Uit den Leidschen Raad De a.s. 3 October Optocht LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 7 September 1937 Derde Blad No. 23758 Commissie-benoemingen Grieksche Mythen en Sagen 78sfe Jaargang De spoorwegovergang aan den Rijnsburgerweg Zilveren jubileum van den burgemeester van Stomp wijk en Veur VRAGENRUBRIEK O Om ruim drie uur wordt de openbare litting heropend en gaat de raad over tot de BENOEMINGEN. 2o. Benoeming van vier leden van de Commissie van Financiën af tredend: de H.H. M. H. de Reede, H. Lombert, P. L. Hesslng en P. van der Tas). Alle aftredenden worden herkozen. 3o. Benoeming van vier leden van de Commissie van Fabricage 'aftredendde beeren J. H. Schiiller, j. H. A. Manders, mr. C. Beekenkamp en J. Wilbrink). De drie eersten worden herkozen, in de plaats van den heer Wilbrink wordt tijde lijk benoemd de heer v. d. Kwaak. 4o Benoeming van vier leden van de Commissie voor het Openbaar Slachthuis (aitredendr de hoeren Th. M. W. Bergers, J. A. van der Reijden, M. Dubbeldeman en F. Fikerbout). De aftredenden worden herkozen. 5o. Benoeming van twee leden van de Commissie voor den Markt- en Haven dienst (aftredend: de heeren J. Wilbrink en J. J. Vallentgoed). De heer Vallentgoed wordt herkozen en in de plaats van den heer Wilbrink wordt tijdelijk benoemd de heer v. d. Reyden. 6o. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke veror deningen en uit dezen van den voorzitter taftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek, J. H. A. Manders en Mr. C. Beekenkamp). De aftredenden worden herkozen. 7o. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen (af tredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek en Mr. C. Beekenkamp). De aftredenden worden herkozen. 8o. Benoeming van vijf leden van de Commissie voor het Onderwijs (aftredend: de HH. Th. B. J. Wilmer, T. Groeneveld, M. H. de Reede, T. S. Goslinga en Dr. M. Key). De aftredenden worden herkozen. 9o. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Das en Electriciteit (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek, J. Wilbrink, E. J. Cos- ter en T. S. Goslinga). Dc aftredenden worden herkozen be halve dat in de plaats van den heer Wil brink tijdelijk wordt benoemd de heer de Reede. lOo. Benoeming van een lid van de Com missie van Beheer over de gestichten „En- degeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" (af tredend: de heer F. Eikerbout). (126) De aftredenden worden herkozen. llo. Benoeming van vier leden van de Commissie voor den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst (aftredend: de H.H. A. ran Rosmalen, H. L. J. Tobé, A. J. Jonge- !een en T. S. Goslinga). De aftredenden worden herkozen. 12o. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, uit de leden van den Raad (aftredend: de H.H. M, H. de Reedè en J. H'. A. Manders). De aftredenden worden herkozen. 13o. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, buiten ie leden van den Raad (aftredend: de HH. w. J. J. C. Bijleveld en Mr. W. van Iterson) (127) De aftredenden worden herkozen. 14o. Benoeming van vier leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de lakenhal" (aftredend: de H.H. prof. dr. J. A. J. Barge. W. J. J. C. Bijleveld, T. Groe neveld en mr. J. Slagter). (128) De aftredenden worden herkozen. 15o. Benoeming van een lid van het be stuur der Stedelijke Werkinrichting, uil de leden van den Raad (vacature: de heer J. M. Vos). Benoemd wordt de heer v. d. Laan. 16o. Benoeming van een lid van het be stuur der Stedelijke Werkinrichting, bui ten de leden van den Raad (aftredend: de heer J. Heringa). De aftredende wordt herkozen. 