BINNENLAND
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Maandag 30 Augustus 193]
Een machtig werk bij Bodegraven
UIT DE BONTE WAERELD
De aanleg van den Rijksweg 's Gravenhage-Utrecht
FAILLISSEMENTEN
Verlaging der heffing op
boter, oliën en vetten.
Opheffing van het menggebod
Vermoedelijk in verband met de ver
beterde economische omstandigheden
vertoont het verbruik van boter op dit
oogenblik een stijgende tendenz. De mi
nister van economische zaken heeft ge
meend dit meerdere verbruik van boter
te moeten bevorderen door ongeacht
de wijziging van de heffing, welke in
verband staat met de wisseling van de
Leeuwarder noteering de heffing op
boter met 10 cents per Kg. te verlagen.
Dientengevolge is met ingang van giste
ren de heffing op 55 ct. per Kg vastgesteld,
zoodat de boter tien cents per Kg. goedkoo-
per wordt. In verband met de stijging van de
prijzen van verschillende andere levens
middelen zal deze prijsdaling te meer wel
kom zijn.
De heffing op oliën en vetten wordt in
verband hiermede verlaagd met 5 cents per
Kg. terwijl de heffing op margarine zoo
danig is vastgesteld, dat de prijs van de door
den fabrikant af te leveren margarine met
5 cent wordt verlaagd.
De wijziging van de heffing op boter en
margarine komt vanzelf in een lageren prijs
tot uitdrukking. De minister vertrouwt, dat
ook de producenten van oliën en vetten
hun prijzen met een overeenkomstig bedrag
zullen verminderen, waardoor de verbruiker
ook van deze verlaging zal profiteeren.
Mocht dit onverhoopt niet het geval blijken,
dan zou moeten worden overwogen de ver
laging van de heffing, voor zoover deze niet
aan den verbruiker wordt doorgegeven,
weder ongedaan te maken.
Ten slotte heeft de minister nog besloten
om het menggebod van boter in de mar
garine op te heffen. Het mengpercentage,
dat destijds 40"heeft bedragen, was in den
laatsten tijd reeds sterk verlaagd en bedroeg
thans 10°,'o.
De verlaging van deze heffingen betee-
kent voor het landbouwcrisisfonds een ver
mindering van inkomsten van ruim 8 mil-
Iioen gulden. Deze vermindering is moge
lijk zonder dat aan de tot nu toe geldende
beginselen van de steunverleening aan de
melkveehouders wordt getornd, doordat in
den z.g. zuivelpot (heffingen krachtens de
crisis-uitvoerwet) nog een belangrijk bedrag
aanwezig is.
De nieuwe regeling is gisteren in werking
getreden.
De werkloosheid
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt mede, dat in de week 9 t/m
14 Augustus bij gesubsidieerde vereenigin-
gen met werkloozenkas waren aangesloten
465.400 personen (de landarbeidersbonden
met 74.400 leden zijn hierin niet begre
pen).
Van deze 465.400 verzekerden was in ge
noemde week de geheele week werkloos
22.6
(In de vorige verslagweek, 25 t/m 31
Juli 1937. was dit percentage 22.8).
Het werkloosheidspercentage voor hen.
die de geheele week werkloos waren, was
in de eerste verslagweek van de maand
Augustus in de laatste jaren a.v.1934
24,2. 1935 27.2. 1936 29.0, 1937 22.6.
Betrekt men in zijn beschouwingen ook
de gedeeltelijke werkloosheid en telt men
het percentage gedeeltelijk werkloozen
voor een derde deel bij dat van de geheel
werkloozen, dan blijkt, dat door mindere
gedeeltelijke werkloosheid het totaal
percentage van werkloosheid in de ver
slagweek lager ligt dan dat ln de overeen
komstige week van 1933.
De bedoelde percentages waren nl. als
volgt: 1933 23.7 1934 26.3 1935 29.6
1936 31 1937 23.6
Bij 105 organen der openbare arbeids
bemiddeling stonden op 14 Augustus 1937
in totaal 331.581 werkzoekenden ingeschre
ven, onder wie 312.920 mannen.
Van deze werkzoekenden waren er
315.652 werkloos onder wie 302.120 mannen.
Blijkens een opgave van den directeur-
generaal van werkverschaffing en steun
verleening waren einde Juni 1937. 42.475
arbeiders geplaatst bij een werkverschaf
fing.
HET MEENEMEN VAN GELD
NAAK ITALIË.
