Waar de Vrouw belang in stelt Een gezond stukje leven uw WINTERMANTEL LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 September 1937 Derde Blad No. 23766 DE GROOT - Donkersteeg 1 Simpele japonnetjes, verrassende details RADOX 78ste Jaargang Het opleidingsschip „Pollux" prachtopvoeding voor Hollandsche jongens Stoffen voor den winter Een enkele aparte versiering geeft het origineele cachet. EEN MOOIER TEINT Voor handige vingers V oor het MENU AARDAPPELEN direct besteld bij VLASVELD Slapende dames Aan de Oosterdokskade te Amsterdam, vlak bij de groote stad met haar benauw de dampen en toch doorwaaid van een frisschen buitenwind, ligt een groot schip, stevig verankerd en door een breede hou ten brug met den wal verbonden. 't Is het opleidingsschip „Pollux", do mein van het matrozeninstituut en tevens „museumstuk" voor den wandelenden hoofdstedeling, die altijd graag wat te kij ken heeft. Hier worden de matroosjes voor onze koopvaardij opgeleid door een par ticulier instituut met Rijkssubsidie en de Jongens tusschen 14 en 16 jaar in hun blauwe werkpakken hebben er wanneer ze aan dek hun lessen volgen, den boel schoonmaken of in den hoogen mast klim men, gewoonlijk nogal wat bekijks. Ze sto ren zich er weinig aan en de „Pollux" ligt ook te vei- van den wal om de belangstel ling hinderlijk te doen zijn. 't Is hier een school als ieder andere, er wordt hard gewerkt en natuurlijk ook van tijd tot tijd straf uitgedeeld, maarde geest schijnt er zoo buitengewoon prettig te zijn en de jongens vinden het er zoo fijn, dat een dankbare moeder, wier min of meer onhandelbaar zoontje op de „Pol lux" tot rede was gebracht, er me in en thousiaste bewoordingen opmerkzaam op maakte. Of ik eens ga kijken? Natuurlijk, want de kennismaking met een echt prettige school kan niet anders dan een moeder hart verheugen, vooral in onzen tijd, nu de opleiding van onze jongens, zoowel in pae- dagogisch als in maatschappelijk opzicht, meer en meer een probleem wordt. Een afspraak met commandeur M. A. Willemse, die op de „Pollux" den scepter zwaait, is spoedig gemaakt en weldra zit ik. na keurig door den 14-jarigen „wacht" geëscorteerd te zijn, in het kantoor van den commandeur, met uitzicht op het ach terdek, waar intusschen inspectie wordt gehouden en les wordt gegeven in alles, wat een lichtmatroos moet weten. „U leidt dus uitsluitend op voor ma troos?" „Ja zeker. We zijn geen doorgangshuis voor lastige jongetjes, waarmee de ouders geen raad weten. En ik durf gerust zeg gen, dat een jongen, die thuis en op school „de beest speelt", waar geen karakter en geen pit in zit, 't hier ook tot niets brengt. We hebben voor onze koopvaardij flinke jongens noodig met heldere koppen, door zettingsvermogen, liefde voor de zee en dat niet in de laatste plaats met een gezond lichaam. Is dat alles in orde, dan kunnen ze 't hier best uithouden en dan ben ik er ook later niet bang voor. Dit dus In 't algemeen. Maar nu komt het een enkele keer voor. dat een jongen, die wel de noodige capaciteiten heeft om het tot iets te brengen, toch op school en in z'n huiselijke omgeving niet recht aar den kan „Dat ls zelfs tegenwoordig een zeer veel voorkomende klacht van ouders en opvoe ders". „Ja. De jeugd is balloorig. bandeloos. De H.B.S. of 't gymnasium of de Mulo geeft hun, naast de geleerdheid, niet genoeg te doen. In hun vrijen tijd hebben ze geen leiding: ze hangen om en komen tot ver keerde dingen, ook als 't op zichzelf be schouwd nog lang geen verkeerde jongens zijn. En dan is b.v. een afleiding: als deze, waar ze