Uit den Leidschen Raad
De a.s. 3 October Optocht
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 7 September 1937
Derde Blad No. 23758
Commissie-benoemingen
Grieksche Mythen en Sagen
78sfe Jaargang
De spoorwegovergang aan den Rijnsburgerweg
Zilveren jubileum van
den burgemeester van
Stomp wijk en Veur
VRAGENRUBRIEK
O
Om ruim drie uur wordt de openbare
litting heropend en gaat de raad over
tot de
BENOEMINGEN.
2o. Benoeming van vier leden van de
Commissie van Financiën af tredend: de
H.H. M. H. de Reede, H. Lombert, P. L.
Hesslng en P. van der Tas).
Alle aftredenden worden herkozen.
3o. Benoeming van vier leden van de
Commissie van Fabricage 'aftredendde
beeren J. H. Schiiller, j. H. A. Manders,
mr. C. Beekenkamp en J. Wilbrink).
De drie eersten worden herkozen, in de
plaats van den heer Wilbrink wordt tijde
lijk benoemd de heer v. d. Kwaak.
4o Benoeming van vier leden van de
Commissie voor het Openbaar Slachthuis
(aitredendr de hoeren Th. M. W. Bergers,
J. A. van der Reijden, M. Dubbeldeman en
F. Fikerbout).
De aftredenden worden herkozen.
5o. Benoeming van twee leden van de
Commissie voor den Markt- en Haven
dienst (aftredend: de heeren J. Wilbrink
en J. J. Vallentgoed).
De heer Vallentgoed wordt herkozen en
in de plaats van den heer Wilbrink wordt
tijdelijk benoemd de heer v. d. Reyden.
6o. Benoeming van drie leden van de
Commissie voor de Huishoudelijke veror
deningen en uit dezen van den voorzitter
taftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek, J.
H. A. Manders en Mr. C. Beekenkamp).
De aftredenden worden herkozen.
7o. Benoeming van twee leden van de
Commissie voor de Strafverordeningen (af
tredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek en Mr.
C. Beekenkamp).
De aftredenden worden herkozen.
8o. Benoeming van vijf leden van de
Commissie voor het Onderwijs (aftredend:
de HH. Th. B. J. Wilmer, T. Groeneveld,
M. H. de Reede, T. S. Goslinga en Dr. M.
Key).
De aftredenden worden herkozen.
9o. Benoeming van vier leden van de
Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van
Das en Electriciteit (aftredend: de H.H.
Mr. D. A. van Eek, J. Wilbrink, E. J. Cos-
ter en T. S. Goslinga).
Dc aftredenden worden herkozen be
halve dat in de plaats van den heer Wil
brink tijdelijk wordt benoemd de heer de
Reede.
lOo. Benoeming van een lid van de Com
missie van Beheer over de gestichten „En-
degeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" (af
tredend: de heer F. Eikerbout). (126)
De aftredenden worden herkozen.
llo. Benoeming van vier leden van de
Commissie voor den Geneeskundigen- en
Gezondheidsdienst (aftredend: de H.H. A.
ran Rosmalen, H. L. J. Tobé, A. J. Jonge-
!een en T. S. Goslinga).
De aftredenden worden herkozen.
12o. Benoeming van twee leden van de
Commissie voor het Oud-Archief, uit de
leden van den Raad (aftredend: de H.H.
M, H. de Reedè en J. H'. A. Manders).
De aftredenden worden herkozen.
13o. Benoeming van twee leden van de
Commissie voor het Oud-Archief, buiten
ie leden van den Raad (aftredend: de
HH. w. J. J. C. Bijleveld en Mr. W. van
Iterson) (127)
De aftredenden worden herkozen.
14o. Benoeming van vier leden van de
Commissie voor het Stedelijk Museum „de
lakenhal" (aftredend: de H.H. prof. dr. J.
A. J. Barge. W. J. J. C. Bijleveld, T. Groe
neveld en mr. J. Slagter). (128)
De aftredenden worden herkozen.
15o. Benoeming van een lid van het be
stuur der Stedelijke Werkinrichting, uil de
leden van den Raad (vacature: de heer J.
M. Vos).
Benoemd wordt de heer v. d. Laan.
