Financieel-Economisch weekoverzicht ai m wi De Britsche schaakkampioenen LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zaterdag 4 September 1931 a ÉH wéi y jy i ■J®**"' THIJS IJS EN DE TOOVERSPIEGEL Het stijgende kostenpeil DAMMEN En de gevolgen voor de scheepvaart Alle correspondentie betreffende deze ru briek te zenden aan het Bureau van ons Blad of aan den Red. C. de Nie, Soest-dijk- schekade 162, 's-Gravenhage. Probleem No. 3098. Zwart 7 sch. op: 5, 6, 11, 14, 15, 40, 44, dammen op 45 en 50. Zwart. 1 3 3 4 5 'm m 1 vrn. vïM VjM- '%m Ém. 46 47 48 49 50 Wit. Wif 14 sch. op: 6, 13, 15, 17, 22, 24, 26, 35, 40, 44, 45, 47, 48 en 50. Probleem No. 4000. Zwart 5 sch. op: 4, 5, 9, 10, 15, dammen op 2, 3 en 13. Zwart. 1. 2 3 4 5 v//.V?77///. m m m m j vffik 'Z'Zfo. m m W' W- i im ïZ:é. Li.;:-; w 't Wfc WZ W/t> jrn m SI.8 '4im 'Wt 47 48 49 80 Wit. wit 10 sch. op: 16, 25, 26, 35, 36, 45, 47, 48, 49 en 50. Wit begint en wint. Problematiek. In probleem No. 3096 staan zes witte schijven tegen een overmacht van zes zwarte dammen en vier zwarte schijven. Eén zwarte dam doet dienst, de overige vijl kunnen schijven zijn; meerslag is het mo tief. Wit wint door 18—13, 11—7, 22—17, en 6x10. We zien hierin dus een eenvoudige proeve van meerslag .In No. 3097 zien we een witte dam plus 10 witte schijven te genover 7 zwarte dammen en 6 zwarte schijven. De zwarte schijf op 45 in het dia gram moet een witte zijn. De auteur heeft met dit probleem gedemonstreerd, dat de meeste stukken moeten worden geslagen, terwijl men bij het slaan niet tweemaal over hetzelfde stuk mag gaan. Wit speelt als volgt: 43—39, 32—28, 17-11 4C—35, 35—30, 44—40. Zwart: 34x43, 23x32, 6x37 38x27 24x35. 35x44. Nu slaat wit met zijn dam twaalf stuk ken, en zwart is gedwongen zijn laatste schijf naar 42 te spelen. Wit speelt zijn dam naar 38. Zwart 42x33 en wit 4943 en wint. De lezer zal bemerken dat het slaan van de twaalf stukken niet zoo een voudig is, het is een fraaie meerslag. Men moet terdege opletten, hoe men slaan moet. Drie fantasieproblemen. Als curiositeit plaatsen we nog drie fan tasieproblemen. Hierin zijn drie systemen verwerkt, die in later tijd meermalen be werkt zijn, doch met meer economische standen. Bovendien zijn ze fijner van afwerking. De tweede (No. 3099) verdient de voor keur, wegens den verrassenden eindslag. In No. 3098 (auteur v. Emden), komt ook de reeds besproken fout voor van den laat- sten zet van zwart. De auteur maakt hier bij de opmerking, dat zwart door den zet 7—11, wit belet na 17—12 dam te nemen, indien zwart 4449 speelt. Vandaar dat de eerste zet moet zijn 711, op 4449 kan wit nu niet naar dam gaan door 1711 enz. De auteur heeft vermoedelijk de meer slag niet gezien, die na 4449 mogelijk is door 2420, 49x35, 24x9. De oplossing is als volgt: Wit: 38—32, 23—19. 24—20, 33—29 32-27, 41—37, 41x49. Zwart: 11x22, 14x23, 15x35, 23x43 22x31, 31*42. (.Wordt vervolgd). Faii'hurst een speler met goede theoretische kennis Wit 11 sch. op: 17, 23, 24. 25, 30, 33, 38, 89, 41. 46 en 47. Probleem No. 3099. Zwart 6 sch. op: 1. 2, 8, 11, 16, 33, dam men op: 5, 14, 28, 32, 46 en 49. Zwart. 1 3 3 4 5 De jaarlijksche tournooien om het Britsche kampioenschap hebben sinds vele jaren geen nieuwe namen naar voren gebracht. Sinds het overlijden van Yates in 1932 en het tijdstip dat Sultan Khan zich weer in Indië vestig de, ging de strijd om den titel steeds tusschen Sir George Thomas en W. Winter. Beide spelers waren om beur ten kampioen, in het vorige jaar was Winter de gelukkige. Toch was het eigenaardig dat deze spelers nooit een duidelijke superioriteit boven andere concurrenten toonden, maar niettemin steeds opnieuw aan den spits kwamen. Het was bij wijze van spreken verras send dat er nooit eens iets verrassends