„Een oogenblik" bij Jan van Kan
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Vrijdag 9 Juli 1937
AKKERTJES CACHETS)
„Zeeheld" op zijn praatstoel
Voorbeeld van „durl, voortvarendheid,
zelfopoffering"
GEMENGD NIEUWS
RECHTZAKEN
Ja, lezer, een „oogenblik", want Jan van
Kan. niet ..menschenredder" van profes
sie, maar uit roeping en uit een warm,
waarachtig medegevoel, heeft 't druk in
deze dagen. O zeker! anders zit. Jan van
Kan óók niet stil. Zijn energieke, voort
varende natuur houdt deze nu 67-jarige,
die er zoo gezond en sterk als een visch
uitziet, voortdurend bezig
Jan van Kan op ongeveer ÏD-jartgèh
leeftijd in volledig „redderscostuum".
Met recht had hij zich toen de bijnaam
van „De Duivel" verworven. Naar een
schilderij van een Duitsch schilder.
Maar thans, nu hij zijn „gouden
jubileum" herdenkt, heeft hij het wel
extra „vol om handen!"
Want zijn feest, dat vandaag in
alle luister gevierd wordt, heeft zijn
talrijke bewonderaars in beweging ge
bracht en reeds op de dagen vóór de
„grootsche" huldiging van dezen moe
digen en steeds opgeruimden „held
van de zee", waren er talrijken, die
hem de hand kwamen schudden.
Oude getrouwe badgasten, voor wie
Noordwijk zónder Jan van Kan een
voudig niet 't „echte" Noordwijk is, die
eiken avond, wanneer zij door 't ge
zellige dorpsdeel waar hij woont hun
wandeling maken, waar ook de garage
en de bazar van Jan van Kan zetelen,
voelen zich nóg prettiger gestemd,
wanneer zij een puntje van zijn neus
ontdekt hebben. Zij worden nu onwil
lekeurig getrokken door de fraaie ver
siering van bloemen, groen en lam
pions. die thans, ter gelegenheid van
dit gedenkwaardig jubilé, voor zijn
woning is aangebracht.
En zij wandelen ieder oogenblik naar
binnen om een praatje te maken, zoodat
het voor een interviewer wèl een lastige
taak wordt, om zijn blocnote vol te
krijgen.... Of toch eigenlijk ook weer
nietWant 't is, zooals een van zijn
zoons het uitdrukt: „Vader kan nog beter
praten aan Brugmans".
Ja. zóó is 't.
Zelfs in een „oogenblik" hooren wij.
met gebruikelijke humor weergegeven, 't
een en ander, dat zeker de moeite loont,
vereeuwigd te worden.
Al speet 't ons dan ook, om, toen van
Kan goed en wel op dreef was en vol
komen op zijn praatstoel zat, al spoedig
ons te moeten terugtrekken, omdat, wij
niet onbescheiden wilden zijn. Andere be
zoekers vroegen weer belet en van Kan en
de interviewer konden toch niet onbeleefd
zijn?
Zoo zitten wij dan in de achterkamer,
waar de bloemen van vele reeds toegezon
den bouquetten geuren en stapels geluks
telegrammen en bewonderende brieven op
een bord liggen.
Die achterkamer is op zichzelf al iets
bijzonders! Want men begrijpt, dat een
halve eeuw „menschenredden" niet onge-
eerd blijft.
Er hangen dan ook in fraaie lijsten
de noodige „eerbewijzen" en in de
kasten liggen nog massa's foto's en
andere belangrijke paperassen, als
evenzoovele schoone herinneringen uit
een veelbewogen leven, waarin „voort
varendheid, durf en opoffering" zulk
een groote rol speelden!
Jan van Kan op zijn praatstoel, zijn
borst getooid met verschillende medaille's,
hem voor zijn grootsche daden gedurende
een lange reeks van jaren aan de mensch-
heid bewezen, geschonken, 't Is een genot
naar hem te luisteren, zijn woordenstroom
vloeit zóó ongekunsteld en is daarbij, wat
de keuze betreft, zóó interessant, dat wij
zijn gedachten naast niet kunnen opschrij
ven, zóó boeien zij ons. Hij vertelt ons
eerst van zijn jeugd-impressie's. Ja, 't, was
de meester op school, die ons eigenlijk al
met 't reddingswerk in kennis bracht. Als
er iets op zee te doen was, dan klonk 't
onmiddellijk: „Jongens, de leien opbergen.
