De Indische padvinders op het Loo - De Jamboree wordt afgebroken LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad BUITEN HAAR KRINGEN 78ste Jaargang FEUILLETON ■HfT" FRANKLIN D. ROOSEVELT NACHTELIJKE LUCHTOEFENINGEN BOVEN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE PADVINDERS voerden op 't Loo een Javaanschen hofdans op voor H.M. de Koningin ^r' zoon van den Amerikaan- nivnvv n« u b schen president, met zijn vrouw LONDEN. - De bommen worden gereed gemaakt en H.K.H. Prinses Juliana. Na afloop onderhoudt H.M. zich met den Sultan van Modjopait. op de huwelijksreis in Venetië DE JAMBOREE IS TEN EINDE EN HORDT AFGEBROKEN, hetgeen een ge weldige drukte met zich brengt. Een kijkje in het Hollandsche kamp. DE NEDERLANDSCH-INDISCHE PADVINDERS EN DE PADVINDERS UIT CURASAO EN SABA WERDEN DOOR H.M. DE KONINGIN OP HET LOO ONTVANGEN. ONZE FOTO GEEFT EEN OVERZICHT TIJDENS DE INSPECTIE DOOR HARE MAJESTErr. Door HERMAN ANTONSEN. 132) Als een kat sprong Suthers op hem af. in later jaren zouden Suthers en Redding ach dat gevecht duidelijk en in bijzonder heden herinneren, maar nu volgden de aan- rillen elkaar te snel op, om erover na te hunnen denken. Zelden stonden twee jonge mannen tegenover elkaar, die zoo tegen f'Zander waren opgewassen. Na vijf minu- en weken beiden achteruit om wat op "uem te komen. .Je hebt dat meer bij de hand gehad", te1 Suthers. „Nu en dan moet iemand wel eens een "•'rammeling hebben", antwoordde Red oing droogweg. „Heb je iemand er wel eens een gege ten?" vroeg Suthers. „Nu en dan win ik het wel eens", zei Red ding. ."Maar niet, als je er zóó eentje krijgt!" i'w Suthers. Op slag was het gevecht weer I al len gang. Toen Suthers eindelijk tegen I m grond viel, vroeg Redding: „Gesnapt, I '«>e ik het bedoelde? „Het is me nog niet duidelijk!" ant woordde Suthers. I liemokomt n°E wel!" beloofde Redding I®- Suthers kwam overeind en slaagde I 'o> Redding in een hoek te dringen. Er I a Seen woord meer gezegd. Hijgend, hielden opgezwollen oogen en lippen en neus ze elkaar in de gaten. Het was he? in de kamer met uitzondering van geschuifel van hun voeten over 't kar- ®n het doffe bonzen der slagen. Bei- hijgden naar adem. „Je moest het maar opgeven", zei Red ding, toen ze een half uur bezig waren. „Dat is ook eigenbelang", smaalde Su thers. Weer vochten ze een kwartier lang zonder een woord te uiten. Toen zei Su thers, terwijl Redding moeizaam overeind krabbelde: „Ik wil je liever niet doodslaan, Redding". „Daar zal niet veel anders opzitten", ant woordde Redding met een zucht van pijn. Tien minuten later boog Redding zich over zijn gevallen vijand neer en vroeg: „Heb je nu genoeg gehad?" „Ik begin er net den smaak van beet te krijgen", zei Suthers. Hij krabbelde overeind en zette zich in postuur, toen Redding op hem afvloog. Zonder dat een van beiden kamp gaf, sloegen ze erop los, totdat Suthers eindelijk bewusteloos tegen den grond zonk en Red ding, met een zwaren zucht, langzaam naast hem neerviel. In het Oosten begon het reed^ Je dagen toen Suthers wat bij kwam. Hij ging recht op zitten en wierp een deken van zich af. Pijnlijk in al zijn leden liet hij zich van de sofa rollen, waarop hij gelegen had. Hij hoorde ergens een water kraan loopen en strompelde naar de keu ken. Daar stond Redding bij het gastoe- stel. Maar wat zag Redding er ontredderd en toegetakeld uit! Zijn rechteroog zat dicht en zijn wangen waren opgezwollen. Zijn neus was platgeslagen. Hij grinnikte vrooHJk tegen Suthers. „Rook je de koffie soms?" vroeg hij. Suthers ging op een stoel zitten. „Wat is er gebeurd?" vroeg hij. „Jij ging tengevolge van een opstopper tegen de vlakte en ik ging bijna tegelijker tijd. Ik werd wakker, doordat jij waterover me uitgoot. Daarna raakte jij buiten wes ten en sleepte ik je op de sofa. Toen ben ik gaan slapen en ik werd wakker, door dat jü zoo lag te snurken. „Iemand, die zegt dat ik snurk, kan lk wel plat slaan", zei Suthers. „Het is een beleediging. Ik trek die terug Nou dan, ik had honger en dacht dat jij ook wel trek zou hebbenhoe heb jij je eieren het liefste?" „In flinke porties", zei Suthers. „Ik vond er een stuk of twaalf in de Ijskast. Maar geen room voor de koffie". „Jij bokst aardig", zei Suthers. „Als