16o. Benoeming van een lid van het be
stuur der Stedelijke Werkinrichting, bui
ten de leden van den Raad (aftredend: de
heer J. Heringa).
De aftredende wordt herkozen.
17o.Benoeming van een Commissaris der
Gemeentelijke Hulpbank (Gemeentelijke
Bank van Leening en Geldschietbank) (af
tredend; de heer M. H. de Reede) (129)
De aftredende wordt herkozen.
18o. Benoeming van een plaatsvervan
gend lid der Commissiën bedoeld in art. 2,
lo lid, sub 3o, der verordening, houdende
Reglement voor de Commissiën van Ad
vies, betreffende de arbeids- en dler.st-
voorwaarden van het personeel in dienst
der gemeente Lelden (vacature: de heer
J. M. Vosi.
Benoemd wordt de heer Würtz.
19o. Benoeming van vijf leden van de
verkeerscommissie (aftredend: de H.H. T.
Groeneveld. J. Wilbrink, J. H. A. Manders,
Mr. G. H. E. Nord Thomson en D. Parmen-
tier). (130)
De aftredenden worden herkozen.
20o. Benoeming van een lid van de Com
missie van Toezicht op het Middelbaar On
derwijs. (131)
De heer ir. Stokhuyzen wordt benoemd.
21o. Benoeming van een gemeentelijken
commissaris bij de N.V. Leidsche Duinwa
ter-Maatschappij. (132)
Herbenoemd wordt de heer v. Ginkel.
22o. Aanwijzing van een candidaat voor
de benoeming van een Commissaris bij de
N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij
(132)
Benoemd wordt de heer Goslinga.
23o. Benoeming van een tijdelijk leerares
in het Duitsch aan de Hoogere Burger
school met 5-Jarigen cursus, voor den cur
sus 1937—1938. (133)
Benoemd wordt mej. Dijksterhuis.
KASGELDLEENINGEN.
21o. Voorstel In zake het aangaan van
kasgddleenlngen, gedurende het 4e kwar
taal 1937. (134)
Conform besloten.
REGLEMENT AUTOVERVOER
PERSONEN.
25o. Voorstel tot het vaststellen van een
verordening, regelende het beroep, bedoeld
In de art. 13, 15, 17 en 18 van het Regie
ment Autovervoer Personen. (135)
De heer HESSING dient volgend voor
stel in:
De Raad besluit een vaste commissie zij
ner leden te belasten met het uitbrengen
van een advies over de verzoekschriften
welke bij den raad worden ingediend in
gevolge de verordening regelende het be
roep, bedoeld in de artt. 13. 15, 17 en 13
van het R.A.P.
en noodlgt het College van B. en W. uit
hem een aanbeveling voor de leden van
deze commissie voor te leggen.
De heer SNEL steunt het voorstel-Hes-
sing. Spr. Is teleurgesteld, dat een zoo be
langrijke regeling als deze niet tijdig is
voorbereid. Nu is sinds 1 Sept. deze aan
gelegenheid al in werking! Spr. betreurt
dat prae-advies van B. en W. op eenige
adviezen nog niet is afgekomen. Spr.
vraagt of ook een bepaling is opgenomen
ten aanzien van het beoordeelen van loo-
nen en arbeidsvoorwaarden door B. en W.?
De heer GOSLINGA vraagt of de ver
keerscommissie hier niet ingeschakeld kan
worden inplaats van een nieuwe commissie
De heer GROENEVELD vraagt, waarom
deze aangelegenheid niet in de verkeers
commissie is behandeld.
De VOORZITTER meent, dat het hier
een zaak van grootere en wijdere strek
king betreft en oordeelt het daarom beter,
dat B. en W. ook in deze de leiding be
houden. Maar B. en W. willen nog wel eens
onderzoeken en vragen praeadvles.
De heer HESSING gaat daarmede ac-
coord, mits spoed wordt toegezegd. Het
idee-Goslinga oordeelt spr. niet gewenscht
daar ook niet-raadsleden in die commis
sie zitten.
Conform wordt dan besloten ten aan
zien van het voorstel-Hessing.
De VOORZITTER zegt, dat diverse or
ganisaties gekend zijn inzake de adressen,
waarop de heer Snel doelde. Maar deze zijn
grootendeels achterhaald en hebben geen
beteekenis meer. Loonen en arbeldsbepa-
iingen kunnen niet opgenomen worden. De
verkeerscommissie stond buiten deze kwes
tie en is daarom niet gekend.
