BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
PUROL<$>
LEIDSCH DAf-fMD - Derde Blad
Zalerdag 18 September 1937
Op het eiland
H.M. de Koningin naar de
Residentie.
De „Nieuw Amsterdam".
Begrootingstekort van
f. 581.000 te Arnhem.
Veertig jaren Nederlandsch
sanatoriumwerk te Davos.
GEMENGD NIEUWS
M
a rÜSL
W&?
ff
Een slechte
gelaatskleur
Weensche rotonde door
brand verwoest.
In verband met de opening van de Sta-
ten-Generaal, ligt het in het voornemen
van de Koningin om Maandag van 't Loo
naar Den Haag te vertrekken en tot Dins
dag op den Ruigenhoek te vertoeven.
Na de Kameropening zal Hare Majesteit,
onmiddellijk na den rijtoer, welke als ge
woonlijk des middags plaats heeft, per
trein naar 't Loo terug reizen.
In verband met den regelmatigen
voortgang van den afbouw van de
„Nieuw Amsterdam" is. naar ons door
de Holland-Amerikalijn wordt bericht,
de eerste afvaart van Nederland's
grootste passagiersschip op 11 Mei 1938
van Rotterdam vastgesteld. De terug
reis, waarvoor ook in Amerika reeds
groote belangstelling bestaat, zal op 21
Mei van New-York plaats vinden.
De vorderingen, die worden gemaakt,
lijn zeer goed vanaf de rivier waar te ne
men. Sinds kort zijn de masten geplaatst.
De groote gestroomlijnde schoorsteenen
zullen waarschijnlijk tegen het einde van
het najaar worden aangebracht.
B. en W. zeggen geen mogelijkheden
te kunnen aanwijzen tot dekking
van dit nadeelig saldo.
In een nota betreffende de ontwerp-be-
grooting voor 1938 der gemeente Arnhem
deelen B. en W. dier gemeente den Raad
mede, dat voor 1938 een tekort geraamd
wordt van f. 581.000.
De dienst 1938, op zichzelf beschouwd,
zal naar raming een tekort opleveren van
f. 351.000. Dit tekort wordt verhoogd door
het nadeelig saldo van den dienst 1936
groot f. 230.000.
Voor 1936 was nl. wegens extra-bijdrage
en belastingbij drage een ontvangst ge
raamd van f. 1.050.000. De regeering heeft
evenwel te kennen gegeven, dat de ge
meente op geen hoogere bijdragen mag
rekenen dan van f. 700.000, onder voorbe
houd, dat verschillende voorwaarden,
waaraan de begrootingen moeten voldoen,
door de gemeente worden aanvaard.
Hierover is nog steeds overleg met de
regeering gaande, waarvan het uiteinde
lijk resultaat tot nu toe niet vaststaat.
Wat de dekking van het geraamde
tekort aangaat, deelen B. en W. mede
geen mogelijkheden te kunnen aanwij
zen om dit nadeelig saldo te dekken.
Daar het gemeentebestuur reeds ge-
durende een groote reeks van jaren er
op bedacht is geweest de uitgaven te
beperken en de inkomsten te verhoo-
gen, moeten vrijwel alle mogelijkheden
uitgeput worden geacht,
B. en W. hebben derhalve voorloopig
een bijdrage van den kapitaaldienst aan
den gewonen dienst geraamd, teneinde het
tekort op den gewonen dienst te dekken.
Een stichting, die de sympathie verdient
van alle Nederlanders, omvat vele duizen
den landgenooten het herstel van hun
door tuberculose gebroken gezondheid
daaraan te danken hebben: het Neder
landsch sanatorium te Davos, herdenkt het
veertigjarig bestaan.
Bij dezen mijlpaal vraagt de te 's-Gra-
venhage gevestigde vereeniging tot behar
tiging der belangen van Nederlaridsche
longlijders als organisatrice van dit sana
torium eenige oogenblikken de bijzondere
aandacht van den lezer.
Het nationalefilantropische werk, dat in
het op 1.560 meter hoogte gelegen Davo-
ser dal temidden ran de Zwitsersche berg
toppen geschiedt, is die aandacht ten
volle waard.