HET TWINTIGJARIG BESTAAN VAN DEN
NEDERLANDSCHEN BOND TOT HET
REDDEN VAN DRENKELINGEN.
Kustreddingsdemonstraties te Kijkduin.
Van hoe groot nut het doen van red
dingsoefeningen is en hoe deze worden uit
gevoerd, heeft Zaterdagmiddag de Neder-
lansche bond tot het redden van drenke
lingen gedemonstreerd op het strand van
Kijkduin ter gelegenheid van zijn 20-jarig
bestaan.
Voor het hotel en op het strand waren
1 zeer veel kijklustigen verzameld en ook
hadden verscheidene autoriteiten van hun
celangstelling blijk gegeven.
Voor dat de demonstraties een aanvang
namen, boden de verschillende brigades het
bondsbestuur een fraaie vlag als jubileum
geschenk aan.
Mede dank zij het prachtige, zonnige
weer hadden de oefeningen een vlot en
interessant verloop. Tot in bijzonderheden
konden de toeschouwers de verschillende
hulpverleeningen aan de drenkelingen ga
deslaan.
Vooral het redden van drenkelingen met
toestellen als haspels, lijnen en vletten was
bijzonder belangwekkend.
Een deskundige lichtte door een luid
spreker het gedemonstreerde toe.
Op de receptie na afloop van de demon
stratie gehouden, voerde allereerst namens
B. en W. de Haagsche gemeente-secretaris
mr. Boasson het woord, terwijl daarna ver
tegenwoordigers van besturen der afdeelin-
gen hun hartelijke gelukwenschen over
brachten.
Een van de vrienden van den bond, de
heer F. W. C. de Grave uit den Haag, lid
van de medische commissie werd tot lid
van verdienste benoemd.
Tot slot overhandigde de heer A. J.
Meyerink het bestuur een 17-tal boeken,
bevattende uitknipsels van de geheele pers,
waarin vervat de geschiedenis van den
N.B.R.D. in krantenverslagen van "27—'37.
van de voorafgaande 10 jaren had de heer
Meyerink bij het 10-jarig bestaan reeds een
verzameling aangeboden.
Na de receptie vereenigden de aanwezigen
zich aan den diner.
Een overzicht van de terreinen waar onder groote belangstelling de machtige werken
plaats vinden voor den aanleg van den nieuwen Rijksweg Den HaagUtrecht
onder Bodegraven.
Enorm zandvervoer en
indrukwekkende graaf
werken
Tot 300 lires per dag verhoogd.
Ten einde de formaliteiten betreffende
de uitgave van toeristenlires te vereen
voudigen (f. 8.75 100 lires) is door de
desbetreffende Italiaansche instanties be
sloten, het bedrag dat per persoon en per
dag mag worden opgenomen, thans tot
lires 300 per dag en persoon te verhoogen,
voor elke toerist die zich in Italië begeeft.
TWEEDE GEOGRAFENDAG TE
AMSTERDAM.
Heden werd te Amsterdam onder voor-
aittersóhap van prof. dr. K. Oestreich de
Tweede Nederlandsche Geografendag ge
houden, waaraan door omstreeks tweehon
derd personen werd deelgenomen.
De aanwezigen werden verwelkomd door
prof. dr. H. N. ter Veen.
Prof. dr. K. Oestreich gaf een overzicht
van de ontwikkeling der geografische
wetenschappen.
Daarop volgde de eerste voordracht, uit
gesproken door prof. dr. J. H. Boeke uit
Leiden, over: „De grenzen van het Indo
nesisch dorp".
De tweede spreker, dr. H. G. Cannegieter,
directeur van het Ned. Meteorologisch In
stituut te De Bilt, hield een referaat over:
„Nieuwere inzichten omtrent het wezen der
d™oressies en gebieden van hoogen lucht
druk"
Ciarna hield dr. J. P. Kruijt uit Arnhem
een inleiding over: „De sociale structuur
van het Engelsche volk".
De laatste spreker, prof. dr. H. T. Fischer
uit Utrecht, sprak over: „Ethnographic in
Beeld".
FEDERATIE VAN NEDERLANDSCHE
VERVENERSBONDEN.
In een te Emmen gehouden vergadering
van voorzitters en secretarissen van ver-
venersbonden, werd definitief besloten tot
oprichting van een „Federatie van Neder
landsche verveners'Donden".