Er is een schip gestrand!" En wij allen de
school uit, om 't reddingswerk van nabij
te volgen.
Er was toen. ik spreek van een zestig
jaar geleden, dikwijls een heftige jalousie
met Katwijk, wie 't eerste zou zijn om de
bemanning van een schip te redden. Dan
ging 't soms Spaansch toe en ik heb 't
zelfs een meegemaakt, dat Noordwij kers en
Katwijkers een drenkeling haast uit el
kaar trokken, om 'm 't eerst aan boord te
krijgen!"
Toch. al was 't niet altijd koek en ei tus-
schen Noordwijk en Katwijk en al speelde
het winnen van de .premie", die op een
gelukkige redding stond, een groote rol, de
voornaamste drijfveer was en bleef altijd
het hoofddoel: „menschen, die in nood
zaten, zoo snel mogelijk in veiligheid te
stellen".
Op 7 Juli 1887 mocht ik voor het eerst
mee met de „redboot". Ik was toen 17
jaar. Er bestond nog geen „vaste" beman
ning. De bootsman Leen van der Deyl zat
toen om zijn mannetjes te springen, om
Jan en Piet en Klaas of hoe ze nog meer
mogen heeten. Allemaal véél oudere man
nen. Plotseling hoor ik hem roepen:
„Jantje, ga jij maar mee, we komen een
man te kort!" En de anderen roepen:
„Moet die snotneus óók mee?
Er heerschte een stugge zee, de riemen
braken: in een woord, 't was een moeilijke
redding. Maar ik bracht het er al dadelijk
goed af: ik pakte goed aan, werd niet zee
ziek. Enfir.: het eind van het liedje was,
dat een van de ouderen. Klaas Pip als
antwoord op de aanvankelijk schampere
houding van de anderen, van me zei: ,,'t Is
een „duivel"!". En van toén af aan mocht
Ik altijd mee!"
Van dien tijd heeft Jan van Kan
zijn bijnaam van: „Duivel" ook altijd
gehouden, dank zij zijn stoere me
thode van aanpakken, zijn groote
moed, zijn steeds maar doorzetten,
wanneer anderen faalden of weifelden.
Er kon géén man zoo gek in 't water,
of hij haalde hem er uit.
Sprong hij niet eenmaal over de hoofden
heen van vier, vijf anderen, die niet ver
der durfden of talmden en wist hij toen
niet nog juist op 't nippertje een oude,
Engelsche kapitein, die al haast 't hoekje
omging, bij zijn nekvel te grijpen en in de
boot te sjorren? „Thank you" murmelde
hij en viel toen van z'n stokje, maar ge
red was ie!
Jan van Kan op zijn praatstoel
't Zijn slechts grepen uit ontelbare
avonturen, waarmee iemand, wien de al-
lerpleizierigste taak te beurt mocht vallen,
van Kan's leven uit zijn eigen mond op te
teekenen, aan een dik boekwerk nóg niet
genoeg zou hebben
Zoo is er ook 't verhaal van „de redding
met 't paard".
't Was op 1 Juli 1889. Verwonderlijk goed
is 't geheugen van dezen kranigen „ouden"
baas, die er nog zoo vief uitziet en die zich
alles schijnt te herinneren, wat belangrijk
is geweest. Een visschersboot was op de
tweede bank omgeslagen en er lagen 4
Noordwij kers In zee te spartelen, 't Signaal
„Om de redboot" weerklonk door 't dorp.
Maar Jan van Kan is toen „gedeser
teerd", want 't ging hém te langzaam. Hij
had al onmiddellijk in de gaten, dat de
jongens in zee verdonken zouden zijn,
vóórdat de boot in de buurt kwam. Hij
maakte de stal open en haalde „de groote
bruin" een oud schelpenvisscherspaard
naar bulten. In een oogwenk zat van Kan
op zijn ros in zee en de anderen hadden
er geen flauw idee van, dat hij de drenke
lingen te pakken had. Twee hadden de
staart van het paard, dat al moe werd.
te pakken. De anderen hadden een been of
een arm van v. Kan, die haast op de kop
van het paard zat, gegrepen.