De heer HESSINGG is van oordeel, dat
B. en W. wel degelijk de arbeidsvoorwaar
den kunnen opnemen, zooals in Rotterdam
ook is geschied.
De heer SNEL voegt nog andere plaat
sen daaraan toe.
Bij art. 1 stelt de heer HESSING voor
den term „kan degnen aan wien het be
roep toekomt" te vervangen door „kan ieder
belanghebbende". De eerste aanduiding is
te beperkt en steunt trouwens ook niet op
het R. A. P. Spr. verwijst naar art. 13 sub.
1 en art. 11 daarvan. Dat is trouwens ook
logisch.
De heer v. d. KWAAK meent, dat par
ticuliere verhuurders toch moeilijk een
paar dagen tevoren kunnen opgeven wan
neer zij zullen rijden, terwijl dat toch af
hangt van de omstandigheden. Daarvan
zullen z. i. de groot-bedrijven profiteeren.
De heer GOSLINGA meent, dat beroep
practisch alleen toekomen moet aan recht
hebbenden. Hoe kan een buitenstaander
op de hoogte zijn?
De VOORZITTER zegt den heer v. d.
Kwaak toe, de genoemde moeilijkheden
onder oogen te zullen zien. Z. i. mag een
gemeente niet nader treden in wat dc al-
gemeene wet bepaalt. En z. 1. de wet. in
deze duidelijk: beroep komt toe, aan wie
daartoe bevoegd is, niet aan buitenstaan
ders of concurrenten.
De heer HESSING repliceert. De geest
van het R. A. P. stelt hem volledig in het
gelijk, meent hij. Laat anders de minis
ter maar eens duidejijk beslissen. Spreker
wijst het bezwaar Goslinga af.
Het amendement-Hessing word met 18
14 stemmen aangenomen.
Voor de S.D.A.P. en de heeren Eikerbout,
Lombert. v. Weizen en Key.
Bij art. 3 verdedigt de heer HESSING een
amendement om een beslissing op een be
roep te doen plaats vinden uiterlijk na 2
maanden, niet na 3 maanden, zooals B. en
W. voorstellen. Dit om den noodigen spoed
te betrachten in 't belang van alle partijen
De heer GOSLINGA* ziet in dit amen
dement een tegenstelling met het in prae-
advies genomen voorstel-Hessing.
De VOORZITTER oordeelt een 3 maan
den-termijn gewenscht, daar toch ook in
gewikkelde kwesties zich kunnen voor
doen. Hij stelt voor 2 maanden te aanvaar
den, echter met recht van verdagen voor
1 maand.
De heer HESSING vereenigt zich daar
mede. Z. h. st. wordt de verordening goed
gekeurd.
26o. Voorstel tot het aan het openbaar
verkeer onttrekken van het jaagpad on
der de spoorbrug over den Trekvliet in den
in den spoorweg LeidenWoerden (133)
Conform besloten.
DE OVERWEG AAN DEN
RIJNSBURGERWEG.
27o. Voorstel
a. tot het intrekken van het uitbrei
dingsplan, voor zooveel betreft gron
den gelegen ten noord-westen van de
spoorbaan AmsterdamRotterdam er.
ten Zuiden van het voorm. Psychopa
thenasyl (Pesthuis);
b. tot het, overeenkomstig art. 36, 4e lid.
der Woningwet bepalen, dat de vast
stelling van een plan van uitbreiding
voor het sub a bedoelde gedeelte der
gemeente wordt voorbereid. 137)
De heer SCHULLER vraagt nadere ge
gevens over een adres van de N.V. Fabriek
van Verduurzaamde Levensmiddelen v.h.
L. E. Nieuwenhuizen, waarin deze vraagt
het voorstel niet te aanvaarden voor een
onteigeningsprocedure heeft plaats gehad,
gelijk de gemeente beloofd had ter zifting
van den Raad van State, zoo men binnen
2 jaar niet tot overeenstemming was ge
komen.
