De plechtige opening van de Wereld-Jamboree te Vogelenzang
BUITEN HAAR KRINGEN
78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
-
Door HERMAN ANTONSEN.
24)
Voor het eerst, sedert hij op Terry ver
teld Was geworden, begon hij te denken
«'er haar geld. Hij was eerlijk verliefd ge
erden op Terry zelve niet op haar geld.
was altijd tevreden geweest met zijn
ejsen inkomen. Zijn kapitaal bedroeg zoo-
fat een half millioen. En omdat hij niet
speculeerde, had de crisis niet veel invloed
opzijn inkomen gehad. En nu was hij op
recht van plan, door te werken zijn inko
ken te vermeerderen, om niet van Terry
a»iankelijk te worden.
Maar nu was alles veranderd. Langzaam
Ws hij zich niet alleen gaan beschouwen
de verloofde van het mooiste meisje,
hij kende, maar als de toekomstige
van de jongere getrouwde lui en de
rjoest populaire gastheer van de naaste
weKoirist. En nu kon een aankomende
«vocatenklerk, die toevallig een beetje
had gehad, dat geheele toekomstplan
duigen doen vallen! Wat viel daartegen
«doen? Nog nooit had hij geweten, wat
hem was' iemahd zoo te haten, dat men
zou kunnen vermoorden. Nu werd hij
doen?30'11 bewiist. Maar wat kon hij
A .zÜn club gekomen, liep hij daar
rstuigelijk binnen, zag dat het over vij-
was en belde het huis van Terry op.
Mrs. Carey deelde hem mee, dat Terry nog
niet thuis was. Suthers liep naar zijn eigen
kastje, schonk zich een glas whiskey in en
liep daarmee naar de speelzaal. Daar werd
bridge gespeeld. Scott Frensch riep hem om
mee te spelen. Na een uurtje gespeeld te
hebben, belde Suthers Terry nogmaals op.
Ze was nu thuis en kwam aan de telefoon.
„Ik ben doodop, schat," zei ze. „Een vol
uur bij den kapper, een half uur bij de ma
nicure, anderhalf uur passen bij Madame
Marie, daarna winkelen en nog twee visi
tesDoodop! Maar we gaan samen toch
dineeren en daarna naar den schouw
burg?"
,En daarna dansen en pret maken?"
„Dat lijkt mij fijn," zei ze. „Dan mag ik
nu wel een dutje doen, hè?"
„Natuurlijk," antwoordde hij.
Hij ging weer naar het kastje en schonk
zich voor de vierde maal in. En zoo kwam
het, dat hij er niet bij was, toen Tad Wood-
wring met John Redding de speelzaal bin
nenkwam.
Woodwring keek de ouderwetsche zaal
rond, of hij geen bekend gezicht zag en
trok toen Redding mee naar Burman.
„Zoo, ouwe jongen!" zei hij joviaal.
De advocaat keek van zijn spel op.
„Hallo, meneer Woodwring!" zei hij.
„Mag ik je mijn jongen vriend Redding
voorstellen?"
Burman kon zichzelf gewoonlijk goed be-
heerschen, maar ditmaal raakte hii toch
wat van streek. Het kwam zoo onver
wachts.
„Aangenaam kennis te maken, meneer
Redding. Heel wat over u gehoord in den
laatsten tijd. Vandaag vroeg een kennis
van me nog naar u, Curt Suthers.'
„Suthers?" zei Woodwring stralend. „Dat
treft. Hoe meer leden Redding leeren ken-
r.en, hoe liever het me is. Ik wil hem can-
didaat stellen voor de Totem, Burman. Wil
je er een brief over schrijven voor me?"
„Met alle pleizier," antwoordde Burman.
Maar hij vond het niet prettig, een aan
bevelingsbrief te moeten schrijven voor een
clublid, dat pas aan hem voorgesteld was.
Maar Tad Woodwring was een man van
invloed en dus kon hij moeilijk weigeren.
Toen bemerkte Woodwring Suthers, die na
zijn vierde glas whiskey niet al te nuchter
in de speelzaal was teruggekeerd en Wood
wring pas zag, toen deze hem gemoedelijk
op den schouder klopte.
Hallo, Suthers," zei Woodwring. „Ik heb
niet vergeten, dat ik je beloofd heb, je een
ordertje te geven, zoodra je zaken was
gaan doen. En ik breng nog al eens geluk
aan. Mag ik je in kemus brengen met
meneer John Redding? Burman vertelde
cais net, dat je vandaag naar hem ge
vraagd had."
Suthers stond langzaam van zijn stoel
op. Hij had zijn glas nog in zijn linkerhand
en stak loom zijn rechter uit. Redding
nam die aan.
„Ja-a-adat is zoo. Ik wou den
naam weten van den advocaot, die dat
proces voor u gewonnen had. Aangenaam
kennis te maken, mijnheer Redding."
Woodwring, die zelden in de club kwam,
keek hen vergenoegd aan.
