BINNENLAND Ons Kort Verhaal LBDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 Juni 1937 Vierde Blad No. 23696 Een overwinning 78ste Jaargang |rUN/T IN IITÏIRC^ LUCHTVAART FAILLISSEMENTEN Eervol ontslag jhr. de Marees van Swinderen. Graaf van Limburg Stirum wordt gezant te Londen. Bij K. B. is aan jhr. mr. R. de Marees van Swinderen, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij het Britsche waarna met ingang van 21 Maart 1916 zijn benoeming volgde tot Gouverneur-Generaal van Ned. Indië, welk ambt hij in Maart 1921 aan mr. D. Fock overgaf. Drie jaar was graaf van Limburg Stirum daarna als gezant te Cairo werkzaam en in Juni 1927 werd hij als zoodanig benoemd te Berlijn. In November van het vorige jaar heeft de heer van Limburg Stirum zijn taak in de Duitsche Rijkshoofdstad neer gelegd en in het begin van dit jaar heeft hij met zijn echtgenoote mevrouw van Lim burg Stirumvan Sminia, een reis gemaakt naar Ned. Indië. De afgetreden gezant, jhr. mr. R. de Ma rees van Swinderen is 76 jaar oud. In 1886 promoveerde hij aan de universiteit te Gro ningen. zijn geboortestad, tot doctor in de rechten. Reeds een jaar later werd hij ge- zantschaps - attaché en achtereenvolgens was hij gezant te Boekarest, Belgrado en te Washington. Van 1908 tot 1913 was hij mi nister van buitenlandsche zaken in het ministerie Heemskerk. In het jaar zijner aftreding als minister werd jhr. de Marees van Swinderen benoemd tot Hr. Ms. gezant te Londen. Graaf van Limburg Stirum. hof, met ingang van 15 Juli 1937 op zijn verzoek eervol ontslag ais zoodanig ver leend, onder dankbetuiging voor de door hem in den dlplomatieken dienst aan H. M. de Koningin en aan den lande bewezen zeer belangrijke en langdurige diensten. Verder is bij K.B. met ingang van 16 Juli 1937 benoemd tot buitengewoon ge zant en gevolmachtigd minister te Lon den, mr. J. P. graaf van Limburg Stirum, buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi nister ter beschikking. (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplage.) Johan Paul graaf van Limburg Stirum werd op 2 Februari 1873 te Zwolle geboren. Hij studeerde aan de universiteit te Leiden, waar hij in 1895 tot doctor in de rechts wetenschappen promoveerde op een disser tatie: „Iets over de volkenrechtelijke inter ventie". Hij vervulde diplomatieke functies achter eenvolgens aan het departement van Bui tenlandsche Zaken en aan de gezantschap pen te Rome en Constantinopel. Daarna was hij weer op het departement van buiten landsche zaken werkzaam. Vervolgens was Jhr. De Marees van Swinderen. graaf van Limburg Stirum buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Pe king, Stockholm, Kopenhagen en Oslo, Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel Prof. Lieftinck over de economische politiek. Heden werd te Haarlem de vergadering van de Nederlandsche maatschappij voor nijverheid en handel voortgezet. Prof. mr. P. Lieftinck, hoogleeraar aan de Nederlandsche handelshoogeschool te Rotterdam, heeft een rede gehouden over „richtlijnen voor economische politiek". Spreker zeide dat de economische poli tiek ondergeschikt behoort te zijn aan de staatkundige, zedelijke en rechtsbeginse len. die worden gehuldigd door regeering en volk. Deze beginselen spelen in velerlei opzicht een rol. Zij zijn van groot gewicht voor de keus van de doeleinden, die aan de economische politiek ten grondslag worden gelegd. Zoo is b.v. de vraag, welke handels politiek voor een land het meest in aan merking komt, onmogelijk te beantwoor den. zonder over deze eerdere vraag het eens te zijn geworden, of men als uitein delijke doelstelling van deze politiek aan vaardt een zoo ruim mogelijk aanbod van goederen en diensten, handhaving van een bepaalde. sociologische bevolkingsstruc tuur, bestrijding van structureele werk loosheid. of een zekere mate van economi sche zelfgenoegzaamheid met het oog op het gevaar van oorlog. om slechts enkele der voornaamste