moeilijk probleem zijn de daarvoor geschikte leerkrachten te vinden. wat men bedden. Te onzaliger ure is dit gewijzigd, waar door de keuze der patiënten geschikt voor het onderwijs veel moeilijker is geworden. Het aantal bedden, dat het Ziekenhuis zou bevatten was oorspronkelijk vastge steld op 604 en ziet. toen op 6 December 1923 de voorzitter van den Ministerraad. Minister van Financiën, H. Colijn. op het zickenhuisterrein zelve het besluit nam. dat het ziekenhuis zou worden afgebouwd volgens het plan Van Lynden, hetwelk dit aantal op 480 bedden, zonder verbouwing uit te breiden tot 564. terugbracht, werd het bericht daarvan, dat ons op een op dien dag gehouden Senaatsvergadering be reikte. als een echt St. Nicolaasgeschenk beschouwd, omdat de toertand van het oude ziekenhuis toen dusdanig was. dat elke verbetering dankbaar aanvaard werd. Hiermede zou men meenen. dat de grens eigenlijk wel bereikt was: minder bedden dan geraamd, veel meer studenten, veel I minder vrije keuze der patiënten voor het onderwijs, het kon wel niet slechter: toch I wachtte ons r.og een groote teleurstelling. Zien wij uit dit alles, welk een groot zelfs het zoozeer besnoeide bouwplan werd j I niet geheel uitgevoerd. aantal moeilijke problemen zicli reeds in normale omstandigheden bij het I medisch onderwijs voordoen (en de op- j somming ervan was bij lange met vol- j ledig), veel moeilijker wordt het ver- j strekken en opnemen van goed onder wijs gemaakt door het veel te groote aantal studenten in de geneeskunde, dat de universiteiten bezoekt, waar door laboratoria en klinieken te klein zijn om aan hun bestemming te kun nen voldoen. Zoo ergens, Aan ondervinden wij te Lei den hiervan de gevolgen. Zeker, de medi sche faculteit beschikt over vele nieuwe klinieken en laboratoria, maar deze waren long voor zij gereed waren reeds veel te klein voor de eischen, die er aan gesteld moesten worden. Toen in 1912 met den bouw van het Broehaavekwartier werd begonnen, was sinds vele jaren het gemiddelde aantal stu denten, dat in de geneeskunde te Leiden aankwam 50 per jaar. nooit minder dan 41 nooit meer dan 58. een getalsterkte, welke tot 1916 constant bleef. Geen won der was het, waar het aantal studenten zoo weinig wisselde, dat men bij den bouw van het Ziekenhuis gerekend zal hebben met een toeneming van dit aantal van hoogstens 50°Zou de faculteit bij de Re geering hebben aangedrongen om rekening te houden met de mogelijkheid van een stijging tot 100 studenten per jaar. zoo zou het antwoord terecht zeer zeker afwijzend zijn geweest. Gerekend zal dus zijn op een aantal van plm. 75 studenten per jaar, het geen ook wel blijkt uit het feit,_ dat de collegekamers in de kleinere speciale kli nieken niet meer dan 70 a 80 toehoorders kunnen bevatten. De Psychiatrlsch-neurologische Kli niek staat nog steeds ledig tot spot van de duizenden personen, die. hetzij als patiënten hetzij als bezoekers, het zie kenhuis komen betreden. Is deze kliniek dan onnoodig? Geenszins, elke universiteit in ons land die voorzien is van een medische faculteit, ook de Vrije Universiteit, heeft een speciale psychia- trisch-neurologische kliniek, de Gemeente- ±?fkr?am, Zeül tWvff, voor elkën medicus zoozeer gewenschrê, ai- voo-r het onderwijs als voor het gemeene ontwikkeling Ls de studie der oude talen een voortreffelijk hulpmiddel. Wij mogen verklaren, dat over het ai- gemeen de Nederlandsche arts nog goed is en dat de medische opleiding hier te lan de de vergelijking met die in andere lan den goed