De geschiedenis van het Nederlandsch
sanatorium te Davos is in hoofdzaak de
toegewijde levensarbeid van wijlen Peter
Plantenga, die.In 1888 als twintigjarig stu
dent wegens ernstig longlijden naar Davos
werd. gezonden, waar hij na eenigen tijd
genezing vond. Toen was bij hem tevens
het ideaal gerijpt om ook voor minder be
middelde Nederlanders, die door t.b.c. wa
ren aangetast, een dergelijke verpleging en
genezing mogelijk te maken. Voor de ver
wezenlijking van dat ideaal heeft Planten
ga zich jarenlang geheel gegeven en met
medewerking van „De Hollandsche Club"
te Davos kwam in 1897 met een bijeenge
bracht kapitaaltje van f. 6000. het Neder-
landsche sanatorium tot stand, dat aan
vankelijk in een bestaand huis werd geves
tigd en dat in November 1901 een nieuw
eigen gebouw verkreeg. Zoowel de op
richting als alle latere uitbreidingen ge
schiedden uit particulier initiatief en zon
der eenigen financieelen steun van over
heidswege. Peter Plantenga nam reeds bij
de oprichting de functies van secretaris en
penningmeester op zich en hij heeft die
tot het laatst toe vervuld op een wijze, bo
ven allen lof verheven. Bovendien was hij
Nederlanósche consul te Davos en ook in
die kwaliteit heeft hij taUooze landgenoo
ten met raad en daad terzijde gestaan. In
1923 werd hij door ziekte gedwongen zijn
arbeid neer te leggen en in 1928 is hij
gestorven.
Zijn organ iseerend werk werd voortgezet
door het hoofdbestuur dar vereeniging tot
behartiging van de belangen van Neder-
landsche longlijders, onder presidium van
heer R. J. O. Menten, terwijl hij als secre
taris-penningmeester werd opgevolgd door
zijn broeder, mr. J. Plantenga, totdat ook
deze in het voorjaar van 1937 door
den dood aan de vereeniging ontviel en
sindsdien treedt een jonger lid van deze
familie, n.l. mr. M. P. plantenga, als secre
taris-penningmeester der sanatorium-ver
eeniging op.
In de afgeloopen veertig jaren Is wel
overtuigend bewezen, dat dit sanatorium,
dat gee'b klassen kent en dat open staat
voor alle gezindten, in een behoefte voor
ziet.
Onder de voortreffelijke medische leiding
gedurende een kwarteeuw van wijlen den
geneesheer-directeur dr. F. Sanies die
op 19 December 1936 overleed en werd op
gevolgd door den Nederlandschen longarts
dr. P. C. Gugelot is het sanatorium te
Davos uitgegroeid tot een inrichting, waar
op Nederland trotsch mag zijn. Begonnen
mer. plaatsruimte voor 30 patiënten, biedt
het sanatorium thans ruimte aan 85 ver
pleegden.
Men komt thans weer ruimte tekort.
Voor uitbreiding en moderniseering is
f 500.000 noodig (het dubbele van wat in
Nederland noodig zou zijn). Men hoopt ter
gelegenheid van het jubileum op belang
rijke giften. Administratrice der vereeni
ging is mej. Arntzenius. De Bruynestraat
66, Den Haag (giro 19751).
JAARLIJKSCHE ALGEMEENE LEDEN
VERGADERING DER VEREENIGING
VAN KATV.L ZIEKENHUIZEN.
In het gebouw voor kunsten en weten
schappen te Utrecht had de 4e jaarlijksche
algemeene ledenvergadering claats eer ver
eeniging van katholieke ziekenhuizen.
De voorzitter bracht in herinnering dat
de vereeniging het volgend jaar haar eerste
lustrum zal vieren en stelde voor een
lust .um-commisie te benoemen die hiervoor
plannen zou uitwerken
Deze commissie werd door de vergade
ring benoemd:
Evenals vorige jaren werd, in aanslui
ting op deze algemeene ledenvergadering,
in den namiddag een z.g. ziekenhuisdag
gehouden. De belangstelling was zeer groot.
Onder de aanwezigen merkten wij op: den
directeur-generaal van de volksgezond
heid. dr. C. van den Berg, den hoofdin
specteur van volksgezondheid, dr. R. N. M.