gezichtspunten van die, welke zich hier voor doen. te noemen. Bij de keuze der middelen zal men niet alleen de vraag moeten stellen of het mid del zelf toelaatbaar is, doch tevens of van de toepassing van, dit middel geen zijde- llngsche reacties te verwachten zijn, buiten de engere economische sfeer, die in staat kundig of zedelijk opzicht ongewenscht moeten worden geoordeeld (zooals smok kelhandel). Spreker acht het zeker onjuist de finan- cieele politiek te veel te beschouwen als een apart domein, met de algemeene eco nomische politiek slechts zijdelings in ver band staande. Integendeel kan de belastingpolitiek wel degelijk van invloed zijn op de conjunc tuur en zullen een belastingverlaging in de hausse en een verhooging in de depressie beide de conjunctuurbeweging extra sti- muleeren. Gezien den economischen toe stand, waarin ons land zich momenteel be vindt en vooral gelet op de nog gerhrge investatie-bedrijvigheid, zou, naar hij meent, een conjunctuur-stimuleerende, fi- nancieele politiek voorshands nog het meest in aanmerking komen, al zal men er ten zeerste op bedacht moeten zijn, dat het tijdstip wel eens spoedig zou kimnen aan breken, waarop een tegengestelde politiek eerder aanbeveling gaat verdienen. Naast de financieele politiek geldt dit voor de monetaire politiek, zoo mogelijk zelfs in nog sterkere mate. Hieruit volgt, dat de verantwoordelijkheid voor de mo netaire politiek niet bij een particuliere instelling kan berusten, maar. naar haren aard, bij de regeering thuis behoort. Het is dan ook in beginsel toe te juichen, dat sedert het verlaten van den gouden stan daard en het instellen van het egalisatie fonds de zorg voor de internationale pari teit, d. i. voor de waardeverhouding tus- schen de geldeenheid van het eigen land en die van andere landen, zooals deze in de wisselkoersen tot uitdrukking komt evenals in andere landen, aan de centrale bank onttrokken en ingelijfd is bij de algemeene economische politiek, direct onder het res sort van den minister van financiën. Spr. wijst er op, dat vooral de monetaire politiek en de handelspolitiek goed op elkaar behooren te zijn afgestemd. Er is bijv. alles aan gelegen, dat het monetaire verschijnsel, van de voortdurende opwaart- sche druk op den gulden en de enorme stijging van den goudvoorraad, op de juiste wijze wordt gehanteerd, n.l. door verrui ming van den invoer en door hervatting van den kapitaalexport. De agrarische politiek dient eveneens in breeder verband te worden beoordeeld. Meer en meer vestigt zich de indruk, dat de ineenstorting, van de agrarische en grondstofprijzen. die internationaal heeft plaats gehad, tot een van de ernstigste depressiefactoren moet worden gerekend en dat het handhaven van een grooter mate van stabiliteit in deze groep van prijzen, ook met het oog op een verzwak king der conjunctuurgolven, moet worden toegejuicht Tenslotte meende spreker dat industria lisatie in ons land eveneens tot betere toestanden kan meewerken vooral ten aanzien van de meer gedifferentieerde industrie-producten, welker prijzen bin nen het bereik der menigte moet worden gebracht. RADIO-UITZENDINGEN VAN REDEVOERINGEN. Repressieve en preventieve controle. Op de vragen van den heer Krijger in verband met de radio-uitzending van rede voeringen en toespraken ter vergadering van den Nederlandschen bond van jonge- lingsvereenigingen op Geref. grondslag op 6 Mei 1937, heeft de minister van Binnen- landsche Zaken geantwoord: Op de gedeeltelijke uitzending door de N.C.R.V. van den 49sten bondsdag van den Nederlandschen bond van Jongelingsver- eenigingen op Geref. grondslag is door de radio-omroep controle-commissie repres sieve controle uitgeoefend. Bepaalde normen zijn door de radio-om roep controle-commissie niet gesteld. Of op uit te spreken of uit te zenden redevoerin gen al dan niet controle zal worden uitge oefend, wordt door de commissie geval voor geval beoordeeld. Uit het feit, dat voor