BINNENLAND LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Maandag 30 Augustus 193] Een machtig werk bij Bodegraven UIT DE BONTE WAERELD De aanleg van den Rijksweg 's Gravenhage-Utrecht FAILLISSEMENTEN Verlaging der heffing op boter, oliën en vetten. Opheffing van het menggebod Vermoedelijk in verband met de ver beterde economische omstandigheden vertoont het verbruik van boter op dit oogenblik een stijgende tendenz. De mi nister van economische zaken heeft ge meend dit meerdere verbruik van boter te moeten bevorderen door ongeacht de wijziging van de heffing, welke in verband staat met de wisseling van de Leeuwarder noteering de heffing op boter met 10 cents per Kg. te verlagen. Dientengevolge is met ingang van giste ren de heffing op 55 ct. per Kg vastgesteld, zoodat de boter tien cents per Kg. goedkoo- per wordt. In verband met de stijging van de prijzen van verschillende andere levens middelen zal deze prijsdaling te meer wel kom zijn. De heffing op oliën en vetten wordt in verband hiermede verlaagd met 5 cents per Kg. terwijl de heffing op margarine zoo danig is vastgesteld, dat de prijs van de door den fabrikant af te leveren margarine met 5 cent wordt verlaagd. De wijziging van de heffing op boter en margarine komt vanzelf in een lageren prijs tot uitdrukking. De minister vertrouwt, dat ook de producenten van oliën en vetten hun prijzen met een overeenkomstig bedrag zullen verminderen, waardoor de verbruiker ook van deze verlaging zal profiteeren. Mocht dit onverhoopt niet het geval blijken, dan zou moeten worden overwogen de ver laging van de heffing, voor zoover deze niet aan den verbruiker wordt doorgegeven, weder ongedaan te maken. Ten slotte heeft de minister nog besloten om het menggebod van boter in de mar garine op te heffen. Het mengpercentage, dat destijds 40"heeft bedragen, was in den laatsten tijd reeds sterk verlaagd en bedroeg thans 10°,'o. De verlaging van deze heffingen betee- kent voor het landbouwcrisisfonds een ver mindering van inkomsten van ruim 8 mil- Iioen gulden. Deze vermindering is moge lijk zonder dat aan de tot nu toe geldende beginselen van de steunverleening aan de melkveehouders wordt getornd, doordat in den z.g. zuivelpot (heffingen krachtens de crisis-uitvoerwet) nog een belangrijk bedrag aanwezig is. De nieuwe regeling is gisteren in werking getreden. De werkloosheid De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling deelt mede, dat in de week 9 t/m 14 Augustus bij gesubsidieerde vereenigin- gen met werkloozenkas waren aangesloten 465.400 personen (de landarbeidersbonden met 74.400 leden zijn hierin niet begre pen). Van deze 465.400 verzekerden was in ge noemde week de geheele week werkloos 22.6 (In de vorige verslagweek, 25 t/m 31 Juli 1937. was dit percentage 22.8). Het werkloosheidspercentage voor hen. die de geheele week werkloos waren, was in de eerste verslagweek van de maand Augustus in de laatste jaren a.v.1934 24,2. 1935 27.2. 1936 29.0, 1937 22.6. Betrekt men in zijn beschouwingen ook de gedeeltelijke werkloosheid en telt men het percentage gedeeltelijk werkloozen voor een derde deel bij dat van de geheel werkloozen, dan blijkt, dat door mindere gedeeltelijke werkloosheid het totaal percentage van werkloosheid in de ver slagweek lager ligt dan dat ln de overeen komstige week van 1933. De bedoelde percentages waren nl. als volgt: 1933 23.7 1934 26.3 1935 29.6 1936 31 1937 23.6 Bij 105 organen der openbare arbeids bemiddeling stonden op 14 Augustus 1937 in totaal 331.581 werkzoekenden ingeschre ven, onder wie 312.920 mannen. Van deze werkzoekenden waren er 315.652 werkloos onder wie 302.120 mannen. Blijkens een opgave van den directeur- generaal van werkverschaffing en steun verleening waren einde Juni 1937. 