„Een oogenblik" bij Jan van Kan LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Vrijdag 9 Juli 1937 AKKERTJES CACHETS) „Zeeheld" op zijn praatstoel Voorbeeld van „durl, voortvarendheid, zelfopoffering" GEMENGD NIEUWS RECHTZAKEN Ja, lezer, een „oogenblik", want Jan van Kan. niet ..menschenredder" van profes sie, maar uit roeping en uit een warm, waarachtig medegevoel, heeft 't druk in deze dagen. O zeker! anders zit. Jan van Kan óók niet stil. Zijn energieke, voort varende natuur houdt deze nu 67-jarige, die er zoo gezond en sterk als een visch uitziet, voortdurend bezig Jan van Kan op ongeveer ÏD-jartgèh leeftijd in volledig „redderscostuum". Met recht had hij zich toen de bijnaam van „De Duivel" verworven. Naar een schilderij van een Duitsch schilder. Maar thans, nu hij zijn „gouden jubileum" herdenkt, heeft hij het wel extra „vol om handen!" Want zijn feest, dat vandaag in alle luister gevierd wordt, heeft zijn talrijke bewonderaars in beweging ge bracht en reeds op de dagen vóór de „grootsche" huldiging van dezen moe digen en steeds opgeruimden „held van de zee", waren er talrijken, die hem de hand kwamen schudden. Oude getrouwe badgasten, voor wie Noordwijk zónder Jan van Kan een voudig niet 't „echte" Noordwijk is, die eiken avond, wanneer zij door 't ge zellige dorpsdeel waar hij woont hun wandeling maken, waar ook de garage en de bazar van Jan van Kan zetelen, voelen zich nóg prettiger gestemd, wanneer zij een puntje van zijn neus ontdekt hebben. Zij worden nu onwil lekeurig getrokken door de fraaie ver siering van bloemen, groen en lam pions. die thans, ter gelegenheid van dit gedenkwaardig jubilé, voor zijn woning is aangebracht. En zij wandelen ieder oogenblik naar binnen om een praatje te maken, zoodat het voor een interviewer wèl een lastige taak wordt, om zijn blocnote vol te krijgen.... Of toch eigenlijk ook weer nietWant 't is, zooals een van zijn zoons het uitdrukt: „Vader kan nog beter praten aan Brugmans". Ja. zóó is 't. Zelfs in een „oogenblik" hooren wij. met gebruikelijke humor weergegeven, 't een en ander, dat zeker de moeite loont, vereeuwigd te worden. Al speet 't ons dan ook, om, toen van Kan goed en wel op dreef was en vol komen op zijn praatstoel zat, al spoedig ons te moeten terugtrekken, omdat, wij niet onbescheiden wilden zijn. Andere be zoekers vroegen weer belet en van Kan en de interviewer konden toch niet onbeleefd zijn? Zoo zitten wij dan in de achterkamer, waar de bloemen van vele reeds toegezon den bouquetten geuren en stapels geluks telegrammen en bewonderende brieven op een bord liggen. Die achterkamer is op zichzelf al iets bijzonders! Want men begrijpt, dat een halve eeuw „menschenredden" niet onge- eerd blijft. Er hangen dan ook in fraaie lijsten de noodige „eerbewijzen" en in de kasten liggen nog massa's foto's en andere belangrijke paperassen, als evenzoovele schoone herinneringen uit een veelbewogen leven, waarin „voort varendheid, durf en opoffering" zulk een groote rol speelden! Jan van Kan op zijn praatstoel, zijn borst getooid met verschillende medaille's, hem voor zijn grootsche daden gedurende een lange reeks van jaren aan de mensch- heid bewezen, geschonken, 't Is een genot naar hem te luisteren, zijn woordenstroom vloeit zóó ongekunsteld en is daarbij, wat de keuze betreft, zóó interessant, dat wij zijn gedachten naast niet kunnen