En zoo zwom het dier naar het strand
toe. Toen kwam de reddingboot pas aan,.
„Jantje, je zal verzuipen", riep de boots
man. Geef ze aan ons over! „Jantje"
schudde van „nee", en bracht z'n man
netjes veilig aan land.
Van Kan werd door Koning Willem III
voor deze moedige redding begiftigd met
de gouden medaille voor „Moed, Beleid en
Zelfopoffering".
Daar is bijv. nog de geschiedenis van de
redding van acht man van den logger
„Katwijk 47" in 1918, waarbij 3 Noordwljk-
sche redders het leven lieten. En Jan van
Kan wordt even droevig gestemd bij deze
treurige herinnering. Een bittere pil, die
hij zich nog altijd erg aantrekt
Zijn twee oudste zoons hielpen toen óók
mee. Arie, die hierbij een bloedvergiftiging
opliep en er in slaagde om zijn broer Jan,
die al bewusteloos was, van onder de boot
uit te halen. Van Kan had een jasje ge
zien en wist niet, dat het zijn eigen zoon
was, die daar bijna verdronk, 't Ging toen
zóó hevig toe, dat v. Kan zijn zoons toe
riep: „Jongens, als ik jullie niet meer zie,
doe dan je moeder de groete!" En de jong
ste kinderen zaten in de kamer op hun
knietjes te bidden, dat het maar goed zou
afloopenit~T
Ja: die moeder,.oik zlj is een „heldin".
Ze heeft heel wat „stormen" in haar leven
meegemaakt en heel wat schipbreukelin
gen in haar woning verpleegd, maar rus
tig, stil en trouw, als een echte steun voor
haar man en vele kinderen is zij haar weg
gegaan.
En of Jan v. Kan in vroeger jaren al
eens driftig was en zich opwond, zonder
drift ben je geen goede redder, maar dat
zakt met de jaren wel af, zoo zegt hij
vrouw van Kan bleef rustig en gelijk
matig zooals zij altijd was en beiden heb
ben het altijd bést met elkaar kunnen vin
den! „Vind je niet, moeder"? vraagt van
Kan aan zijn vrouw. En ze baamt 't met
glunder gezicht ten volle! „Als ie zich om
draaide. was Jan z'n drift weer vergeten",
zegt ze.
Als Jan van Kan aan 't vertellen is
Maar nieuwe bezoekers melden zich aan.
En tóch zijn we pas aan 't begin
Hoe moet dat nu met 't interview gaan?
Gauw, in vogelvlucht nog wat meer. Vijf
tien schepelingen worden gered van „De
Vertrouwen" in 1890, bij de Marine in
dienst, haalt van Kan bij Terschelling een
overboord geslagen man uit 't water, in
1893 de zware redding van de bemanning
oer „Transit". zes geredden waarvoor
in razende stormen twee tochten noodig
waren, in 1908 en 1909 weer nieuwe red
dingen een van de „Albatros" en een bot
ter in Maassluis, waarbij tezamen 9 men
schen voor den verdrinkingsdood behoed
waren, in 1919 het geval met de „Mirfak",
waarbij niet minder dan 15 drenkelingen
behouden aan wel gebracht werden.
Van H. M. de Koningin ontving hij hier
voor de gouden medaille voor menschlie-
vend hulpbetoon, terwijl Zij hem persoon
lijk in zijn woning kwam opzoeken.
Hel aantal reddingen is ontelbaar en in
deze vluchtige opsomming ontbreken er
nog wel eenige. Maar aan een boom zóó
volgeladen, mist men vijf, zes pruimpjes
niet
In 1921 worden eenige mannen van „De
Esperando" gered, in 1929 de laatste
maal hulpverleening van de Noordwijk-
sche reddingsboot bü de helaas vergeefsche
poging om de bemanning van de Salento,
een Italiaansche vrachtboot, het leven te
redden.
Tusschen al deze reddingen in, nog tal
rijke andere pogingen, die hoe kan 'took
anders? niet altijd met succes bekroond
werden.