42.475 arbeiders geplaatst bij een werkverschaf fing. HET MEENEMEN VAN GELD NAAK ITALIË. HET TWINTIGJARIG BESTAAN VAN DEN NEDERLANDSCHEN BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN. Kustreddingsdemonstraties te Kijkduin. Van hoe groot nut het doen van red dingsoefeningen is en hoe deze worden uit gevoerd, heeft Zaterdagmiddag de Neder- lansche bond tot het redden van drenke lingen gedemonstreerd op het strand van Kijkduin ter gelegenheid van zijn 20-jarig bestaan. Voor het hotel en op het strand waren 1 zeer veel kijklustigen verzameld en ook hadden verscheidene autoriteiten van hun celangstelling blijk gegeven. Voor dat de demonstraties een aanvang namen, boden de verschillende brigades het bondsbestuur een fraaie vlag als jubileum geschenk aan. Mede dank zij het prachtige, zonnige weer hadden de oefeningen een vlot en interessant verloop. Tot in bijzonderheden konden de toeschouwers de verschillende hulpverleeningen aan de drenkelingen ga deslaan. Vooral het redden van drenkelingen met toestellen als haspels, lijnen en vletten was bijzonder belangwekkend. Een deskundige lichtte door een luid spreker het gedemonstreerde toe. Op de receptie na afloop van de demon stratie gehouden, voerde allereerst namens B. en W. de Haagsche gemeente-secretaris mr. Boasson het woord, terwijl daarna ver tegenwoordigers van besturen der afdeelin- gen hun hartelijke gelukwenschen over brachten. Een van de vrienden van den bond, de heer F. W. C. de Grave uit den Haag, lid van de medische commissie werd tot lid van verdienste benoemd. Tot slot overhandigde de heer A. J. Meyerink het bestuur een 17-tal boeken, bevattende uitknipsels van de geheele pers, waarin vervat de geschiedenis van den N.B.R.D. in krantenverslagen van "27—'37. van de voorafgaande 10 jaren had de heer Meyerink bij het 10-jarig bestaan reeds een verzameling aangeboden. Na de receptie vereenigden de aanwezigen zich aan den diner. Een overzicht van de terreinen waar onder groote belangstelling de machtige werken plaats vinden voor den aanleg van den nieuwen Rijksweg Den HaagUtrecht onder Bodegraven. Enorm zandvervoer en indrukwekkende graaf werken Tot 300 lires per dag verhoogd. Ten einde de formaliteiten betreffende de uitgave van toeristenlires te vereen voudigen (f. 8.75 100 lires) is door de desbetreffende Italiaansche instanties be sloten, het bedrag dat per persoon en per dag mag worden opgenomen, thans tot lires 300 per dag en persoon te verhoogen, voor elke toerist die zich in Italië begeeft. TWEEDE GEOGRAFENDAG TE AMSTERDAM. Heden werd te Amsterdam onder voor- aittersóhap van prof. dr. K. Oestreich de Tweede Nederlandsche Geografendag ge houden, waaraan door omstreeks tweehon derd personen werd deelgenomen. De aanwezigen werden verwelkomd door prof. dr. H. N. ter Veen. Prof. dr. K. Oestreich gaf een overzicht van de ontwikkeling der geografische wetenschappen. Daarop volgde de eerste voordracht, uit gesproken door prof. dr. J. H. Boeke uit Leiden, over: „De grenzen van het Indo nesisch dorp". De tweede spreker, dr. H. G. Cannegieter, directeur van het Ned. Meteorologisch In stituut te De Bilt, hield een referaat over: „Nieuwere inzichten omtrent het wezen der d™oressies en gebieden van hoogen lucht druk" Ciarna hield dr. J. P. Kruijt uit Arnhem een inleiding over: „De sociale structuur van het Engelsche volk". De laatste spreker, prof. dr. H. T. Fischer uit Utrecht, sprak over: „Ethnographic in Beeld". FEDERATIE VAN NEDERLANDSCHE VERVENERSBONDEN. In een te Emmen gehouden vergadering van voorzitters en secretarissen van ver- venersbonden, werd definitief besloten tot oprichting van een „Federatie van Neder landsche verveners'Donden". Het bestuur