Eijkel; de inspecteurs van volksgezondheid
de heeren dr. J. G. Bantjes, G. D. Hem
mes en L. A. Veeger; verder de voorzitter
en secretaris-generaal der nationale fede
ratie het „Wlt-Gele Kruis", mr. dr. T. J.
Verschuur en mr. De Vreeze. de secretaris
der vereeniging van ziekenhuizen in Ne
derland, dr. L. Leydesdorff; de bureau-
secretaresse van den Ned. R.-K. Bond van
Zlekenverplegenden. mevr. mr. M. Poll-
mannGall.
Tot onderwerp voor deze namiddag
vergadering was gekozen: „De houding
van de overheid ten aanzien van de par
ticuliere ziekenhuizen". Dit onderwerp
werd van den principieelen kant belicht
door den eersten inleider dr. J. J. Junger-
hans, terwijl de tweede inleider, accoun
tant J. J. M. H. Nijst wees op de concrete
en practische zijde van dit vraagstuk. Na
deze inleidingen volgde een zeer geani
meerde gedachtenwisseling.
DE NIEUWE WEG HOEVELAKEN—
TERSCHUUR.
De K.N.A.C. meldt, dat het nieuwe weg-
vak van Hoevelaken tot Terschuur, gelegen
De secretaris bracht verslag uit van het in de verbinding AmersfoortApeldoorn
afgeloopen jaar. waaruit bleek, dat het
aantal aangesloten ziekenhuizen en sana
toria is gestegen van 84 tot 98. zoodat
ongeveer alle katholieken ziekenhuizen en
sanatoria in ons land door de vereeniging
worden omval
voor het verkeer is opengesteld. Dit weg
gedeelte bestaat uit een bijna 6 K.M. lange
en 6 M. braede betonnen baan. die van
Hoevelaken af grootendeels langs de spoor
baan loopt en ten Oosten van Terschuur
weer op den ouden weg uitkomt. Het meest
Verder bleek uit dit verslag dat in den Oostelijke gedeelte kwam reeds eerder voor
loop van dit jaar door het bureau der ver- het verkeer ter beschikking. In de toe-
eeniging een groot aantal adviezen waren komst zal deze omlegging worden uitge-
gegeven aan de verschillende leden. vo;rd met twee, door een berm gescheiden,
Het dagelljksch bestuur werkte regelmatig rijbanen, waarvan er voorloopig slechts één
samen met de andere ziekenhuls-vereeni- is uitgevoerd.
gingen, waardoor goede resultaten konden De wielrijders worden op dit nieuwe weg-
worden bereikt j gedeelte niet toegelatendeze zullen van
Uit het verslag van den penningmeester den ouden, thans van het doorgaande ver-
jhr. L H M de Roy van Zuydewijn, bleek keer ontlasten weg door de bebouwde kom-
dat de financieele toestand der vereeniging men van Hoevelaken en Terschuur gebruik
gezond is. blijven maken.
VERDACHT VAN BRANDSTICHTING.
Gisteren is een begin van brand ont
staan in de woning van de familie A. O.
aan den Rappersweg te Almelo. Een koop
man met appels, die aan de achterdeur
kwam. bemerkte dat in de achterkamer
een verstikkende rook hing. Daar niemand
thuis was, waarschuwde hij de buren en
de politie. De politlebrandspuit wist het
vuur spoedig te dooven. Het bleek, dat
beddegoed, dat op stoelen was uitgelegd,
in brand was geraakt. Veel schade was er
niet aangericht.
De huisvrouw was naar de markt gegaan
en daar zij geen bevredigende verklaringen
kon afleggen, vatte de politie argwaan. Zij
ls thans, verdacht van brandstichting, ge
arresteerd.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
GEWELDIGE BRAND IN TSJECHO-
SLOWAKIJE.
Honderdtwintig woonhuizen in de asch
gelegd.
Te Topotz, een uitsluitend door Duit-
schers bewoonde plaats in Tsjecho-Slowa-
kije, ls gisterochtend vroeg door een tot
nog toe onbekende oorzaak brand ultge
broken.
Door een feilen wind aangewakkerd,
greep het vuur met razende snelheid om
zich heen. Honderd twintig woonhuizen zijn
in de asch gelegd. Ook de kerk is een prooi
der vlammen geworden.