De heer v. ECK heeft met vreugde ken
nis genomen van dit voorstel voor zoover
daaruit blijkt, dat er althans kans is op
een oplossing in overeenstemming met 't
Weikfonds waardoor er bovendien werk zal
komen voor vele arbeiders, gelet ook op 't
zorgwekkend verloop van zaken inzake de
werkloosheid hier ter stede. Kunnen B. en
W. precies mededeelen in welk stadium de
zaak is? Dat het niet te lang zal duren,
voor een aanvang met het werk zal worden
gemaakt is spr.'s oprechte wensch.
De VOORZITTER zou zich ook ten zeer
ste verheugen zoo de oplossing werkeiijk-
neid werd. Nadere gegevens kunnen B. en
W. echter nog niet geven, gelet op de di
verse factoren hierbij betrokken.
Hij geeft de verzekering dat een sympa
thiek onthaal is gevonden voor de voor
stellen van B. en W. en spr. hoopt in Nov.
as. een uitgewerkt plan in handen te zul
len hebben, dat hopenlijk te financieren
zal zijn.
Spr. komt dan tot het adres. Het verwijt
daarin is slechts schijn en B. en W. moe-ten
dan ook daartegen ten stelligste opkomen.
Indien iemand grond koopt, moet hij
rekening houden met allerlei bepaiingen
van eenig toekomstig uitbreidingsplan. Zoo
is het ook hier. Hetzelfde geschiedde aan
de Haarlemmer Trekvaart met grond van
de gebr. Mulder. Een hoogere instantie
keurde het uitbreidingsplan voor dat ter
rein niet goed en dat plan moest worden
veranderd.
Het adres bevat overigens vele onjuist
heden. wat spr. nader uiteenzet. Er is een
rceël bod gedaan, dat werd afgewezen (f. 1
Der vierk. M., terwijl f. 2.50 werd gevraagd)
Een goed bruikbare verkeersweg Is daar
zoo niet te allen tijde onmogelijk, toch in
verre toekomst uitgesloten. De grond ligt
ingesloten.
De onderhandelingen met het Werkfonds
dateeren pas van Juni van dit jaar en zijn,
zooals gezegd, in verdere uitwerking
De totdusver gedachte oplossingen wa
ren alle te duur. B. en W. willen de
firma niet aandoen om grond, waarop zij
prijs blijkt te stellen, te onteigenen.
De heer SCHÜLLER concludeert, dat de
firma blijkens dit* voorstel op den duur
wellicht voordeel zal kunnen behalen.
De heer GOSLINGA is van oordeel: de
firma krijgt thans het deksel op den neus.
Hij gelooft niet. dat behalve sporadisch,
eenige werkloozen werk zullen krijgen door
deze gedachte oplossing, waarbij niet alleen
Leiden, doch ook de omgeving en de spo
ren belang hebben.
Z. h. st. wordt het voorstel aangenomen.
28o. Verdeeling van den Raad in Sectiën.
Hierna even voor half zes sluiting.
Aan bovenstaande hebben wij weinig
meer toe te voegen, het spreekt voor zicli
zelf! Zeer verheugend is, dat er thans in
derdaad binnen afzienbaren tijd men
denke echter vooral niet. dat het een kwes
tie van maanden is! kans komt op een
oplossing van het Rijnsburger-overweg-
vraagstuk. een oplossing, waarnaar Leiden
en omgeving snakt. Moge thans succes
worden verkregen!
Burgemeester Keyzer.
Maandag as. herdenkt burgemeester W.
J. H. J. M. Keyzer zijn 25-jarig ambtsjubi
leum. Op 8 September 1884 werd hij te» Den
Bosch geboren. Hij werd opgeleid tot officier
bii het leger, waarvan hij thans nog reserve
kapitein is. Later legde hij zich toe op de
gemeente-administratie en vond plaatsing
a's volontair ter secretarie van de Noord-
Brabantsche gemeente Berkel-Enschot en
slaagde als candidaat gemeentesecretaris.
13 September 1912 volgde zijn benoeming tot
burgemeester-secretaris van Berghem in
Noord-Brabant om op 16 April die functie
te verwisselen voor het burgemeesterschap
van Stompwijk en Veur. Naast zijn ambts
werkzaamheden is de jubilaris nog eere
voorzitter van de Wiihelminavereeniging,
de R K. Harmonie St Cecilia, de Hard
draverij Vereeniging Nooit Gedacht, voor
zitter van het comité autotochten voor
ouden van dagen en tot voor kort voor
zitter van de afdeeling StompwijkVeur
Nootdorp van de Hollandsche Maatschappij,
van Landbouw en van de afdee'.ing van het
Ned. Roode Kruis.
