De jamboree waarop de wereld wacht
De niet-inmenging blijft
op het doode punt
Binnenland
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 Juli 1937
Derde Blad
No. 23726
iBUITENL, WEEKOVERZICHT
78ste Jaargang
Commissie zonder eenig besluit verdaagd
OORLOGSRUMOER,
Wanneer er geen onverwachte gebeur
lijkheden zich meer voordoen, wordt het
in het Verre Ooiten dit maal ernst of met
andere woorden oorlog! Het is droevig om
dit te moeten constateeren. maar het is
nu eenmaal niet anders
Japan heeft eindelijk kleur bekend, zij
liet op Oostersche wijze, doch de Japansche
bedoelingen zijn niettemin duidelijk: Japan
streeft er naar om in Noord-Chlna, dat in
naam verbonden zou mogen blijven met
Nanking, zich nieuwe economische moge
lijkheden te veroveren, iedere twijfel daar
aan is onmogelijk geworden, gelet op den
gang van zaken en hetgeen door leidende
Janansche figuren successievelijk is geuit
Maar het huidige China is niet meer het
China van weleer, dat zich alles wil laten
welgevallen of beter gezegd moest laten
welgevallen. Onder leiding van maarschalk
Tsjang Kai Sjek is aan moderniseering ge
daan van het leger, wat mogelijk bleek met
behulp van Duitsche en Engelsche officie
ren en de uitrusting heeft daarmede ge
lijken tred gehouden. De juiste waarde te
bepalen van het leger van Nanking is uit
den aard der zaak ondoenlijk, daar er te
veel factoren in het spel zijn, die zeer
wisselvallig blijven, maar een quantité
negligable is het Chineesche leger van
Tsiang Kal Sjek niet meer. Bovendien mag
China in geval van oorlog rekenen op uit
gebreide hulp der sovjets met materiaal en
wellicht zelfs met vliegmachines, bemand
m wel.
Eerst heeft China Korea moeten afstaan,
daarna Mandsjoerije. nu gaat het om de
Noordelijke provincies. Nanking voelt dit
maar al te wel en is niet meer van zins
om dit zonder strijd te laten passeeren.
Het komt op voor zijn goed recht en weet
zich daarbii gesteund door de publieke
opinie van vrijwel alle landen. Maarschalk
Tsjang Kai Sjek heeft dan ook reeds zijn
volk opgeroepen voor verdediging van het
vaderland en vindt steeds meer steun in
breeden kring.
Zonder oorlog is Noord-China reeds ver
loren. nu door verraad van enkele Chinee
sche generaals, die meer op eigen voordeel
uit zijn dan op het welzijn van hun land
dat blijft een bü uitstek Chineesche
eigenaardigheid! Peiping in handen der
Japanners ls gevallen, waardoor het lot der
Noord-Chineesche troepen in de omgeving
mede werd beslecht. Trots een aanvankelijk
succesvol verzet, noopte dit verraad om
Hooei en Tsjahar voorloopig op te geven.
Inderdaad kunnen de Japanners momen
teel spreken van het bereiken van het in
eerste instantie gestelde doel
Met de Chineesche verraders zijn vredes
onderhandelingen geopend!
Wil Nanking dus meer dan in naam
in dit geval een volslagen fictie in het
bezit blijven van Noord-China. dan zal
militair moeten worden opgetreden en
Nanking schijnt daartoe bevel te hebben
gegeven. Het heet, dat de geregelde Chi
neesche troepen van den maarschalk in
j opmarsch zijn. Blrikt dit juist, dan betee-
ient. dit den oorlog in optima forma!
Te verliezen heeft China niets meer, al
leen slechts te winnen en dit te meer. nu
de Engelsche minister Eden, ongetwijfeld
niet zonder voorkennis van Amerika, rond
uit heeft verklaard, dat Engeland geen
verder grondgebied-verlies van China zal
dulden.