opschrij ven, zóó boeien zij ons. Hij vertelt ons eerst van zijn jeugd-impressie's. Ja, 't, was de meester op school, die ons eigenlijk al met 't reddingswerk in kennis bracht. Als er iets op zee te doen was, dan klonk 't onmiddellijk: „Jongens, de leien opbergen. Er is een schip gestrand!" En wij allen de school uit, om 't reddingswerk van nabij te volgen. Er was toen. ik spreek van een zestig jaar geleden, dikwijls een heftige jalousie met Katwijk, wie 't eerste zou zijn om de bemanning van een schip te redden. Dan ging 't soms Spaansch toe en ik heb 't zelfs een meegemaakt, dat Noordwij kers en Katwijkers een drenkeling haast uit el kaar trokken, om 'm 't eerst aan boord te krijgen!" Toch. al was 't niet altijd koek en ei tus- schen Noordwijk en Katwijk en al speelde het winnen van de .premie", die op een gelukkige redding stond, een groote rol, de voornaamste drijfveer was en bleef altijd het hoofddoel: „menschen, die in nood zaten, zoo snel mogelijk in veiligheid te stellen". Op 7 Juli 1887 mocht ik voor het eerst mee met de „redboot". Ik was toen 17 jaar. Er bestond nog geen „vaste" beman ning. De bootsman Leen van der Deyl zat toen om zijn mannetjes te springen, om Jan en Piet en Klaas of hoe ze nog meer mogen heeten. Allemaal véél oudere man nen. Plotseling hoor ik hem roepen: „Jantje, ga jij maar mee, we komen een man te kort!" En de anderen roepen: „Moet die snotneus óók mee? Er heerschte een stugge zee, de riemen braken: in een woord, 't was een moeilijke redding. Maar ik bracht het er al dadelijk goed af: ik pakte goed aan, werd niet zee ziek. Enfir.: het eind van het liedje was, dat een van de ouderen. Klaas Pip als antwoord op de aanvankelijk schampere houding van de anderen, van me zei: ,,'t Is een „duivel"!". En van toén af aan mocht Ik altijd mee!" Van dien tijd heeft Jan van Kan zijn bijnaam van: „Duivel" ook altijd gehouden, dank zij zijn stoere me thode van aanpakken, zijn groote moed, zijn steeds maar doorzetten, wanneer anderen faalden of weifelden. Er kon géén man zoo gek in 't water, of hij haalde hem er uit. Sprong hij niet eenmaal over de hoofden heen van vier, vijf anderen, die niet ver der durfden of talmden en wist hij toen niet nog juist op 't nippertje een oude, Engelsche kapitein, die al haast 't hoekje omging, bij zijn nekvel te grijpen en in de boot te sjorren? „Thank you" murmelde hij en viel toen van z'n stokje, maar ge red was ie! Jan van Kan op zijn praatstoel 't Zijn slechts grepen uit ontelbare avonturen, waarmee iemand, wien de al- lerpleizierigste taak te beurt mocht vallen, van Kan's leven uit zijn eigen mond op te teekenen, aan een dik boekwerk nóg niet genoeg zou hebben Zoo is er ook 't verhaal van „de redding met 't paard". 't Was op 1 Juli 1889. Verwonderlijk goed is 't geheugen van dezen kranigen „ouden" baas, die er nog zoo vief uitziet en die zich alles schijnt te herinneren, wat belangrijk is geweest. Een visschersboot was op de tweede bank omgeslagen en er lagen 4 Noordwij kers In zee te spartelen, 't Signaal „Om de redboot" weerklonk door 't dorp. Maar Jan van Kan is toen „gedeser teerd", want 't ging hém te langzaam. Hij had al onmiddellijk in de gaten, dat de jongens in zee verdonken zouden zijn, vóórdat de boot in de buurt kwam. Hij maakte de stal open en haalde „de groote bruin" een oud schelpenvisscherspaard naar bulten. In een oogwenk