17o.Benoeming van een Commissaris der Gemeentelijke Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Leening en Geldschietbank) (af tredend; de heer M. H. de Reede) (129) De aftredende wordt herkozen. 18o. Benoeming van een plaatsvervan gend lid der Commissiën bedoeld in art. 2, lo lid, sub 3o, der verordening, houdende Reglement voor de Commissiën van Ad vies, betreffende de arbeids- en dler.st- voorwaarden van het personeel in dienst der gemeente Lelden (vacature: de heer J. M. Vosi. Benoemd wordt de heer Würtz. 19o. Benoeming van vijf leden van de verkeerscommissie (aftredend: de H.H. T. Groeneveld. J. Wilbrink, J. H. A. Manders, Mr. G. H. E. Nord Thomson en D. Parmen- tier). (130) De aftredenden worden herkozen. 20o. Benoeming van een lid van de Com missie van Toezicht op het Middelbaar On derwijs. (131) De heer ir. Stokhuyzen wordt benoemd. 21o. Benoeming van een gemeentelijken commissaris bij de N.V. Leidsche Duinwa ter-Maatschappij. (132) Herbenoemd wordt de heer v. Ginkel. 22o. Aanwijzing van een candidaat voor de benoeming van een Commissaris bij de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij (132) Benoemd wordt de heer Goslinga. 23o. Benoeming van een tijdelijk leerares in het Duitsch aan de Hoogere Burger school met 5-Jarigen cursus, voor den cur sus 1937—1938. (133) Benoemd wordt mej. Dijksterhuis. KASGELDLEENINGEN. 21o. Voorstel In zake het aangaan van kasgddleenlngen, gedurende het 4e kwar taal 1937. (134) Conform besloten. REGLEMENT AUTOVERVOER PERSONEN. 25o. Voorstel tot het vaststellen van een verordening, regelende het beroep, bedoeld In de art. 13, 15, 17 en 18 van het Regie ment Autovervoer Personen. (135) De heer HESSING dient volgend voor stel in: De Raad besluit een vaste commissie zij ner leden te belasten met het uitbrengen van een advies over de verzoekschriften welke bij den raad worden ingediend in gevolge de verordening regelende het be roep, bedoeld in de artt. 13. 15, 17 en 13 van het R.A.P. en noodlgt het College van B. en W. uit hem een aanbeveling voor de leden van deze commissie voor te leggen. De heer SNEL steunt het voorstel-Hes- sing. Spr. Is teleurgesteld, dat een zoo be langrijke regeling als deze niet tijdig is voorbereid. Nu is sinds 1 Sept. deze aan gelegenheid al in werking! Spr. betreurt dat prae-advies van B. en W. op eenige adviezen nog niet is afgekomen. Spr. vraagt of ook een bepaling is opgenomen ten aanzien van het beoordeelen van loo- nen en arbeidsvoorwaarden door B. en W.? De heer GOSLINGA vraagt of de ver keerscommissie hier niet ingeschakeld kan worden inplaats van een nieuwe commissie De heer GROENEVELD vraagt, waarom deze aangelegenheid niet in de verkeers commissie is behandeld. De VOORZITTER meent, dat het hier een zaak van grootere en wijdere strek king betreft en oordeelt het daarom beter, dat B. en W. ook in deze de leiding be houden. Maar B. en W. willen nog wel eens onderzoeken en vragen praeadvles. De heer HESSING gaat daarmede ac- coord, mits spoed wordt toegezegd. Het idee-Goslinga oordeelt spr. niet gewenscht daar ook niet-raadsleden in die commis sie zitten. Conform wordt dan besloten ten aan zien van het voorstel-Hessing. De VOORZITTER zegt, dat diverse or ganisaties gekend zijn inzake de adressen, waarop de heer Snel doelde. Maar deze zijn grootendeels achterhaald en hebben geen beteekenis meer. Loonen en