Engelsche bobbies op Schiphol - Restauratie Groote Kerk in Alkmaar LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 78sfe Jaargang FEUILLETON Kameraad Moeder DE BEIDE ENGELSCHE OOBLOi. SCHEPEN „LONDON" EN „SUSSEX" - brengen een bezoek aan Venetië. De „London" voor anker in het Canal Grande Op den achtergrond het Dogenpaleis. ENORME DRl'KTE BIJ WERK- SPOOR tc Utrecht, in verband met een bestelling der Ned- Spoor wegen van een aantal der nieuwste electrische treinstellen. De wagons kunnen in groote ringen om hun a« draaien in de fabriek. OP SCHIPHOL ARRIVEERDE EEN TWINTIGTAL ENGELSCHE BOBBIES, dat zal deelnemen aan de feestelijkheden van den Algemeenen Ned. Politiebond, die 50 jaar bestaat. De aankomst. OE BELGISCHE LAKENFABRIEKEN koppen bijna al het vlas op uit den Wie- ringermeerpolder. Er heerscht aan het station te Medemblik een ongekende drukte met het laden der wagons. DE \VICHELR O EI) ELO OI STER mevr. Klein-Sprok- kelhorst heeft de aanwezigheid aangetoond van een gang, welke moet loopen van 't kasteel Cannenburgh te Vaassen naar heet slot Het Oude Loo. DE WERKZAAMHEDEN AAN DE GROOTE KERK TE ALKMAAR. in verband met de .instortingsverschijnselen. Het exterieur der kerk. Op de linkerzijde de steigers, welke aangebra-cht zijn. om de noodige herstellingen te verrichten. Roman van CHRISTEL BROEHL—DELHAES. 20) Het zou me een lief ding waard zijn, zei Tiebruck eenigen tijd later tot Romana als we spoedig konden trouwen. Dan zouden we van al die moeilijkheden af zijn. Als jij eenmaal in mijn huis bent, loopt alles vanzelf. Wij trouwen', antwoordde Romana, als we tegenover den ouden Westphal onze belofte zijn nagekomen. Het duurt langte lang, zei Tie bruck, terwijl hij haar hand nam en deze naar zijn lippen bracht. Hij had nu zijn hoofd gebogen, zoodat Romana op hem neerkeek. Haar hand rustte in die van den bekwaamsten en po- Pulairsten medicus uit den wijden omtrek Hoeveel menschen had deze hand reeds 'ot nieuw leven gewekt? Hoeveel verstand, hoevel geest en intellect verborg dat bleeke voorhoofd? En desondanks was het slechts 'vn jongen, deze groote en beroemde man; zij moest moederlijk met hem omgaan en zijn hoofd aan haar hart laten rusten. Ik heb je lief. Romana, zei Tiebruck. Rn telkens, wanneer hij dat zei, doortrilde Romana een onwezenlijk, schier onbegrij pelijk geluk. Zij was een geschenk voor hem, voor den man, die nooit een van kracht en levens vreugde blakende vrouw de zijne had kun nen noemen en hij ging een huwelijk uit liefde aan. wanneer hij Romana tot zijn vrouw maakte. Het was een tot elkander neigen, dat niets met leeftijden en om standigheden had uit te staan. Zij zou den elkaar hebben lief gehad, als zij kin deren waren geweest en zij zouden elkan der hebben willen toebehooren, als zij hun jeugd reeds lang achter zich hadden ge had. En nu kon Tiebruck niet wachten tot hij haar eindelijk voor de geheele wereld de zijne mocht noemen Eiken dag, die verstreek, leek hem Verloren. Bovendien drukte hem de onopgehelderde atmosfeer bij hem thuis, waar hij de waakzame oogen van Georg en de verwijtende blikken van Camilla steeds op zich gericht voelde. Slechts Aif's kinderlijke belangstelling voor Romana was hem een lafenis. De jongen vroeg herhaaldelijk naar haar, zij had zich stormenderhand een plaats in zijn hart weten te veroveren en Tiebruck moest hem telkens weer plechtig beloven, dat hij die aardige juffrouw Parhoff spoedig weer eens mee zou brengen. Het scheen, dat de onevenwichtige toe stand, waarin de beide oudste kinderen van Tiebruck verkeerden, bij hen een dringende behoefte deed ontstaan aan gezelschap en aanspraak van anderen. Camilla noch Georg hadden zich ooit zoo bij hun mede leerlingen aangesloten als den laatsten tijd. Georg hokte bijna dagelijks met Giin- ther Pasting samen en deze nieuwe vriend gaf zich alle moeite om den goeden indruk, welken Romana op Georg had gemaakt, weer uit te wisschen. Camilla klaagde haar nood bij Lala Esch en zij liet zich door deze eeuwig vragende en speurende vrien din maar al te graag als martelaies behan delen. Ook Lala Esch wachtte er zich wel voor