De wonderbare zwemtocht Wij en onze schadu Het kleine vraagste zeis doorsnijden, was het werk van een oogenblik. Bons! de koe stand op haar pooten, snak te naar lucht en holde, wild van schrik, de wei in! Bom! het touw schoot los en vader Brompot duikelde voorover met z'n hoofd in de pan met pap „Oei. oei! o! o! wat een dag!" jammerde hij! Maar z'n vrouw verstond hem niet eens, want de pan zat stijf over z'n hoofd geklemd en wou er haast niet. af. „Zul je wéér mopperen en brommen?" zei de vrouw. „Nee, nee!" jammerde vader Brompot. „Goed," zei de vrouw. En ze trok de pan van zijn hoofd. Wat 2ag vader Brompot eruit! Hij schaamde zich diep en liep direct naar de pomp om zich te wasschen. En nooit, nooit, nooit heeft hij meer op z'n brave vrouw gemopperd! Vrü naar het Fransch door R. DE RUYTER-v. d. FEER. f Hoe Pierre, de deugniet uit Gascogne iedereen te slim af was! Ik ga jullie nu eens een ouderwetsch ver- Ihaaltje vertellen, dat echt gebeurd is. Wie het niet gelooven wil. nu. die gelooft het maar niet! In Frankrijk ligt een Landstreek, die Gascogne heet. Daar zijn de schelmen en deugnieten drie duim langer dan de ge wone menschen, en de munten zijn er aan den eenen kant meer waard dan aan den anderen Uit Gascogne komen ook de allergrootste snoevers Zoo leefde er eens. lang geleden, een echte rakker, die Pierre heette en die verhalen kon vertellen, waar je als je ze gelooven wou de haren van te berge rezen Hij trok te voet door alle landen, en had niets bij zich dan zijn viool, waar op hij allerlei lustige wijsjes speelde. En voor het geld, dat hij hiervoor van de menschen kreeg, kocht hij nu eens een stuk droog brood, dan weer een lekker maaltje. Dat hing er van af of z'n klanten in een goed humeur waren. Eens reisde hij zoo door Nederland en daar raadden de menschen hem aan. met een boot naar Londen te varen, „want", zeiden ze, „in Engeland heb je nog minder muziek dan hier en nog dikkere geldbuidels. Dit liet Pierre zich geen tweemaal zeggen. Hij wandelde op z'n gemak naar Brielle. waar de vrachtboot voor Engeland klaar lag, maar. toen hij het griezelige groene en vreesdijk natte water zag. werd hij bang. want hij was een Gascogner en geen Hol- landsche jongen, weet je. Nu, de boot zou pas over een uurtje vertrekken en dus kon Pierre eerst nog wel met een paar' kameraden een glaasje drinken. Hij liep dus een herberg binnen, maar daar was 't zoo gezellig, dat ze de heele boot vergaten. En toen Pierre na een paar uur eens ging kijken, was de boot weg! Wat nu te doen? 't Ergste was. dat Pierre's viool en zijn bundeltje kleeren al aan boord waren en dat hij de reis naar Engeland al betaald had! Pierre en z'n vrienden aan 't schreeuwenaan 't schreeuwen. Maar 't hielp niets, 't schip was weg en bleef weg. 't Eenige wat er op zat. was nu. een roeiboot te huren en zoo snel mogelijk achter het schip aan te roeien Hiertoe werd dan ook door Pierre en z'n vrienden besloten. In den pikdonke- ren nacht voeren ze weg cn haalden het schip je moet denken dat een Gascogner dit verhaal vertelt! al spoedig in. Pierre dolblij, dat begrijp je! Juist wilde hij zoo hard hij kon gaan roepen om de aandacht van de opvarenden te trekken, toen hij opeens een vergeten touwladdertje van boord zag hangen. Snel was z'n besluit genomen: hij gooide z'n buis en muts als aandenken aan z'n vrienden in de roeiboot, riep hen een har telijk tot weerzins toe. sprong over boord en na enkele slagen te hebben gezwommen kon hij het touwladdertje grijpen en nat als een poedel aan boord klimmen. Daarboven op het schip hadden ze hem al gezien en het dek was in een oogwenk vol menschen. „Waar kom jij vandaan?" vroeg de kapi tein nieuwsgierig „Van Brielle". zei Pierre en dit was ook de waarheid (hij vertelde er echter niet bij hoe). „Jjonge, jonge!" dat is zwemmen!" rie pen de menschen. „Geweldig hè?" snoefde Pierre. ,Dit was nog maar een peulschilletje voor me, dat kan ik jullie verzekeren!" Nu, je begrijpt zoo al, dat de Gascogner de held van den dag was, al was de aanbid ding voor alles wat naar sport ruikt in die dagen nog niet zóó hevig als tegenwoordig! Hij moest zich direct drogen, kreeg nieuwe kleeren en heerlijk eten en de menschen wilden telkens weer het verhaal van de wonderbare zwemtocht, dat in Pierre's mond hoe langer hoe fantastischer werd, hooren! Nu wilde het geval, dat aan boord van het schip zich ook een schatrijken En- gelschman beyond, lord Sandwlc geheeten en die besloot onmiddellijk, den meester - zwemmer in dienst te nemen om eer met hem in te leggen. Een van zijn