doorstaan kan. Toch zal, wil men den achteruitgang van het peil, die zonder twijfel plaats vindt, tegenhouden, of wat nog beter is, het peil nog hooger opvoeren, men maatregelen moeten nemen om eener- zijds het aantal studenten te beper ken, anderzijds de leerkrachten en middelen: laboratoria, ziekenhuizen en patientental in overeenstemming te brengen met het aantal studenten dat opgeleid moet worden. Wanneer wij thans nog tot slot dezer be schouwingen even terugkomen op de vraag of bij de vooropleiding van den medicus de studie der klassieke talen noodig is of niet. zoo zullen wel allen het eens zijn, dat de arts zoowel als dc apotheker Latijn be hoort te kennen. Is het niet meer dan absurd, dat een arts recepten schrijft in een taal, die hij niet verstaat en ae apotheker met even weinig kennis dier taal ze* gereedmaakt., dat het voorkomt, dat een Rector magni ficus doctorsdiploma's onderteekent, die noch hij noch de Jonge doctor kan begrij pen. dat vele professoren en studenten de series niet kunnen lezen. Zou men van de series en de doctorsbullen nog kunnen zeg gen. zij moeten dan maar in de landstaal geschreven worden, voor de recepten gaat die niet, deze behooren internationaal ver staanbaar te zijn. Het is daarom voor arts en apotheker noodig Latijn te kennen. Reeds eenmaal merkten wij op, dat een studie kan dienen ter algemeene ontwikkeling en voor direct practisch nut. Welnu voor de kennis van het Latijn geldt dat deze voor den medicus in beide opzichten ge^venscht en noodza kelijk is. Het medische jargon is zóó doorspekt met Latijnsche woorden, dat elk medisch student, die geen Latijn kent. zwaar ge handicapt is. Maar ook ter bevordering der Ter vergadering van den Volkenbond sprak Zaterdag het eerst de gedelegeerde van Hongarije, generaal Tanczos. Deze con stateerde een wanverhouding tusschen de technische en politieke werkzaamheden van den Volkenbond. Het Ls van belang, dat de Volkenbond zijn politiek werk in tensifieert. Zijn hervorming is onontbeer lijk voor dè handhaving van den vrede. Het is volgens spr. te betreuren, dat de werkzaamheden der commissie van 28 ver traagd zijn. Hij betreurt eveneens de af wezigheid van een bespreking over artikel 19 de herziening van verdragen en verklaart de gunstige meening, die in ze kere kringen ten aanzien van regionale overeenkomsten hebben, niet te deelen. rapport van den secretaris-generaal in zake de Spaansche kwestie naar dc zesde commissie (voor politieke kwes ties). De geheele redevoering behandelde het beloop van den strijd tot nu toe en de be handeling door de niet-inmenglngscom- missie. Hij verwees naar de telegramwis seling tusschen Franco en Mussolini na de verovering van Santander en gaf 'n recht- sineeksch antwoord op de door Hitier te Neurenberg uitgesproken redevoering. Negrin verklaarde: „Wij meten vandaag de nauwkeurige draagwijdte onzer woorden ai en verklaren, dat Italic bezig ls naar Het Palestijnsche vraagstuk. Spanje een leger te zenden, dat tweemaal sterker is dan het leger, dat er zich op het cogenblik bevindt." behandelen der patiënten is een psychia- trisch-neurologische kliniek te Leiden drin gend noodzakelijk, een der gevolgen van het niet afbouwen daarvan is dat men te Wassenaar een particuliere psvehia- trisch-neurologische kliniek heeft gebouwd met een groote af deeling voor neuro-chi- rurgie, welke een belangrijk deel der pa tiënten tot zich trekt, die Leiden zoozeer behoeft. Hoe dringend de faculteit de waarde van een goede verzorging van de