arbeldsbepa- iingen kunnen niet opgenomen worden. De verkeerscommissie stond buiten deze kwes tie en is daarom niet gekend. De heer HESSINGG is van oordeel, dat B. en W. wel degelijk de arbeidsvoorwaar den kunnen opnemen, zooals in Rotterdam ook is geschied. De heer SNEL voegt nog andere plaat sen daaraan toe. Bij art. 1 stelt de heer HESSING voor den term „kan degnen aan wien het be roep toekomt" te vervangen door „kan ieder belanghebbende". De eerste aanduiding is te beperkt en steunt trouwens ook niet op het R. A. P. Spr. verwijst naar art. 13 sub. 1 en art. 11 daarvan. Dat is trouwens ook logisch. De heer v. d. KWAAK meent, dat par ticuliere verhuurders toch moeilijk een paar dagen tevoren kunnen opgeven wan neer zij zullen rijden, terwijl dat toch af hangt van de omstandigheden. Daarvan zullen z. i. de groot-bedrijven profiteeren. De heer GOSLINGA meent, dat beroep practisch alleen toekomen moet aan recht hebbenden. Hoe kan een buitenstaander op de hoogte zijn? De VOORZITTER zegt den heer v. d. Kwaak toe, de genoemde moeilijkheden onder oogen te zullen zien. Z. i. mag een gemeente niet nader treden in wat dc al- gemeene wet bepaalt. En z. 1. de wet. in deze duidelijk: beroep komt toe, aan wie daartoe bevoegd is, niet aan buitenstaan ders of concurrenten. De heer HESSING repliceert. De geest van het R. A. P. stelt hem volledig in het gelijk, meent hij. Laat anders de minis ter maar eens duidejijk beslissen. Spreker wijst het bezwaar Goslinga af. Het amendement-Hessing word met 18 14 stemmen aangenomen. Voor de S.D.A.P. en de heeren Eikerbout, Lombert. v. Weizen en Key. Bij art. 3 verdedigt de heer HESSING een amendement om een beslissing op een be roep te doen plaats vinden uiterlijk na 2 maanden, niet na 3 maanden, zooals B. en W. voorstellen. Dit om den noodigen spoed te betrachten in 't belang van alle partijen De heer GOSLINGA* ziet in dit amen dement een tegenstelling met het in prae- advies genomen voorstel-Hessing. De VOORZITTER oordeelt een 3 maan den-termijn gewenscht, daar toch ook in gewikkelde kwesties zich kunnen voor doen. Hij stelt voor 2 maanden te aanvaar den, echter met recht van verdagen voor 1 maand. De heer HESSING vereenigt zich daar mede. Z. h. st. wordt de verordening goed gekeurd. 26o. Voorstel tot het aan het openbaar verkeer onttrekken van het jaagpad on der de spoorbrug over den Trekvliet in den in den spoorweg LeidenWoerden (133) Conform besloten. DE OVERWEG AAN DEN RIJNSBURGERWEG. 27o. Voorstel a. tot het intrekken van het uitbrei dingsplan, voor zooveel betreft gron den gelegen ten noord-westen van de spoorbaan AmsterdamRotterdam er. ten Zuiden van het voorm. Psychopa thenasyl (Pesthuis); b. tot het, overeenkomstig art. 36, 4e lid. der Woningwet bepalen, dat de vast stelling van een plan van uitbreiding voor het sub a bedoelde gedeelte der gemeente wordt voorbereid. 137) De heer SCHULLER vraagt nadere ge gevens over een adres van de N.V. Fabriek van Verduurzaamde Levensmiddelen v.h. L. E. Nieuwenhuizen, waarin deze vraagt het voorstel niet te aanvaarden voor een onteigeningsprocedure heeft plaats gehad, gelijk de gemeente beloofd had ter zifting van den Raad van State, zoo men binnen 2 jaar niet tot overeenstemming was ge komen. De heer v. ECK heeft met vreugde ken nis genomen van dit voorstel voor zoover daaruit blijkt, dat er althans kans is op een oplossing in overeenstemming met 't Weikfonds waardoor er bovendien werk zal komen voor vele arbeiders, gelet ook op 't zorgwekkend verloop