gebeurde, d.w.z. dat een ander eens den titel behaalde. Dezen keer echter is het wèl zoover gekomen, de titel werd be haald door den Schot W. A. Fairhurst. De nieuwe kampioen is geen onbekende ln de schaakwereld. Reeds in 1927 nam hij deel aan het internationale tcurnooi van de British Empire Club te Londen en be reikte daar een eervol resultaat. In 1935 speelde hij een match tegen Eliskases remise. Fairhurst staat bekend als een rustige, degelijke speler met goede theore tische kennis. Met Pinksteren van dit jaar zagen we hem in Amsterdam als deelnemer aan den landenwedstrijd Nederland—Enge land. Fairhurst spselde op beide dagen tegen mr. Fontein remise. Het kampioenstournooi werd dit jaar te Blackpool gehouden Fairhurst bezette de eerste plaats met 9 punten uit 11 partijen; op hem volgde Thomas met 8 punten. Win ter, de kampioen van het vorige jaar. was ziek en kon aan den wedstrijd niet deel nemen. Onderstaand een prachtig partijtje van den nieuwen kampioen. Wit: W. A. Fairhurst. Zwart: R. Blow. Dame-Indische verdediging. 1. d2d4 2. c2c4 3. Pgl—f3 4. Pblc3 5. a2a3 Pg8—f6 c7—96 b7b6 Lc8b7 Om Lb4 te beletten. Wit beveiligt zijn dames-paard tegen ruil omdat dit stuk zeer belangrijk is voor het bestrijken der centrumvelden d5 en e4. Een bezwaar van den tekstzet is, dat wit daarmee een tempo verliest. 5. Lf8e7 Zeer in aanmerking kwam. 5d5. waarna een soort damegambiet ontstaat. Aldus zou wit's vorige zet zijn be teekenis verloren hebben. 6. d4d5 Thans laat wit d7d5 niet meer toe en verschaft zich met den tekstzet de grootste bewegl ngsvrij h eid 6. b6b5 Dit pionoffer is nauwkeurig bekeken correct. Het kan echter tot zeer ingewik keld spel leiden en beantwoordt daarom aan den Engelse hen stijl. Het is eigenaar dig. dat de meeste Engelsche spelers er nog typisch klassieke denkbeelden op na hou den en gaarne op den „aanval tot eiken prijs" spelen. door De beste methode om een eventueelen aanval van zwart in de kiem te smoren. 9. 10. 11. Lfl—g2 Pb5c3! Pf6—e4 a7a6 Deze zet getuigt van een nauwkeurige beoordeeling der positie. Wit ziet zeer goed, dat de verzwakking van zijn plonnenstel- ling ruimschoots gecompenseerd wondt door den ruil van het sterke zwarte paard en hét bezit van de open b-lijn. 11. Pe4xc3 Als zwart op e4 laat ruilen, heeft hij in het geheel geen compensatie voor den ge- offerden pion. 12. b2xc3 Le7—f6 13. Ddl—d3 Pb8c6 14. 0—0 Pc6a5 Zwart probeert een aanval tegen den ve gr wakten witten damevleugel. Hij slaagt echter niet en al spoedig blijkt, dat het paard op a5 niets presteert. 15. Tal—bl Ta8b6 16. Lel—e3 Dd8e7 17. c4c5 Lb7d5 18. Pf3d2! Ld 5a2 Zwart heeft reeds geen bevredigende voortzetting meer. Na 18Lg2: 19. Itg2: staat wit. eveneens overwegend. Met den tekstzet doet zwart een nieuwe poging het spel ingewikkeld te maken, maar hü beleeft daar weinig pleizier van. 19. Tol—b4! d7d6 20. Tfl—al Tb8d8 Dreigt 21 dc5: met kwaliteits winst en brzorgt zoodoende La2 een in directe dekking. Deze berekening wordt door het volgende antwoord weerlegd. In- tusschen was ook 20. Lb3 niet vol doende wegens 21. cd6:, cd6: 22. Tabl. 21. c5c6! Zwart. 7. d5 x e6 8. Pc3xb5 9. g2—g3 f7 x e6 0-0 Stelling na 21. c6c6! Met dit eenvoudig zetje verovert wit een stuk. want op 21Ld5 volgt 22. Ld5:, ed5: 23. Dd5:t benevens Da5:. In de partij geschiedde 21d5 22. Ta2: en wit won spoedig. 