de uitzending aan de betrokken omroepvereeniging noch een schema, noch een tekst van de uit te zen den redevoeringen was gevraagd, kon het den sprekers bekend zijn, dat preventieve controle niet zou worden toegepast. Wat de repressieve controle aangaat, was het den sprekers uiteraard niet bekend, of deze al dan niet zou worden gehouden. CENTRALE BOND VAN VERBRUIKS COÖPERATIES. Jaarvergadering te Amsterdam. De Centrale Bond van Nederlandsche Verbruikscoöperataies houdt in het cen traal gebouw van de A.M.V.J. te Amster dam haar 18e jaarlijksche algemeene ver gadering, onder leiding van den voorzitter, den heer J. Th. Geurst. Uit het jaarverslag bleek, dat bij den Bond thans 138 vereenigingen met 219.000 leden zijn aangesloten. Bij de bèspreking van het verslag, bracht mevrouw Beukema uit Den Haag, het bondsbestuur dank voor de verbetering, welke in de organisatie van het vrouwen werk was aangebracht. De heer Van Dam uit Den Haag. pleitte voor meer eenheid in de propaganda, waarbij steeds het be ginsel voorop gesteld moet worden. Spr. wekte de aanwezigen op ware coöperato- ren, dus gemeenschapsmenschen te zijn. Voor meer contact tusschen de coöpera ties en het bondsbestuur pleitte de heer Stark uit Velsen. De secretaris, de heer R. van Sluis, beantwoordde de opmerkin gen, daarbij meer eenheid in de propagan da en meer contact met de coöperaties toe zeggende. Het bondsorgaan ,,de Verbrui ker" zal vergroot en verbeterd worden. Met algemeene stemmen werd het jaarverslag goedgekeurd. Nadat eenige huishoudelijke punten waren behandeld, werd de verga dering verdaagd. AUTO- EN PALEISSTANDAARDS VOOR HET PRINSELIJK PAAR. De aanbieding tot begin Juli uitgesteld. De vereeniging De Princevlag zou aan prinses Juliana en prins Bernhard ter ge legenheid van het huwelijk auto- en pa leisstandaards aanbieden. Deze aanbieding heeft evenwel tot nu toe op zich laten wachten omdat het wapen van den Prins r.og niet bekend was. De bedoeling was ge weest om het geschenk Dinsdag bij den verjaardag van den Prins aan te bieden, maar daar de Prinselijke standaards nog niet gereed zijn gekomen, is de aanbieding verschoven naar het begin van Juli. Tevens zal daarbij een fraai album, gecalligra- pheerd door den Amersfoortschen kunst schilder Dick Meester, vermeldende de na men van de schenkers en wapens van de plaatsen waarin deze wonen, aangeboden worden. Aan de aanbieding zal een groot vaandeldefilé voor het paleis te Soestdijk voorafgaan, waaraan alle afdeelingen van De Princevlag in Nederland zuller, deelne men. (N.R.Ct.) DÉFILÉ VAN DE VOLKSDANSERS UIT HET LIPPISCHE BERGLAND TE SOESTDIJK. Ter viering van den eersten verjaardag hier te landen van prins Bernhard, zullen in verschillende plaatsen uitvoeringen worden gegeven van volksdansen en volksliederen uit het Lipplsche bergland. Aan de rondreis van de Alt-Schwalen- berger Trachtengruppe, welke onder lei ding staat van prof. dr. K. Schulte Kem- minghausen te Muenster en den heer D. J. van der Ven te Oosterbeek, wordt bij zondere luister verleend door het feit, dat op Woensdag 30 Juni a.s. des ochtends te elf uur, een défilé zal worden gehouden voorbij het paleis Soestdijk en waarbij eenige volksdansen zullen worden uitge voerd voor prins Bernhard. FUSIE IN HET LEVENSVER ZEKERINGSBEDRIJF. Naar wij vernemen is de overdracht van de geheele portefeuille van de levensver zekeringmaatschappij „De Nederlandsche van 1894" aan „Vesta"-maatschappij van levensverzekering N.V., gevestigd te Arn hem. door de verzekeringskamer goedge keurd. Door deze fusie is het verzekerd kapitaal van „Vesta" gestegen tot plm. 87millioen gulden en de jaarlijksche premie-ontvangst termijnpremiën) tot plm. f. 2.750.000 per jaar. VERSPREIDE BERICHTEN. De minister van sociale zaken zal eiken Woensdag te 2 uur, de minister van waterstaat eiken eersten en derden Vrij dag der maand te halfdrie, en de minister van binnenlandsche zaken eiken eersten en derden Dinsdag