van zaken inzake de werkloosheid hier ter stede. Kunnen B. en W. precies mededeelen in welk stadium de zaak is? Dat het niet te lang zal duren, voor een aanvang met het werk zal worden gemaakt is spr.'s oprechte wensch. De VOORZITTER zou zich ook ten zeer ste verheugen zoo de oplossing werkeiijk- neid werd. Nadere gegevens kunnen B. en W. echter nog niet geven, gelet op de di verse factoren hierbij betrokken. Hij geeft de verzekering dat een sympa thiek onthaal is gevonden voor de voor stellen van B. en W. en spr. hoopt in Nov. as. een uitgewerkt plan in handen te zul len hebben, dat hopenlijk te financieren zal zijn. Spr. komt dan tot het adres. Het verwijt daarin is slechts schijn en B. en W. moe-ten dan ook daartegen ten stelligste opkomen. Indien iemand grond koopt, moet hij rekening houden met allerlei bepaiingen van eenig toekomstig uitbreidingsplan. Zoo is het ook hier. Hetzelfde geschiedde aan de Haarlemmer Trekvaart met grond van de gebr. Mulder. Een hoogere instantie keurde het uitbreidingsplan voor dat ter rein niet goed en dat plan moest worden veranderd. Het adres bevat overigens vele onjuist heden. wat spr. nader uiteenzet. Er is een rceël bod gedaan, dat werd afgewezen (f. 1 Der vierk. M., terwijl f. 2.50 werd gevraagd) Een goed bruikbare verkeersweg Is daar zoo niet te allen tijde onmogelijk, toch in verre toekomst uitgesloten. De grond ligt ingesloten. De onderhandelingen met het Werkfonds dateeren pas van Juni van dit jaar en zijn, zooals gezegd, in verdere uitwerking De totdusver gedachte oplossingen wa ren alle te duur. B. en W. willen de firma niet aandoen om grond, waarop zij prijs blijkt te stellen, te onteigenen. De heer SCHÜLLER concludeert, dat de firma blijkens dit* voorstel op den duur wellicht voordeel zal kunnen behalen. De heer GOSLINGA is van oordeel: de firma krijgt thans het deksel op den neus. Hij gelooft niet. dat behalve sporadisch, eenige werkloozen werk zullen krijgen door deze gedachte oplossing, waarbij niet alleen Leiden, doch ook de omgeving en de spo ren belang hebben. Z. h. st. wordt het voorstel aangenomen. 28o. Verdeeling van den Raad in Sectiën. Hierna even voor half zes sluiting. Aan bovenstaande hebben wij weinig meer toe te voegen, het spreekt voor zicli zelf! Zeer verheugend is, dat er thans in derdaad binnen afzienbaren tijd men denke echter vooral niet. dat het een kwes tie van maanden is! kans komt op een oplossing van het Rijnsburger-overweg- vraagstuk. een oplossing, waarnaar Leiden en omgeving snakt. Moge thans succes worden verkregen! Burgemeester Keyzer. Maandag as. herdenkt burgemeester W. J. H. J. M. Keyzer zijn 25-jarig ambtsjubi leum. Op 8 September 1884 werd hij te» Den Bosch geboren. Hij werd opgeleid tot officier bii het leger, waarvan hij thans nog reserve kapitein is. Later legde hij zich toe op de gemeente-administratie en vond plaatsing a's volontair ter secretarie van de Noord- Brabantsche gemeente Berkel-Enschot en slaagde als candidaat gemeentesecretaris. 