De Kaagweek - Concours hippique - Roode Kruis-oefeningen HS s. BUITEN HAAR KRINGEN 78ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON ROODE KRlIS-OEFENINGEN te Amsterdam. Een gewonde wordt met behulp van een stellage over een prikkeldraad-versperring vervoerd. HET ZEILFESTIJN VAN DE KAAG. Boven Uiteenloopend gezelschap op de Kaag. Een tjalk, twee regenbogen en een vrijbuiter. Onder De Pampusklasse met bijzeilen in actie. /tv'" A Til LETIEK-WEDSTRIJDEN te Amsterdam om het kampioenschap van Noord-Holland. De start van de 800 meter. Winnaar werd Bouman. TE BOLSWARD reed een OPVOERING van het openluchtspel „Het filmspel auto in het water. De 2 in- van St. Franciscus" in het natuur-theater te Oisterwijk. zittend en redden '4fch De Schrijver van [het spel Felix Timmermans en de zwemmende. hoofdrolvertolker. DE TWEEDE DAG VAN HET CONCOURS HIPPIQUE IN HET WESTBROEKPARK TE 'S-GRAVENHAGE. DE NIEUWE NEDERUANDSCHE GEZANT TE LONDEN, Zondag werd o.a. het Concours d'elegance gehouden, waarbij gelet werd graaf van Limburg Stirum met zijn echtgenoote gefotografeerd, bij aankomst op op het fraaiste geheel. het vliegveld Croydon. Door HERMAN ANTONSEN. 12) .Mag lk nog even mee?" vroeg hij. .Liever niet. Het is al zoo laat." „Ik zou nog zoo graag even praten." .Dat hebben we den heeien avond al ge daan." „Maar het voornaamste onderwerp is nog niet besproken." „En, wat is dat dan wel?" vroeg ze. Ze had de voordeur geopend en nu ston den ze in de flauw verlichte hal. „Over onszelf." „Ik meende, dat we den heeien avond over vrijwel niets anders dan over onszelf hadden gepraat." zei ze. I „We hebben het alleen over mij gehad," "terp hij tegen, „over mijn client, mijn P'cces en het behaalde succes." „Ik meen me toch te herinneren, dat we het ook nog even over mijn kamerscher men hebben gehad," zei ze lachend. „We hebben ieder over zichzelf gepraat en over elkander," gaf hij toe, „maar dat I ls 'rog niet over onszelf." „Dat is een woordspeling, die ik niet heelemaal snap." '•TeJry, toen ik je voor de eerste maal ,rf, dhcht ik, dat ik je nooit zou terug- I ve„a'- r dat is nu anders geworden. E< lumc no® we' ®een schatten, maar ik tiia- JW en dan toch wel eens een prettig wie bezorgen. Terry, bij onze eerste ont- moeting heb ik je een kus durven geven. „En?" Haar stem klonk koel en haar houding was moe. „Ik ben verliefd geweest.maar dat is een hopeloos geval, dat weet je. En je aan iets hopeloos vast te klemmenis een groote domheid. Och, Terry, j£ bent jong en mooi en zoo lief. We zijn allebei zoo eenzaam. En ik weet.ik wil eerlijk blijven, Terry.dat ik niet verliefd op je ben. Maar toch houd ik dolveel van je. En jij van mij, is het zoo niet?" „Daar schijn je nogal zeker van!" zei ze. „Natuurlijk. Ik heb je een kus gegeven en toch heb je toegestaan, dat ik je nog mocht ontmoeten." „Waarom niet? Beteekende die ééne kus dan zooveel?" „Voor jou toch wel, is het zoo niet?" „En.vroeg ze weer. Als eenig ant woord sloeg hij zijn armen om haar heen en zochten zijn lippen de hare. V. Toen ze op haar kamer naar de duistere rivier en de fonkelende sterren zat te sta ren, dacht ze beschaamd na over wat er een uur geleden gebeurd was. Jack had haar een kus gegeven. En ze had hem niet op slag afgeweerd. Eerst na enkele secon den had ze zich losgerukt en was de trap naar haar atelier opgebold. Ze had de deur opengerukt en met een slag achter zich dichtgesmakt, zoo hard, dat ze morgen wel klachten van haar medebewoners zou krijgen. Een oogenblik was ze bang geweest, dat hij haar achterna zou komen. Maar toen ze hem niet hoorde komen, had ze zich be dacht.. dat hij er de man niet naar was, om zich tegen haar wil aan haar op te dringen. Een poosje later was ze naar haar huis teruggekeerd. Ze was geen oogenblik bang geweest, dat hij haar nog ergens zou op wachten Mrs. Carey had haar opengedaan, maar ze had haar zorgzame hulp vriende lijk afgewezen en zat nu veilig op haar eigen kamer. Ze was woedend op zichzelf. En nogmaals hield ze zich voor, dat hij niet iemand was, die zich op zou dringen. Zoodra hij bemerkt had, dat zij van zijn omhelzing niet gediend was, had hij haar immers losgelaten? Zou hij met negentig dollar per week, waarmee hij zich een kapitalist achtte, werkelijk verwachten, dat Terry Converse nu al zijn doen en la ten goed zou keuren? Die gedachte ver wierp ze met verontwaardiging. Zoo mocht