nenro-psychiatrie voelde kan wel daaruit blijken, dat toen de Regeering rol verdee ling wenschte in te voeren, om daardoor de kosten der universiteiten niet al te hoog te doen stijgen, de Leidsche medische fa culteit als vak om van de rclverdeeling te Leiden te profiteeren de psychiatrie uit koos om het daardoor mogelijk te maken, dat de zoo uitnemende plannen van Jel- gersma tot hun recht kónden komen. Welnu, sinds 1922 zijn nooit minder dan 100 studenten in de geneeskunde nieuw aangekomen, van 1931 tot heden was dit aantal respectievelijk: 171, 178, 187, 152, 160, 146, gemiddeld 166 per jaar, dus meer dan het dubbele van waarop gerekend was en een accres sinds 1912 niet van 50°/« maar van meer dan 200*/#. Het is moeilijk te be seffen hoe ontzaglijk door dergelijke toestanden het onderwijs ontwricht wordt. Van persoonlijk contact tusschen docent en student kan haast geen sprake meer zijn, de laboratoria voor de propaedeusis zijn overvuld, voor de anatomie is het schier ondoenlijk voldoende materiaal voor onderzoek te verkrijgen en steeds geringer zijn de eischen waarmede men zich in dit opzicht tevreden moet stellen: alvorens in 1923 het nieuwe Anatomische laboratorium in gebruik genomen kon worden, moest eerst de collegezaal vergroot worden. Van harte hopen wij, dat men niet voort zal gaan met voor de neurologie-psychia- trie te Leiden geheel onvoldoende hulp middelen aan te wenden, dat het daarvoor bestemde gebouw geheel of gedeeltelijk zal worden ingericht voor het doel waarvoor het is gesticht en dat ten slotte ook de laboratoria voor physiologie en bacteriolo- gie-hygiëne in het Boerhaavekwarticr ccn plaats zullen vinden, zcoals bij den aller- eersten opzet het geval was. Ware de groote toevloed van medi sche studenten tot Leiden alleen be perkt, het zou door doelmatige vcrdec- lir.g te dragen zijn, zulks is echter geenszins het geval. Aan alle universi teiten in ons land doet zich hetzelfde verschijnsel voor. Telt men op, hoeveel medische studenten aan de vier uni versiteiten jaarlijks aankomen, zoo zien wij dat tot 1905 het aantal minder dan 200 bedroeg, van 1905 tot 1916 onder de 300 bleef om in 1926 tot boven de 500 te stijgen en sedert niet meer daaron der te komen, een toeneming geheel onevenredig met het accres der bevol king. Niet alleen voor de universiteiten is de overbevolking een onoverkomelijk bezwaar, het brengt ook het gevaar mede van een teveel aan geneeskundigen in den lande, waarbij nog komt, dat de Geneeskundige hoogeschool te Batavia op den duur voor artsen uit Nederland de toekomst in Indië minder gunstig zal maken. In de klinieken zijn de collegezalen dermate overvuld, dat de studenten, die er behooren te zijn, bij lange na geen plaats kunnen vinden, waarvan het na tuurlijk gevolg is, dat de eerste colleges overvol zijn, daarna oordeelen velen „och, wij krijgen toch geen plaats" waardoor het collegebezoek zeer sterk daalt. Bij de klinische colleges is het onmoge lijk de patiënten aan het groote gehoor op de juiste wijze te demonstreeren, in som mige universiteiten wordt op de achterste banken zelfs met tooneelkijkers gewerkt. Weinig wordt er notitie van genomen, hoezeer de taak van den hoogleeraar ver zwaard is. Men bedenke, wat het betee- kent voor een hoogleeraar in obstetrie of interne geneeskunde om naast zijn zoo om vangrijke taak als clinicus en docent, die reeds zoo enorm veel zwaarder geworden is. bovendien driemaal zooveel examens af te nemen als vroeger. Zij worden inderdaad slaven van hun beroep, terwijl