der maand te 2 uur spreekuur houden. NIEUWE UITGAVEN. Wij ontvingen een exemplaar van de verkeerscourant, die tijdens de verkeersda- gen op Donderdag 1, Vrijdag 2 en Zaterdag 3 Juli as. in ons land onder de weggebrui kers zal worden verspreid. „LILULI". Gisteravond hebben in het gebouw Carré de leden van het Amsterdamsche Studen tencorps ter gelegenheid van het 61ste lustrum een opvoering gegeven van „Liluli". De regie voerde Abraham v. d. Vris, terwijl Gerard Hordijk de decors (zeer uitgebreid i verzorgde. Het muziekgezelschap „Sweelinck" be geleidde met muziek van Hans Brandts Buys, onder leiding van den componist. Het spel werd herhaaldelijk door applaus onderbroken. Overzicht onzer belangrijkst* Veemarkten. Er is in de laatste dagen in de kringen van vleeschlmporteurs en vleeschgrossiers nogal wat strijd geleverd om het recht van de distributie van het komende nieuwe contingent Deensch vleesch. De grossiers van uitsluitend inlandsch vleesch zagen de laatste jaren hun debiet niet onbelangrijk teruggaan, tengevolge van de sterk ge daalde vleeschconsumptie in ons land en meenden nu als compensatie ook in aan merking te komen voor een gedeelte van de 15.000 runderen, die er gedurende een jaar zullen worden geïmporteerd. De De nen bleken er evenwel de voorkeur aan te geven, dat de oude handelsrelaties bleven bestendigd, want de vroegere consenthou ders zullen alleen het Deensche vleesch in handen krijgen. Nu den veehouders hier te lande bekend is, dat de import van vleesch niet ongelimiteerd is, doch, zooals wij reeds mededeelden in totaal 3600 ton per jaar zal zijn, is van deze zijde de storm geluwd. De aanvoeren op de slachtvee-afdeelin- gen waren op het einde dezer week weer wat minder, zoodat blijkbaar de „drang" om te verkoopen niet meer zoo groot is. Er is dan ook geen enkele reden voor om on tijdig te verkoopen. De prijzen zullen zich zeker in de komende weken handhaven, al was de tendenz in de afgeloopen week wat gedrukt. Ook ten opzichte van de af schaffing der 10% crisisheffing kan wat meer optimisme aan den dag worden ge legd onder het nieuwe bewind van mi nister Steenberghe. Van de gebruiksveemarkten valt nog weinig nieuws te vermelden de toestand bleef vrijwel ongewijzigd, n.l. korte aan voeren, kalme handel en vaste prijzen vooral voor goede gebruiks- of weidebees- ten. Toch kwam het ons voor, dat de om zetten al weer iets toenemende waren, al is het nog volop hooibouw. Op de kalveren-afdeelingen een over het geheel genomen vlotte stemming, met stijvere prijzen, terwijl ook op de wolvee markten een goede handel was en meer kooplust voor export. De varkensmarkt voor jong goed en biggen zeer duur en vette varkens prijshoudend. Gisteren te Leeuwarden zelfs iets duurder. In 't Noor den is momenteel een zeer geringe voor raad van zware soorten. OPENING VAN HET NIEUWE VLIEGVELD „TEXEL". Hedenmorgen heeft dë directeur van den luchtvaartdienst, de heer H. Ch. E. van Ede van der Pais, het nieuwe vliegveld „Texel" geopend. DE POSTVLUCHTEN. Vanmorgen om vijf minuten over zes ls de „Specht" van Schiphol vertrokken voor den tocht naar Indië. Aan boord zijn vijf passagiers. Onderweg komen vier reizigers aan boord. Medegenomen is 483 K.G. briefpost, 21 K.G. pakketpost en 324 K.G. vracht. De „Ibis" is hedenmorgen van het vliegveld Tjililitan vertrokken, met mede neming van 249 kilogram post, 10 kilogram pakketpost en 29 kilogram goederen. Eén passagier maakt den tocht tot Am sterdam mede, terwijl er twaalf passagiers voor tusschentrajecten geboekt werden. Uitgesproken: A. M. Plasmeijer, poelier, te Leiden, Hooi gracht 35, handelende onder den naam „De Farm". Rechter-comm. mr. J. R. Thorbecke, curator mr. E. A. Cosman te Leiden. Naar F. F. ASTIÉ. Lange herfstdraden, schitterend in de zonnestralen, zweefden door de lucht. Ze hechtten zich vast en spanden zich, door den wind heen en weer bewogen, van den eenen tak naar den andere. Zij zweefden en trilden in