Dertig brandweercorpsen namen aan de
blussching dsel. Men heeft ook militairen
te hulp geroepen, om het vuur te bestrij
den.
ONTPLOFFING IN GRAANOPSLAGPLAATS
In een gnaanopslagplaats in Castel Mag-
giore (Italië) heeft zich een ontploffing
voorgedaan, tengevolge waarvan het ge-
hraele gebouw Ineenstortte. Twee arbeiders
werden gedood, drie zwaar gewond.
JACHT TERECHT.
Het Poolsche jacht „Kroytzof Arcisze-
weski" dat met zestien opvarenden in de
Oostzee vermist werd, is in Kopenhagen
binnengeloopen.
door
..via
W. KERREMANS.
fr
Ooen West zag op eenigen afstand met
begrijpend ooz het spel van Helene en Kees,
Coen beet nijdig op zijn pijp. bromde als
een gestoorde beer en mompelde voor zich
heen:
„Je zou ze.
Toch was er voor een ander toeschouwer,
die niet zooveel wist begreep en zag als
Coen, niets bijzonders te zien aan het ver
keer tusschen Helene en Kees.
Hij was haar genaderd en had beleefd,
maar koel gevraagd:
„Wilt u nog singlen, juffrouw?"
Helene had een oogenbltk doordringend
Kees aangezien en toen even koel geant
woord
,Ja. nog één single".
Het klonk alsof Helene toestemde om niet
onbeleefd te lijken door een weigering,
maar overigens niet veel lust had.
Zij tennisten wel met de ware speel
drift. en sporttoewijding maar zonder de
vroolüke. plagerige, iolige atmosfeer die
het spel tot een dubbele vreugde maakt. Ze
tennisten correct en wederzijdsch beleefd,
maar met zekere ingetogenheid klonken
de kreten: Ready? Out! Line! en toen de
games uit waren stonden zij plichtmatig
met elkander te Draten als twee menschen,
die zich niet op hun gemak gevoelen, met
•een gemaakte vrooüjkheid die slechts enkele
malen de veel natuurlijker kilheid verving.
Coen zag dat alles van zijn zitplaats aan
en grinnikte:
..De ezels! De ezel en de ezelin, verbeter
de hjj zichzelf. De steen-uilen. Nooit ko
men ze er over heen".
Hij zag Helene heengaan na een kort
knikje en een stijve buiging van Kees. Coen
sprong driftig od, liep naar zijn vriend en
stelde de duistere vraag:
„Hoe lang moet dat nog duren?"
Kees begreep niettemin de vraag volko
men en schokschouderde.
Jij weet 't niet? Nu ik wel", ging Coen
voort. „Dat zal zoo lang duren tot er een
derde tusschenkomt".
Kees keek zijn vriend met eenigszins ver
schrikte oogen aan.
„Ja, natuurlijk,", vervolgde deze, jij bent
een dikkop en Helene lsiswat con
servatief. Als zii lets had van den geest
der andere meisjes, zou ze 't jou gemak
kelijker maken maar nu dat niet het geval
is, moet jij een vent zijn en het niet ge
makkelijk willen hebben. Je weet dat ze
van je houdt en
„Dat weet ik niet," viel Kees nadrukke
lijk in „Dat weet ik niet. Dat is het juist.
Jii zegt dat wel en jij verzekert me dat wel
al maanden, maar op allerlei vage gronden.
Phychologische observaties, zooals ji1 dat
noemt, die mogelijk wetenschappelijk zeer
interessant en juist mogen zijn, maar die
voor mij geen waarde hoegenaamd hebben.
Ik heb bij Helene nooit Iets kunnen obser-
veeren van iets dat naar genegenheid lijkt.
Integendeel, ze is jegens mij koeler, stroe
ver en minder od haar gemak dan tegen
anderen"
„Juist, juichte Coen opgetogen, „juist.