zat van Kan op zijn ros in zee en de anderen hadden er geen flauw idee van, dat hij de drenke lingen te pakken had. Twee hadden de staart van het paard, dat al moe werd. te pakken. De anderen hadden een been of een arm van v. Kan, die haast op de kop van het paard zat, gegrepen. En zoo zwom het dier naar het strand toe. Toen kwam de reddingboot pas aan,. „Jantje, je zal verzuipen", riep de boots man. Geef ze aan ons over! „Jantje" schudde van „nee", en bracht z'n man netjes veilig aan land. Van Kan werd door Koning Willem III voor deze moedige redding begiftigd met de gouden medaille voor „Moed, Beleid en Zelfopoffering". Daar is bijv. nog de geschiedenis van de redding van acht man van den logger „Katwijk 47" in 1918, waarbij 3 Noordwljk- sche redders het leven lieten. En Jan van Kan wordt even droevig gestemd bij deze treurige herinnering. Een bittere pil, die hij zich nog altijd erg aantrekt Zijn twee oudste zoons hielpen toen óók mee. Arie, die hierbij een bloedvergiftiging opliep en er in slaagde om zijn broer Jan, die al bewusteloos was, van onder de boot uit te halen. Van Kan had een jasje ge zien en wist niet, dat het zijn eigen zoon was, die daar bijna verdronk, 't Ging toen zóó hevig toe, dat v. Kan zijn zoons toe riep: „Jongens, als ik jullie niet meer zie, doe dan je moeder de groete!" En de jong ste kinderen zaten in de kamer op hun knietjes te bidden, dat het maar goed zou afloopenit~T Ja: die moeder,.oik zlj is een „heldin". Ze heeft heel wat „stormen" in haar leven meegemaakt en heel wat schipbreukelin gen in haar woning verpleegd, maar rus tig, stil en trouw, als een echte steun voor haar man en vele kinderen is zij haar weg gegaan. En of Jan v. Kan in vroeger jaren al eens driftig was en zich opwond, zonder drift ben je geen goede redder, maar dat zakt met de jaren wel af, zoo zegt hij vrouw van Kan bleef rustig en gelijk matig zooals zij altijd was en beiden heb ben het altijd bést met elkaar kunnen vin den! „Vind je niet, moeder"? vraagt van Kan aan zijn vrouw. En ze baamt 't met glunder gezicht ten volle! „Als ie zich om draaide. was Jan z'n drift weer vergeten", zegt ze. Als Jan van Kan aan 't vertellen is Maar nieuwe bezoekers melden zich aan. En tóch zijn we pas aan 't begin Hoe moet dat nu met 't interview gaan? Gauw, in vogelvlucht nog wat meer. Vijf tien schepelingen worden gered van „De Vertrouwen" in 1890, bij de Marine in dienst, haalt van Kan bij Terschelling een overboord geslagen man uit 't water, in 1893 de zware redding van de bemanning oer „Transit". zes geredden waarvoor in razende stormen twee tochten noodig waren, in 1908 en 1909 weer nieuwe red dingen een van de „Albatros" en een bot ter in Maassluis, waarbij tezamen 9 men schen voor den verdrinkingsdood behoed waren, in 1919 het geval met de „Mirfak", waarbij niet minder dan 15 drenkelingen behouden aan wel gebracht werden. Van H. M. de Koningin ontving hij hier voor de gouden medaille voor menschlie- vend hulpbetoon, terwijl Zij hem persoon lijk in zijn woning kwam opzoeken. Hel aantal reddingen is ontelbaar en in deze vluchtige opsomming ontbreken er nog wel eenige. Maar aan een boom zóó volgeladen, mist men vijf, zes pruimpjes niet In 1921 worden eenige mannen van „De Esperando" gered, in 1929 de laatste maal hulpverleening van de Noordwijk- sche reddingsboot bü de helaas vergeefsche poging om