41. Je begrijpt wel, wat er uit den tooverspiegel trad, toen Dickie Dons daar in gekeken had 't Is Dickie's eigen evenbeeld, dat werkelijk op 't oog geen ziertje van hem scheelt! En toch was er verschil wel tusschen deze twee daar hield Thijs LJs ook reek'ning.mee; zoo'n aardig, rustig ventje als de echte Dickie was, zoö'n boos en nijdig kereltje kwam er uit 't spiegelglasen toen Thijs hen nu bij elkaar zag staan, dacht hij „Straks vliegen zij elkaar nog aan!" Doch dat liep gelukkig toch goed af, omdat de echte Dick geen aanleiding tot vechten gaf die was alleen maar zóó verbaasd, dat hij geen woord kon uiten haast. Toen heeft Thijs vlug verteld, hoe 't met den tooverspiegel was gesteld Dick luisterde aandachtig en hij vond deze list natuuriijk prachtig! „Nu denkt Leo", riep hij uit, „dat ik hier sta, terwijl ik vlug met jou naar huis toe ga!" De Amslerdamsche beurs heeft dit jaar een lange adempauze genomen, alvorens de herfstcampagne in te gaan. Feitelijk was dit een overbodige weelde, aangezien men zich den laatsten tijd niet bijzonder te beklagen had over te intensieven arbeid. Toch is zuïk een adempauze gedurende de laatste dagen van Augustus niet onge- wenscht, omdat inderdaad internationaal zoowel als nationaal met September een gehesl nieuwe periode pleegt aan te bre ken: de eerstkomende maanden vooral zul len immers moeien aantoonen, of de wereldconjunctuur al dan niet zich nog in opgaande richting beweegt. Vrij algemeen is men namelijk de opinie toegedaan, dat de herfstmaanden bij de beantwoording dezer zoo gewichtige vraag doorslaggevend zullen zijn. De situatie is vrij verward, omdat er zoo tallooze politieke factoren zijn, die het economisch beeld vertroebelen, zooals de burgeroorlog ln Spanje, de kerkstrijd ln Dultschl., de versterking van den Dultsch- Italiaanschen as en last not least het con flict in het Verre Oosten dat men naar struisvogelaard nog steeds geen oorlog wenscht te noemen. Daarnaast zijn er ook in het econo misch bestel zelf verschillende facto ren, die een remmenden invloed op het zakenleven uitoefenen. In dit verband mogen wij, naast de factoren, die wij reeds in een vorig overzicht aanstip ten, ditmaal eens wijzen op het alom stijgende kostenpeil, dat een groot deel van de prijs- en omzetstijging dreigt waardeloos te maken. Wij ontwaren deze verhooging der productiekosten in nagenoeg eiken bedrijfstak, zij het bij het produceeren van primaire grond stoffen, zij het bij het vervaardigen van secundaire industrieproducten. Van buitengewoon groot belang is zulks bijv. ten aanzien van den scheepsbouw. De vorige week wijdden wij een deel onzer be schouwingen aan de hausse in scheep- vaartaandeelen en meenden wij op grond van versohillende overwegingen een dom per op den al tegrooten geestdrift te moe ten zetten. Deze week heeft een door den Britschen reeder Lord Craigmyle uitge sproken rede dit enthousiasme metterdaad bekoeld. In deze rede die in alle landen der wereld diepen indruk heeft gemaakt, verklaarde tord Craigmyle feitelijk niets meer of minder dan dat een op rentabili teit zich baseerende scheepvaartonderne ming onder het huidig prijsniveau geen opdracht mag of kan geven voor den bouw van eenig nieuw schip De prijs van nieuwe schepen is gedurende de laatste maanden met groote sprongen 'vaak met 70 of meer, omhoog gegaan als gevolg van de stijging der materiaalprijzen (staal, koper, lood, hout enz.) en, ofschoon ln aanzien lijk mindere mate als gevolg van de stij ging der loonen (stijgingen, de natuurlijk sterk onder den invloed staan van de bewapeningshausse). Het is bovendien geenszins denkbeeldig, dat de bouwkosten nog verder zullen rijzen en wanneer hier tegenover niet een evenredige stijging der vrachtprijzen staat, is het duidelijk, dat zulk een hoog peil van aanbouwkosten de construqtie-programma's van nlet-gesubsi- dieerde scheepvaartondernemingen volko men moet ondermijnen. Men vergete hierbij ten overvloede niet, dat ook de exploitatie kosten der reederljen zelve zich ln stijgende lijn bewegen. Voor de reeders ontstaat dus thans de moeilijke vraag: zijn wij tegen over onze rentabiliteit verantwoord, thans bouworders te geven en zoo niet, heeft het