Voor Japan is de gang van zaken weinig
minder dan fnuikend, gelet ook op zijn
finantieele positie. Zelfs al blijft het mees
ter van den toestand te velde, hetgeen
echter schatten zal verslinden, dan verliest
het nog zijn belangrijke afzetgebieden in
China, waar toch reeds een felle anti-
Japansche stemming heerscht en dat is
erger dan de winst in Noord-China zou
kunnen goed maken, gezien ook de weinige
opbrengsten van het bezit van Mand-
sjoekwo.
Hoe in deze omstandigheden nog een
uitweg mogelijk blijft, is moeilijk te zien,
zoodat het ergste te vreezen staat. En
bovendien: oorlog in het Verre Oosten zal
heel wat belangen mede in het geding
brengen, waarvan de omvang moeilijk is te
schatten. Waartoe dit niet kan leiden
Oorlog is al meermalen gebleken een
sneeuwbal te zün. al voortrollend en voort
rollend, zonder dat men weet waarheen
Ook ons werelddeel zou er de gevolgen
zonder twijfel van ondervinden, zii het,
gelukkig, indirect. Het zou slechts de toe
standen in Europa helpen verder te ver
troebelen Want opgelost zijn de vraagstuk,
ken hier nog lang niet. al doet men schijn
baar zijn best om een uitweg te vinden uit
de vele moeilijkheden, die boven Europa
hangen, Neem om te beginnen de Spaan-
sche kwestie. In feite is men nog geen stap
verder gekomen te Londen ter niet-inmen-
gingscommissie en de vooruitzichten zijn al
evenmin gunstig. Men blijft ronddaaien in
den bekenden vicieuzen cirkel zonder een
stap verder te komen. Zelfs al neemt men
aan. dat de bedoeling is om een schijn-
accoord te bereiken, een soort kapstok,
waaraan alles is op te hangen, loopt het
geenszins od rolletjes. Momenteel schijnt
het sovjet-Rusland te zijn, dat bezwaren
opwerpt, die zeer lastig zullen kunnen wor
den opgeruimd En al zou Engeland des
noods de sovjets willen uitschakelen, dan
is het nog de vraag, of Frankrijk daarmede
genoegen zou nemen, waar immers de
communisten en socialisten steeds verder
trekken op den weg naar een samengaan,
hetgeen uiteindelijk moet uitloopen op een
volslagen fiasco der socialisten en op den
duur tot inwendige botsingen De thans in
Frankrijk gevoerde financieele politiek, een
poütiek van bezuiniging en beperking, vindt
reeds tegenkanting in breede lagen van het
Volksfront.
En naast den kerkstrijd in Duitschland,
die. al merkt men het niet direct naar
huiten, toch geregeld scherper vormen gaat
aannemen in Italië heeft de Duce zich
wel gewacht om een cu'-tuurkamp te ont
ketenen zich bewust, dat deze od den
jangen duur op een nederlaag moet uit-
joooen heeft zich nu een godsdienst
kwestie ontketend in Zuid-Slavië. De
orthodoxe kerk daar te lande is ln het
geweer gekomen tegen het door de regec-
riPg voorgestelde concordaat met de EK.
kerk en de toevallige dood van den
Patriarch Varnava. die samenviel met dit
verzet, heeft dezen strijd slechts bevorderd.
Geeischt wordt het aftreden van het ka-
:'nt' Stojadinowitsj aan welken eisch oij-
aondere kracht is bijgezet door de leden
kerleRSer'n°' ^ic lid zlin van de orthodoxe
daaruit te verwijderen. De regeering
8(aat wankel!
De ramp van de Flamingo.
Onderzoek levert weinig positieve
resultaten op.
Uit het onderzoek naar de oorzaken van
de ramp van de „Flamingo" Ls komen vast
te staan, dat het toestel met zeer groote
snelheid, ongeveer 350 K.M. per uur, met
den grond in aanraking is gekomen. Het
landingsgestel was ingetrokken, hetgeen er
op schijnt te wijzen, dat de piloot geen tijd
heeft gehad om aan landen te denken. De
explosie moet hebben plaats gehad aan
boord van het toestel, toen het zich in
volle snelheid voortbewoog, kort voor het
neerstorten. De tweede ontploffing ge
schiedde op het oogenblik. dat de machina
met den grond in botsing kwam.