de bemanning van de Salento, een Italiaansche vrachtboot, het leven te redden. Tusschen al deze reddingen in, nog tal rijke andere pogingen, die hoe kan 'took anders? niet altijd met succes bekroond werden. Iemand als Jan van Kan, behoeft geen verre reizen te maken, om veel te verhalen. De kleine tochtjes met de reddingboot, brachten even zoovele schrikwekkende en levensgevaarlijke avonturen, waarbij men al grijze haren zou krijgen, als men ze allen hoorde! Maar helaas: de tijd dringt. We moeten weg van dezen gezelligen prater Nog een kort woord van herinnering aan Prins Hendrik spreekt Jan v. Kan. De Prins noemde mij altijd „mijn vriend": hij was een edel mensch! Som mige van mijn avonturen moest ik hem iederen keer weer vertellen- Elk jaar kwam hij een dag bij me en steeds was hij vriendelijk en vol aandacht. Jan van Kan heeft overigens vele en be langrijke vrienden gehad en hij bezit er nu nog een massa. Daar hangt bijv. een foto van de familie Krupp von Bohlen de Duitsche kanonnenkoning in zijn kamer en zoo zijn er nog vele andere Duitsche per soonlijkheden. die Noordwijk trouw bezoch ten en zich tot dezen moedigen menschen redder bijzonder aangetrokken voelden. Er is helaas geen tijd meer, om uit de trommels alle herinneringen aan van Kan's „heldendaden" op te diepen. Trouwens: dat is eigenlijk niet noodig ook. We komen mon deling ook al tot een globaal overzicht en bij elkgar schatten wij 't aantal geredden reeds op een stuk of 70. Waarbij wij natuurlijk, niet vergeten mo gen, dat ook van Kan's mederedders een groote duit in 't zakje gegooid hebben. Van Kan laat dan ook niet na. hulde te brengen aan zijn vele collega's, die met hem den strijd tegen de woelige baren aanvatten en telkens weer den dood voor oogen zagen. 't Is merkwaardig uit zijn mond te mogen hooren, dat „de verdrinkingsdood" waar schijnlijk voor het slachtoffer niet zóó erg is, als men zich deze voorstelt. Zélf is hij eens bijna heengegaan: tijdens een redding lag van Kan al haast bewusteloos op den bodem van de zee: een zacht fluiten klonk in zijn ooren, het water werd goud, hij voel de zich rustig en toen, door een wonderlijke bestiering werd hij tóch nog naar boven geduwd. Neen, zegt van Kan, ik geloof niet, dat verdrinking zulk een verschrikking is, als men wel denkt. Andere mensohen komen binnenGe- lukwenschen, handen drukken; van Kan, genoeglijk prater, krijgt haast tranen in de oogen bij alle mooie woorden, die hem toe gevoegd worden. Een kerel van .stavast", een kerel met een „hart".... 't Doet hem goed, al deze oprecht gemeende erkenning. Erkenning, die wèlverdiend is. Zijn kinde ren schenken thee of komen tijdens het werk in de garage of in de bazar even bin nen, kijken met gerechtvaardigde trots op tot dien vader, die wijd en zijd beroemd is. toch eenvoudig bleef, ondanks zijn reeks medailles en die, als 't moét en kan, als een échte van Kan, wéér er op uit zou trekken, om zijn medemensch te hulp te snellen. Gelukkig komt 't den laatsten tijd haast niet meer voor: de moderne hulpmiddelen als radio en vuurtorens, alsmede weinig zeil schepen, dat alles maakt laten wij 't af kloppen! een schipbreuk tot een uitzon dering. Maar Jan van Kan blijft op zijn post, naar wij hopen nog lange jaren! Een echte Hollander: met de tanden op el kaar als 't er om gaat, een voorbeeld voor allen, die zich aan het reddings wezen