werd voorloopig als volgt samengesteld: voorzitter: D. G. S. Lande- weer te Taren, vice-voorzitter: H. J. Mid del te Emmercompascuum. secretaris penningmeester: K. Jonker te 2e Exloer- mond, leden: G. van Rigelen te Vrooms- hoop en G. H. J. Kleine-Staarman Azn. te Slagharen. HONDERD SCHIPPERS TE ZWOLLE EEN MAAND GESCHORST. Den laatsten tijd is er ernstige wrijving tusschen de schippers en de bevrachtings commissie-Zwolle. Toen het overladen van basalt juist over de rijksgrens in Duitschland niet meer mogelijk was en dus ook niet het op deze wijze ontzeilen van de bepalingen van de wet op de evenredige vrachtverdeeling. werd door deze b.c. een speciaal tarief vastgesteld voor het verveer van basalt dat belangrijk lager was dan het normale. Terstond werd hiertegen van schipperszijde geprotesteerd, maar de b.c. wist haar be sluit door te zetten, dank zij het feit dat de schippers die weigïerden, werden uit gesloten van de uit keering ad f. 5.— per week van maatschappelijk hulpbetoon (welke een schipper ontvangt, die daar meer dan 14 dagen heeft gelegen). Donderdagmorgen werd weer een partij basalt aangebeden naar nogal ongunstig gelegen plaatsen. De schippers weigerden unaniem het vervoer. Teen zij ondanks het feit, dat de steunuitkeering zou worden ingetrokken. Vrijdag bij hun houding vol hardden het basalt tegen dat tarief niet te vervoeren omdat het absoluut niet loo- nend was, werden zij hoofdelijk opgeroepen voor de b.c., die allen heeft aangezegd, dat zij gedurende één maand van alle vervoer in Nederland zijn uitgesloten. De b.c. grondt haar bevoegdheid op art. 15 van haar reglement. Door de schippers zijn de lan delijke bonden in het geding gemengd, die zich bereids tot de ministers van binnen- landsche zaken en van sociale zaken heb ben gewend. In afwachting van de beslis sing hebben zij de b.c.-Zwolle aansprake lijk gesteld voor alle voor de schippers hieruit voortvloeiende schade. UitgesprokenJ. Verwoerd, timmerman en aann.. Boskoop, Zijde 330. R.c. mr. A. J. Paulus, cur mr C. M. Loef. Opgeheven de faill. van: C. F. C. J. Zuid- meer, Voorschoten, C. A. Rozenhart, Leiden. - He!Amalia!zet de radio als jeblieft op een ander stationje weet toch, dat ik zoo'n hekel heb aan al die operamuziek! De Rijksweg No. 12, 's-Gravenhage Utrecht, waarvan de zandbaan nu sinds enkele weken tot Bodegraven is gereed gekomen, begint zieh thans ook op het volgende traject duidelijk af te teeke nen. Een steeds breeder wordende zanddijk ligt nu al tusschen de beide IViericken, de „Enkele" en de „Dub bele" en breidt zich naar beide zijden in de richting Woerden en de richting Bodegraven steeds verder uit. Dag en nacht rijdt er om de 10 minuten een volgeladen trein met zand over den dijk cm zijn lading te lossen. Dat gaat zeer vlet en zonder onderbreking, zoo dat er bijna niet aan getwijfeld be hoeft te worden, of hel werk zal aan het eind van het volgende jaar behoor lijk op tijd worden opgeleverd. Er zal dan een zucht van verlichting opgaan op het Rijkswaterstaatsbureau. wan neer het moeilijkste en zeker ook duur ste stuk weg van Nederland gereed is. „Abessynië" bij Bodegraven. Men herinnert zich de moeilijkheden met de boeren onder Bodegraven, wier lan derijen allen doormidden werden gesneden door den wegdijk. die kruisingsvrij moest blijven en dus niet gepasseerd moch. worden Na jarenlang praten kwam einde lijk het lumineuze „ruilverkavelingsplan dat een prachtcplessing bood, maar dat peperduur was. zóó duur. dat de kosten verre de waarde van het land achter den weg, waarover het ging. overschre.den. Bodegraven heeft als gevolg van dit werk zijn „Abessynië" gekregen, zooals de volks mond steevast de eenzaam liggende groep boerderijen aan den bijna onbereikbaren parallelweg noemt. Echter niet naar Abes synië, ook niet naar den eigenlijken weg, gaat momenteel de belangstelling van ieder uit de geheelen omtrek uit, maar naar de plaats waar het zand wordt ge haald. 