Iemand als Jan van Kan, behoeft geen
verre reizen te maken, om veel te verhalen.
De kleine tochtjes met de reddingboot,
brachten even zoovele schrikwekkende en
levensgevaarlijke avonturen, waarbij men al
grijze haren zou krijgen, als men ze allen
hoorde! Maar helaas: de tijd dringt. We
moeten weg van dezen gezelligen prater
Nog een kort woord van herinnering
aan Prins Hendrik spreekt Jan v. Kan.
De Prins noemde mij altijd „mijn
vriend": hij was een edel mensch! Som
mige van mijn avonturen moest ik hem
iederen keer weer vertellen- Elk jaar
kwam hij een dag bij me en steeds was
hij vriendelijk en vol aandacht.
Jan van Kan heeft overigens vele en be
langrijke vrienden gehad en hij bezit er nu
nog een massa. Daar hangt bijv. een foto
van de familie Krupp von Bohlen de
Duitsche kanonnenkoning in zijn kamer
en zoo zijn er nog vele andere Duitsche per
soonlijkheden. die Noordwijk trouw bezoch
ten en zich tot dezen moedigen menschen
redder bijzonder aangetrokken voelden.
Er is helaas geen tijd meer, om uit de
trommels alle herinneringen aan van Kan's
„heldendaden" op te diepen. Trouwens: dat
is eigenlijk niet noodig ook. We komen mon
deling ook al tot een globaal overzicht en
bij elkgar schatten wij 't aantal geredden
reeds op een stuk of 70.
Waarbij wij natuurlijk, niet vergeten mo
gen, dat ook van Kan's mederedders een
groote duit in 't zakje gegooid hebben. Van
Kan laat dan ook niet na. hulde te brengen
aan zijn vele collega's, die met hem den
strijd tegen de woelige baren aanvatten en
telkens weer den dood voor oogen zagen.
't Is merkwaardig uit zijn mond te mogen
hooren, dat „de verdrinkingsdood" waar
schijnlijk voor het slachtoffer niet zóó erg
is, als men zich deze voorstelt. Zélf is hij
eens bijna heengegaan: tijdens een redding
lag van Kan al haast bewusteloos op den
bodem van de zee: een zacht fluiten klonk
in zijn ooren, het water werd goud, hij voel
de zich rustig en toen, door een wonderlijke
bestiering werd hij tóch nog naar boven
geduwd. Neen, zegt van Kan, ik geloof niet,
dat verdrinking zulk een verschrikking is,
als men wel denkt.
Andere mensohen komen binnenGe-
lukwenschen, handen drukken; van Kan,
genoeglijk prater, krijgt haast tranen in de
oogen bij alle mooie woorden, die hem toe
gevoegd worden. Een kerel van .stavast",
een kerel met een „hart".... 't Doet hem
goed, al deze oprecht gemeende erkenning.
Erkenning, die wèlverdiend is. Zijn kinde
ren schenken thee of komen tijdens het
werk in de garage of in de bazar even bin
nen, kijken met gerechtvaardigde trots op
tot dien vader, die wijd en zijd beroemd is.
toch eenvoudig bleef, ondanks zijn reeks
medailles en die, als 't moét en kan, als een
échte van Kan, wéér er op uit zou trekken,
om zijn medemensch te hulp te snellen.
Gelukkig komt 't den laatsten tijd haast
niet meer voor: de moderne hulpmiddelen
als radio en vuurtorens, alsmede weinig zeil
schepen, dat alles maakt laten wij 't af
kloppen! een schipbreuk tot een uitzon
dering.
Maar Jan van Kan blijft op zijn post,
naar wij hopen nog lange jaren! Een
echte Hollander: met de tanden op el
kaar als 't er om gaat, een voorbeeld
voor allen, die zich aan het reddings
wezen wijden, een man, naar wiens ad
viezen een ieder zal luisteren, omdat de
ervaring hem tot een waren „leidsman"
heeft gemaakt.
VAN EEN TWEEDE ETAGE GEVALLEN.
Twee gewonden in Den Haag.