de tijd en de geschiktheid om wetenschappelijk .werk te verrichten sterk vermindert. Nieuwe autoriteiten zijn uit den aard der zaak ge neigd. den tegenwoordigen toestand als normaal te beschouwen, hij is zulks geens zins- Het aantal patiënten, dat onderzocht kan worden, groeit niet in alle klinieken evenredig met het aantal studenten, waar door elke patiënt te veel malen en door te veel personen moet worden onderzocht', hoe verkeerd dat is. behoeft niet te wor- -----1"-;or_"v.p+ niippn maar d#> wiize den betoogd, terwijl elke student veel min- zwaren, al warepworderTuU- der patiënten ter onderzoek krijgt, dus waarop de selectie zou moeten worden uit Het wordt voor den jongen medicus steeds moeilijker een bestaan te vin den; hierdoor ontstaat een concurren tie. die wegens verschillende redenen, welke wij hier niet nader hoeven te ontvouwen zeer ongewenscht is en het gevaar, dat er hier te lande zal ont staan wat men noemt 'n medisch pro letariaat met alle nadeelen daaraan verbonden, nadert hoe langer hoe meer. Voorzeker zal moeten getracht worden aan de overbevolking der medische facul teiten paal en perk te stellen, daarover zal wel een ieder het eens zijn. de vraag is slechts hoe? Het meest voor de hand ligt, dat elke universiteit niet meer medische studenten aanneemt, dan zij kan opvoeden tot goede artsen, een aantal belangrijk minder dan zij thans te verwerken heeft. Op scholen zou men de verhouding tusschen aantal be schikbare plaat.sen en aantal leerlingen nooit zoo doen zijn als thans bij de medi sche faculteiten het geval is. Hoe goed het resultaat van een derge lijke numerus clausus kan zijn. ziet men aan de Harvard en de John Hopkins me dical school welke uitnemende artsen af leveren. 4 Er zijn hiertegen echter ook groote be- gevoerd. Ook vele andere middelen om de overbevolking tegen te gaan. zijn overwo gen als: verzwaring der examens, te hulp roepen van andere ziekenhuizen, maar een goede oplossing ls nog niet gevonden Wanneer men deze gewichtige problemen hoort, zoo is men geneigd zich af te vra- gen of de medische oplcddinz hier te lande veel mogelijk patiënten ten onderzoek dan zoo «j^ht is? Voorzeker niet. slechter onderlegd wordt dan vroeger het geval was. Met de toeneming van het studen tental zou natuurlijk het aantal bedden ln de kliniek moeten toenemen om zoo* alleszins geschikt om aangeboren bescha ving naar voren te brengen en verder te ontwikkelen. Hiervoor is het echter niet voldoende zich in korten tijd eenige kennis der klassieke talen eigen te maken, maar het is gewenscht deze, zooais op het gym nasium geschiedt, gedurende vele jaren langzaam in zich op te nemen, waarbij men doordrenkt wordt met den geest van het humanisme. Het is dan ook absoluut niet hetzelfde of men dezelfde hoeveelheid kennis der klassieke talen verkrijgt op het gymna sium of door na betrekkelijk korte studie daarin het .staatsexamen af te leggen, zelfs lijk het mij uit dit oogpunt reeds onge schikt. dat men op lycea met de studie van het Latijn niet reeds in de eerste klas se aanvangt. Gesteld voor de keuzo de "me dische studie alleen open te stellen voor personen, die de hoogere burgerschool heb ben afgeloopen of alleen voor hen. die het gymnasium gevolgd hebben, kan. dunkt mij. de keus niet moeilijk zijn en moet aan het gymnasium verre de voorkeur ge geven worden. Men heeft zich in 1378 door het gebrek aan medici in den lande gedwongen gezien het eindexamen Hoogere Eurgerschool als toegangsweg voor de medische studie te openen, uit