13 September 1912 volgde zijn benoeming tot burgemeester-secretaris van Berghem in Noord-Brabant om op 16 April die functie te verwisselen voor het burgemeesterschap van Stompwijk en Veur. Naast zijn ambts werkzaamheden is de jubilaris nog eere voorzitter van de Wiihelminavereeniging, de R K. Harmonie St Cecilia, de Hard draverij Vereeniging Nooit Gedacht, voor zitter van het comité autotochten voor ouden van dagen en tot voor kort voor zitter van de afdeeling StompwijkVeur Nootdorp van de Hollandsche Maatschappij, van Landbouw en van de afdee'.ing van het Ned. Roode Kruis. Ter viering van dit jubileum heeft zich in de buurtschap Stompwijk een comité ge vormd bestaande uit de heeren C. Waayer, voorzitter. C. van der Zijden, secretaris. H. Smits, penningmeester, J. B. Boogmans, J. C. van den Bosch, M. Belt en A. L. van Wijk, leden Op initiatief van de heeren Hoboken. Beck, van den Bosch en Olsthoorn zal vol gende week Dinsdag, des middags om twee uur op het terrein van de Harddraverij Vereeniging Nooit Gedacht; een concours- hippique worden georganiseerd, waarvoor verschillende prijzen beschikbaar zijn ge steld. Voor den aanvang zal de jubilaris worden gehuldigd. Des avonds zal een vuur. werk worden afgestoken Als bijzondere attentie zal de jubilaris van zijn huis naar het feestterrein worden, gereden door een rijtuig met bijzondere bespanning, welwillend beschikbaar gesteld door Gebr. van de Lans te Den Haag In Leidschendam zal des Maandag'- och+ends de R.K. Harmonie St Cecilia den jubilaris een serenade brengen, terwijl een aantal personen onder leiding van den heer Bakker tegelijkertijd een cantate zullen zingen. Des middags zal een buitengewone gecom bineerde vergadering van de raden van Stompwijk en Veur worden gehouden. A. U. te Z. Al treedt de wet in wer king, zijn er voor het vestigen van de door u genoemde zaken voorloopig nog geen eischen gesteld. A. B. te L. Als bepaalde goederen ge meenschappelijk eigendom zijn, is daarin geen verandering te brengen. O Meermalen is tot het bestuur der 3 Oct.- Vtreenlging de vraag gericht, hoe 't toch mogelijk is, elk jaar weer een nieuw en ge schikt onderwerp te vinden voor een op tocht op den bekenden feestdag voor leiden. Vooral dit jaar, nu in 1936 bij de «isterrijke herdenking van het 50-jarig jötaan der vereeniging een overzicht van ce optochten der laatste 15 jaar was ge- Wen, was de nieuwsgierigheid groot, om- ut de meening werd gekoesterd, dat de [corraad en vindingrijkheid thans wel uit- üput zouden zijn. Erkennend, dat het een "stele maal wel eens moeilijkheden heeft •Pgeleverd, een plan te vormen, dat niet ji'een voor de Leidsche bevolking de noo- belangstelling heeft, maar ook de dui- JfMen vreemdelingen opwekt om op 3 October Leiden te bezoeken, kan verklaard '"den, dat juist dit jaar 't aantal inge zien ontwerpen zóó groot is, en enkele hshan zich zóó goed voor uitwerking "enen. dat het voor het bestuur geen ge- ®4kkelijke taak was, de juiste keuze te be- Wïn. Na lange besprekingen en overwe gen meende het voor d'it jaar als on twerp voor den optocht te moeten ne- 6(si: Mythen en Sagen uit de geschiede- i4 van Griekenland, waaruit een enkele ftaal een bijzonder feit wel eens is ver toond, doch nog niet geheel den optocht '"(t bepaald. Voor velen, vooral voor hen h-t middelbare en gymnasiale opleiding toj'en de talrijke goden en godinnen geen boekenden zijn en zullen de feiten, aan "amen verbonden, en die daaraan een JJJ'e mysterieuze beteekenis hechten, niet /"'"f zijn, doch er zijn onder de duizen- 41e den optocht gadeslaan, tallooze toeschouwers, voor wie mythen en sagen niet meer dan klanken zijn. Darom is het gewenscht, vooraf eenige verklaring van de verschillende groepen te geven; de nog studeerende jeugd kan deze dan beschouwen als een herhaling van het geleerde; het groote publiek krijgt be ter inzicht van wat vertoond wordt, doch zeer belangrijk is, dat de deelnemers be kend zijn met de personen, die zij moeten voorstellen, opdat zij zich