wijden, een man, naar wiens ad viezen een ieder zal luisteren, omdat de ervaring hem tot een waren „leidsman" heeft gemaakt. VAN EEN TWEEDE ETAGE GEVALLEN. Twee gewonden in Den Haag. Gisternamiddag zijn in de Carpentierstr. te Den Haag bij een arbeidsongeval twee personen vrij ernstig getroffen. De 31-J. huisschilder A. P. K., wonende in de Anna van Buerenstraat. bevond zich met zijn 17-jarigen helper B. S. uit de Ohmsslraat op een verbindingsmuurtje tusschen twee balcons op de tweede etage van een per ceel, vanwaar de jongen het dak moest bereiken. K. tilde hem zoodanig op, dat liij de dakgootlijst kon grijpen. Helaas bleek deze lijst zoodanig vermolmd, dat zij afbrak De jongeman kwam te vallen evenals zijn patroon, die hem had willen opvangen. Beiden kwamen in den voortuin neei. K werd met inwendige kneuzingen en een ge broken been opgenomen, terwijl S. een wer velfractuur en een polsbreuk bekwam. De Geneesk. Dienst vervoerde hen naar het Diaconessenhuis Bronovo, waar zij ter verpleging zijn opgenomen. Gisteravond was hun toestand naar omstandigheden niet onbevredigend. TWEE BADERS IN LEVENSGEVAAR. Zij wisten na veel moeite nog het strand te bereiken. Gisteravond te ongeveer half acht ls te Scheveningen bij het baden in zee, ter hoogte van den vuurtoren, de 24-jarige Sch., wonende in de Koningstraat te Den Haag door den stroom zeewaarts getrokken zoodat hij in levensgevaar kwam te verkee- ren De 20 jarige K G. uit dc Zeilstraat wilde hem met een lijn gaan helpen, doch geraakte eveneens in den stroom Verschillende personen deden vervolgens moeite om de beide in nood verkeerende baders te helpen, die er echter uiteindelijk m slaagden, zonder hulp het strand weder te bereiken. Hier aangekomen zakte Sch. evenwel bewusteloos ineen, zoodat hij naar liet ziekenhuis aan den Zuidwal moest worden overgebracht. Sch.. die vermoede lijk te veel water had binnengekregen, kwam hier spoedig bij kennis en verwacht mag worden, dat hij de gevolgen van het ongeval binnenkort geheel te boven zal zijn gekomen. De andere bader kon zich recht streeks. nadat hem medische hulp was verleend, huiswaarts begeven. AUTO DOOR POLITIE ACHTERVOLGD. Arrestatie van den bestuurder na botsing met autobus. Te Amersfoort heeft gistermiddag een ernstige botsing plaats gehad tusschen een autobus van den stadsdienst en een perso nenauto. bestuurd door een autoslooper. Laatstgenoemde werd door de poliUe achtervolgd op vermoeden, dat hij niet in het bezit was van een rijbewijs. Met groote snelheid „nam" de vluchteling diverse stra ten, totdat op een kruispunt een aanrij ding met een stadsbus, die voorrang had moeten hebben, onvermijdelijk werd; de personenauto den avond tevoren op de automarkt gekocht werd met kracht in de flank aangereden. Het was toen voor de politie een geringe taak den „gestran- den" autobestuurder die in allerijl nog getracht had. de nummerborden van den wagen te rukken te arrestceren. Bij zijn overbrenging naar het politieposthuis zakte de man m elkaar, waarop men hem een ga rage binnendroeg. Later is hij naar hot politiebureau overgebracht. Van de vijf in zittenden van de autobus viel er één flauw; een ander liep een hoofdwonde op. In de personenauto waren, behalve de bestuurder, nog twee personen gezeten, van wie een een neuswonde opliep. ONAANGENAAM INTERMEZZO. De ouden van dagen uit Heerenveen, die