Daar heb je 't gezegd, dat is nu de beste
en zuiverste term die je kon gebruiken Ze
ls". herhaalde hij langzaam en met sterken
nadruk „minder op haar gemak bij jou
dan bii anderen. Dat is bij haar zoo goed
als een openlijke declaratie. Tegen mij,
tegen Wilkens tegen Smit. tegen allemaal
Ls zij onbevangen en natuurlijk omdat zij
voor ons niets meer gevoelt dan vriend
schap. Wij zijn speelkameraden, maar ui
jou ziet zij wat meer, voor jou gevoelt zij
meer en daarom wijkt die onbevangenheid
als jli nadert. Helene heeft nog iets in
zich van de schuchtere burchtjonkvrouw,
die zich blozend over haar borduurwerk
boog als de ridder van haar hart de zaal
binnentrad. Wees RMwveen ridder en
Kees legde zijn hai}d od Coen's arm en
sprak zacht:
„Daar zit de moeilijkheid vrindje Ik ben
geen ridder. Helene is trotsch. zij is zich
bewust te zijn. freule Van Couwaerden en
ik ben Kees Weber of op zh Hollandsch
Wever geen ridder Maar dit zou nog wel
te overkomen zijn. Het ergste is echter dat
Helene rijk is Als dat niet het geval was,
zou ik misschien de risico van een afwij
zing wagen, maar haar fortuin zit me in
den weg. Liever zwijg ik, dan voor bruids
schatjager te worden aangezien Kom we
gaan".
De twee vrienden gingen samen van het
tennisveld en bespraken onderweg het on
derwerp dat zij al zoovele malen samen
behandeld hadden, zonder dat het Coen
gelukt was Kees tot zijn inzicht te brengen.
Ze moeten gedwongen worden", be
peinsde Coen toen hii alleen naar huis ging.
„Zoo komen ze nooit verder. Ik moet zien,
hen eens wat langer en ongestoord bij
elkaar te brengen, Maar hoe dat te instal-
leeren? Ik zou 't Mies kunnen vragen. Als
zii hen eens uitnoodigde en dan een poosje
heenging JaJa dat zou misschien iets
zijn".
's Avonds overlegde hij dit plan met zijn
zuster Mies. Ze glimlachte tegen haar
geestdriftigen broer en zei:
„Ik geloof niet. Coen, dat je je van zoo'n
visite veel resultaat moet voorstellen. Blijf
eens bij de werkelijkheid, zooals het gaan
zou. Ze zuilen hier zitten, volgens jouw plan,
alleen met mjj Ik ga weg onder een of an
der voorwendsel - maar dat kan niet lang
zijn Ik kan niet het huis uitgaan. Geloof
jij, dat zij in die 5 of 10 minuten de belet
selen kunnen opruimen, die op hun weg
liggen en dat zii elkaar in de armen zijn
gevallen als ik terugkom? Neen broertje op
die wijze breng je ze niet tot elkaar. We
moeten een ander plan bedenken".
Inderdaad ontwierpen zij een ander op
zet, het resultaat van een langdurig over
leg tusschen Coen en Mies een ontwerp dat
Mies wel geopperd, maar later toch niet
aangedurfd had en waarvoor zii pas na een
vurig betoog van Coen haar medewerking
had toegezegd.
's Anderen daags belde Mies Helene op
en noodigde haar uit om op een bepaalden
dag in de boot van Coen te gaan zeilen op
het meer.
„Wie gaan er nog meer mee?" vroeg
Helene
„Alleen mijn broer en Weber".
Stilte in de telefoon
Mies glimlachte en begreep wat er aan
de andere zijde gebeurde.
„Jaik denk wel dat ik kan", werd
toen aarzelend en zacht gezegd. „Ik zal
zien".
„Goed, dan rekenen we er op We gaan
pic-niccen op 't eiland".
Den volgenden ochtend was Coen nog
bezig met Mies om proviand in de boot te
laden en het vaartuig zeilree te maken,
toen Kees naderde.
„Je komt juist van pas" riep Coen vroo-
lijk. „Berg jij die zaken nu eens netjes in
't vooronder dan zal ik het zeil losmaken
en zoo"
Een oogenbllk later kwam een auto den
weg af en stoute bij de boot. Helene stapte
uit
„Goeden morgen riep zü opgewekt „Ik
heb ook nog wat meegebracht maar dat
mag je pas zien als we op 't eiland zijn
Dag Mies, dag Coen.dag Kees. Zeg Coen
hoe larig blijven we weg?"
„Noutot 'n uur of vijf".
„Ja, dat is goed, maar niet later. We
hebben gasten vanmiddag".