De oorzaken van de eerste ontploffing
welke moet hebben plaats gehad in den.
linker-motor, en welke de catastrophe ver
oorzaakte, zijn zeer moeilijk vast te stellen
en de deskundigen zullen hun arbeid moe
ten voortzetten, hoewel zij waarschijnlijk
weinig positieve resultaten zullen verkrij
gen. In dat geval zullen de deskundigen
zich moeten beperken tot het formuleeren
van hypothese omtrent de oorzaken van
de ramp.
Begrafenis van de bemanning.
Omtrent de begrafenis van de leden van
de bemanning van de „Flamingo" verne
men wij, dat het stoffelijk overschot van
den len piloot, C. Th. R. Steensma, Maan
dag om 2 uur op de nieuwe algemeene be
graafplaats te Wageningen zal ter aarde
worden besteld. De begrafenis van den 2en
piloot, G. Geering, zal Maandag om 2.30
uur op Crooswijk te Rotterdam geschieden,
die van den radioteiegrafist heeft Dinsdag
om 1.30 uur op de Nieuwe Oosterbegraaf
plaats te Amsterdam plaats. De stewardess,
mej. M. J. van der Laan, wordt Maandag
om 11.30 uur op Zorgvliet te Amsterdam
begraven en de mecanicien. A. Wapperon„
wordt Maandag om 3.30 uur op de alge
meene begraafplaats te Papendrecht be
graven.
HULDIGING VAN DEN HEER
E. D. VAN DISSEL.
Op 1 September zal de heer E. D. vrin
Dissel, na het bereiken van den 65-jarigpm
leeftijd, aftreden als Directeur van hèeji
Staatsboschteheer.
De heer van Dissel heeft op dien datuyn
ruim 35 jaar aan het hoofd van het
Staatsboschbeheer gestaan. Mede door zijn
beleid en stuwkracht is het Staatsbosch
beheer, dat in 1902 nog slechts bescheiden
van opzet was, geleidelijk uitgegroeid dut
een tak van Staatsdienst, waarvan de b»e-
teekenis op velerlei terrein algemeen worjdb
erkend.
Er heeft zich onder voorzitterschap sanr
den heer E. J. Bergsma, voorzitter van öen
Boschraad een comité gevormd, dat zich
voorstelt den heer Van Dissel op Maarlriag
6 September a.s. des namiddags om 2'/» uur
in hotel des Pays Bas te Utrecht te h'blós-
gen voor hetgeen onder zijn leiding mell
groote toewijding in het algemeen beAang
tot stand is gebracht. Mr. M. P. L. S'teen-
berghe. minister van Economische Z aken.
heeft, het eerevoorzitterschap van heb
comité aanvaard.
Gistermiddag is de onder-commissie
voor de niet-inmenging te Londen
bijeengekomen en zooals men verwacht
had, is het geloopen: de meeningsver-
schillen over de erkenning konden niet
worden overbrugd en na een vergade
ring van drie uur is de commissie uit
eengegaan, zonder dat een tijdstip voor
een nieuwe bijeenkomst is vastgesteld.
Wel boopte men, dat zulk een bijeen
komst in het begin van de volgende
week kon worden gehouden, maar
tevoren hebben verschillende vertegen
woordigers hun regeeringen te raad
plegen.
Lord Plymouth heeft in het kort de ant
woorden van de verschillende regeeringen
op de Britsche voorstellen uiteengezet. Hij
verklaarde ten aanzien van het antwoord
van Sovjet-Rusland nadere inlichtingen te
verlangen, o.a. over de beteekenis van de
zinsnede: „wanneer alle vreemdelingen uit
Spanje verdwenen zullen zijn, zal een
nieuwe toestand in het leven zijn geroepen"
Ook wenschte lord Plymouth opheldering
over de antwoorden van Duitschland,
Italië en Portugal, inzake het gelijktijdig
toekennen van de rechten van oorlogvoe
renden en het terugroepen van de vrijwil
ligers.