den warmen, zachten herfst- atmosfeer. „Je hebt weer een draad aan je hoed, Max nu zijn we werkelijk door een dun nen zilveren draad aan elkaar verbonden." „En onverbreekbaar, dat verzeker ik je de natuur zelf verbindt ons!" „Wat zeg je? Onverbreekbaar? Je droomt waarde heer; het geringste zuchtje van den wind verbreekt den band en scheidt ons van elkaar." Een spottend lachje speelde om haar mond toen zij hem aanzag met haar grijze oogen, die koel moesten zijn, maar toch van een warmen gloed waren bezield. On danks haar uitwendige kalmte, kon zij nu en dan haar gevoel niet verbergen. Rustig en kalm reden zij voort op dien schoonen herfstdag, onder linden, getooid met prachtig herfstloof. Hij was een flinke, gespierde jongeman, die Max Wildung; hij maakte een kranig figuur op zijn mooien volbloed vos. In ge lijkmatig tempo bewoog zich de jeugdige gestalte van zijn nichtje op en neer op haar paard, elastisch en buigzaam als een jong wilgentakje. De jonge ruiters sloegen dwars door 't bosch een smal paadje in. De bladeren rit selden onder de hoeven der paarden. Vlak naast elkaar reden zij verder. „In galop?" „Goed!" Jij vooruit, Elsa, het pad is te smal voor ons twee." Berijdster en paard schenen elkaar goed te begrijpen. Ook Elsa's vriend genoot vol op van het schoone tweetal, dat hij vóór zich zag. Rustig, zonder eenige stijfheid, bewoog zich de gestalte van zijn gezellin netje, in haar witte amazone, met triom fantelijk, witten cowboy-hoed, 't was of zij alle gevaren vermocht te trotseeren. „Volbloed!" mompelde Max met een blik vol bewondering en diep ademhalend. Bij een kromming van den weg liet Elsa haar paard langzaam in draf overgaan. „Ach, wat was dat heerlijk, Max! Zij gal- loppeert verrukkelijk juichte zij. „Zeker wel vier duizend meter," zei Max, „maar Elsa, springen kan hij nog niet, dat jonge dier van jou sprong dezen winter in de manege ellendig hij durft geen sloot over." „Ais ik haar berijd, springt zij heel goed. Ik heb immers een lange karwats? Daar luistert zij wel naar. Ik zou het dolgraag eens probeeren." „Dat zou ik je toch bepaald afraden, ELsa. Je vader moest het je ook verbieden". „Denk je, dat ik bang ben?" Verachte lijk kneep zij de lippen samen. „Over mij behoeft zich niemand heusch ongerust te maken. Ik buig wat ik wil." Er schitterde iets in haar oogen bij die laatste woorden. „Kijk nu eens hoe het dier mij gehoor zaamt," En even met de karwats haar paard zacht aanrakende achter den zadel- riem, schoot het als een pijl uit den boog vooruit. „Zou ik dat dier nu niet over een sloot krijgen. Belachelijk!" Spottend klonk haar luide lach in de stilte, die hen omringde. „Ik probeer het toch, al draagt het je goedkeuring niet weg, waarde neef!" En 't was of haar gestalte groeide in haar po ging zich tegen zijn macht te verzetten. Hij hield van haar! En juist zóó, met die uitdrukking. En toch vertoonde zich een diepe rimpel tusschen zijn donkere wenk brauwen. Zou hij ooit dien wil kunnen temmen? Zou dat niet een voortdurende strijd blijven tusschen hen beiden? „Morgen zal ik haar nog eens oefenen en over slooten doen springen. Friedrich kan op Wallach voorrijden, die springt goed, daar kan men op aan." Aarzelend keek hij haar aan. Het was of zij eikaars blik trachtten te vermijden. Maar voordat Max Wildung na den lan gen rit afscheid van zijn nichtje nam, ver zocht hij nog eens dringend: „Geef dat dwaze plan van op de jacht gaan toch op, met dat paard ten minste. Doe dat nu eens ter wille van mij, toe. „Ha, ha! nu moet ik toch lachen! ik ben goddank nog mijn eigen baas! Als mijn paard niet voortwil, dan kunnen wij elkaar nog eens nader spreken, dan ben ik tot elke concessie bereid." Zij stak haar neef haar hand toe onder een bekoorlijk glimlachje. „Willen wij voor- loopig een wapenstilstand sluiten?" Maar Max deed of hij de toegestoken hand niet zag. Nu was 't haar of zij on verdiend een zweepslag had gekregen haar heele zijn kwam