Gisternamiddag zijn in de Carpentierstr.
te Den Haag bij een arbeidsongeval twee
personen vrij ernstig getroffen. De 31-J.
huisschilder A. P. K., wonende in de Anna
van Buerenstraat. bevond zich met zijn
17-jarigen helper B. S. uit de Ohmsslraat
op een verbindingsmuurtje tusschen twee
balcons op de tweede etage van een per
ceel, vanwaar de jongen het dak moest
bereiken. K. tilde hem zoodanig op, dat
liij de dakgootlijst kon grijpen. Helaas bleek
deze lijst zoodanig vermolmd, dat zij afbrak
De jongeman kwam te vallen evenals zijn
patroon, die hem had willen opvangen.
Beiden kwamen in den voortuin neei. K
werd met inwendige kneuzingen en een ge
broken been opgenomen, terwijl S. een wer
velfractuur en een polsbreuk bekwam.
De Geneesk. Dienst vervoerde hen naar
het Diaconessenhuis Bronovo, waar zij ter
verpleging zijn opgenomen. Gisteravond
was hun toestand naar omstandigheden
niet onbevredigend.
TWEE BADERS IN LEVENSGEVAAR.
Zij wisten na veel moeite nog het
strand te bereiken.
Gisteravond te ongeveer half acht ls te
Scheveningen bij het baden in zee, ter
hoogte van den vuurtoren, de 24-jarige
Sch., wonende in de Koningstraat te Den
Haag door den stroom zeewaarts getrokken
zoodat hij in levensgevaar kwam te verkee-
ren De 20 jarige K G. uit dc Zeilstraat
wilde hem met een lijn gaan helpen, doch
geraakte eveneens in den stroom
Verschillende personen deden vervolgens
moeite om de beide in nood verkeerende
baders te helpen, die er echter uiteindelijk
m slaagden, zonder hulp het strand weder
te bereiken. Hier aangekomen zakte Sch.
evenwel bewusteloos ineen, zoodat hij naar
liet ziekenhuis aan den Zuidwal moest
worden overgebracht. Sch.. die vermoede
lijk te veel water had binnengekregen,
kwam hier spoedig bij kennis en verwacht
mag worden, dat hij de gevolgen van het
ongeval binnenkort geheel te boven zal zijn
gekomen. De andere bader kon zich recht
streeks. nadat hem medische hulp was
verleend, huiswaarts begeven.
AUTO DOOR POLITIE ACHTERVOLGD.
Arrestatie van den bestuurder na
botsing met autobus.
Te Amersfoort heeft gistermiddag een
ernstige botsing plaats gehad tusschen een
autobus van den stadsdienst en een perso
nenauto. bestuurd door een autoslooper.
Laatstgenoemde werd door de poliUe
achtervolgd op vermoeden, dat hij niet in
het bezit was van een rijbewijs. Met groote
snelheid „nam" de vluchteling diverse stra
ten, totdat op een kruispunt een aanrij
ding met een stadsbus, die voorrang had
moeten hebben, onvermijdelijk werd; de
personenauto den avond tevoren op de
automarkt gekocht werd met kracht in
de flank aangereden. Het was toen voor
de politie een geringe taak den „gestran-
den" autobestuurder die in allerijl nog
getracht had. de nummerborden van den
wagen te rukken te arrestceren. Bij zijn
overbrenging naar het politieposthuis zakte
de man m elkaar, waarop men hem een ga
rage binnendroeg. Later is hij naar hot
politiebureau overgebracht. Van de vijf in
zittenden van de autobus viel er één flauw;
een ander liep een hoofdwonde op.
In de personenauto waren, behalve de
bestuurder, nog twee personen gezeten, van
wie een een neuswonde opliep.
ONAANGENAAM INTERMEZZO.