Het bestuur werd voorloopig als volgt
samengesteld: voorzitter: D. G. S. Lande-
weer te Taren, vice-voorzitter: H. J. Mid
del te Emmercompascuum. secretaris
penningmeester: K. Jonker te 2e Exloer-
mond, leden: G. van Rigelen te Vrooms-
hoop en G. H. J. Kleine-Staarman Azn. te
Slagharen.
HONDERD SCHIPPERS TE ZWOLLE EEN
MAAND GESCHORST.
Den laatsten tijd is er ernstige wrijving
tusschen de schippers en de bevrachtings
commissie-Zwolle.
Toen het overladen van basalt juist over
de rijksgrens in Duitschland niet meer
mogelijk was en dus ook niet het op deze
wijze ontzeilen van de bepalingen van de
wet op de evenredige vrachtverdeeling.
werd door deze b.c. een speciaal tarief
vastgesteld voor het verveer van basalt dat
belangrijk lager was dan het normale.
Terstond werd hiertegen van schipperszijde
geprotesteerd, maar de b.c. wist haar be
sluit door te zetten, dank zij het feit dat
de schippers die weigïerden, werden uit
gesloten van de uit keering ad f. 5.— per
week van maatschappelijk hulpbetoon
(welke een schipper ontvangt, die daar
meer dan 14 dagen heeft gelegen).
Donderdagmorgen werd weer een partij
basalt aangebeden naar nogal ongunstig
gelegen plaatsen. De schippers weigerden
unaniem het vervoer. Teen zij ondanks het
feit, dat de steunuitkeering zou worden
ingetrokken. Vrijdag bij hun houding vol
hardden het basalt tegen dat tarief niet
te vervoeren omdat het absoluut niet loo-
nend was, werden zij hoofdelijk opgeroepen
voor de b.c., die allen heeft aangezegd, dat
zij gedurende één maand van alle vervoer
in Nederland zijn uitgesloten. De b.c. grondt
haar bevoegdheid op art. 15 van haar
reglement. Door de schippers zijn de lan
delijke bonden in het geding gemengd, die
zich bereids tot de ministers van binnen-
landsche zaken en van sociale zaken heb
ben gewend. In afwachting van de beslis
sing hebben zij de b.c.-Zwolle aansprake
lijk gesteld voor alle voor de schippers
hieruit voortvloeiende schade.
UitgesprokenJ. Verwoerd, timmerman
en aann.. Boskoop, Zijde 330. R.c. mr. A.
J. Paulus, cur mr C. M. Loef.
Opgeheven de faill. van: C. F. C. J. Zuid-
meer, Voorschoten, C. A. Rozenhart, Leiden.
- He!Amalia!zet de radio als
jeblieft op een ander stationje weet
toch, dat ik zoo'n hekel heb aan al die
operamuziek!
De Rijksweg No. 12, 's-Gravenhage
Utrecht, waarvan de zandbaan nu sinds
enkele weken tot Bodegraven is gereed
gekomen, begint zieh thans ook op het
volgende traject duidelijk af te teeke
nen. Een steeds breeder wordende
zanddijk ligt nu al tusschen de beide
IViericken, de „Enkele" en de „Dub
bele" en breidt zich naar beide zijden
in de richting Woerden en de richting
Bodegraven steeds verder uit. Dag en
nacht rijdt er om de 10 minuten een
volgeladen trein met zand over den
dijk cm zijn lading te lossen. Dat gaat
zeer vlet en zonder onderbreking, zoo
dat er bijna niet aan getwijfeld be
hoeft te worden, of hel werk zal aan
het eind van het volgende jaar behoor
lijk op tijd worden opgeleverd. Er zal
dan een zucht van verlichting opgaan
op het Rijkswaterstaatsbureau. wan
neer het moeilijkste en zeker ook duur
ste stuk weg van Nederland gereed is.
„Abessynië" bij Bodegraven.
Men herinnert zich de moeilijkheden met
de boeren onder Bodegraven, wier lan
derijen allen doormidden werden gesneden
door den wegdijk. die kruisingsvrij moest
blijven en dus niet gepasseerd moch.
worden Na jarenlang praten kwam einde
lijk het lumineuze „ruilverkavelingsplan
dat een prachtcplessing bood, maar dat
peperduur was. zóó duur. dat de kosten
verre de waarde van het land achter den
weg, waarover het ging. overschre.den.