den heelen dag bezig zijn, meest in de open lucht, waar ze steeds onder tucht staan, vaak voldoende om er heel andere kinderen van te maker.. De jongens voelen, dat de leeraren en ik met hen mee leven, dat niets ons te veel is om hen de gelijk op te leiden en 't leven aangenaam te maken. En dan: er zijn vaste regels, waarvan niet wordt afgeweken; onder geen beding. De dag is stipt ingedeeld: 'smor gens vroeg op, wasschen en aankleeden, hangmatten opbergen, aantreden, eten. het gaat alles op de klok. Dan de practische lessen, die een groot deel van den dag in beslag nemen, enteren, roeien, looden. dek- Zwabberen en daar tusschen door theorie. En als ze zoo den heelen dag bezig zijn geweest, wordt er met smaak gegeten en Zijn er geen kieskauwers". „Wat voor soort jongens krijgt u hier?" „Ik mag eigenlijk wel zeggen: van alles. Jongens uit alle kringen, maar steeds nette pittige kereltjes, wier hartewensch het is, te gaan varen, en die er zich ook de noo dige moeite voor willen getroosten. De „af gezakte" typen komen hier niet, die pro- beeren zóó, zonder opleiding, een schip te vinden, wat trouwens meestal niet gelukt „En uw jongens? Maken ze een goede kans?" „Onze jongens", zegt de heer Willemse met een verheugden glimlach, „krijgen al tijd een schip. Daar zorg ik voor. Want als ze 't diploma hebben, kan ik er borg voor staan, dat ze goed zijn". „Er komt dus weer meer werkgelegen heid in de zeevaart?" „Ja, 't wordt ruimer, dat lijdt geen twij fel! Maar 't is nog altijd zoo. dat scherp wordt geschift. Alleen de beste krachten kunnen vooruitkomen. Tijdens de zwaarste crisisjaren, toen 't hoe langer hoe moeilijker werd, hebben verschillende maatschappijen ecu "oede reserve gekweekt door hun stuurlui allen in dienst te houden, met twee maanden onbezoldigd verlof. De goede krachten zijn dus niet door jongeren ver vangen, waardoor het peil zeer goed is ge bleven. En het spreekt vanzelf, dat ook de matrozen op peil moeten zijn. Trouwens veel jongens hier studeeren verder. En dat is ook de reden, waarom we hier jongens uit alle kringen krijgen. Na hun matrozenopleiding van acht maanden gaat een deel l'U jaar varen en daarna naar de zeevaartschool, om zich verder voor derden stuurman te bekwamen." „Dat is toch niet de gewone weg?" ,,'t Is een van de wegen, die men kan Inslaan. Natuurlijk gaan ook veel jöngehE, ba hun eind-diploma 3-jarige H.B.S. dl Mulo te hebben gehaald (of zelfs dikwijls 5-jarige tegenwoordig) rechtstreeks naai de Zeevaartschool. En dan komt het varen later, want twee jaar vaartijd moeten ze toch hebben. De 8 maanden hier op de „Pollux" tellen met den vaartijd mee. En de rest van de jongens blijft matroos." „Ze gaan dan wel jong de wijde wereld in." „De meesten zijn 15 a 16 jaar. En natuur lijk zijn daaraan bezwaren verbonden. Maar aan den anderen kant: ze zijn hier een gezond, ordelijk leven gewend en ik laat geen gelegenheid voorbijgaan om hen, zoowel bij de lessen en lezingen als ieder persoonlijk, te wijzen op de groote gevaren van het zeemansleven. Dat is, wat wij voor onze jongens doen kunnen: ze flink aan 't werk zetten, ze degelijke vakkennis bij brengen, ze een Christelijke opvoeding ge ven. Verder moeten we hen, zooals ieder ouder tenslotte, aan de toekomst over laten." „Nog één vraag: het Matrozeninstituut is dus Christelijk?" „Zeker, het is Christelijk in den rulm- sten zin. We krijgen jongens van allerhan de geloof; ikzelf ben Katholiek, maar dat doet er niet toe. Ieder krijgt godsdienst- ondierwijs in zijn eigen richting. Bij de maaltijden en 't