Spr. zeide verder, dat het noodzakelijk is,
dat alle regeeringen, die in de commissie
vertegenwoordigd zijn, het Britsche plan
eenstemmig aannemen, voor de strijdende
partijen in Spanje geraadpleegd worden,
aangezien het anders niet waarschijnlijk is.
dat zij het plan zullen aannemen.
Vervolgens nam von Ribbentrop het
woord. Hij zeide, dat Rusland door de toe
kenning van de rechten van oorlogvoeren
den aan de partijen in Spanje te weigeren,
het Britsche plan had vernietigd. Het ls,
aldus, von Rib'oentrop, onder deze omstan
digheden nutteloos over te gaan tot een
bespreking over de bijzonderheden der
ontvangen antwoorden. De Duitsche regee
ring moet zich haar houding ten aanzien
van alle punten voorbehouden, in ver
band met den nieuwen toestand. „Wij
Duitschers zoo zeide de ambassadeur
weten sedert lang, dat er zonder Sovjet-
Rusland geen burgeroorlog in Spanje zou
zijn".
Voorts heeft von Ribbentrop een warm
pleidooi gehouden voor het toekennen van
de rechten van oorlogvoerenden aan
Franco. Spr. zeide, dat de commissie bij de
behandeling van het Britsche plan de ge
voelens en wenschen der Spanjaarden
slechts als bijzaak heeft beschouwd. Gene
raal Franco is een trotsch patriot, de be
vrijder van zijn vaderland uit de macht
van hen. die het vernielen, hij is meester
in het grootste gedeelte van het land en
thans wil men hem voorstellen commissies
naar zijn havens te zenden, welke moeten
toezien op den toevoer van zijn troepen, die
moeten toezien op het vertrek van de vrij
willigers, welke aan zijn zijde strijden. Von
Ribbentrop vroeg de commissie, of zij wer
kelijk gelooft, dat de trotsche Spanjaard
dit alles zal aanvaarden, wanneer men
hem niet de geringste rechten van oorlog
voerende toekent. Men moet zich niet ver
gissen, zonder tegenprestatie zullen de
voorstellen van de commissie niet worden
aanvaard.
Na hem sprak de vertegenwoordiger van
Frankrijk, Corbin. Deze deelde mede, dat
Frankrijk alle essentieele punten van het
Britsche voorstel heeft aangenomen. Dat
wil zeggen, dat Frankrijk enkele concessies
heeft gedaan. Ongelukkigerwijs schijnen de
overige mogendheden niet alle over dezen
geest van verzoening te beschikken. Corbin
steunde verder krachtig de meening van
lord Plymouth, dat de voorstellen eenstem
mig moesten worden aangenomen.
De vertegenwoordiger van Italië, Grandi,
verklaarde het geheel eens te zijn met von
Ribbentrop. De vertegenwoordiger- van
Tsjecho-Slowakije verklaarde, dat zijn land
het plan in zijn geheel aannam en hij
verzocht de overige mogendheden het te
aanvaarden.
De vertegenwoordiger van de Sovjet-Unie
Maisky, zeide vervolgens, dat de woorden
van von Ribbentrop onrechtvaardig waren.
I-Iet deel van de niet-inmenging is te voor
komen, dat wapenen en menschen naar
Spanje worden gezonden. Het toekennen
van de rechten van oorlogvoerenden heeft
niets te maken met de niet inmenging en
is alleen uitgevonden om dc kwestie te
vertragen, zoodat de fascisten gelegenheid
hebben wapenen en manschappen naar
Spanje te zenden.
De Duitschers wenschen alleen, dat aan
Franco de rechten van oorlogvoerende wor
den toegekend, waarna zij het terugtrek
ken van de vrijwilligers voor onbepaalden
tijd zullen vertragen. De houding van
Italië is, volgens Maisky, gelijk aan die van
Duitschland.