Bodegraven heeft als gevolg van dit werk
zijn „Abessynië" gekregen, zooals de volks
mond steevast de eenzaam liggende groep
boerderijen aan den bijna onbereikbaren
parallelweg noemt. Echter niet naar Abes
synië, ook niet naar den eigenlijken weg,
gaat momenteel de belangstelling van
ieder uit de geheelen omtrek uit, maar
naar de plaats waar het zand wordt ge
haald.
13/4 milliocn K. M3 zand!
Dat is niet de Veluwe, noch Katwijk,
maar het vette Bodegraafsche polderland!
Het kon trouwens haast niet anders. Om
de massa zand op dit kleine traject van
10 K M. denkt men minstens 1 3/4 millioen
K. M3 zand noodig te hebben, wat betee-
kent 4500 K. M3 per dag te kunnen
aanvoeren is noch de spoorbaan met het
enkele spoor, noch de smalle Oude Rijn
toereikend Men kon dus practisch niet
anders doen, dan bodemzand opgraven.
Dat is er genoeg! Er zijn verschillende
landerijen aan de overzijde van den Rijn,
waar het zand bijna tot aan de opper
vlakte komt; de Rijn-Delta moet vroeger
een heuvelige zandbodem gehad hebben,
die langzaam aan met een sliblaag van de
rivier is overstroomd. Dik is die laag ech
ter heelemaal niet en de rest is allemaal
zand.
Enorme machinerieën.
Het gevolg was, dat een 30 H.A. groote
boerderij aan den Weipoortscheweg en
strekkende langs den Weiweg, werd aan
gekocht en dat daar de zandgraver^ een
aanvang nam. Geweldige machines werden
aangevoerd, enorme hoeveelheden spoor
rails, tientallen locomotieven, machines
enz. Van de oude boerderij, die al uit de
16e eeuw stamde, werd een complete fa
briek gemaakt. Het lage terrein van de
uiterwaard werd gevuld met overtollige
klei en daarop kwam een volslagen machi
nefabriek met een wagenpark Kort vóór
Paschen, na maandelange voorbereidingen,
werd het eerste zand gedolven, noodig voor
den a'anleg van de spoorbanen van de
Zuidzijde naar de plaats van den nieuwen
weg. De grond werd opengescheurd, een
groote grijper haalde de klei eraf. vervol
gens bracht deze zand, een ietwat natte en
vieze boel. Dat veranderde echter, toen er
eenmaal een sleuf was. Toen kwamen
pompen met een geweldige capaciteit, die
per minuut groote hoeveelheden water den
Rijn inslingerden. Zij hielden het grond
water op peil, een peil van een tiental me
ters beneden de oppervlakte van den Rijn.
Vervolgens werd een gepote graafmachine
op rails langs de sleuf geplaatst en met
bakken aan een doorloopenden band, be
gon deze het zand netjes en kurkdroog
weg te krabbelen uit de diepte. Nu al 5
maanden lang werkt die machine dag en
r.ccht, steeds maar door. De eene zand-
rein na de andere verschijnt, wordt gela
den, vertrekt weer enz. Bijna onophoude
lijk sleepen de bakken langs den rand van
de groeve en brengen steeds maar weer
nieuwen voorraad naar boven. 4500 K. M3
per dag en nóg is de voorraad lang niet
uitgeput! Aan de voorzijde van het terrein
is nog hoogstens de helft der beschikbare
breedte uitgegraven, achteraan, langs den
weiweg is bijna de geheele breedte reeds
weggegraven. Daar echter is het terrein
ook beduidend smaller.
Zand, zand, nog eens zand!
Honderden bij honderden hebben er,
in den loop dezer maanden, de wan
deling of de fietstocht voor over ge
had, om dit interessante werk te zien!
Men raakt er dan ook niet uitgekeken.
De eerste aanblik is verbijsterend! In-
plaats van weiland ziet men plotseling
een heel diepe groeve, met in de diep
te een brecde waterplas en verder zand
zand en nog eens zand.
En dat in een streek waar uren in den
omtrek niets dan groen grasland is te zien.
Echter, ook de details zijn interessant.
Nog steeds is men bezig met het weghalen
van de klei van den bovengrond. Dat is
bijna afgeloopen, omdat er niet meer is.
Ongeveer een halve meter dik is die klei
laag meestal. Een groote grijper rukt die
er af en laadt de klei ook alweer in een
treintje. Het merkwaardige is dat de hier
zoo gewaardeerde klei, thans waardeloos
is. Die mag men in geen geval naar den
weg voeren. Zij dient voorloopig tot ver
sterking van den dijk. die het afgegraven
terrein scheidt van de Wetering.
