F eestelij ke installatie van Hillegom's burgemeester LEIDSCH DAGBLAD, Dimdag 22 Juni 1937 Vierde Blad No. 23692 78ste Jaargang Een vreugdevolle dag dank moge ik ook betuigen aan hunne Ex cellenties den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Commissaris der Koningin en aan allen, die door hun voordracht of aanbeveling mijn benoeming wel hebben willen bevorderen. Het groote vertrouwen door deze benoe ming mij geschonken, wordt door mij op hoogen prijs gesteld en met Gods hulp hoop ik in staat te zijn dit vertrouwen ook lr. de toekomst nimmer te beschamen. Vervolgens past het mij een woord van dank te wijden aan mijn voorganger mr. D. F. Pont, die ruim acht Jaren aan het hoofd dezer gemeente heeft gestaan. Door een wijziging van zijn politieke overtuiging welke wij kunnen betreuren, kwam een einde aan zijn ambtsvervulling, hetgeen ons echter niet behoeft te beletten hem dank te zeggen voor het goede, dat hij in deze gemeente heeft tot stand gebracht. Mijnheer de Wethouder! U hebt mij zoo juist met de teekenen mijner waardigheid omhangen en u hebt daarbij gesproken woorden van welkom en waardeering, woorden ook, die mij toezegden een aan gename samenwerking met het College van B. en W. en met den Raad. Ik moge u voor die woorden hartelijk dank zeggen en u ook mijnerzijds de verzekering geven, dat ik alles zal doen wat in mijn vermogen ligt om in prettige verstandhouding met alle betrokkenen de belangen dezer gemeente te behartigen. Steeds zal ik voor alle ver langens. wenschen en moeilijkheden open staan, doch zoowel uwen Raad als de in gezetenen zullen zich niet moeten ont veinzen, dat de vervulling ook van ge rechtvaardigde wenschen vaak door de noodüjdendheid dezer gemeente tot een betere toekomst zal moeten worden uitge steld. De gemeente Hillegom heeft van de economische moeilijkheden haar groot aandeel mede gekregen en mijn oprechte gevoelens van medeleven gaan heden uit tot hen, die door de gevolgen daarvan in zorgen of werkloosheid zijn geraakt. Ook in de komende jaren zullen van dezen nog vele offers worden gevraagd, offers van geduld, offers ook van vertrouwen en dis cipline. Zij kunnen zich er echter van ver zekerd houden, dat zij voor hun belangen bij mij steeds zullen vinden een open oog en een warm hart, doch zij zullen ook moe ten beseffen dat pogingen tot onrust of verwarring onverbiddellijk van de hand zullen moeten worden gewezen. Het zij mij gegeven in deze gemeente steeds te kun nen zijn een burgervader en slechts zelden een burger-,.meester". Ik vraag heden aan uwen Raad en aan alle ingezetenen met den meesten nadruk vertrouwen. Slechts op rust en vertrouwen kan een prettige verstandhouding en een betere toekomst worden opgebouwd. Ik ben mij ten volle bewust, dat het be stuur dezer gemeente mij moeilijkheden en zorgen zal opleveren, doch juist in de moeilijke oogenblikken hoop ik meer dan ooit te mogen rekenen op den vollen, on- voorwaardelijken steun van uwen Raad, van de heeren wethouders, secretaris, amb tenaren en politie. Met de bede, dat Gods zegen moge rusten op mijn werk en dit moge doen strekken tót heil dezer gemeente, aanvaard ik het ambt van burgemeester van Hillegom en het voorzitterschap vap .uwen Raad. Ik heb gezegd. Rede van den heer I. O. Vermeer. De heer J. O. Vermeer, wethouder, sprak den burgemeester en mevrouw Van Nispen tot Pannerden als volgt toe: Heeft de heer Klaver in zijn kwaliteit van loco-burgemeester u mogen installee- ren, op mij rust de aangename taak u een hartelijk welkom in het college van B. en W. toe te roepen. Het spreekt van zelf dat ik u namens het college allen steun kan toezeggen bij uw arbeid in het belang der gemeente. In uw burgemeestersloopbaan zie ik twee elementen. Een element dat geheel parallel loopt met den gang der natuurwetten, en een tweede dat daar diametraal tegenover staat. Evenals de zon in het Oosten opgaar, is uw burgemeesterszon in het oosten des lands, in Pannerden, opgegaan. Maar dan komt de tegenstelling, want niet zooals volgens de natuurwet de zon in het westen ter kimme neigt, maar in te- genovergestelden zin stijgt uw burgemees terszon in het westen des lands tot mid daghoogte. De eenlge symbolische conclu sie, die hieruit, dunkt mij, getrokken kan worden, is: „Van Oost tot West. van West tot Oost, hoe het ook moge zijn, Voor Burgemeester van Nispen is het zonneschijn." Deze gedachte vertolkt ook de wensch van het College. Wij bidden u van God genade, kracht en wijsheid toe om onder Zijn zegen uw taak te vervullen. Of, om het met de woorden van ons raadsformulier-gebed te zeggen: „God verlevendig in u een diep besef van afhankelijkheid jegens Hem en doe uw ar beid in het waarachtig belang der gemeen te gelukken," Burgemeester! Al is dit een officieele raadsvergadering, u sta mij wel toe een oogenblik buitenspel te gaan. En dan maak ik van deze gelegenheid gebruik om ook namens het College mevrouw van harte welkom te heeten als eerste burgeres on zer gemeente. Mevrouw! Ons college hoopt dat u zich in Hillegom spoedig thuis mag gevoelen. Dat uw verblijf in Hillegom mee. de aan genaamste jaren in uw huwelijksleven mo gen zijn. De Hillegomsche burgeressen in zonderheid, zullen u met alle piëteit en in liefde ontvangen. Zelf ben ik geen Hille- gommer, al woon ik hier al vele jaren, maar dit kan ik u verzekeren (al doe ik dat voor mijn persoon met de restrictie van de bekende Engelsche ordespreuk: „Wee hem, die er kwaad van denkt"), de Hille gomsche dames kenmerken zich door spon taniteit en hartelijkheid. Ongetwijfeld zal nog wel eens een beroep op u gedaan worden om b.v. als eere-pre- sidente in een of ander damescomité zit ting te nemen. Mevrouw, gééf u! De Hillegomsche bur geressen zullen dat zeker zeer waardeeren. Burgemeester en mevrouw! Wij hopen dat u vele prettige Jaren hier moge door brengen. Uw adres blijve dan ook voor langen tijd: „Burgemeester en mevrouw Van Nispen tot Pannerden te Hillegom". Burgemeester! Mag ik mij ten slotte nog met een enkel woord tot den heer Klaver v/enden. Foto Van Vliet. Een dochtertje van het Raadslid Goemans bood aan de grens der gemeente mevrouw Van Nispen tot Pannerden fraaie bloemen aan, waarmede zij zich zeer ingenomen betoonde. Foto Van Vliet. Een hartelijke begroeting. Ter eere van de installatie van den nieuwen burgemeester van Hillegom, jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pan nerden, was heden van de gemeente gebouwen en van zeer vele woningen der ingezetenen de vlag uitgestoken. De gemeente-diensten waren gesloten, uit gezonderd de zweminrichting. De schoolkinderen hadden vrij en velen droegen de Hillegomsche kleuren, rood groen-geel. Bij het Raadhuis en bij de grens van Bennebroek stonden eere poorten, het welkom toeroepende aan den nieuwen burgemeester en zijn familie. En toen hield wethouder Klaver een toe spraak om den nieuwen burgemeester te midden van den raad welkom te heeten, te feliciteeren en ten slotte den ambts keten om te hangen. Dat was het eenige uiterlijke vertoon, dat 's morgens te zien was op dezen voor Hillegom zoo belangrijken dag. De installa tie zou een sober en eenvoudig karakter dragen; dat was de wensch van den burge meester, hetgeen ook goed paste bij den financieelen toestand van de gemeente Hillegom. Om 10 uur reed het dagelijksch bestuur, de beide wethouders en de gemeente-se cretaris, in open rijtuigen uit naar de grens om den burgemeester en zijn eehtgenoote op te wachten op dezen vreugdevollen dag, die door fraai weer begunstigd werd. Bij aankomst van het echtpaar Van Nispen, bood een dochtertje van 't Raads lid Goemans de eehtgenoote van den bur gemeester bloemen aan. Na deze begroeting, die een hartelijk ka rakter droeg, reed men, vergezeld van de motorpolitie-brigade over de Haarlemmer straat en de Weeresteinstraat onder groote belangstelling van de zijde van de ingeze- nen, de Hoofdstraat in, waar de Hillegom sche Harmoniekapel zich bij het vroegere remise-terrein aan het hoofd van de kleine stoet stelde, en spelende de kom van de gemeente introk. Van dat oogenblik nf groeide de belangstelling naar mate men het doel naderde, n.l. het Gemeentehuis, voor welks inrijhek een eerepoort stond. De Raadsvergadering. De loco-burgemeester had een vergade ring van den gemeenteraad uitgeschreven, aanvangende 10.30 uur precies, dus zon der 't beruchte Hillegomsche kwartiertje! De raadzaal bleek al ras te klein te zijn voor het groote gezelschap van officieele en genoodigde personen. Er moest met de ruimte gewoekerd worden waarom