Vervolgens nam lord Plymouth weer- het
woord. Hij zeide, dat Duitschland, Italië en
Portugal nog niet duidelijk hebben doen
uitkomen of zij erkenden, dat de tijdfactor
van groot belang is bij het toekennen van
de rechten van oorlogvoerenden en het
terugroepen van de vrijwilligers. Lord
Plymouth verzocht hun hierop een duide
lijk antwoord te geven.
Hierna volgde een levendige woorden
wisseling. waarin de verschillende afge
vaardigden de termen van hun antwoord
handhaafden.
Tenslotte sloot lord Plymouth de be
spreking met de verklaring, dat een vitaal
punt moet worden opgehelderd en wel de
vraag of de rechten van oorlogvoerenden
moeten worden toegekend en wanneer. Hij
stelde voor de vergadering te verdagen tot
een tijdstip, dat hij zal vaststellen, ver
moedelijk volgende week Donderdag of
Vrijdag. Hij verzocht den vertegenwoordi
gers zich met hun regeeringen in verbin-
AGRARISCHE JAARBEURS.
Aan de Agrarische jaarbeurs, welke in
het kader der algemeene Nederlaridsche
Jaarbeurs van 7 tot en met 16 September
te Utrecht gehouden wordt, zal door het
Stamboek voor het Nederlandsche Trek
paard in samenwerking met de Naliionale
Vereeniging tot bevordering van de Paar
denfokkerij in Nederland deelgenomen
worden met een inzending trek- ert tuig-
paarden, welke zoodanig gekozen zullen
v.-orden, dat de stroomingen der -geheele
Nederlandsche tuigpaardrichting, tlw. die
van lichte en zware klasse, tot uiting zul
len komen.
Voor de huisvesting van deze pfaarden
zal op het Vredenburg een stal gebouwd
worden, waarin de paarden te bezichtigen
zullen zijn.
Het Nederlandsche RundveèStamHoek zal
wederom met een inzending stamboekvee
aan de agrarische jaarbeurs deelnemen.
BURGEMEESTERSBENOEMINGEN.
Bij K. B. is met ingang van 1 September
tot burgemeester der gemeente Hofogezand
benoemd: J. Tuin.
De heer Tuin is thans hoofd eerter open
bare school ln Oude Pekela. Hij ibekleedt
voorts de functies van lid van Proy. Staten
van Groningen en plaatsvervangend voor
zitter van den Raad van Arbeid te Win
schoten. Hij is lid der S.D.A.P.
Verder is met ingang van 1 September
benoemd tot burgemeester der gemeente
Opsterland: J. H Poppinga. met toeken
ning van gelijktijdig eervol ontslag als
burgemeester der gemeente Idaanderadeel.
De heer Poppinga is geboren in 1896.
GESLAAGDE PROEFTOCHT OP DE
NOORDZEE.
Het door de Ned. Scheepsbouw, Maat
schappij te Amsterdam voor rekeming van
de Koninklijke Shell gebouwde stoomtank-
schip Rufina heeft gisteren, juist op den
bij contract vastgestelden dag van afleve
ring met gunstig gevolg zijn officieelen
proeftocht op de Noordzee volbracht. De
Rufina. waarvan het draagvermogen 4000
ton bedraagt, is een zusterschip van de
Rosaura, welke ruim een week: geleden
heeft proef gevaren en thans op weg is
naar Curasao, naar welke bestemming ook
de Rufina. onder commando van kapitein
W. Wortel, reeds heden zal vertoekken.
ding te stellen, om te onderzoeken of zij de
door hem gewenschte ophelderingen kun
nen verschaffen.
Dc „Andutz Mentli".
Drie matrozen der „Andutz Mendi" wer
den uit zee opgepikt, waar zij ronddreven
op een omgekeerde sloep, waarin zij met
12 anderen van het schip gevlucht waren.
Deze twaalf waren echter verd.ronken.
De kapitein der „Andutz Mendi" meent,
dat zijn schip door twee duikbooten be-
chotcn werd, daar de projectielen zoowel
van bakboord- als van stuurboordzijde
kwamen.