De ouden van dagen uit Heerenveen, die
gistermiddag een uitstapje maakten per
auto over Steenwijk. Diemerbrug en Appel
scha. hebben gisteravond tusschen Diemer
brug en Oud Appelscha een angstig avon
tuur gehad. Men was daar ter plaatse aan
het veen branden en de chauffeurs zagen
wel den rook over den weg slaan, maar be
seften niet dat deze zóó dicht zou zijn dat
zij er niet doorheen konden rijden. Het
zicht was zóó slecht, dat de voorste wagen
nlotseling stopte en de volgende er tegen
opreed. De eerste auto werd beschadigd en
nu volgde zoo'n opstopping, dat men voor-
noch achteruit kon, terwijl men midden in
den rook en het vuur zat. Spoedig kwam
een opzichter van de Heidemaatschappij
ter plaatse en met veel moeite kwamen
tenslotte de eerste tien auto's, waarvan de
inzittenden het reeds benauwd kregen, door
den rook heen, terwijl de veertig volgende
rechtsomkeert maakten en langs een om
weg naar Appelscha reden. N. R. Crt.
VERDRONKEN.
Vanochtend om half acht was een twee
tal arbeiders bezie vanaf een drijvende bak
de meerstoelen bij de nieuwe sluiswerken in
de voorhaven te Vreeswijk te teren. Toen
een van hen. na zich een oogenblik ver
wijderd te hebben, terugkwam, miste hi1
zijn mede-arbeider, den 34-jarigen B. den
Hartog. Na eenigen tijd dreggen werd zijn
lijk opgehaald. Men heeft nog geruimen tijd
kunstmatige ademhaling toegepast, doch
tevergeefs. Het slachtoffer was gehuwd en
woonachtig te Schalkwijk.
Mannen als Jan van Kan zijn het huldi
gen waard: al moge „de duivel" van weleer
tegenwoordig heel wat zachtaardiger ge
stemd zijn, zoodra hij wéér zou worden ge
roepen. hulp te verleenen, hij zou opnieuw
„klaar" staan en vooraan gaan, om te too-
nen, hoe men de zee haar prooi ontrukt.
Talrijk zullen de huldebetuigingen
zijn, die hem vandaag worden toege
zwaaid. Wij voegen de onze er aan toe!
Jan van Kan, tallooze malen overwin
naar der zee, nog vele jaren!
Kans
TTiccCLr riLeé
depyn>..
omdat ze zich liet bedot
ten en zich iets andera
dan een „AKKERTJE" in
de handen liet stoppen.
„AKKERTJES" zyn al
leen echt, wanneer er
nevenstaand merk op voorkomt. Let daar
om goed op,"dat Ge..AKKERTJES"krijgt,
want die alleen bevatten do bijzondere
samenstelling volgens recept van Apoth.
Dumont, welke verrassend snel werkt bU
hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn, griep, enz,
Nederlandsch Product Recept van Apotheker Dumont
Koker met IS atuke 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct.
4250 (Ingez. MedJ
HET AUTO-ONGELUK BIJ VOORHOUT.
Een der slachtoffers overleden.
Naar wij vernemen is een der slacht
offers van het auto-ongeluk bij Voorhout,
mevrouw H. geb. T. B„ gisteren In het
diaconessenhuis te Leiden, overleden.
Zooals men zich zal herinneren geraakte
Zaterdagavond een vier-persoons Citroen-
auto. waarin vier dames en twee heeren
hadden plaats genomen, bij den driesprong
in de Teyhngerlaan, doordat de bestuurder
op de gaspedaal in plaats van op de rem
trapte, in 'n sloot. Eenige van hen moesten
ten toen in het ziekenhuis worden opge
nomen.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
HITTEGOLF IN DE VER. STATEN.
De staten in het midden-Westen der
Vereenizde Staten en die, welke aan het
noordelijk deel van den Atlantischen
Oceaan zijn gelegen, worden door een
hevigen hittegolf geteisterd.
De temperatuur bedraagt 36 a 42.5 gr.
Celsius.
Voor zoover bekend, zijn 22 personen ten.
gevolge van zonnesteek om het leven ge
komen.
Te New York heeft men gisteren de voor
dit jaar hoogste temperatuur genoteerd.
DUITSCHE GROET VOOR BULGAARSCHE
STUDENTEN VERBODEN.
Daar Bulgaarsche studenten de eewoonte
hadden aangenomen, met gestrekten arm
te groeten, heeft het ministerie van open
baar onderwijs een verordening gepubli
ceerd, waarbij deze vreemdellngengroet
wordt verboden wtil „deze manieren bij de
Bulgaren, die ze aannemen, een gebrek aan
nationale waardigheid verraden".