de Memorie van Toelichting en het Voorloopig Verslag blijkt, dat men hier niet dan noodgedwongen toe overging. Bestaat er dus thans, nu met alleen deze noodtoestand geheel voorbij is. maar zelfs het tegenovergestelde, een teveel aan artsen, dreigt te ontstaan, niet alle reden om terug te keeren en den noodmaatregel in te trekken? Volgens mij zeker, eën geheele terug keer tot den ouden toestand zou echter wat al te rigoureus zijn. Wat gezegd is van het Latijn geldt ook voor het Grieksch rnaar toch in veel mindere mate. Ik zou daarom gaarne zien, dat voor eiken medicus de kennis van het Latijn vercischt werd, Grieksch facultatief gelaten werd, zooals thans in zekeren zin zoowel Latijn als Grieksch voor den medicus facultatief is. De hoogere burgerschool zou, zooals zij thans is. als toegangspoort voor de studie in de geneeskunde en artsenijbereidkunde gesloten worden, evenals men reeds vroe ger het literarisch-mathematisch examen ophief en het diploma van toelating tot de vijfde klasse gymnasium als toegangs weg tot de geneeskundige studie deed ver vallen. De geneeskundige en de pharma- ceutische studie zouden alleen toegankelijk moeten zijn voor personen met diploma eindexamen gymnasium B of daarmee ge lijkgesteld examen of met een dioloma van een inrichting waar Latijn als een der hoofdvakken gedoceerd wordt. Hoe deze inrichting zou moeten zijn, laat ik aan de deskundigen over, men zou kunnen denken aan een hoogere burgerschool waar Latijn aan het pro gramma werd toegevoegd: het een voudigst zou waarschijnlijk zijn een gymnasium waarin in de af deeling B de studie van het Grieksch facultatief werd gesteld. Aldus handelend zou men meerdere doeleinden gelijk bereiken, aan den arts het voor hem noodzakelijke La tijn verschaffen, zijn algemeene ont wikkeling verhoogen en tevens een ver mindering van het aantal artsen te weeg brengen. Aan het einde der universitaire kroniek gekomen en daarmede aan het einde van het Academiejaar breng ik mijn hartelij- ken dank aan de commissie ter redactie van het Jaarboek in 't bijzonder aan de hceren Van der Klaauw en Kloeke voor den velen arbeid hieraan besteed en vooral aan den pro-secretaris voor de voortreffelijke wijze, waarop hij mij in dit jaar steeds met raad en daad ter zijde stond. Nooit, waar de Krom. deed ik tevergeefs een beroeD op uwe welwillende medewerking of op uwe zoo groote kennis der universitaire wetten en gewoonten, nimmer was u iets te veel. wanneer het de belangen der Universiteit gold. De redevoering van den minister van buitenlandsche zaken ran Egypte was in hoofdzaak gewijd aan het Palestijnsche vraagstuk. Spr. betoogt, dat het recht en de recht vaardigheid willen, dat Palestina aan de Palestijnen blijft en dat de stichting van een Joodschen 9taat ondergeschikt blijft aan de toestemming der Arabische meer derheid. De geheele wereld heeft, volgens spr. geconstateerd, dat het onmogelijk is het plan van het nationale tehuis te ver wezenlijken met de toestemming der Pa lestijnen. Egypte en de Arabische wereld hebben met bezorgdheid de ontwikkeling van de Palestijnsche kwestie, welke geleid heeft tot een verdcelingsplan, gevolgd. Naar hun msening zou het om verschei den redenen niet onder oogen moeten wor den gezien. Spr. noemt in dit verband de verdeeling niet in overeenstemming met het recht der Arabieren en hij zou van hen niet willen eischen. dat zij zouden willen instemmen, dat een gedeelte van het se dert lang door hen bewoonde en vroeger door hen geregeerde gebied, aan hun