Een lange tunnel.
Ook dat afgraven gaat den geheelen dag
door en zeker een 10—15 personen zijn re
gelmatig bezig met afgraven, vervoeren en
weer storten en gelijkmaken van de klei,
die aan de overzijde van de afgraving
langzamerhand het gevormde gat weer
dichtmaakt. Na het afgraven van de klei
blijft het terrein ongelijk liggen. De heu
velvorming van oudtijds maakte, dat er
soms behoorlijke gaten' in zitten. Dat
maakt het noodig, dat er zand wordt op-
De groote grijper ten behoeve
graafwerken in actie.
gebracht, omdat alles vlak en stevig moet
zijn, om er de rails voor de zandtreinen
en vooral die voor de graafmachine op te
plaatsen. Is dat geschied, dan komt een
soort auto met een beweegbaren neus, die
het oppervlak netjes glad strijkt.
Het afgegraven zand moet, om de stort
plaats te kunnen bereiken, den spoorlijn
UtrechtLeiden passeeren. Omdat den
heelen dag door zandtreinen rijden, kon
dat natuurlijk niet over de lijn heen en is
men begonnen met onder de spoorlijn door
een tunnel van vele meters diep te graven,
waardoor nu de treinen hun last vervoe
ren. Vervolgens voert een dubbel spoor
naar de eigenlijke plaats van de storting.
Die ligt op een vrije baan, langs den wei
weg en is daarvan behoorlijk afgesloten.
Het eenige gevaar ontstaat, wanneer bij
het nieuwgebouwde viaduct over den wei
weg de zandtreinen, die in de richting Bo-
graven gaan, den weg moeten passeeren.
Daar echter is den geheelen dag een ar
beider met een roode vlag en 's nachts een
met een roode lantaarn op post en nimmer
kwamen er nog ongelukken voor!
Een nieuwe phase in het werk.
Intbsschcn echter heeft men toch al
een behoorlijk groot stuk van het ter
rein afgegraven en is er nog lang geen
zand genoeg. De constructie van de
graafmachine brengt mee, dat It»
niet dieper komen kan en nu hebben l
grijpers nog wel wat nagcvischt uit den I
overblijvenden waterplas, maar dat I
gaat te langzaam. Toch moet er meet I
zand komen; in de diepte zit genoe; I
en dus besloot de N.V. Aannemingsmij I
v/h P. van Broekhoven, die het werk I
uitvoert, te gaan „zuigen". Omdat hebl
transport ongehinderd voort moet kun. I
nen gaan, begint men daar al spoedial
mee.
Om echter een drijvende zandzuiger
het terrein te brengen, was geen kleinigj
held! Allereerst ligt de plas (het uitgegra-P
ven gedeelte) een goede 100 Meter, mis.
schien 200 van den Rijn af en is er geen
verbinding. Die zou te maken zijn, maarl
een veel grooter bezwaar is, dat door hes
regelmatige pompen, de waterspiegel van'l
de plas, zoowat 10 M. lager ligt dan he',1
peil van het Rijnwater. Het zou weini;'
moeite kosten, dat water te laten stijgen
maar dat kan niet, omdat het afgraveij
dan zou moeten worden stopgezet.
Een reuzenwerk aan den ganJ
Al die bezwaren wist men echter li
ondervangen en op dit oogenbiik is een
reuzenwerk aan den gang, dat nogl
meer dan het eigenlijke zandgraven ds|_
belangstelling van honderden bij hon-l
derden trekt. ■-
Allereerst is toestemming van B. en wl
verkregen om gedurende ongeveer 10 da-f
gen den Hoogen Rijndijk af te sluiten voorl
het verkeer. Er verscheen in den Rijn een[
groote zandzuiger, een vaartuig van be-l
hoorlijke afmetingen en met een diepgang!