Ter viering van dit jubileum heeft zich
in de buurtschap Stompwijk een comité ge
vormd bestaande uit de heeren C. Waayer,
voorzitter. C. van der Zijden, secretaris. H.
Smits, penningmeester, J. B. Boogmans, J.
C. van den Bosch, M. Belt en A. L. van
Wijk, leden
Op initiatief van de heeren Hoboken.
Beck, van den Bosch en Olsthoorn zal vol
gende week Dinsdag, des middags om twee
uur op het terrein van de Harddraverij
Vereeniging Nooit Gedacht; een concours-
hippique worden georganiseerd, waarvoor
verschillende prijzen beschikbaar zijn ge
steld. Voor den aanvang zal de jubilaris
worden gehuldigd. Des avonds zal een vuur.
werk worden afgestoken
Als bijzondere attentie zal de jubilaris
van zijn huis naar het feestterrein worden,
gereden door een rijtuig met bijzondere
bespanning, welwillend beschikbaar gesteld
door Gebr. van de Lans te Den Haag
In Leidschendam zal des Maandag'-
och+ends de R.K. Harmonie St Cecilia den
jubilaris een serenade brengen, terwijl een
aantal personen onder leiding van den heer
Bakker tegelijkertijd een cantate zullen
zingen.
Des middags zal een buitengewone gecom
bineerde vergadering van de raden van
Stompwijk en Veur worden gehouden.
A. U. te Z. Al treedt de wet in wer
king, zijn er voor het vestigen van de
door u genoemde zaken voorloopig nog
geen eischen gesteld.
A. B. te L. Als bepaalde goederen ge
meenschappelijk eigendom zijn, is daarin
geen verandering te brengen.
O
Meermalen is tot het bestuur der 3 Oct.-
Vtreenlging de vraag gericht, hoe 't toch
mogelijk is, elk jaar weer een nieuw en ge
schikt onderwerp te vinden voor een op
tocht op den bekenden feestdag voor
leiden. Vooral dit jaar, nu in 1936 bij de
«isterrijke herdenking van het 50-jarig
jötaan der vereeniging een overzicht van
ce optochten der laatste 15 jaar was ge-
Wen, was de nieuwsgierigheid groot, om-
ut de meening werd gekoesterd, dat de
[corraad en vindingrijkheid thans wel uit-
üput zouden zijn. Erkennend, dat het een
"stele maal wel eens moeilijkheden heeft
•Pgeleverd, een plan te vormen, dat niet
ji'een voor de Leidsche bevolking de noo-
belangstelling heeft, maar ook de dui-
JfMen vreemdelingen opwekt om op 3
October Leiden te bezoeken, kan verklaard
'"den, dat juist dit jaar 't aantal inge
zien ontwerpen zóó groot is, en enkele
hshan zich zóó goed voor uitwerking
"enen. dat het voor het bestuur geen ge-
®4kkelijke taak was, de juiste keuze te be-
Wïn. Na lange besprekingen en overwe
gen meende het voor d'it jaar als on
twerp voor den optocht te moeten ne-
6(si: Mythen en Sagen uit de geschiede-
i4 van Griekenland, waaruit een enkele
ftaal een bijzonder feit wel eens is ver
toond, doch nog niet geheel den optocht
'"(t bepaald. Voor velen, vooral voor hen
h-t middelbare en gymnasiale opleiding
toj'en de talrijke goden en godinnen geen
boekenden zijn en zullen de feiten, aan
"amen verbonden, en die daaraan een
JJJ'e mysterieuze beteekenis hechten, niet
/"'"f zijn, doch er zijn onder de duizen-
41e den optocht gadeslaan, tallooze
toeschouwers, voor wie mythen en sagen
niet meer dan klanken zijn.