naar bed gaan geven we gelegenheid om te bidden. Hiermee zijn nooit strubbelingen: de ouders waardeeren het zeer, dat hun jongens religieus worden opgevoed," Deze laatste uiting verheugt en verbaast tevens een weinig. En ik maak de opmer king, dat de geest onder de ouders dan toch wel heel sterk veranderd is in de laatste twintig jaar. „Gelukkig", besluit commandeur Willem- se. „Twee heel belangrijke lichtpunten voor or.ze jeugd: de groote behoefte aan tucht en de terugkeer tot den godsdienst. De jeugdkerken hier zitten vol tegenwoordig. En als wij opvoeders daar dankbaar ge bruik van maken, dan staat het met de toekomst van onze jeugd nog zoo slecht niet, als we soms geneigd zijn te denken". Na deze bemoedigende woorden neem ik afscheid van den commandeur en van me vrouw Willemse, die zoowaar een gezellig „flatje", bestaande uit salon, slaapkamer, keuken en logeerkamertje op de „Pollux" heeft. Ik werp nog even een blik in de groote eetzaal beneden eri in de kombuis waar de kok juist bezig is, enorme porties capucijners met spek op te scheppen. En deze smakelijke aanblik, gepaard met de heerlijke geuren uit de kombuis, ver sterkt nog even mijn krachtlgen indruk van het mooie brok gezond-Hollandsch leven, dat hier ligt: Opvoeding voor de zee. trots en glorie van onze natie; en een opvoeding, gebouwd op echt-Hollandsche tradities, steunend op godsvrucht, eenvoud en gezondheid en een gemoedelijke soort tucht, die niets straf-milltairs heeft, maar toch als 't noodig is, de lijn strak aan haalt. Een opvoeding, die iedere moeder voor haar Jongen zou wenschen. R. DE RUYTER—v. d. FEER. van verleden jaar wordt een NIEUWE MANTEL, als U hem voorziet van een modernen bontkraag. - Een volledige reno vatie, die U niet meer behoeft te kosten dan enkele gruldens. Een grootere sorteering in BONTKRAGEN, BONTCAPES en GARNEERBONT dan elke andere zaak, biedt U Kleermakers- en Naaisters-fournituren- handel, die voor prachtig bont zeer lage prijzen noteert. 7004 (Ingez. Med.) De oude degelijkheid keert terug! Met nieuwe kleurenpracht. Na veel schoonen schijn, die niet al te solide was, keert Parijs terug tot de ouder- wetsch-degelijke stoffen, zooals onze groot moeders ze, na lang bekijken en betasten, voor haar mantels en japonnen uitkozen. M.a.w.: We worden weer opgevoed in wa renkennis en we zullen niet zoo licht meer iets kiezen, dat wel mooi van kleur, maar „verder niet veel bijzonders" is. Kwaliteit in stoffen, rijkdom van tinten, eenvoud van dessins, ziedaar de drie wachtwoorden van de komende winter mode. Alle fabrikanten van zijde, wol en lakenstoffen hebben zich uitgesloofd om de prachtigste kleuren te brengen: soms wordt één stof in meer dan honderd kleuren op de markt gebracht. Klassieke dessins als pied-de-poule en Schotsche ruiten zijn door dezen kleuren rijkdom als herboren. Rodier zet in zijn ruitstoffen groen tegen violet, roze tegen cassis, cyclamen tegen teerblauw.en de zelfde tinten, maar in heel kleine dessins, zijn in de bijpassende effen stoffen ver werkt. Men voorziet reeds, dat enorm veel lui ten zullen worden gedragen, in verrassend nieuwe tinten. En zoowel de geruite stoffen als de tweeds, zullen dezen winter bijzonder zacht en donzig van oppervlakte zijn, waardoor de kiemen iets worden verzacht. Ontelbare nieuwe stoffen met de wonderlijkste namen als „Paradou", „Velfpil", „Buzelia", „Gue- delya" kondigen zich aan. Uitleggen, hoe die er precies uitzien, gaat moeilijk, maar de algemeene indruk is er een van fijnheid en zachtheid. In de japonstoffen komt dezelfde ten dens