in opstand zij beet zich op de lippen. Met verstoorden blik zag zij hem aan. „Dan niet", mompelde zij. Met strakke oogen tuurde zij het donkere bosch in, en toch was haar blik afwezig. Zij spraken geen woord meer. Met 'n korten afscheids groet scheidden zij dien dag. Omringd door een heele schare van ja gers reed Elsa op haar zwarte merrie naar de plaats van samenkomst. Zij had geen afspraak met haar neef gemaakt, hij scheen geen deel aan de jacht te nemen, maar op 't laatste oogenblik, toen de jacht stoet zich in beweging zette, zag zij hem aankomen. Max nam geen notitie van zijn nichtje, wat Elsa krenkte. Al haar fier heid kwam in opstand. Snuffelend, met groot verlangen den doodsvijand te mogen vervolgen, zocht de troep jachthonden naar het vossen-spoor. En toen het gevonden was, volgden zij het in hartstochtelijke vaart. Steeds met het doel voor oogen volgde Elsa het spoor van een paard dat uitste kend springen kon. De eerste sprong gold een hek. Zonder haperen was Dorrit erover. Op eenigen afstand volgde een horde. Ook dat ging zonder bezwaar, ofschoon de sprong ietwat onhandig ging. Elsa trok de teugels wat korter aan en dreef de merrie vooruit. Ja, ze wist wel, dat hooge hindernissen haar niet afschrikten, maarde slooten! Daar had ze een on overwinnelijke angst voor. „Ja, daar komt er een!" Verscheidene paarden waren reeds terug gedeinsd voor die breede sloot. Elsa ging achteruit en liet het gebit zoo los mogelijk. De stoet bewoog zich met matige snelheid voort. En toen eenige meters voor de sloot, klapte ze even met de tong voorwaarts ging het over de zoo vaak geweigerde hin dernis heen. Kort voor den sprong tracht te het dier van de teugels los te komen en schudde met het hoofd. Een oogenblik wilde zij het gebit loslaten en anderen het veld ruimen door op zijde te gaan. dit was echter slechts een enkel oogenblik. want een geoefende hand deed de karwats reeds zwiepen door de lucht. Door een plotselin- gen schrik voorwaarts gedreven, nam het dier een fhnken sprong en was over de geheele sloot heen. „Verduiveld, prachtig!" Max kon deze uiting van eerlijke bewondering niet weer houden. Als aanééngesmeed, vlogen paard en be rijdster over de groene weide vooruit. Het jonge meisje verroerde zich niet. Volmaakt rustig zat zij in het zadel. Geen enkele maal trachtte Dorrit zich te verzetten. Steeds onderwierp zij zich aan haar berijdster, die haar met ijzeren, koe len wil dwong tot springen over elke sloot. „Wonderlijk mooi! door en door vol bloed", prevelde Max, terwijl hij zijn nichtje nastaarde. De vos was gevangen, de jacht afgeloo pen; jagerskreten weerklonken door de lucht. Ieder der overwinnaars hechtte vol trots de groene eikenbladeren aan jas of pet. Met stralende oogen kwam Elsa haar neef tegemoet. „Gewonnen!" riep zij uit, met vroolijk gezichtje. Tegenover dien stralenden blik zonk alle bitterheid in hem weg. „Er is toch niets ter wereld dat zulk een genot overtreft een jacht op een vol bloed paard; vixrdt jij dat ook niet? O, ik ben dol op mijn lieveling!" „Ik ook", lachte hij, zijn blik borend in den hare. „Ik houd toch nog meer van een volbloed ras in vrouwengedaante. Elsa kan je je niet voorstellen, dat wij, als men- schen van denzelfden smaak, een rit door het gansche leven zouden kunnen wagen? Ik meet nu met 'n andere maat dan vroe ger. Een volbloed paard staat toch veel hooger en kan niet met een alledaagsch dier vergeleken worden." „Als een zachte en toch sterke hand een edel raspaard bestuurt, gehoorzaamt het zonder eenigen twijfel", antwoordde Elsa met een ondeugend lachje. „Dan springt het zelfs over de breedste slooten en geeft zich gaarne levenslang over aan een fieren ruiter, zooals.mijn neef Max er een is." Beter dan die enkele woorden, verrieden haar oogen alles wat er in haar klopte aan liefde en achting tevens, voor den man naast haar. Zij had in hem haar meester erkend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 13