13/4 milliocn K. M3 zand! Dat is niet de Veluwe, noch Katwijk, maar het vette Bodegraafsche polderland! Het kon trouwens haast niet anders. Om de massa zand op dit kleine traject van 10 K M. denkt men minstens 1 3/4 millioen K. M3 zand noodig te hebben, wat betee- kent 4500 K. M3 per dag te kunnen aanvoeren is noch de spoorbaan met het enkele spoor, noch de smalle Oude Rijn toereikend Men kon dus practisch niet anders doen, dan bodemzand opgraven. Dat is er genoeg! Er zijn verschillende landerijen aan de overzijde van den Rijn, waar het zand bijna tot aan de opper vlakte komt; de Rijn-Delta moet vroeger een heuvelige zandbodem gehad hebben, die langzaam aan met een sliblaag van de rivier is overstroomd. Dik is die laag ech ter heelemaal niet en de rest is allemaal zand. Enorme machinerieën. Het gevolg was, dat een 30 H.A. groote boerderij aan den Weipoortscheweg en strekkende langs den Weiweg, werd aan gekocht en dat daar de zandgraver^ een aanvang nam. Geweldige machines werden aangevoerd, enorme hoeveelheden spoor rails, tientallen locomotieven, machines enz. Van de oude boerderij, die al uit de 16e eeuw stamde, werd een complete fa briek gemaakt. Het lage terrein van de uiterwaard werd gevuld met overtollige klei en daarop kwam een volslagen machi nefabriek met een wagenpark Kort vóór Paschen, na maandelange voorbereidingen, werd het eerste zand gedolven, noodig voor den a'anleg van de spoorbanen van de Zuidzijde naar de plaats van den nieuwen weg. De grond werd opengescheurd, een groote grijper haalde de klei eraf. vervol gens bracht deze zand, een ietwat natte en vieze boel. Dat veranderde echter, toen er eenmaal een sleuf was. Toen kwamen pompen met een geweldige capaciteit, die per minuut groote hoeveelheden water den Rijn inslingerden. Zij hielden het grond water op peil, een peil van een tiental me ters beneden de oppervlakte van den Rijn. Vervolgens werd een gepote graafmachine op rails langs de sleuf geplaatst en met bakken aan een doorloopenden band, be gon deze het zand netjes en kurkdroog weg te krabbelen uit de diepte. Nu al 5 maanden lang werkt die machine dag en r.ccht, steeds maar door. De eene zand- rein na de andere verschijnt, wordt gela den, vertrekt weer enz. Bijna onophoude lijk sleepen de bakken langs den rand van de groeve en brengen steeds maar weer nieuwen voorraad naar boven. 4500 K. M3 per dag en nóg is de voorraad lang niet uitgeput! Aan de voorzijde van het terrein is nog hoogstens de helft der beschikbare breedte uitgegraven, achteraan, langs den weiweg is bijna de geheele breedte reeds weggegraven. Daar echter is het terrein ook beduidend smaller. Zand, zand, nog eens zand! Honderden bij honderden hebben er, in den loop dezer maanden, de wan deling of de fietstocht voor over ge had, om dit interessante werk te zien! Men raakt er dan ook niet uitgekeken. De eerste aanblik is verbijsterend! In- plaats van weiland ziet men plotseling een heel diepe groeve, met in de diep te een brecde waterplas en verder zand zand en nog eens zand. En dat in een streek waar uren in den omtrek niets dan groen grasland is te zien. Echter, ook de details zijn interessant. Nog steeds is men bezig met het weghalen van de klei van den bovengrond. Dat is bijna afgeloopen, omdat er niet meer is. Ongeveer een halve meter dik is die klei laag meestal. Een groote grijper rukt die er af en laadt de klei ook alweer in een treintje. Het merkwaardige is dat de hier zoo gewaardeerde klei, thans waardeloos is. Die mag men in geen geval