tot uiting: .Alles is teer, licht en soepel (met als frappante uitzondering enkele nieuwe, tamelijk stijve crêpe- en rijmsoorten Laken zal in het seizoen 19371938 zeer op den voorgrond treden: schitterende soorten, met metaaldraad doorweven, trek ken vooral de aandacht. Verder veel zwart laken met kleurig borduurwerk gedragen bij effen zwart, b.v. een kleurige blouse bij een effen rok. De herfstmode brengt aardige vondsten, zoowel in coupe als versiering. In 't algemeen zijn de jajxmnetjes heel eenvoudig, doch hier en daar verrast een interessante lijn. Onze teekening geeft u drie mogelijkheden voor de aanvulling van uw overgangsgarderobe. Links een toiletje van het sportieve genre en toch eenigszins gekleed voor 's morgens. Het is gedacht in fleschgroene wollen stof: twee met gouddraad bestikte motieven houden de ruimte van het lijfje bijeen; de rug is voorzien van een schou derstuk, de rok van een diepe plooi. Cein tuurtje met matkoperen gesp. Nummer twee is vervaardigd van zacht- biauwe stof (pasteltint). Het lijfje zit op den rok vastgestikt. Koperen gespen vor men een origineele sluiting, tevens versie ring. Tenslotte een iets gekleeder japon netje: zwart créjje, gegarneerd met tressen in een afstekende tint of van kleurig ge ruite zijde. Met wat goeden smaak, kan dit een zéér aparte jurk worden. verkrijgt U door een goede huidverzorging. Doe daartoe wat Radoz in Uw waschwatcr! Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. 7588 (Ingez. Med.) We borduren zelf onze handschoenen. Ditmaal moeten de vingers wel buiten gewoon handig zijn, maar aangezien bor duurwerk op handschoenen nu eenmaal aan de orde van den dag ls, zullen we er ons toch ook eens aan wagen. Er kan ons niets gebeuren, als we een solide, toch soe pele kwaliteit leer kiezen en voorzichtig te werk gaan. Wat zegt u van wit met groen, beige met donkerrood bordms'Werk. Misschien brengt deze schets u op een goed idee voor de ver siering van uw wintercollectie! ZONDAG: Champignonsoep. Fritures met kalfsragoüt. Gebraden varkenshaas. Aard appelen, Snijboonen, Appelpudding met room. MAANDAG: Kalfslappen, Bloemkool, Aardappelen, Caramelvla. Vruchten. DINSDAG: Runderrollade, Postelein, Aardappelpuree, Broodschotel met appel moes. WOENSDAG: Kerryschotel, Kalfsoesters. Slaboonen, Pruimencompote. DONDERDAG: Blinde vinken. Gestoofde sla. Aardappelen, Flensjes. VRIJDAG: Gebakken kaasbroodjes, Ge stoofde (rauwei visch. Aardappelen. Krop sla. Watergruel. ZATERDAG: Macaroni met ham en kaas, Tomatensla, Wentelteefjes, Vruchten. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Griesmeelkoekjes met tomatensaus en sla. Aardappelen. Snijboonen, Brusseischc appelen. 2. Gebakken kaasplakken. Spercieboonen. Aardappelen, Boter, Chocoladepudding met vanillesaus. 3. Tomatensoep met groente. Spinazie en croutons. Aardappelen. Botersaus. Panne koeken met appelen 4 Roerei op gebakken brood, Tomaten- en kropsla. Aardappelkoekjes, Deensche rijst. RECEPTEN. Appelpudding (5 pers.). Benoodigd: 300 gr. zure appelen. 'U L. water, pirn. 175 gr. suiker, sap en schil van 1 citroen. dJL. bessenwijn. 