EEN VIJFLING GEBOREN.
De correspondent van het blad „Pueblo"
meldt, dat de te Sera. een dorpje tn de
Cubaansche provincie Pinar del Rio, wo
nende boerin Maria Vega Cruz vier jongens
en een meisje ter wereld heeft gebracht.
De pasgeborenen zouden het goed maken.
OOGST IN MEXICO DOOR REGENS
BESCHADIGD.
Zware regenbuien, van een hevigheid als
ip jaren niet is voorgevallen, hebben uit
gebreide schade toegebracht aan den oogst
in alle streken van Mexico. De gezwollen
rivieren veroorzaakten zware overstroomin
gen. De regens zijn reeds twee weken aan
den gang.
ONTSNAPPING VAN GEVANGENEN.
Uit de gevangenis van Eastham in Texas
(V. St.) zijn acht gedetineerden ontsnapt.
Bij de achtervolging werd een hunner ge
dood en konden vier anderen weer gegrepen
worden. De overige drie ontkwamen.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Volgende vonnissen zijn geveld:
E. de G. Noordwijk, overtr. motor- en rij-
wielregl. f 15 of 8 d.; J. P. Groningen, id.
f 20 of 8 d.: C. H. Z. Wassenaar, id. f 15 of
5 d.; L. J. de B. Haarlemmermeer, ld. f IQ
of 4 d. en f5 of 2 d.; V. N. H. B. overtr.
motor- en rijwielwet f 5 of 2 d.; C. C. A.
M. Den Haag, geen gevolg geven aan het
bevel van een verkeersagent f 3 of 1 d.; J.
v, d. M. Oegstgeest. overtr. arbeidswet f7.50
of 3 d„ f. 2.50 of 1 d. en geen straf voor
het 3de feit: A. C. v. d. P. Voorschoten,
idem 2xf 4 of 2x2 d.; A. H. R. idem f 5 of
2 a.; A. T. Den Haag, id. 2xf 2.50 of 2x1 d.;
P. B'. H. Schiedam, wielrijden zonder reflec
tor 13 of 1 d.; A. N. overtr. winkelslui
tingswet f3 of 1 d.; W. W. D. overtr. rijks-
wegenregl. f2 of 1 d.; M. O. id. idem; J.
Chr. S. V. overtr. motor- en rijwielregl. f 3
of 1 d.; J. de R. Delft, wielrijden over een
gesloten verklaarden weg f. 2 of 1 d.; W. J.
S. Lisse, idem idem; S. R. Amsterdam,
autorijden zonder licht f7.50 of 3 d.; E. H.
Zoeterwoude, autorijden zonder spiegel f. 3
of 1 d.; W. v. E. Oegstgeest, overtr. motor
en rijwielregl. f3 of 1 d.; P. J. H. wielrijden
zonder bel f3 of 1 d.; H. K. Wassenaar
idem f 3 of 1 d K. V. idem idem; C. J. v.
d. H. Zoeterwoude, wielrijden zonder licht
f. 3 of 1 d.; J. v. d. W. idem idem; C. v. E.
Rijnsburg, overtr. motor- en rijwielregl.
geen straf; W. L. G. Sassenheim, idem id.:
W. S. idem idem; A. v. d. D. Oegstgeest te
Leiden als bestuurder van een rijwiel daar
mede een persoon vervoeren f 2 of 1 d.; P.
H. te Leiden op den openbaren weg voet
ballen 2 maal gepleegd 2xf 1 of 2x1 d.; J.
uit den B. Warmond, te Warmond als be
stuurder van een rijwiel een paard leiden
13 of 1 d.; J. W. W. openbare dronken
schap f 10 of 4 d.; J. C. G. zwervende, te
Noordwijk, zonder vergunning venten f 2
of 1 d.; P. G. te Oegstgeest zonder vergun
ning venten f2 of 1 d.; H. N Wassenaar,
te Sassenheim zonder vergunning op den
openbaren weg muziek maken f. 2 of 1 d.;
C. M. overtredig van het Kon. Besl. van 30
12—1924 S. 620 f 5 of 2 d.
2—4