ze niet over hem denken. Hij had zelf met zijn fortuin den draak gestoken en toege geven, dat zijn succes nog maar middel matig was. Hij was er nog het meest blij om geweest, omdat het hem in de gelegen heid stelde. Iets voor haar plezier uit te geven. Dat moest ze om eerlijk te blijven, toch erkennen. Maar dat was de reden toch ook niet van haar ergernis. Als ze er goed over dacht, dan zat de kwestie hierin, dat hij gezegd had, met haar, als ze wilde, tevreden te zullen zijn bij wijze van troost prijs Dat was de zaak! Hij had erkend, dat zijn liefde voor Therese Tarpeton toch iets onmogelijks was en wilde zich nu wel met haar tevreden stellen! Hoe had hij zooiets gedurfd! Dacht hij soms, dat hij zoo iets bijzonders was dat ze hem met beide handen aan zou grijpen? Maar hoe veel leelijke namen ze ook aan zijn gedrag gaf, telkens weer betrapte zij zich erop, dat ze de zaak weer van zijn kant bekeek. Hij dacht waarschijnlijk, dat ze van hem was gaan houden. Hij dacht, dat hij erg edel moedig was tegenover haar.En weer werd ze woedend. Ze was nog te jong, om te beseffen, dat woorden slechts een uiterst onvolkomen uitdrukking van iemands ge dachten zijn. En als die gedachten dan nog door gevoelens vertroebeld worden, dan is het nog veel moeilijker ze juist uit te druk ken. Maar toch voelde ze zich gekrenkt. Alleen omdat hij verliefd was op dat por tret kon hij tegen haar niet zeggen: „Ik heb je lief, Terry!" En toch had hij een te fijn karakter om gewoon met haar te flir ten. Hij meende het ernstig. Hij zou haar tot zijn vrouw verlangen. Maar hoe kon hij in die paar dagen zoo opeens veranderd zijn? Eerst eeuwige liefde voor Therese Tarpeton zweren en dan met Terry Con verse willen trouwen? Een glimlachje verhelderde haar gelaat. Hij hield van Terry en was over zijn ver liefdheid op Therese heen. maar meende, dat het onmogelijk was, dat hij zijn oude ideaal in zoo korten tijd ontrouw geworden zou zijn! Dat was de kwestie! Dat was een troostende gedachte. Maarhoe kreeg ze zekerheid, dat hij werkelijk van haar hield? Hoe wist ze, dat hij een huwelijks aanzoek had willen doen? Het volgend oogenblik was ze weer woe dend op zichzelf. Ze had zich meer dan min gedragen. Ze had in haar eigen stand moeten blijven. Ze had zich niet onder de gewone menschen moeten mengen. Alleen in verhaaltjes hield iemand zich arm om tot een huwelijk te komen, waarbij het geld geen rol speelde. Dat ging immers toch niet in het werkelijke leven? Ze kwam weer wat tot kalmte. Het moest dan nu maar voorgoed uit zijn. Ze deugde niet voor dergelijke avonturen. Voortaan zou ze The rese Tarpeton biliven en niemand anders. Niet den eeiien dag het schatrijke meisje en even later het arme schilderesje, dat voor haar brood ploeterde. En met die ge dachte viel ze eindelijk in slaap. Maar toen ze 's morgens wakker werd, voelde ze zich nog ontstemd. Ze wilde niet denken aan verzachtende omstandigheden tegenover Jack Redding. Hij had haar al leen als troostprijs gewild. Ze wilde hem nooit weer terugzien. En hij zou na een paar dagen wel bemerken, dat niet alleen zijn eerste prijs, maar zelfs zijn troost prijs hem ontgaan was. Ze reed naar Southampton terug, ver kleedde zich en ging op het terras zitten. Na een poosje hoorde ze voetstappen nade ren en opkijkend zag ze Curt Suthers aan komen. Hij kwam naast haar zitten. „Dan zie je haar en dan zie je haar niet!" zei hij lachend. „Je meent?" „Je doet me denken aan een erwt onder een notendop, een spelletje, dat ik wel eens heb zien spelen. Ik denk. dat je hier bent. en dan zit je net ergens anders." „Nu ben ik dan toch hier." „Maar morgen?" vroeg hij. „Zonder eenige waarschuwing rijd je naar de stad; en als ik je dan in de stad ga zoeken, dan hoor ik, dat je hier bent!" „Het is wel lastig, hè?" vroeg ze lachend. „Zou er heusch niets aan te doen zijn?" „Zou het?" Ze spitste de lippen. Ze begreep maar al te goed, hoe Curt dat zou opvatten. En dat deed hij ook. Hij gaf haar een kus. En het leek haar. dat die liefkoozing al haar moei lijkheden op slag deed verdwijnen. Ze moest toch wel van Curt houden; ze hield beslist, van Curt. Ze gaf zich over aan zijn omhelzing. „Terry Terry," fluisterde hij. „Wil je wil je heusch mijn vrouw worden?" „Natuurlijk," zei ze rustig. (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgdL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5