Darom is het gewenscht, vooraf eenige
verklaring van de verschillende groepen
te geven; de nog studeerende jeugd kan
deze dan beschouwen als een herhaling van
het geleerde; het groote publiek krijgt be
ter inzicht van wat vertoond wordt, doch
zeer belangrijk is, dat de deelnemers be
kend zijn met de personen, die zij moeten
voorstellen, opdat zij zich beter kunnen
indenken in hun rol en deze daardoor naar
behooren kunnen vervullen.
De geheele optocht bestaat uit 14 groe
pen, die ieder afzonderlijk een geheel vor
men; door cartouche dragers worden zij
aangeduid en van elkaar gescheiden; 300
personen werken mee; alle costumes wor
den nieuw gemaakt; elke groep wordt ge
heel in dezelfde kleur gehouden. De Griek
sche benaming der goden en godinnen
wordt gebruikt, doch ter verduidelijking
zooveel mogelijk de Romeir.sche naam bij
gevoegd.
Het ontstaan der wereld.
Voor tot beschrijving wordt overgegaan,
een korte verklaring omtrent het ont
staan der wereld en der goden. Allereerst
ls. naar de voorstelling der Grieken, de
Chaos ontstaan, de oneindigheid, de raad
selachtige oorsprong van heel de bezielde
en onbezielde wereld. Daaruit ontstonden
Gaia (Gaea), de aarde en de Tartaros, de
afgrond diep onder de aarde, en Eros de
liefde, de macht, die alles verbindt. Uir de
Chaos kwamen eveneens voort de Duister
nis en de Nacht; zij werden op hun beurt
de oorsprong van het Licht en van den Dag
Verder werden uit Gaia (de aarde) nog
geboren Oéranos (Uranus), de hemel, de
gebergten der aarde en Pontos, de zee.
Gaia (aarde) en Oéranos (hemel) huw
den elkaar en kregen achttien kinderen;
drie daarvan hadden honderd armen en
vijftig koppen, de Hekatoncheiren; drie
andere hadden ieder één oog, midden in
het voorhoofd geplant, de Cyclopen. De
andere kinderen, zes jongens en zes meis
jes, waren goed gevormd en heetten Ti
tanen. Oéranos (hemel) koesterde weinig
ouderlijke gevoelens ten opzichte van zijn
kinderen; zoo gauw er één geboren was,
stopte hij het weg in diepe duisternis in
het binnenste der aarde, uit vrees, dat zij
hem zijn heerschappij over de wereld zou
den ontrukken. Toen verzon Gala (de
aarde) een list. Zij maakte een groote
scherpgetande sikkel en sprak tot haar
kinderen: „Als gij wilt, zullen wij ons ge
makkelijk op uw vader kunnen wreken".
Allen zwegen vol ontzetting; niemand
hunner was bereid iets gewelddadigs tegen
hem te ondernemen behalve de jongste en
listigste onder hen. Kronos. Deze wachtte,
in een hinderlaag verscholen, zijn vader
op. Met de sikkel gewapend, overviel hij
Oéranos, toen deze niets kwaads vermoed
de, verminkte hem op een gruwelijke wijze
en beroofde hem van de heerschappij.
Oéranos sprak zijn vloek tegen zijn mis-
dadigen zoon uit en die vloek kwam wel
dra in vervulling. De lichaamsdeelen, waar
van Kronos met zijn sikkel zijn vader be
roofde, vielen in zee en verwekten daar 't
schuim, waaruit later Aphrodite ontstond.