famllileden, een zekere lord Brouncker, had n.l. een ge weldig grooten en sterken neger in zijn dienst, die schitterend zwemmen kon en hierop was lord Sandwich allang jaloersch geweest. Er werd dus besloten, dat Pierre met den neger om het harst en het langst zou zwemmen en wel over veertien dagen, te Nu begon het den neger voor de oogen te schemeren beginnen bij Londen Bridge en zoo de Theems af, de zee ln en verder, verder net zoolang tot een van belde het moest opgeven. Alle menschen aan boord vonden dit een reuzeplan en Pierre mocht met een lijst rondgaan, waarop al spoedig voor twaalf honderd pond (14.400 gulden) geteekend was. Toen de dag van den wedstrijd was aan gekomen, stand de beroemde Londensche brug zwart van de menschen en de neger, een reusachtige kerel met stalen spieren, lachte den kleinen Gascogner, die het tegen hem wilde opnemen, al bij voorbaat harte lijk uit. Doch Pierre liet zich zoo gauw niet uit het veld slaan: hij kwam immers uit Cas- cogner, waar de schelmen drie duim langer zijn dan de gewone menschen! Nu dan: hij kwam op z'n gemak aange- drenteld, met achter zich aan een knecht, die een groote houten kist droeg. Onder ademiooze belangstelling van de omstan ders werd de kist te wateT gelaten. Pierre sprong ernaast en riep: ..Klaar? Vooruit danmaar!" Maar nu werd de neger boos. Dat wat niet eerlijk? Wat dat nu die meesterzwem- mer en had hij een houten kist noodig om te blijven drijven? Maar de Gascogner deed net of hij doo- delijk verbaasd was: .Blijven drijven? Maar kerel, daar gaat het niet om, denk dat maar niet". En meteen maakte hij de kist open en liet de ninhoud zienrookvleesch, gebraden gans. spek, beschuit, flesschen bier enz. enz teveel om op te noemen. En Pierre zei droogjps: „Ik weet niet wat Jij van plan bent. maar i k stop niet voor Gibraltar en ik wil in dien tijd niet verhongeren, dank je wel Nu begon het, zooals je begrijpen zult, den neger voor de oogen te schemeren Gibraltar? Hij bedacht zich een oogenblik en vluchtte toen luid huilend en gillend weg! De slimme Gascogner echter streek de buit van twaalfhonderd pond op, verdeel de zijn proviand onder de armen et de eerste de beste boot naar Fïankrijl kocht hfj voor het „eerlijk" verdiend - een boerderij en leefde nog latnge jar lukkig en tevreden. Zijn liefste werk was altijd, het v van den wonderbaren zwemtocht t teilen, maar dan maakte hij er z franje by, dat het gruwelijk is. i Het verhaal, dat je hierboven g hebt, ds echter de zuivere waarheid! 1 Waarom kunnen we niet buitei schaduw springen? Natuurlijk omda 1 schaduw ons volgt o vertil waar wij i gaan. We weten allemaal wel, hoe 't dat we een schaduw hebben, maai schien weten jullie nog niet allemat 1 een vreemde dingen je wel met de sc kunt beleven. 1 Een voorbeeld: de maan wordt v door het licht van de zon en nu kot 1 een enkele keer voor, dat de aai maan „ln 't licht gaat staan", precit r als wij zelf weieens bij ongeluk do we ons plaatsen tusschen de la Iemand, die zit te lezen. Onze sc valt dan op het boek en dat is ver z natuurlijk! Zoo gaat het ook als de zich tusschen de maan en de zon in i s en dus het licht van de zon onder: Als er levende wezens op de maan zouden die gedeeltelijk in donker zit r wijzelf kunnen onze eigen schaduw r ver gezegd de schaduw van onzen a over de maan zien glijden Dit noen i een maansverduistering of eclips, i een zonsverduistering gaat de maa i „in 't licht staan." Een schaduw kan zich ook heel aardig gedragen als ze tegen een ver legen vlak geprojecteerd wordt. De duw van onze hand wordt reusachtig gezien tegen een muur, die vrij ver lichtbron verwijderd is. Soms kan de duw van een gewoon mensch wel ee zaglijke reus lijken. In Duitschland berg die de Broeken heet en die 1 hoog is. Een mensch, die op den to dezen berg gaat staan, kan bij zons gang zijn eigen schaduw als een re Üge figuur zien afgeteekend tegen d kenbank, die bijna altijd om dien toi hangt. Zonnetje, zeg, luister eens! 'k Vind, je moet toch weten, Dat 't feestdag morgen is! Zul je 't niet vergeten? Want mijn Moes is Jarig dan! Blij, dat 'k wezen zou, Als je daarom heel den dag Voor haar schijnen wou! 'k Zou zoo graag vroeg wakker z Want, zeg moet je luist'ren! Maar 'k ben bang, dat Moes het Daarom moet ik fluist'ren! Want. beneden ln de schuur, Staat een mooi bouquet, Dat ik stil, als Moes nog slaapt In haar kamer zet! Schijn je vroeg dus door mijn r« Zal j'er heusch voor zorgen? 'k Ga dan nu maar slapen hoor' 't Is dan eerder „morgen"! R. WIN1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14