sou- verelniteit. zou worden onttrokken. Sp\ zou een oplossing willen zien binnen het kader van het recht. De overeenkomst tusschen Groot-Brittannië en Palestina naar het voorbeeld van met andere Arabische lan den gesloten verdragen zou aan de onaf hankelijkheid van het land kunnen wor den gewijd om alle belangen te waarbor gen en in het bijzonder de rechten der Jo den. die thans in Palestina gevestigd zijn, te beschermen. Deze Joden zouden evenals de Mohammedanen en Christenen op stel selmatige wijze moeten worden geregeld en m redelijke verhouding om de niet ver- jaarbare rechten der Arabische inboorlin gen niet te schenden. De minister besloot zijn rede met een beroep op de Arabieren en de Joden hun kalmte te bewaren. Rede van Koht. Daarop sprak do Noorsche minister van buitenlandsche zaken Koht, die wees op de zwakheid van den Volkenbond tegenover groote internationale conflicten. Men kan nies het pact laken, doch veeleer het ver zet der staten het toe te passen. Spr. ver klaart ieder voorstel te zullen steunen, dat de in Spanje strijdende partijen zou uit- noodigen, een wapenstilstand te aanvaar den. Koht betoogt een beperkt vertrouwen in do macht van den Volkenbond te heb ben en verklaart, dat het belangrijk is op de agenda het vraagstuk der ontwapening te houden. Hij hoopt, dat alle regeeringen er in zullen toestemmen, hun militaire be groetingen te publiceeren. Spaansche eischen. De Spaansche minister Negrin heeft een redevoering uitgesproken, welke hij besloot met de volgende eischen: 1. Herstel van de vrijheid van han del ten gunste van het republikeinsche Spanje. 2. De doeltreffende toepassing van maatregelen tot evacuatie van in Span je strijdende vreemdelingen. 3. Uitbreiding van de overeenkomst van Nyon tot bescherming der Spaan sche vloot. 4. Erkenning door den Volkenbond, dat Spanje het slachtoffer van een aanval is gewerden. Redevoering van Delbos. De Fransche minister van buitenlandsche zaken, Delbos, begon zijn betoog met te getuigen van Frankrijks geloof in het Vol- ktnbondspact. Frankrijk, zoo zeide hij, is eenstemmig van meening, dat in het pact dc veiligste waarborg ligt voor een harmo nieuze en vreedzame wereld. Alle interna tionale handelingen van de regeering, wel ke ik vertegenwoordig, spruiten voort uit die overtuiging en zijn de voortzetting van een gedragslijn, welke altijd over Genève loopt. Wij kunnen niet hopen tot een bevredi gende oplossing der op de agenda staande kwesties te geraken zonder hen in hun werkelijke omlijsting te hebben geplaatst, n.l. een omlijsting van een wereld, welke verdeeld en gekenmerkt wordt door een geest van oneenigheid. Om den vrede te organiseeren, moet men rekening houden met de crisis welke de vrede doormaakt. Ik zeg een crisis van den vrede en niet een crisis van den Volkenbond. Iets anders is te verklaren, dat het mechanisme van den Volkenbond moet woraen herzien, daü dc Bond niet over de noodige en voldoen de middelen beschikt om een vreedzame ontwikkeling der collectiviteit te verzeke ren, of dat dit middelen beter moeten wor den gebruikt. Het is die crisis van het vre- desbegrip, van dien vredeswil, welke wij onder de oogen moeten durven zien, alvo rens on.s bezig te houden met afgebakende doeleinden. Aangezien de Fransche regee ring vurig streeft naar den vrede onder alle volkenv zoekt zij naar de beste midde len om dien vrede te verzekeren. Daartoe is het niet voldoende, dat allen den vrede willen, men moet ook de voorwaarden wenschen te scheppen, welke een oorlog