„Ik hoop. dat je een vroolijk dLner zult
hebben", zei Coen eenigszins geheimzin
nig. „Je zult eens zien hoe opgewekt je bent
na zoo'n zeiltocht. Ga jij nu met Mies
voorin zitten, dan kan Kees bij mij komen
om te helpen Alles klaar? Daar gaan we
dan".
De wind zette het zeil bol en rustig gleed
de ranke boot door het water. Tegen 12
uur koerste Coen naar het eiland. Toen het
scheepje den oever raakte sprong Kees er
uit en meerde het aan een struik.
„Allo bootwerkers", riep Coen, „nu aan 't
lossen. Pak aan. Ieder wat". Hij gaf uit de
boot de verschillende pakken, maar hield
er één achter dat hij wegstopte.
De levensmiddelen en versnaperingen
werden aan land gedragen en Coen zei tot
Helene en Kees om die verder het eiland
in te brengen en naar een geschikte plaats
te zoeken voor de plc-nic.
De twee jongelieden liepen zwijgend met
de pakjes de ongebaande wegen.
„Stap Jij maar vast ln", zei Coen ge
dempt tot zijn zuster,
Coen bleef nog eenigen tijd wachten,
maakte toen haastig de boot los en
schreeuwde zoo hard hii kon naar Helene
en Kees:
„We hebben wat vergeten! We gaan 't
even halen".
Vlug duwde lm het lichte vaartuig van
den oever, sprong er in en trok het zeil
op, zoodat de boot al een eind uit den
wal was, toen het achtergelaten tweetal
te voorschijn kwam
„Wat moet dat beteekenen!" riep Kees
„Wind je niet op", antwoordde Coen
lachend, „we zijn zoo terug. Even wat
halen".
„Laat Mies dan hier blijven". De woor
den van Helene klonken flauw verstaan
baar tot de zeilers door en Coen seinde
met gebaren terug, dat hij hen niet meer
kon verstaan.
„We zullen hun de volle maat geven.
Voor vier uur gaan we niet terug. Ik heb
proviand achtergehouden" zei Coen tot
Mies
„Is dat niet wat lang?"
,Neen, zeker niet. Vier uur hebben ze
stellig noodig om elkaar te ontdekken".
„Zullen ze niet woedend zijn?"
,-Als 't plan mislukt ja. als het slaagt
zullen ze ons dankbaar zijn. We varen nu
naar het kleine meer en dan gaan wii daar
wat eten"
De broer en de zuster deden zoo. maar
reeds om half drie begon Mies pogingen te
doen om Coen tot terugkeeren te bewegen.
Hii weigerde beslist.
Om drie uur hervatte zii haar aanspo
ringen tot vertrek en stelde voor om al
thans naar het groote meer terug te gaan.
zoodat het, verlaten tweetal kon zien dat
de boot in de nabilheid was.
„Goed. zei Coen. We zullen wedden. Ik wed
dat ze ons niet opmerken".
„En ik. dat ze naar ons zitten uit te
zien".
Coen won zijn weddenschap Zij zeilden
langs het eiland, eenmaal, tweemaal, maar
geen teeken werd gegeven.
Dichter ging het scheepje naar het eiland
en niets bewoog.
„Roep eens hard", beval Mies, „we moe
ten hen niet overvallen"
Coen zette zijn handen om den mond en
brulde „Ahooool!"
Het bootje was het eiland nu tot vlakbij
genaderd, het zeil was gestreken en nog
eens daverde Coen's stem „Ahool!"
Daar bewogen heftig de struiken, jui
chende stemmen weerklonken en een
oogenblik later zagen de zeilers Kees met
zijn arm om de schouders van Helene.
.Gefeliciteerd!" riepen Coen en Mies te
gelijk. noz voor zii aan wal waren.
..Schavuiten", lachte Helene „wat moes
ten jullie toch zoo dringend halen?"
„Een aschbakje". antwoordde Coen
Nadruk verboden.
Auteursrecht voorbehouden.
behoef» niet zoo te blijven, kan zelfs
mooi worden, indien deze verzorgd
wordt met witte Purol. Oe huidzui-
verende, huidgenezeride en huid-
voedende kracht, welke Purol bezit,
maakt de huid jeugdig-frisch, ge
zond en fluweelzacht en zuivert
deze tevens van alle huidonrein
heden, zooals vetwormpjes, pukkels,
vlekjes en uitslag. Gebruik voor ge
laatsverzorging witte Purol. Deze
is na inwrijving onzichtbaar op de
huid en daarom ook zeer geschikt
voor gebruik overdag.
zuivert verzacht geneest
In doozen van 30 en 60 ct. Tube 45 ct.