dan ook de groote hoefijzer-vormige tafel was ver vangen door kleine tafeltjes. De zaal was versierd met prachtige bloemen en planten door den gemeente-tuinman. De loco-burgemeester wethouder de heer P. Klaver, fungeerde als voorzitter en opende de vergadering op de gebruikelijke wijze, het lezen var. het gebedsformulier. Daarna werd het Koninklijk Besluit ge lezen, waarbij jhr. mr. dr. O. F A. H. van Nispen tot Pannerden benoemd werd tot burgemeester van de gemeente Hillegom. wethouder Klaver. In zijn toespraak memoreerde wethouder Klaver nog den jeugdigen leeftijd van den burgemeester, het verschil in grootte van de gemeente Pannerden met 1100 inwo ners en van Hillegom met ongeveer 12000 inwoners. Hij wees er voorts op, dat de ge meente Hillegom dikwijls aan andere gemeenten ten voorbeeld wordt gesteld als een „model-gemeente". De gemeen tediensten zijn uitstekend georgani seerd, dank zij den ijver en toewijding van den voorganger van burgemeester van Nispen, n.l. mr. D. F. Pont. Jhr. mr. dr. Van Nispen tot Pannerden hield daarop zijn eerste toespraak in zijn nieuwe gemeente. Rede van den nieuwen burgemeester. Mijne heeren leden van den Raad der gemeente Hillegom. Het is mij als burgemeester dezer ge meente een voorrecht en een aangename plicht om als eerste daad vanaf deze plaats te betuigen mijn oprechten en eerbiedigen dank aan Hare Majesteit de Koningin. Wie het behaagd heeft bij Harerzijds hoog be sluit, gecontrasigneerd door Haren Minis ter van Binnenlandsche Zaken en op voor dracht van Haren Commissaris in deze pro vincie, mij te benoemen tot burgemeester der gemeente Hillegom, Mijn oprechten Toch is groote soberheid betracht, voor eerst omdat zulks de uitdrukkelijke wensch was uwerzijds, maar ook omdat ons anders van „bovenaf" die soberheid wel dwingend voorgeschreven zou zijn geworden. Want ondanks dat onze autonomie in de Grondwet ligt verankerd, en de Gemeen tewet ons groote bevoegdheid toekent, zijn deze rechten bijna tot nul gereduceerd. Zie. hooggeachte burgemeester, dat is het schrijnende bij uw intrede dat u, met uw aan ons reeds bekenden ijver en uw jeugdig enthousiasme, getemperd zult wor den door de financieele moeilijkheden waaronder onze gemeente, zonder dat iemand daarvoor aansprakelijk kan gesteld worden, gebukt gaat. Goddank, het aantal werkloozen is da lende, de belastingopbrengst stijgende, er is dus een gunstig perspectief bij uw uitre den aanwezig, en als niet alle teekenen bedriegen, zal Hillegom niet lang behooren tot de noodlijdende gemeenten. Dat tijd stip wordt door ons en ongetwijfeld ook door u, met groot verlangen tegemoet ge zien. Ja, als dat bereikt zal zijn, dan breekt vanzelf tevens de dag weer aan, dat aan den raad de bevoegdheid wordt hergeven welke hij krachtens de Gemeentewet bezit en hetgeen thans een sinecure is. Dan breekt ook het oogenblik weer aan, dat van een daadwerkelijke samenwerking kan ge sproken worden. Ik meen uit de vele jaren ervaring hier in den raad opgedaan, u de volstrekte ze kerheid te kunnen geven dat u, met in achtneming van ons beider bevoegdheid, op onze volle en niet minder loyale medewer king zult kunnen rekenen. Evenwel, groote zaken zult u naar mijn bescheiden mee ning in de eerste jaren niet ter beoordee- ling krijgen; immers 't is u bekend, wij zijn reeds in bezit van gas, water, electri- clteit, bad-en-zweminrichting, abattoir, ter wijl het wegen- en woningvraagstuk voor- loopig niet acuut genoemd kan worden. En ondanks deze wetenschap schroomde u niet in een interview te verklaren, dat u er be hoefte aan hebt uw kunnen en kennen te ontplooien. Welnu, met deze uitspraak gewapend, durf ik met u over perspectieven te praten. Zooals gezegd, het werkloozencijfer is wel dalend, maar toch nog angst wekkend groot. Het laat zich niet aan zien, dat zelfs in een vèrverwijderde toekomst het bloemboUenbedrijf dat surplus zal kunnen opvangen. Indien het u zou mogen gelukken middelen te beramen de bevolking relatief minder afhankelijk te maken van het thans bestaande hoofdbedrijf, zou u zich, bui ten alles om, voor deze plaats op bij zondere wijze verdienstelijk hebben ge maakt en de sympathie van de geheele bevolking hebben verworven. Het oudste Raadslid de heer B. N. Loerakker, De heer B. N. Loerakker, oudste raads lid, waarnemend wethouder en voorzitter der R.