beter kunnen indenken in hun rol en deze daardoor naar behooren kunnen vervullen. De geheele optocht bestaat uit 14 groe pen, die ieder afzonderlijk een geheel vor men; door cartouche dragers worden zij aangeduid en van elkaar gescheiden; 300 personen werken mee; alle costumes wor den nieuw gemaakt; elke groep wordt ge heel in dezelfde kleur gehouden. De Griek sche benaming der goden en godinnen wordt gebruikt, doch ter verduidelijking zooveel mogelijk de Romeir.sche naam bij gevoegd. Het ontstaan der wereld. Voor tot beschrijving wordt overgegaan, een korte verklaring omtrent het ont staan der wereld en der goden. Allereerst ls. naar de voorstelling der Grieken, de Chaos ontstaan, de oneindigheid, de raad selachtige oorsprong van heel de bezielde en onbezielde wereld. Daaruit ontstonden Gaia (Gaea), de aarde en de Tartaros, de afgrond diep onder de aarde, en Eros de liefde, de macht, die alles verbindt. Uir de Chaos kwamen eveneens voort de Duister nis en de Nacht; zij werden op hun beurt de oorsprong van het Licht en van den Dag Verder werden uit Gaia (de aarde) nog geboren Oéranos (Uranus), de hemel, de gebergten der aarde en Pontos, de zee. Gaia (aarde) en Oéranos (hemel) huw den elkaar en kregen achttien kinderen; drie daarvan hadden honderd armen en vijftig koppen, de Hekatoncheiren; drie andere hadden ieder één oog, midden in het voorhoofd geplant, de Cyclopen. De andere kinderen, zes jongens en zes meis jes, waren goed gevormd en heetten Ti tanen. Oéranos (hemel) koesterde weinig ouderlijke gevoelens ten opzichte van zijn kinderen; zoo gauw er één geboren was, stopte hij het weg in diepe duisternis in het binnenste der aarde, uit vrees, dat zij hem zijn heerschappij over de wereld zou den ontrukken. Toen verzon Gala (de aarde) een list. Zij maakte een groote scherpgetande sikkel en sprak tot haar kinderen: „Als gij wilt, zullen wij ons ge makkelijk op uw vader kunnen wreken". Allen zwegen vol ontzetting; niemand hunner was bereid iets gewelddadigs tegen hem te ondernemen behalve de jongste en listigste onder hen. Kronos. Deze wachtte, in een hinderlaag verscholen, zijn vader op. Met de sikkel gewapend, overviel hij Oéranos, toen deze niets kwaads vermoed de, verminkte hem op een gruwelijke wijze en beroofde hem van de heerschappij. Oéranos sprak zijn vloek tegen zijn mis- dadigen zoon uit en die vloek kwam wel dra in vervulling. De lichaamsdeelen, waar van Kronos met zijn sikkel zijn vader be roofde, vielen in zee en verwekten daar 't schuim, waaruit later Aphrodite ontstond. Uit de bloeddroppels, welke uit zijn lichaam op de aarde vielen, ontstonden de Erin- nyen (Furiën), de Giganten en de Nym- phen. Kronos regeerde nu; zijn zuster Rhea (Rheia) nam hij tot vrouw. Toen hij van Gaia (de aarde) vernam, dat ook hij door zijn eigen zoon verdreven zou worden, ver slond hij al zijn kinderen, zoodra zij ge boren werden. Een vijftal onderging dit vreeselijk lot. Maar toen het zesde kind geboren zou worden wendde Rhea zich om raad tot haar ouders Op hun aansporing ging zij naar Creta; daar werd Zeus ge boren en in **n grot neergelegd, waar een geit hem voedde met haar melk, terwijl gewapende mannen met hun lansen op hun schilden sloegen, opdat vader Kronos het schreien van het kind niet zou ver nemen. Aan den vader werd een steen ge reikt, zorgvuldig, als een zuigeling, in doe ken gewonden; hij slokte hem op, in de meening, dat hij zijn pas geboren zoon ver slond. Zeus groeide voorspoedig op en werd de mooiste en sterkste