Bij Apothekers en Drogisten.
7783
(Ingez. Med.)
Onvoorzichtigheid of brandstichting.
De Weensche rotonde, een kolossaal
bouwwerk, dat einde der vorige eeuw bij
gelegenheid van de toen te Weenen ge
houden wereldtentoonstelling werd opge
richt en welks machtige koepel een der
merkwaardigheden is van de Oostenrijk-
sche hoofdstad, ls in vlammen opgegaan.
De groote koepel is met donderend ge
raas ingestort.
Het heet, dat het vuur vermoedelijk
reeds gerulmen tijd in het inwendige van
het reusachtige gebouw zijn vernielend
werk had verricht, vóór het werd ontdekt
en de brandweer ingreep.
Na anderhalf uur feilen brand stortten
de beide koepels in. De historische rotonde
was niet meer te redden.
Sinds jarep werd in het rotonde-gebouw
de Weensche jaarbeurs gehouden.
Het kolossale Rotonde-gebouw ls op de
vier hoofdmuren na, volkomen afgebrand.
In een tijd van nauwelijks 15 minuten
brandde het geweldige bouwwerk aan alle
vier de hoeken en reeds na 25 minuten
stond het vast, dat het gebouw niet meer
te redden was.
De vlammenzuilen, welke uit het ge
bouw omhoogschoten, bereikten een lengte
van 100 meter en waren ver buiten Wee
nen. tot op het platteland van Neder-
Oostenrljk te zien.
Aangezien op het oogenblik, waarop de
brand uitbrak, de in de Rotonde werkende
arbeiders schafttijd hadden, zijn geen per
soonlijke ongelukken te betreuren. Talrijke
brandweermannen echter bekwamen rook
vergiftigingen.
Gisteravond deelde de directeur van de
stedelijke brandweer, ir. Wagner, door de
radio mede, dat geen sprake kan zijn van
een kortsluiting, zooals men eerst gedacht
had. Alle electrische leidingen waren op
het moment, waarop de brand uitbrak,
uitgeschakeld. Slechts aan twee dingen
kan gedacht worden: onvoorzichtigheid
of brandstichting.
Volgens berichten in de bladen zouden
reeds verscheiden verdachte personen in
arrest zijn gesteld.
De politie heeft alle manschappen, die
vrij van dienst waren, opgeroepen en ze
voor alarm gereed gehouden.
De president van de Wiener Messe A.G.,
de vroegere minister van handel Heinl,
heeft tegenover vertegenwoordigers van
de pers medegedeeld, dat den laatsten tijd
reeds driemaal ln de Rotonde brand ls
uitgebroken. Steeds echter had het perso
neel van het huis de vlammen kunnen
blusschen.
SLECHT WEER IN FRANKRIJK.
De zware regenval die dagen lang heeft
aangehouden heeft ernstige schade aan
gericht in de nabijheid van Grenoble
(Frankrijk) en aan weerszijden van de
Rhóne.
Op verschillende plaatsen ls het trein
verkeer onmogelUk geworden. Te Tain is
een goederentrein ontspoord, terwijl de
sneltrein Parijs-Marseille bij Beauchatel
gederailleerd is; persoonlijke ongelukken
hebben zich daarbij niet voorgedaan. De
telefoonverbindingen zijn op vele plaatsen
verbroken. Beken zijn buiten haar oevers
getreden, waardoor bruggen zijn wegge
spoeld en wegen zijn versperd.
Te Bouche zijn verscheidene huizen in
gestort, een jong meisje wordt vermist. Op
sommige wegen staat het water meer dan
een meter hoog.
ONTPLOFFING TE ALGIERS.
In een banketbakkerij ln de Rue Isly te
Algiers is een koelapparaat ontploft. De
banketbakkerij werd vernield en de aan
grenzende winkels ernstig beschadigd. Vijf
tien voorbijgangers werden gewond, waar
van twee ernstig.
2—3