-K. fractie, hield de volgende toe spraak: Na de hartelijke woorden zooeven door de heeren Klaver en Vermeer tot u gericht meen ik mij niet aan onbescheidenheid schuldig te maken, indien ik als oudste naar anciënniteit, ook eenige woorden van welkom en gelukwensch tot u richt bij uw officieele intrede als burgemeester van deze plaats. Ik hoop en vertrouw dat ik de vertolker mag zijn van den geheelen raad, dan ben ik het indirect van de geheele bevolking. Zie, edelachtbare heer, in dezen geest welkom, hartelijk welkom dan in deze plaats. Er zullen in de plaats, die u thans gaat verlaten, banden zijn gesmeed van vriend schap en aanhankelijkheid tusschen u en de bevolking, die u nu noode zult moeten verbreken, De eenvoudige bevolking van Pannerden zal u waarschijnlijk dierbaar zijn gewor den en het scheiden zal voor u in menig opzicht een offer zijn. Wij zullen het als een eeretaak beschouwen, nu u in onze gemeente komt, u door een hartelijke sa menwerking ruimschoots te vergoeden wat u ginds, zij het door een geheel vrijwillige daad van uzelf aan vriendschap en aan hankelijkheid hebt moeten prijsgeven. Aansaonds zullen ruim 2000 kinderen door het zingen van Vaderlandsche liederen, u als den wettigen gezagdrager van deze plaats de eer geven, welke hun ouders en opvoeders aan u erkennen verschuldigd te zijn. Laat ik hier direct aan toevoegen, dat de heele bevolking spontaan haar me dewerking heeft toegezegd om u op waar dige wijze te ontvangen als het hoofd van deze gemeente. Ik heb willen aangeven, dat al zijn wij noodlijdend, deze geavenceerde plaats groot genoeg is om een werklustig jeugdig optimist te kunnen herbergen. Van uw uitgesproken verlangen om voor het algemeen welzijn iets te kunnen pres- teeren, werd door ons met waardeering kennis genomen. Het moge voor u een eer, en voor ons een groote voldoening zijn, dat het H. M. de Koningin heeft behaagd u uit de vele sollicitanten te willen verkie zen, om deze centrumplaats van het bloem bollengewest te leiden en te besturen. Uw weten en kunnen moeten, vooral ge let op uw leeftijd, alsmede op de plaats die u tot heden hebt bestuurd, de Regee ring reeds de overtuiging hebben gegeven, dat uw capaciteiten de middelmaat hebben overschreden. Dit strekke u tot eer en wel licht mag ik zeggen, is het een uitgespro ken waardeering voor hetgeen reeds door u werd gepresteerd. Die eer gaat ook zeker rechtstreeks uit tot uw dierbare eehtgenoote en naaste fa milie, en het zij mij namens den raad ver gund u en uw familie daarmede hartgron dig geluk te wenschen. Hiermee hoop ik het algemeen gevoelen van den raad, dus van de bevolking te hebben vertolkt. Moge ik er dan deze, uit het diepst mijner ziel opgemelde bede aan toevoegen: „Jhr. dr. van Nispen tot Pannerden, bur gemeester van Hillegom, ik spreek de wensch uit dat God u en de uwen rijkelijk zal zegenen, u in uw ambtsbezigheden Zijn onontbeerlijke hulp schenke, en dat uw benoeming moge strekken tot Zijn eer en glorie en tot waarachtig belang van deze bevolking." Rede van mr. J. H. Peek. Mr. J. H. Peek, gemeente-secretaris, sprak, mede namens de ambtenaren, als volgt: Na de woorden van welkom, welke reeds tot u werden gesproken, spreek ik mijn erkentelijkheid uit, dat het mij vergund is ook enkele woorden tot u te mogen richten. Namens alle ambtenaren en werk lieden dezer gemeente bied ik u de har- Hierboven het plechtige moment van het omhangen van den ambtsketen door loco burgemeester wethouder Klaver, waarmee jhr. dr. Van Nispen tot Pannerden heden morgen onder enorme belangstelling tot burgemeester van Hillegom geïnstalleerd werd. Heer Klaver, U hebt zich straks na mens raad en burgerij tot den burge meester mogen wenden. Mag ik mij thans namens diezelfde organen tot u Wethouder J. O. Vermeer. wenden? U hebt tijdens deze vacature de taak van loco-burgemeester op u moeten nemen. Ik weet van nabij dat dit veel moeite en zorgen vroeg. U is echter een man, die niet van veel woorden houdt en ik beschik niet over een groote woordenkeus. Daarom vol sta ik met namens college, raad en burgerij, u van harte dank te zeggen. Rede van den heer Loerakker.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 13