onmogelijk maken. Het zijn die voorwaar den van de internationale gezondheid, wel ke steeds minder in acht worden genomen. De elementaire voorwaarde Ls zich te be hoeden voor de risico's eener oorlogsbe smetting. Daarom hebben Frankrijk cn Groot- Brittannië, ziende het drama, waardoor het ongelukkige Spanje wordt ver scheurd, een politiek van niet-inmen- ging voorgesteld, welke bovendien een waarborg moest worden voor de onaf hankelijkheid van dit land. 7852 Het gevaar voor een verbreking van hei evenwicht der krachten voegt zich bij dat der ideologische hartstochten, hetgeen leidt tot een verdeeling van Europa in twee vij andige kampen. Tenslotte namen de her haalde incidenten in de Middellandsche Zee zoo'n ernstigen vorm aan, dat een conferentie moest worden belegd, welker gunstig resultaat overigens de mogelijkhe den aantoont van een krachtig voortge zette actie in den geest van samenwerking, welke een beroep op allen doet. Deze feiten, aldus Delbos, leggen niette min getuigenis af van het bestaan van een algemeene crisis, welke bezworen .moet worden. Indien sommige volken zouden ontwapenen en andere voortgaan met hun superbewapening, zou de wereld worden verdeeld in meesters en slaven. Frankrijk, evenals de andere hier vertegenwoordigde A landen, zullen deze premie op den aanval Verwijzing van het deel van het noojt erkennen en zullen voor geen offer terugdeinzen om hun onafhankelijkheid te verzekeren. Het is echter niet te laat om de gemaakte fouten in te zien. en daarom overweegt Frankrijk een ontwerp tot her vorming van het Volkenbondspact. Overgaande tot de verhouding tusschen de leden en niet-leden van den Volken bond, zeide Delbos, dat allen denzelfden plicht hebben. Het eerbiedigen der hand- teekeningen is niet slechts een zaak van eer, maar va<n leven of dood voor alle vol ken. In dit verband wees Delbos erop, dat de wereld, wat de internationale samen werking betreft, erop achteruit gaat. „Daar wij immers goedschiks of kwaadschiks van elkaar afhangen, waarom zullen wij dan niet openlijk die wederkeerige afhankelijk heid, welke in geen enkel opzicht verne derend Ls erkennen? De regeering. die ik vertegenwoordig, weigert te gelooven, dat er geen verzoening mogelijk is tusschen de meest verschillende landen en tusschen dc meest uiteenloopende regiems. Ik meen, zoo besloot Delbos zijn rede. hieraan te kun nen toevoegen, dat Frankrijk en Engeland zoojuist bewijzen hebben geleverd van hun toegewijdheid aan de zaak van de collec tieve veiligheid. Ik hoop, dat dit voorbeeld vruchten zal dragen. die U het leven vergallen, daarvoor helpen nu "AKKERTJES" zoo buitengewoon. Niet alleen dat de pijnen verdwijnen, maar AKKER-CACHETS verdrijven bovendien uit 't lichaam de stoffen, die de pijnen ver oorzaken. Neem daarom "AKKERTJES" bij aandoeningen als gevatte koude, Griep, Spierpijn, Zenuwpijn. Per 12 stuks 52 cent. (Ingez. Med En thans, vriend Barge, mag ik aan li de rectorale waardigheid overdragen; ik doe zulks volgaarne, omdat ik weet, dat de belangen van Universiteit en Senaat in uwe handen volkomen veilig zijn. Bij den aanvang van het nieuwe aca demiejaar wensch ik u toe, dat gij aan het einde daarvan met groote voldoening zult kunnen terugzien op uwe werkzaamheid als Rector magnificus der Leidsche Uni versiteit. Hell U, o Rector magnificus Barge! Gaspedalen zijn gewillig'. Maar als uw autosnelheid verdubbelt wordt uw remweg (afstand, noodig om te stoppen) 2X2 4 maal zoo groot! 24

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14