gistermiddag een uitstapje maakten per auto over Steenwijk. Diemerbrug en Appel scha. hebben gisteravond tusschen Diemer brug en Oud Appelscha een angstig avon tuur gehad. Men was daar ter plaatse aan het veen branden en de chauffeurs zagen wel den rook over den weg slaan, maar be seften niet dat deze zóó dicht zou zijn dat zij er niet doorheen konden rijden. Het zicht was zóó slecht, dat de voorste wagen nlotseling stopte en de volgende er tegen opreed. De eerste auto werd beschadigd en nu volgde zoo'n opstopping, dat men voor- noch achteruit kon, terwijl men midden in den rook en het vuur zat. Spoedig kwam een opzichter van de Heidemaatschappij ter plaatse en met veel moeite kwamen tenslotte de eerste tien auto's, waarvan de inzittenden het reeds benauwd kregen, door den rook heen, terwijl de veertig volgende rechtsomkeert maakten en langs een om weg naar Appelscha reden. N. R. Crt. VERDRONKEN. Vanochtend om half acht was een twee tal arbeiders bezie vanaf een drijvende bak de meerstoelen bij de nieuwe sluiswerken in de voorhaven te Vreeswijk te teren. Toen een van hen. na zich een oogenblik ver wijderd te hebben, terugkwam, miste hi1 zijn mede-arbeider, den 34-jarigen B. den Hartog. Na eenigen tijd dreggen werd zijn lijk opgehaald. Men heeft nog geruimen tijd kunstmatige ademhaling toegepast, doch tevergeefs. Het slachtoffer was gehuwd en woonachtig te Schalkwijk. Mannen als Jan van Kan zijn het huldi gen waard: al moge „de duivel" van weleer tegenwoordig heel wat zachtaardiger ge stemd zijn, zoodra hij wéér zou worden ge roepen. hulp te verleenen, hij zou opnieuw „klaar" staan en vooraan gaan, om te too- nen, hoe men de zee haar prooi ontrukt. Talrijk zullen de huldebetuigingen zijn, die hem vandaag worden toege zwaaid. Wij voegen de onze er aan toe! Jan van Kan, tallooze malen overwin naar der zee, nog vele jaren! Kans TTiccCLr riLeé depyn>.. omdat ze zich liet bedot ten en zich iets andera dan een „AKKERTJE" in de handen liet stoppen. „AKKERTJES" zyn al leen echt, wanneer er nevenstaand merk op voorkomt. Let daar om goed op,"dat Ge..AKKERTJES"krijgt, want die alleen bevatten do bijzondere samenstelling volgens recept van Apoth. Dumont, welke verrassend snel werkt bU hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn, griep, enz, Nederlandsch Product Recept van Apotheker Dumont Koker met IS atuke 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct. 4250 (Ingez. MedJ HET AUTO-ONGELUK BIJ VOORHOUT. Een der slachtoffers overleden. Naar wij vernemen is een der slacht offers van het auto-ongeluk bij Voorhout, mevrouw H. geb. T. B„ gisteren In het diaconessenhuis te Leiden, overleden. Zooals men zich zal herinneren geraakte Zaterdagavond een vier-persoons Citroen- auto. waarin vier dames en twee heeren hadden plaats genomen, bij den driesprong in de Teyhngerlaan, doordat de bestuurder op de gaspedaal in plaats van op de rem trapte, in 'n sloot. Eenige van hen moesten ten toen in het ziekenhuis worden opge nomen. BUITENLANDSCH GEMENGD. HITTEGOLF IN DE VER. STATEN. De staten in het midden-Westen der Vereenizde Staten en die, welke aan het noordelijk deel van den Atlantischen Oceaan zijn gelegen, worden door een hevigen hittegolf geteisterd. De temperatuur bedraagt 36 a 42.5 gr. Celsius. Voor zoover bekend, zijn 22 personen ten. gevolge van zonnesteek om het leven ge komen. Te New York heeft