15 gr gelatine (waarvan 2 blaadjes rooöe). De appelen schillen en in gelijke dobbel steentjes snijden. Het water met suiker en citroenschil aan de kook brengen en de stukjes appel er in doen tot ze doorschij nend en gaar ziin Daarna uit het vocht scheppen, hierin de geweekte gelatine op lossen, het zeven, en wijn en citroensap toevoegen. De stukjes appel er weer door roeren en als deze niet meer zakken, den vonm vullen. Vanillesaus of een kannetje dunne room er bli geven. Gaat de pudding moeilijk uit den vorm, can deze even in kokend water houden voor het keeren. Eenvoudige appelpudding. Benoodigd: 'It L. gezeefde appelmoes (plm. iVi pond appelen), 125 gr. suiker, 15 gr. gelatine, waarvan 2 blaadjes roode, citroensap. Van deze appelen met weinig water appel moes koken. Deze zeven, verwarmen en de geweekte gelatine erin oplossen. Suiker en citroensap naar smaak toevoegen en als de massa stijf begint te worden den vorm vullen Vanillesaus of dunne room er bli geven. Griesmeelkoekjes met tomatensaus. Benoodigd: 'U L melk. 120 gr. griesmeel, zout. boter, eiwit en paneermeel. Van melk, zout en griesmeel dikke zries- meelpad koken. Deze overdoen in een om- gespoelden vorm. en koud laten worden Daarna in dikke schijven snijden, door eiwit en paneermeel halen en in de boter vlug bruin bakken. Ze met de bruine boter opdienen of tomatensaus er bii geven Brusselsche appelen. Benoodigd: 8 a 10 appelen van gelijke grootte. 1/4 potje bessengelei. Voor het deeg: 2 d.L. melk. 60 gr. boter, 70 gr. bloem, 3 eieren, 60 gr. suiker, zout. De appelen boren, schillen, wasschen en met gelei gevuld in een vuurvasten schotel zetten. De melk met de helft van de boter aan de kook brengen, de bloem ineens toevoegen en blijven roeren tot het deeg eer. bal vormt «n van de pan loslaat Dan de suiker en de rest van de boter er bii doen en de eieren er één voor één doorroeren. De ap pelen met het deeg bedekken en alles in een matig warmen oven gaar laten worden (plm. 1 uur). Sportbeschuit. Benoodigd.2 ons ongebuild tarwemeel, 5 gr. bakpoeder. 50 gr. boter, 50 gr. basterd suiker. zout. wat water Het meel met het gistpoeder vermengen, de boter erin In kleine stukje: verdeelen, suiker, zout en wat water (1 a 2 iepels) toevoegen en kneden tot men een soepele bal heeft. Het deeg uitrollen op een met bloem bestrooide tafel en met een glas of vormpje koekjes uitsteken. Deze op een be- 8769 T OUDE -TINGEL 120 HyVy TfL: 7'9 OOEZO/TDQQT 22 Teclêzy LEIDEN (Ingex. Med.) boterd bakblik leggen en in een weinig warmen oven gaar en lichtbruin bakken (plm. 'U uur). Kaaskoekjes. Benoodigd: 1 ons boter. 1 ons bloem. 1 ons geraspte oude kaas. zout. peper. De boter in de bloem klein snijden en met de overige bestanddeelen doorkneden tot een stevigen bal. Het deeg uitrollen tot een lap van plm. 3/4 c.M. dikte. Hiervan reepjes snijden en deze op een beboterde plaat leggen. In een matig warmen oven de koekjes gaar en heel licht bruin bakken (plm. 20 minuten). Worden deze koekjes te donker gebakken, dan worden ze bitter van smaak. Ze moeten eigenlijk geel bliiven en toch goed gaar zijn. Een enkele maal lezen we berichten over patiënten, die dagen- en wekenlang blijven doorslapen. Het record van deze langslapers wordt geslagen door mevrouw Anna Zwanekeel uit Johannesburg, die thans na 31 jaren te hebben geslapen, in volkomen normalen toestand wakker werd. Voor de slaapziekte intrad, was mevrouw Zwanekeel reeds gehuwd; nu heeft zij in zooverre een verjongingskuur ondergaan, dat zij onmiddellijk na haar ontwaken om speelgoed vroeg. Ook moet ze opnieuw lee- ren lcopen. Een andere langslaaoster, mevrouw Mevibc uit Smyrna, bracht het slechts tot vier jaren. Zij sliep sedert 1933 en werd ge durende dien tijd trouw door haar echt genoot verzorgd en gevoed. Booze tongen beweren, dat de man dezer Turksche dame inmiddels zeer welgesteld geworden is, daar zijn vrouw sedert 1933 geen enkele japon of hoed noodig heeft gehad!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9