naar den weg voeren. Zij dient voorloopig tot ver sterking van den dijk. die het afgegraven terrein scheidt van de Wetering. Een lange tunnel. Ook dat afgraven gaat den geheelen dag door en zeker een 10—15 personen zijn re gelmatig bezig met afgraven, vervoeren en weer storten en gelijkmaken van de klei, die aan de overzijde van de afgraving langzamerhand het gevormde gat weer dichtmaakt. Na het afgraven van de klei blijft het terrein ongelijk liggen. De heu velvorming van oudtijds maakte, dat er soms behoorlijke gaten' in zitten. Dat maakt het noodig, dat er zand wordt op- De groote grijper ten behoeve graafwerken in actie. gebracht, omdat alles vlak en stevig moet zijn, om er de rails voor de zandtreinen en vooral die voor de graafmachine op te plaatsen. Is dat geschied, dan komt een soort auto met een beweegbaren neus, die het oppervlak netjes glad strijkt. Het afgegraven zand moet, om de stort plaats te kunnen bereiken, den spoorlijn UtrechtLeiden passeeren. Omdat den heelen dag door zandtreinen rijden, kon dat natuurlijk niet over de lijn heen en is men begonnen met onder de spoorlijn door een tunnel van vele meters diep te graven, waardoor nu de treinen hun last vervoe ren. Vervolgens voert een dubbel spoor naar de eigenlijke plaats van de storting. Die ligt op een vrije baan, langs den wei weg en is daarvan behoorlijk afgesloten. Het eenige gevaar ontstaat, wanneer bij het nieuwgebouwde viaduct over den wei weg de zandtreinen, die in de richting Bo- graven gaan, den weg moeten passeeren. Daar echter is den geheelen dag een ar beider met een roode vlag en 's nachts een met een roode lantaarn op post en nimmer kwamen er nog ongelukken voor! Een nieuwe phase in het werk. Intbsschcn echter heeft men toch al een behoorlijk groot stuk van het ter rein afgegraven en is er nog lang geen zand genoeg. De constructie van de graafmachine brengt mee, dat It» niet dieper komen kan en nu hebben l grijpers nog wel wat nagcvischt uit den I overblijvenden waterplas, maar dat I gaat te langzaam. Toch moet er meet I zand komen; in de diepte zit genoe; I en dus besloot de N.V. Aannemingsmij I v/h P. van Broekhoven, die het werk I uitvoert, te gaan „zuigen". Omdat hebl transport ongehinderd voort moet kun. I nen gaan, begint men daar al spoedial mee. Om echter een drijvende zandzuiger het terrein te brengen, was geen kleinigj held! Allereerst ligt de plas (het uitgegra-P ven gedeelte) een goede 100 Meter, mis. schien 200 van den Rijn af en is er geen verbinding. Die zou te maken zijn, maarl een veel grooter bezwaar is, dat door hes regelmatige pompen, de waterspiegel van'l de plas, zoowat 10 M. lager ligt dan he',1 peil van het Rijnwater. Het zou weini;' moeite kosten, dat water te laten stijgen maar dat kan niet, omdat het afgraveij dan zou moeten worden stopgezet. Een reuzenwerk aan den ganJ Al die bezwaren wist men echter li ondervangen en op dit oogenbiik is een reuzenwerk aan den gang, dat nogl meer dan het eigenlijke zandgraven ds|_ belangstelling van honderden bij hon-l derden trekt. ■- Allereerst is toestemming van B. en wl verkregen om gedurende ongeveer 10 da-f gen den Hoogen Rijndijk af te sluiten voorl het verkeer. Er verscheen in den Rijn een[ groote zandzuiger, een vaartuig van be-l hoorlijke afmetingen en met een diepgang! van 2 Meter. Die moest in den plas worded gebracht. Om te beginnen begon een grijl per een groot gat te graven in de uiterl waard. Het werd een „kanaalpandje" van| een 50 Meter lengte. Toen dat klaar wai werd het Jaagpad, dat dit „kanaal" afsloof van den Rijn doorgestoken, er werd eenT doorvaart gemaakt en triomfantelijk voel de zuiger deze eerste stap op den goedef weg binnen. Het Jaagpad werd weer ge/ sloten en de