nut. den noodzakelijken nieuwbouw uit te stellen? Het eerste deel der vraag zal waarschijnlijk door de lijnreederijen ln ontkennenden, door de wilde vaart in be vestigenden zin worden beantwoord. Het komt dus voor de lijnreederijen (die als gevolg van tallooze conferentiebedlngen veelal aan vaste tarieven zijn gebonden) vooral aan op het beantwoorden van het tweede deel der vraag en dit hangt weer onmiddellijk af van de opvatting, die elke lndlvldueele reeder koestert ten aanzien van het toekomstig conjunctuurverlooo. Inmiddels zien wij de uitwerking van dit alles ln een stagnatie in het verstrekken van nieuwe bouworders aan de werven, met alle consequenties van dien ten opzichte van machinefabrieken enz., alsmede in een vrij scherpe reactie van de koersen van scheeovaartwaarden. Waar deze geheele materie, gelijk gezegd, ln zoo sterke mate wordt beheerscht door de bewapenings industrie (het materiaal van een schip maakt ca. 60 der totale bouwkosten uit!), daar vreezen wij, dat deze stagnatie niet. gelijk men theoretisch zou moeten verwachten, een daling der bouwkosten tot gevolg zal hebben. Zoo ziet men. hoe oude economische theorieën In het huidige tijdsgewricht vaak geheel misplaatst zijn. Wij behoeven deze week niet ver te grijpen, om deze opvatting ook van andere zijde bevestigd te krijgen. Vroeger gold het als een ijzeren wet, dat een verlaging van het disconto ln een be paald land tot een zwakkere houding van het betrokken ruilmiddel moest leiden. Welnu, eenige dagen geleden verlaagden verschillende Federal Reserve-banken in de Ver. Staten haar herdisconto-tarieven tot resp. IV* ende dollar steeg. De ver houding disconto-ruilmiddel is echter in dit verband van zeer ondergeschikt belang. Wat vooral de aandacht moet trekken, is, dat de regeering van Roosevelt, die sinds Maart met zoo groote dreigementen en daden is te weer gegaan tegen Inflatie, credietovervloed enz., thans zelf toelaat, dat de goedkoop-geld politiek wordt geac centueerd en dat de credietbasls wordt ver ruimd. WIJ moeten dus naar een achter gedachte bij deze paradoxale handelwijze zoeken en wij vinden deze inderdaad ten eerste ln de hierdoor geschapen mogelijk heid voor de Schatjdst, om haar behoeften op goedkoope wijze te dekken, in de tweede plaats in het streven der regeering, liq datie van staatsobligatiën van de zijde vj banken, die gelden vrij willen maken de te verwachten groote oogstfinancieri te voorkomen. Weer een bewijs, hoe Roo velt's politiek, hoe vastberaden schijn ook, zeer vaak een sterk opportunistisch Inslag heeft. De verbetering in Frankr' Wij moeten deze week de „features" n genoeg geheel buiten onze landsgren. zoeken. De enkele weken geleden door o gesignaleerde verbetering der situatie Frankrijk heeft, schoon langzaam, verd ren voortgang gemaakt en wij mogen tha inderdaad concludeeren, dat Bonnet er geslaagd is, die maatregelen door te voere die althans theoretisch bezien een heilza uitwerking op Frankrijk's crediet en vaartspeil moeten uitoefenen. In de eer plaats blijkt thans, dat de operatie t consolidatie der Vit "/o bons 1934 eert su ces ls geworden, een succes, dat zich ook de stijging der koersen van de Fran" Staatsfondsen heeft weersuiegeld. In tweede plaats wordt de heffing van 10 op de rente van staatsfondsen en da mede gelijkgestelde waarden met 1 Jamr as. opgeheven, waardoor een ruimer ma voor dit papier wordt geschapen. In derde plaats is aan de Schatkist de voegdheid verleend, om leeningen in h buitenland op te nemen ten behoeve v de liquidatie of fundeering van buitenlan sche leeningen van openbare lichamen spoorwegen: de bedoeling hiervan is. verhoopte toenemende credietwaardigh van den Fransehen staat ln de plaals stellen van het twijfelachtig crediet di kleinere