Uit de bloeddroppels, welke uit zijn lichaam
op de aarde vielen, ontstonden de Erin-
nyen (Furiën), de Giganten en de Nym-
phen. Kronos regeerde nu; zijn zuster Rhea
(Rheia) nam hij tot vrouw. Toen hij van
Gaia (de aarde) vernam, dat ook hij door
zijn eigen zoon verdreven zou worden, ver
slond hij al zijn kinderen, zoodra zij ge
boren werden. Een vijftal onderging dit
vreeselijk lot. Maar toen het zesde kind
geboren zou worden wendde Rhea zich om
raad tot haar ouders Op hun aansporing
ging zij naar Creta; daar werd Zeus ge
boren en in **n grot neergelegd, waar een
geit hem voedde met haar melk, terwijl
gewapende mannen met hun lansen op
hun schilden sloegen, opdat vader Kronos
het schreien van het kind niet zou ver
nemen. Aan den vader werd een steen ge
reikt, zorgvuldig, als een zuigeling, in doe
ken gewonden; hij slokte hem op, in de
meening, dat hij zijn pas geboren zoon ver
slond. Zeus groeide voorspoedig op en werd
de mooiste en sterkste van de goden. Toen
hij volwassen was, dwong hij. geholpen door
Gaia, zijn vader Kronos zijn opgeslokte
kinderen weer te voorschijn te brengen
eerst kwam de steen, toen volgden goden
en godinnen. Een hevige strijd ontspon zich
nu tusschen de oude en de jonge goden;
13 jaar werd er gevochten; toen bracht Zeus
de Hekatoncheiren uit hun donker verblijf
aan het licht; de Cyclopen werden be
vrijd, de honderdarmigen opgeroepen. Ge
weldig was de botsing van de vijandelijke
scharen; de zee bruischte hoog op, de
aarde dreunde, de hemel raakte in beroe
ring, de machtige Olympus sidderde tot op
zijn grondvesten; tot in de diepte van den
Tartaros waren de zware voetstapper, van
de aanstormende goden, was de doffe slag
van de neerkomende rotsblokken, duideiijk
waarneembaar. Onophoudelijk slingerde
Zeus zijn bliksems, knetterend kraakten de
donderslagen, bosschen raakten in brand,
rivieren begonnen te koken. Eindelijk be
haalden de jonge goden de overwinning;
de oude werden in den Tartaros geworpen,
zoover onder dc aarde, als de hemd er
boven is. opgesloten binnen in een meta
len omheining, omgeven door driedubbelen
nacht, streng bewaakt door honderdar
migen en cyclopen.
De heerschappij der Jongere goden was
voor goed gevestigd.
Groep I.
Zeus, de koning van hemel en aarde.
Zeus (Jupiter), de hoofdpersoon in de
eerste groep van den a.s. optocht, was nu
de koning van hemel en aarde, de ieer-
scher in hrt godenrijk dat, naar het volks
geloof der Grieken op den met nevelen om
geven kop van den Olympos gevestigd was.
Hij deelde zijn gebied met zijn broeders
Hades en Poseidon. Voor zlchzelven be
hield hij het rijk des hemels en der zui
vere lichte bovenlucht. Hij zetelde op den
steeds in nevelen gehulden top van den
Olympos. Rondom den top lagen de wonin
gen der andere goden. Van zijn verheven
woonplaats af veroorzaakte hij alle ver
schijnselen des hemels, donder en bliksem,
storm, sneeuw en hagel, maar vandaar
zond hij ook den zachten, bevruchtenden
regen op de aarde, die den menschen heil
en voorspoed aanbrengt; ook de dauw en
de zachte warmte Ier lente, de helderheid
der lucht waren zijn gaven. Daar hanteer
de hij ook de Aigis, eigenlijk „het geiten-
vel", zijn geweldig schild, dat niets an
ders schijnt te zijn dan een symbool van
de met bliksem geladen wolk-en.
Volgens sommige legenden was het ver
vaardigd uit de vacht van de geit Amal-
theia, die hem, toen hij een kind was, ge
zoogd had. In den strijd tegen de Titanen
en de Giganten had het hem voortref
felijke diensten bewezen. Als hij die Aigis
schudt, ontstaan er stormen en onweders.
dan verzamelen zich zware donkere wol
ken en de aarde davert bij het ratelen van
den donder. De bliksems, die hij dan werpt,
door de Cyclopen voor hem vervaardigd,
zijn de vreeselijkste wapenen. Van hem
gaat de gansche orde in de natuur uit. De
;oden eeren hem als hun koning en als
den heerscher van de onsterfelijken en de
stervelingen. Zijn verstand evenaar) zijn
macht Voor hem is niets verborgen. Het
verleden het heden de toekomst liggen
voor hem open. Hij geeft zijn orakels of
zelf, óf hij laat ze verkondigen door de
stem van zijn lievelingszoon Apollo. Van
hem hebben de koningen der aarde hun
heerschappij en hun recht om te heer-
schen ontvangen; aan hem zijn zij verant
woording verschuldigd voor de trouwe uit
oefening van hun ambt. Want zwaar straft
hij degenen onder hen die misdadig hun
macht misbruiken en het wagen, recht en
wet te schenden.
(Wordt vervolgd)