men gisteren de voor dit jaar hoogste temperatuur genoteerd. DUITSCHE GROET VOOR BULGAARSCHE STUDENTEN VERBODEN. Daar Bulgaarsche studenten de eewoonte hadden aangenomen, met gestrekten arm te groeten, heeft het ministerie van open baar onderwijs een verordening gepubli ceerd, waarbij deze vreemdellngengroet wordt verboden wtil „deze manieren bij de Bulgaren, die ze aannemen, een gebrek aan nationale waardigheid verraden". EEN VIJFLING GEBOREN. De correspondent van het blad „Pueblo" meldt, dat de te Sera. een dorpje tn de Cubaansche provincie Pinar del Rio, wo nende boerin Maria Vega Cruz vier jongens en een meisje ter wereld heeft gebracht. De pasgeborenen zouden het goed maken. OOGST IN MEXICO DOOR REGENS BESCHADIGD. Zware regenbuien, van een hevigheid als ip jaren niet is voorgevallen, hebben uit gebreide schade toegebracht aan den oogst in alle streken van Mexico. De gezwollen rivieren veroorzaakten zware overstroomin gen. De regens zijn reeds twee weken aan den gang. ONTSNAPPING VAN GEVANGENEN. Uit de gevangenis van Eastham in Texas (V. St.) zijn acht gedetineerden ontsnapt. Bij de achtervolging werd een hunner ge dood en konden vier anderen weer gegrepen worden. De overige drie ontkwamen. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Volgende vonnissen zijn geveld: E. de G. Noordwijk, overtr. motor- en rij- wielregl. f 15 of 8 d.; J. P. Groningen, id. f 20 of 8 d.: C. H. Z. Wassenaar, id. f 15 of 5 d.; L. J. de B. Haarlemmermeer, ld. f IQ of 4 d. en f5 of 2 d.; V. N. H. B. overtr. motor- en rijwielwet f 5 of 2 d.; C. C. A. M. Den Haag, geen gevolg geven aan het bevel van een verkeersagent f 3 of 1 d.; J. v, d. M. Oegstgeest. overtr. arbeidswet f7.50 of 3 d„ f. 2.50 of 1 d. en geen straf voor het 3de feit: A. C. v. d. P. Voorschoten, idem 2xf 4 of 2x2 d.; A. H. R. idem f 5 of 2 a.; A. T. Den Haag, id. 2xf 2.50 of 2x1 d.; P. B'. H. Schiedam, wielrijden zonder reflec tor 13 of 1 d.; A. N. overtr. winkelslui tingswet f3 of 1 d.; W. W. D. overtr. rijks- wegenregl. f2 of 1 d.; M. O. id. idem; J. Chr. S. V. overtr. motor- en rijwielregl. f 3 of 1 d.; J. de R. Delft, wielrijden over een gesloten verklaarden weg f. 2 of 1 d.; W. J. S. Lisse, idem idem; S. R. Amsterdam, autorijden zonder licht f7.50 of 3 d.; E. H. Zoeterwoude, autorijden zonder spiegel f. 3 of 1 d.; W. v. E. Oegstgeest, overtr. motor en rijwielregl. f3 of 1 d.; P. J. H. wielrijden zonder bel f3 of 1 d.; H. K. Wassenaar idem f 3 of 1 d K. V. idem idem; C. J. v. d. H. Zoeterwoude, wielrijden zonder licht f. 3 of 1 d.; J. v. d. W. idem idem; C. v. E. Rijnsburg, overtr. motor- en rijwielregl. geen straf; W. L. G. Sassenheim, idem id.: W. S. idem idem; A. v. d. D. Oegstgeest te Leiden als bestuurder van een rijwiel daar mede een persoon vervoeren f 2 of 1 d.; P. H. te Leiden op den openbaren weg voet ballen 2 maal gepleegd 2xf 1 of 2x1 d.; J. uit den B. Warmond, te Warmond als be stuurder van een rijwiel een paard leiden 13 of 1 d.; J. W. W. openbare dronken schap f 10 of 4 d.; J. C. G. zwervende, te Noordwijk, zonder vergunning venten f 2 of 1 d.; P. G. te Oegstgeest zonder vergun ning venten f2 of 1 d.; H. N Wassenaar, te Sassenheim zonder vergunning op den openbaren weg muziek maken f. 2 of 1 d.; C. M. overtredig van het Kon. Besl. van 30 12—1924 S. 620 f 5 of 2 d. 2—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14