van de goden. Toen hij volwassen was, dwong hij. geholpen door Gaia, zijn vader Kronos zijn opgeslokte kinderen weer te voorschijn te brengen eerst kwam de steen, toen volgden goden en godinnen. Een hevige strijd ontspon zich nu tusschen de oude en de jonge goden; 13 jaar werd er gevochten; toen bracht Zeus de Hekatoncheiren uit hun donker verblijf aan het licht; de Cyclopen werden be vrijd, de honderdarmigen opgeroepen. Ge weldig was de botsing van de vijandelijke scharen; de zee bruischte hoog op, de aarde dreunde, de hemel raakte in beroe ring, de machtige Olympus sidderde tot op zijn grondvesten; tot in de diepte van den Tartaros waren de zware voetstapper, van de aanstormende goden, was de doffe slag van de neerkomende rotsblokken, duideiijk waarneembaar. Onophoudelijk slingerde Zeus zijn bliksems, knetterend kraakten de donderslagen, bosschen raakten in brand, rivieren begonnen te koken. Eindelijk be haalden de jonge goden de overwinning; de oude werden in den Tartaros geworpen, zoover onder dc aarde, als de hemd er boven is. opgesloten binnen in een meta len omheining, omgeven door driedubbelen nacht, streng bewaakt door honderdar migen en cyclopen. De heerschappij der Jongere goden was voor goed gevestigd. Groep I. Zeus, de koning van hemel en aarde. Zeus (Jupiter), de hoofdpersoon in de eerste groep van den a.s. optocht, was nu de koning van hemel en aarde, de ieer- scher in hrt godenrijk dat, naar het volks geloof der Grieken op den met nevelen om geven kop van den Olympos gevestigd was. Hij deelde zijn gebied met zijn broeders Hades en Poseidon. Voor zlchzelven be hield hij het rijk des hemels en der zui vere lichte bovenlucht. Hij zetelde op den steeds in nevelen gehulden top van den Olympos. Rondom den top lagen de wonin gen der andere goden. Van zijn verheven woonplaats af veroorzaakte hij alle ver schijnselen des hemels, donder en bliksem, storm, sneeuw en hagel, maar vandaar zond hij ook den zachten, bevruchtenden regen op de aarde, die den menschen heil en voorspoed aanbrengt; ook de dauw en de zachte warmte Ier lente, de helderheid der lucht waren zijn gaven. Daar hanteer de hij ook de Aigis, eigenlijk „het geiten- vel", zijn geweldig schild, dat niets an ders schijnt te zijn dan een symbool van de met bliksem geladen wolk-en. Volgens sommige legenden was het ver vaardigd uit de vacht van de geit Amal- theia, die hem, toen hij een kind was, ge zoogd had. In den strijd tegen de Titanen en de Giganten had het hem voortref felijke diensten bewezen. Als hij die Aigis schudt, ontstaan er stormen en onweders. dan verzamelen zich zware donkere wol ken en de aarde davert bij het ratelen van den donder. De bliksems, die hij dan werpt, door de Cyclopen voor hem vervaardigd, zijn de vreeselijkste wapenen. Van hem gaat de gansche orde in de natuur uit. De ;oden eeren hem als hun koning en als den heerscher van de onsterfelijken en de stervelingen. Zijn verstand evenaar) zijn macht Voor hem is niets verborgen. Het verleden het heden de toekomst liggen voor hem open. Hij geeft zijn orakels of zelf, óf hij laat ze verkondigen door de stem van zijn lievelingszoon Apollo. Van hem hebben de koningen der aarde hun heerschappij en hun recht om te heer- schen ontvangen; aan hem zijn zij verant woording verschuldigd voor de trouwe uit oefening van hun ambt. Want zwaar straft hij degenen onder hen die misdadig hun macht misbruiken en het wagen, recht en wet te schenden. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9