iemand zegt, dat jij er geen slag van hebt, dan Is hii gek", zei Redding. ..Dat was een gemeene streek van me., gisterenmiddag", zei Suthers. „Verroest, vergeet dat toch", zei Redding. „Terry heeft gisteren onze verloving ver broken", zei Suthers. „Je bent een fideele kerel, Suthers", zei Jack. „Jij niet minder", zei Curt. XIV. De kamerverhuurster klopte ten tweede male op de deur. Binnen klonk een ge smoord gebrom. „Ga maar weg", zei Jack Redding. „Ga weg en blijf weg!" „Er is bezoek voor u", zei zijn jcostjuf- frouw, en keek met goedkeuring naar de bezoekster. Ze vond haar bijzonder deftig en smaakvol gekleed. „Soms een rekening?" vroeg Redding. „Rekening"? herhaalde de kostjuffrouw. „Ik probeerde geestig te zijn", riep Red ding. „Wacht een oogenblikje". „Ik zou mijn broer graag alleen ontmoe ten", zei Terry fluisterend. „Ik wou hem graag verrassen". De hospita knikte grinnikend, dat ze het begreep. Ze ging naar beneden. Ze had altijd wel gedacht, dat die jonge Redding een voornaam heerschap was. Me'" zóo'n zuster! Denkelijk een van die trotsche jon gelui, die geen hulp van hun familie wil len hebben. De deur ging open. Redding zag 't mooi ste meisje ter wereld voor zich staan. Ter ry aanschouwde de stukgebeukte ruïne van wat nog geen twaalf "uur geleden een zeer presentabel jongmensch was geweest. En ze barstte in lachen uit. Redding nam haar koeltjes op. „Ik ben blij, dat je het grappig vindt", zei hij ijzig. „Als ik niet lach. dan ga ik huilen", zei Teriy. Ongevraagd liep ze hem voorbij en oe kamer in. Redding keek onzeker de gang in. Terry giebelde. „Een kamerjapon is een uiterst geschikt kleedingstuk om je zuster in te ontvangen, Jack", zei ze. „Mijn zuster?" „Dat heb ik tegen je hospita verteld. Wist je, dat als haar man zijn verzekeringspolis niet had laten verloopen, zij nu in 'n eigen auto zou rijden?" „Hoe lang ben je hier al?" „Daar heeft ze geen tijd voor noodig. Ze vertelde het me, terwijl we de trap op gin gen". Jack ging zitten. Hij stak een sigaret op. „Hoe vind je mijn hol?" „Kom, niet zoo flauw. Je hospita heeft me ook al verteld, dat je met een paar da gen ging verhuizen „Naar iets betere kamers" zei hij. „Maar, vrat is er eigenlijk? „Is dat je manier om iemand te begroe ten. die een vrlendschapsbezoek komt af leggen?" vroeg ze. „Moet je noodzakelijk grof zijn?" „Grof of teeder. Ik houd niet van halve maatregelen, Terry". „Bekijk jezelf eens in den spiegel", zei ze. „En zeg dan eens, of iemand teeder te gen jou zou kunnen doen". Hij stond op en keek in-den spiegel boven den schoorsteen. Hij begon te fluiten. .Drommels, dat jog kan erop los tim meren." „Curt zei hetzelfde over jou. Wie heeft er gewonnen?" „Curt vroeg ook.... wie heeft er ge wonnen?" Hij grinnikte. „Ik geloof, dat het zoowat gelijk spel was. Maar ik verlang heelemaal niet meer naar een vechtpartij met dien voorhamer." „Hij noemde jou een moker", zei Ter ry. „Jullie schijnen nog al vriendelijk te genover elkaar gestemd". „Wie heeft je dat verteld? O, Suthers ze ker. Nou?" „Hij kwam vanmorgen. Hij vertelde me. och, hij heeft alles verteld. Hijhij heeft een brief aan de Totem club ge schreven en verklaard, dat hij je verkeerd beoordeeld had en dat de ruzie heelemaal zijn schuld was". „Verdraaid aardig van hem", bromde Redding. „Hij is aardiger, dan ik had durven ho pen", zei Terry. „Hij vertelde meZeg Jack, onze verloving is verbroken". „Dat vertelde hij me vanmorgen", zei Redding. „Een harde slag voor hem. Hij is een fijne kerel". „Dat zei hij ook over jou. Hij vaart bin nen een paar uur af." Ze stak een sigaret op. „Hij kwam af scheid van me nemen en ik ben met hem meegereden naar de haven. Hij ishij is er heelemaal kapot van. Jack. Hij was erachter gekomenik bedoel, dat hij van mijn atelier afwist. en dat we vrienden warenen hij was door het jaloersche heen". „Iedereen moet wel jaloersch zijn, als het over jou gaat, Terry," zei Jack. „En.... hij heeft zich heelemaal niet... behoorlijk gedragen. Maar.... vandaag... kwam hij bij me, om te vertellendat hij je dingen had laten zeggen, die je niet gezegd had." „Van hooren zeggen is niet veel bewijs." zoo kwam de advocaat in Jack boven. Nadruk verboden). (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5