zuiger lag gevangen in een| klein plasje water. Vervolgens werd na het eerste „kanaalpand" een tweede gegia-l ven, vele meters dieper, met wéér eenf klein dijkje als afscheiding tusschen het eerste deel en het tweede. Onder in o:fl diepe gat werd een schuine helling gel maakt, waarop een stevige houten glijj baan werd aangebracht. Toen dat gereed was, vulde men ook dit gat met water, tol de hoogte van den Rijn en voer de zuigerJ nadat het scheidende dijkje was doorgef broken, het tweede pand binnen, Wat nog komen moet...; Dat was echter allemaal nog niets bijl wat nu in de komende dagen nog komen moet. Men gaat dan het water in het „kil naai" laten zakken, maar hoever het ra zakt, het blijft hooger dan de oppervlak van den zandplas. waar het schip mof gaan varen. Om den overgang toch mog-j lijk te maken, daarvoor dient de zoo evea genoemde helling. Wanneer het water vtè doende gezakt Is. komt de kiel van schip vast te zitten op de helling. deL wordt vervolgens buiten 't „kanaal" dooij getrokken tot aan den plasrand toe el wanneer dan de verbinding is gemaakt el alle beletselen weggenomen, dan glijdt bel schip als bij een tewaterlating droog del plas binnen. Dat. voor dit werk nog veel meer belangstelling bestaat dan voor bel zandgraven zelf, laat zich verstaan. Vwi de tewaterlating is echter nog geen tp! stip te bepalen. I Werk voor veel handen.! Natuurlijk zal straks de doorgegraveij weg, waarbij zelfs de gas- en waterbuizen] en de electrische kabels moesten wegge! nomen worden, weer worden hersteld. Da» kan eohter slechts van tijdelijken aaral zijn, want na afloop van het werk moei de zuiger zeker weer op zijn weg terugf Ueeren Dat een en ander aan vele handen) werk geeft en dat bij het drie-ploegenJ stelsel vrijwel ieder die werken wil,tf j recht kan, is duidelijk. Bovendien lieeftj Bodegraven er een groot aantal tijde-l lijke inwoners mee gewonnen door het technisch personeel, machinisten, grondwerkers enz. HET GEHEIMZINNIGE MEER. Niemand heeft tot nu toe do geheimen! van het Boesoenoeakoe Meer aan del Goudkust van Afrika kunnen ontsluieren. Volgens de overlevering is het meer nw! liccncn Jaren geleden door den val van ec.1 meteoorsteen ontstaan. Een beekje voert en hei water heen, maar dit is niel voldoenol voor deze groote uitgestrektheid, waar da! gelijks veel water verdampt. Desondank* gaat de waterspiegel ieder jaar 30 c.M. oel huogte in. De oeverbewoners, meest vis! schets, zijn af en toe gedwongen. hun Wj ning te verlaten en langs de steile hc.lin| gen een nieuw huis te bouwen. Dc tiergeni lijken ei wel op dc wanden van een kiai t r. Het Boesoenoeakoe-meer is voor de mi huurlingen heilig. Deze vereering '3^° J staan door dc merkwaardige oorsprorig het meer en ook door het voortdurend hoo-| gei worden van den waterstand. In nej meer mag men noch met hengels noenp met netten visschen, alleen met vischfuiM Het is ten strengite verboden, met ee boot hel meer over te steken. Wie naar oe overkant wil kan dit op een boomstami doen oI. zwemmend. Men mag nc-t tri' I van het meer drinken, maar wee degene, me daa-bij gebruik maakl van een voorwer."! dal niet van hout oi klei is gemaakt. N>e;| mang mag een metalen voorwerp in ie'| water gooien of het er mee aanraken. va" tijd tot tijd brengen de inboorlingen aani het meer hun offers. Wanneer zij ove l den oorsprong van het meer spreken, I lijkt het net. of zij bij den val van I meteoor aanwezig waren. Deze meteooi voet hen een machtige godheid, du aardo kan scheuren en er water uii j voorschijn kan laten komen. Ten gevoi van de beperkte middelen, waarmee s.tcn in het meer gevischt mag worden, oev dit natuurlijk een geweldige vlschrljkoo 4-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 12