bemiddelend op te treden, maar toen zij bemerkte, dat Camilla onder haar waan voorstellingen inderdaad begon te lijden, zei ze: Je moet je eens wat meer met andere dingen bezig houden, met tennis sen b.v. Ach, tegen jou kan ik immers toch niet op, antwoordde Milla moedeloos. Lala Esoh was sinds eenigen tijd junior tenniskam pioene en beschikte in den tuin bij de villa van haar ouders over een eigen oefenbaan. Onzin. Als je bij mij komt, zullen we eens samen spelen. Dan kan je trainen. Camilla voelde zich in niet geringe mate gevleid, dat de jonge kampioene zich over haar wilde ontfermen en zij stelde der halve een middag voor. Lala stemde aan vankelijk toe, maar daarna herinnerde ze zich plotseling, dat ze dien dag iets anders op haar programma had. Je kunt komen, wanneer je wilt, Mil- ia, maar dien Donderdag toevallig niet, want dan doet Erwin Westphal examen.. Erwin Westphal? Wat heb jij daarmee te maken? Lala trok een geheimzinnig gezicht en drukte Milla's hand. Je hebt mij zooveel toevertrouwd, lieve kind, dat ik ook eerlijk tegenover je wil zijn: Erwin en ik spelen veel samen en in de laatste wedstrijden hebben we zelfs heel wat dubbels gewon nen. Ik vind hem een eenigen vent, en eer lijk gezegd, ben ik zelfs een beetje verkik kerd op hem. Maar nu is hij bijna afge studeerd en wil hij minder gaan spelen. Reuze jammer, natuurlijk. Donderdag doet hij zijn doctoraal en dan wil ik hem gaan feliciteeren. Dat zal hij vast reuze aardig vinden. Een groote boeket rozen krijgt hij van me Is dat niet een beetjeopdringe rig? twijfelde Camilla, die zich niet kon voorstellen, dat ze ooit vreemden jonge mannen bloemen zou vereeren. Lala tipte met haar vinger tegen haar voorhoofd en lachte: Ben je niet lek ker? Hoe kom je er bij? Hoe moet hij an ders merken, dat ik hem graag mag? Te genwoordig loopen de mannen de meisjes niet meer na! Camilla voelde zich eenigszlns beschaamd maar dat veranderde nochtans niets aan 'naar warme gevoelens van vriendschap je gens Lala Esch. Zij klemde zich aan haar schoolvriendin vast in een soort afweer te gen de betooverir.g, welke er van Romana uitging en waaraan zij nog steeds niet ge heel vermocht te ontkomen. Lala bemerkte niets van Camilla's gedachten: ze babbelde vergenoegd door: Misschien vraagt hij me dan ergens thee met hem te gaan drinken of maken we samen een wandeling. Zijn en mijn ouders zijn goed met elkaar bevriend en tenslotte zijn we toch tennispartnersGeen mensch zal daar wat achter zoeken. Ik vermoed, dat hij zich niet bijster interesseert voor zestienjarige blagen, vreesde Camilla, maar haar vriendin liet zich ook door deze opmerking niet uit het veld slaan. Nou. dat zullen we nu maar in het mf/edden laten. besloot ze met een veel zeggend knipoogje. In ieder geval blijft het dus afgesproken, dat jij Vrijdag komt tennissen?! De ontmoeting met den jongen Westphal viel evenwel heel anders uit dan Lala ver wacht had. Nadat ze er zich nauwkeurig van overtuigd had, dat hij haar niet kon ontgaan stelde ze zich op een gunstige plaats voor de universiteit op. Zij moest tamelijk lang wachten en trachtte zich den tijd te verdrijven door de twintig uitge zochte rozen met lange stelen telkens weer opnieuw te schikken en zich aan hun geur te verkwikken. Toen Erwin dan eindelijk met eenlge an dere heeren de hooge trap afkwam en met een handdruk van hen afscheid nam, vloog de kleine Lala met haar fladderend or gandie jurkje op Erwin toe en overhandig de hem met uitgestrekte armen de kos telijke boeket. Ze deed het zóó lieftallig en met zóóveel gracie. dat Erwin verrast glimlachend in haar stralend naar hem opgeheven gezichtje keek. Juffrouw Lala? Dat is werkelijk een buitengewone verrassing. U verwent me vcrsohrikkelijk. Ach nee, protesteerde ze. Van harte gelukgewenscht, meneer doctor Westphal. Wie zegt u, dat ik niet gesjeesd ben? vroeg hij scherstend. Mijn hartZij waagde met deze beide woorden zeer veel en verschrikt en nieuwsgierig trachtte ze op zijn gelaat de uitwerking van deze ondoordachte en al te impulsieve bekentenis te lezen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5