van 2 Meter. Die moest in den plas worded
gebracht. Om te beginnen begon een grijl
per een groot gat te graven in de uiterl
waard. Het werd een „kanaalpandje" van|
een 50 Meter lengte. Toen dat klaar wai
werd het Jaagpad, dat dit „kanaal" afsloof
van den Rijn doorgestoken, er werd eenT
doorvaart gemaakt en triomfantelijk voel
de zuiger deze eerste stap op den goedef
weg binnen. Het Jaagpad werd weer ge/
sloten en de zuiger lag gevangen in een|
klein plasje water. Vervolgens werd na
het eerste „kanaalpand" een tweede gegia-l
ven, vele meters dieper, met wéér eenf
klein dijkje als afscheiding tusschen het
eerste deel en het tweede. Onder in o:fl
diepe gat werd een schuine helling gel
maakt, waarop een stevige houten glijj
baan werd aangebracht. Toen dat gereed
was, vulde men ook dit gat met water, tol
de hoogte van den Rijn en voer de zuigerJ
nadat het scheidende dijkje was doorgef
broken, het tweede pand binnen,
Wat nog komen moet...;
Dat was echter allemaal nog niets bijl
wat nu in de komende dagen nog komen
moet. Men gaat dan het water in het „kil
naai" laten zakken, maar hoever het ra
zakt, het blijft hooger dan de oppervlak
van den zandplas. waar het schip mof
gaan varen. Om den overgang toch mog-j
lijk te maken, daarvoor dient de zoo evea
genoemde helling. Wanneer het water vtè
doende gezakt Is. komt de kiel van
schip vast te zitten op de helling. deL
wordt vervolgens buiten 't „kanaal" dooij
getrokken tot aan den plasrand toe el
wanneer dan de verbinding is gemaakt el
alle beletselen weggenomen, dan glijdt bel
schip als bij een tewaterlating droog del
plas binnen. Dat. voor dit werk nog veel
meer belangstelling bestaat dan voor bel
zandgraven zelf, laat zich verstaan. Vwi
de tewaterlating is echter nog geen tp!
stip te bepalen. I
Werk voor veel handen.!
Natuurlijk zal straks de doorgegraveij
weg, waarbij zelfs de gas- en waterbuizen]
en de electrische kabels moesten wegge!
nomen worden, weer worden hersteld. Da»
kan eohter slechts van tijdelijken aaral
zijn, want na afloop van het werk moei
de zuiger zeker weer op zijn weg terugf
Ueeren
Dat een en ander aan vele handen)
werk geeft en dat bij het drie-ploegenJ
stelsel vrijwel ieder die werken wil,tf j
recht kan, is duidelijk. Bovendien lieeftj
Bodegraven er een groot aantal tijde-l
lijke inwoners mee gewonnen door het
technisch personeel, machinisten,
grondwerkers enz.
HET GEHEIMZINNIGE MEER.
Niemand heeft tot nu toe do geheimen!
van het Boesoenoeakoe Meer aan del
Goudkust van Afrika kunnen ontsluieren.
Volgens de overlevering is het meer nw!
liccncn Jaren geleden door den val van ec.1
meteoorsteen ontstaan. Een beekje voert en
hei water heen, maar dit is niel voldoenol
voor deze groote uitgestrektheid, waar da!
gelijks veel water verdampt. Desondank*
gaat de waterspiegel ieder jaar 30 c.M. oel
huogte in. De oeverbewoners, meest vis!
schets, zijn af en toe gedwongen. hun Wj
ning te verlaten en langs de steile hc.lin|
gen een nieuw huis te bouwen. Dc tiergeni
lijken ei wel op dc wanden van een kiai
t r. Het Boesoenoeakoe-meer is voor de mi
huurlingen heilig. Deze vereering '3^° J
staan door dc merkwaardige oorsprorig
het meer en ook door het voortdurend hoo-|
gei worden van den waterstand. In nej
meer mag men noch met hengels noenp
met netten visschen, alleen met vischfuiM
Het is ten strengite verboden, met ee
boot hel meer over te steken. Wie naar oe
overkant wil kan dit op een boomstami
doen oI. zwemmend. Men mag nc-t tri' I
van het meer drinken, maar wee degene, me
daa-bij gebruik maakl van een voorwer."!
dal niet van hout oi klei is gemaakt. N>e;|
mang mag een metalen voorwerp in ie'|
water gooien of het er mee aanraken. va"
tijd tot tijd brengen de inboorlingen aani
het meer hun offers. Wanneer zij ove l
den oorsprong van het meer spreken, I
lijkt het net. of zij bij den val van I
meteoor aanwezig waren. Deze meteooi
voet hen een machtige godheid, du
aardo kan scheuren en er water uii j
voorschijn kan laten komen. Ten gevoi
van de beperkte middelen, waarmee s.tcn
in het meer gevischt mag worden, oev
dit natuurlijk een geweldige vlschrljkoo
4-3