„Als je ooit in moeilijkheden mocht ko
men, dan is hij je advocaat!" zei hij. „Je
hebt toch zeker wel gehoord, hoe hij dat
proces voor mij gewonnen heeft?"
„Wie heeft dat niet?" vroeg Curt effen
en verloor Redding geen oogenblik uit het
oog. Redding van zijn kant wist, dat hij de
verloofde van Terry Tarpeton was. Zou
Redding achter een masker van volmaakte
hoffelijkheid hem toch van binnen uit
lachen? Hij voelde een nauwelijks bedwon
gen neiging, om den inhoud van zijn glas
Redding in het gezicht te gooien.
„Ik zou graag zien, dat Redding lid werd
van de Totem Club", vervolgde Woodwring.
..Ik heb hem candidaat gesteld en meende
dat het goed zou zijn, hem met zooveel
mogelijk leden in kennis te brengen".
„Natuurlijk", zei Suthers beleefd. „En tot
welke clubs behoort mijnheer Redding nog
meer?"
Redding lachte beslist eenvoudigjes.
„Tot geen enkele", antwoordde hij. „Het
is maar zoo'n idee van mijnheer Wood
wring".
„Dat is het ook", beaamde Woodwring,
in het bewustzijn van zijn macht en in
vloed. Hij kon Redding immers in iedere
club in New York krijgen, als hij dat wilde?
En hij had er op gelet, zich te omringen
met een groepje jongelui, die veel aan hem
verschuldigd waren. Redding moest er het
middelpunt van worden. En Suthers moest
daar ook toe hooren.
„Tot een of andere college-broederschap?
Of tot iets dergelijks?" vroeg Suther verder.
Weer lachte Redding.
„Heelemaal nergens toe. Nooit gela voor
clubs gehad. Ik ken feitelijk zoowat nie
mand in New-York, mijnheer Suthers"
Suthers ging weer zitten.
„Ik laat je hier onder de hoede van Su
thers achter" zei Woodwring. „Ik moe' er
vandoor. Zul je goed voor hem zoigen,
Suthers?"
.Zeker' antwoordde Suthers effen.
„Ik heb een twee-weeksche kaar., gege
ven" zei Woodwring. „Maar ik ben bang,
dat hij er geen gebruik van zal maken als
hij niet met enkele lui in kennis komt en
daarom.
„Ja, dat snap ik", viel Suthers hem in
de rede, wees op een stoel en Redding ging
zitten. Als hij al verlegen met zijn figuur
was, dan bemerkte Suthers het in elk ge
val niet.
„Ik heb nog al over u hooren spreken",
zei Suthers, „Woodwring verkondigt uw lof
overal".
Redding kreeg heel even een kleur. „Hij
is erg vriendelijk tegen me," zei hij.
„Maar hij is een kwade, als je hem tegen
je hebt. Speelt u bridge?"
Redding schudde het hoofd. „Ik heb het
vroeger wel gespeeldmaar ik heb het
vergeten".
Suthers nam hem van het hoofd tot de
voeten op. „Waarom wilt u eigenlijk lid
worden van de Totem Club, mijnheer Red
ding? U speelt geen bridge, u drinkt niet,
gokt niet. Dat is het eenige wat hier ge
daan wordt. Ik geloof zeker, dat u het hier
uoodvervelend zult vinden".
Redding kreeg een kleur.
„Ik veronderstel, dat het gewoonweg een
soort kudde-instinct is", zei hij, .daar ik in
New-York heelemaal geen kennissen
heb
„Zou ik denken, dat deze club toch wel
een beetje uw ambitie te boven ging", zei
Suthers. Zijn stem was even ijzig als zijn
gezicht uitdrukkingsloos alsof hij toevallig
wat ruw was. zonder een beleedigende be
doeling.
„O, is dit geen bijzonder exclusieve club?"
vroeg Redding
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).
ZATERD AG AVER DEN OP HET PALEIS SOESTDIJK aan het Prinselijk Paar
door ,,dè Princevlag" nieuwe paleis- en autostandaards aangeboden. De groote
standaard wordt getoond.
LORD BADEN POWELL aan het woord,
na de opening van de Jamboree door
H.M. de Koningin.
NATIONALE ATHLETIEKKAMPIOENSCHAPPEN TE AMSTERDAM.
De finale 100 meter, welke werd gewonnen
door Osendarp.
DE OPENING.VAN DE WERELD-JAMBOREE TE VOGELENZANG. DE GROOTSCHE RALLYE DER PADVINDERS
VAN ALLE LANDEN.
HET GROOTE MOMENT VAN DE JAMBOREE
de opening door H. M. de Koningin. De Landsvrouwe en Lord Baden Powell
in de loge.
DE NEDERLANDSCHE ROEI KAMPIOENSCHAPPEN,
op de Boschbaan te Amsterdam. Tijdens het nummer achtriemsgieken,
gewonnen door „Amstel".