lichamen. Tenslotte ls Frank met een grootscheepsche reorganisatie d spoorwegen voor den dag gekomen: de 1 .staande particuliere maatschappijen zuil worden Ingebracht ln één groote ondem ming, van welker aandelenkapitaal 51 1 in handen zal zijn der regoering. Dit alles is dus hoopvol voor Fran rijks saneering. Als nu maar niet 4, politieke adder in het gras verborg zati Op 31 Augustus eindigde het vo macht-tijdvak waarin de regee" wetgevenden arbeid door middel va decreten mocht verrichten. Thans-he krijgt het parlement zijn rechten, niet wederom parlementaire manip laties Chautemps' en Bonnet's he' zamen arbeid ongedaan zullen maken Inmiddels heeft zich op de goedere markten de laatste weken een reactie voo gedaan, die door velen met een zeke bezorgdheid wordt aanschouwd en die m' aanleldlng ls geweest tot de zwakke ho ding, welke de aandeelenmarkten heb aan den dag gelegd. De oorzaak d" reactie ligt nog in het duister, de dir" aanleidlng ls evenwel de terughoudendh van consumenten in het algemeen, die bepaalde redenen slechts mondjesm kooperi. Naar onze meening ligt hieraan vrees voor verdere ontwikkelingen v, het Japansch-Chineesch conflict t grondslag alsmede wellicht een on' stemd gevoel, dat het met de ontwi keling der conjunctuur in de hert maanden misschien toch niet zulk e gunstlgen loop zal nemen als m aanvankelijk had vermoed. Het Se tember-overzicht van de National Ci Bank of New York, ofschoon in do* snee nog ln vrij optimistischen t gesteld, doet reeds tusschen de lijn uitkomen, dat er mogelijkerwijze e gens een kink in den kabel zou kunn ontstaan. Vandaar waarschijnlijk aarzeling bij de verbruikers, om zich eenlgszins langeren termijn te dekk Ten aanzien der goederenmarkten zijn twee belangrijke evenementen te con teeren geweest. In de eerste plaats ls o September het Internationaal Sui Quotaplan in werking getreden. Men k tere van dit plan weliswaar geen al groote verwachtingen, vooral niet voor o Java-industrle, doch in elk geval mag m er de hoop op baseeren, dat voortaan thans een ongecontroleerde expansie het suikerareaal zal zijn uitgesloten, dusver was de suiker min of meer asschepoester onder de grondstoffen voedingsmiddelen der wereld, omdat behoudens de mislukte poging van Ch bourne, als een der weinige geheel on controleerd was. Het laat zich aanzien, het nieuwe Internationale plan een stiefmoeder zal zijn, de stabiliteit in markt zal herstellen en handhaven en^. geheele instructie op een wat steviger b zal plaatsen. De tweede gebeurtenis. dier memoreeren waard ls, ls de hemleu van het restrictieplan voor de thee v een tweede periode van vijf jaren na j Maart 1938. Na een periode van tasten, helaas ook zoo nu en dan mistasten, n dit plan thans de industrie zoo goed m lijk ln handen, ln aanmerking neme natuurlijk het feit, dat groote gebieden Japan, Formosa, China en feitcli)K Oost-Afrika geen deelnemers zijn. De tn prijzen zijn op het oogenblik olie- winstgevend en waar de consumptie sie zeer matig ls gestegen, moet de verbete nagenoeg geheel op rekening ran restrictieplan worden geschoven. Er dus alle aanleiding, om het plan na au van zijn geldigheidsduur te vernieuwe De „Koninklijke" heeft eindelijk w bij den wijn gedaan en door het aan tot ruil van dollar- ln guldenobligaties warrant thans ook toepasselijk «3 ren op de coupons vervallend na J» tember 1936 het jarenlange conflict schljnlljk de wereld uitgeholpen. De r schappij heeft hiermede de wijste gekozen. De vraag rijst thans, of meF gevolg van dit besluit zou kunnen zun., de „Koninklijke" eerlang met een em op de markt zal komen, nu de Vereeni voor den Effectenhandel, naar zien-1 aanzien, niet langer zal weigeren, nie aandeelen ln de noteering op te nemen^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14