BINNENLAND LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 17 Juni 193] De Statenvertaling van den Bijbel 300 jaar Uit de CEBUTO massa-keus: Herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk te Amsterdam je n\ hooren! Aspirin FINANCIEN FAILLISSEMENTEN Jaarvergadering van den Ned. Slagershond. De noodtoestand in het bedrijf. Onder overgroote belangstelling heeft de Nederlandsche Slagershond zijn 46ste jaar vergadering gehouden in hotel .Gooiland" te Hilversum. Uit verschillende plaatsen waren alle of nagenoeg alle leden-slagerspatroons, dik wijls in gezelschap van hun vrouwen, op gegaan naar Hilversum, om in deze mas sale bijeenkomst getuigenis af te leggen van den nood, waarin hun bedrijven ver- keeren. Scherp heeft de bondsvoorzitter, de heer E. Weima, uit Leeuwarden, die na een begroetingswoord van den voorzitter der afdeeling Hilversum zijn openingsrede uit sprak. daarin den toestand en den nood- lottigen invloed van ae overheldslasten op het slagersbedrijf geteekend, gelijk dat on langs ook reeds tegenover onzen G.P.D.- redacteur is gedaan en waarvan wij uitvoe rig melding hebben gemaakt. Tenslotte heeft de voorzitter de heeren J. P v. d. Veer uit Utrecht en H. S. Poppe uit Zwolle gehuldigd wegens hun 25-jarig lidmaatschap van het hoofdbestuur van den Ned. Slagershond, onder aanbieding van een zilveren herinnerings-plaquette. Uit het jaarverslag van den bond stippen wij aan. dat in het afgeloopen jaar de strijd tegen de crisisheffingen op vleesch op het eerste plan heeft gestaan. Deze had in zooverre succes, dat na de devaluatie van den gulden, op 7 October 1936 de hef fing op varkens werd geschorst. De heffing op gesmolten vet werd echter op 12 Juli 1936 verhoogd van 30 tot 40 cent per K.G.! De schaarschte aan slachtvee als gevolg van de teeltbeperking, de afslachtingen van vee en de aankoopen namens Sir Henry Deterding was oorzaak, dat de prij zen op onrustbarende wijze opliepen. Voor oen goed slachtrund waren de eerste maan den van 1937 de prijzen een f 60 a f. 70 hooger dan in de overeenkomstige maan den van 1936. van welke meerdere kosten geen verhaal op de consumenten mogelijk was. daar ook bij een geringe prijsverhoo- ging van het vleesch onmiddellijk een da ling van het debiet intrad. Deze omstan digheid heeft aan vele slagerijen het be staan gekost en is oorzaak, dat verreweg de meeste zaken met groot verlies werken. Uit het jaarverslag blijkt voorts, dat het aantal leden van den bond, verdeeld over 115 plaatselijke afdeelingen per 1 Juni 1937 3480 bedroeg tegen 3333 per 1 Juni 1936. Nadat de rekening en verantwoording van den bondspenningmeester over 1396 en de begrooting voor 1937 door de vergade ring waren goedgekeurd en den penning meester décharge van zijn beheer was ver leend, werd door de vergadering als plaats waar in 1937 de bondsvergadering zal wor den gehouden. Zeist aangewezen. Bij de verkiezing van leden voor het hoofdbestuur werden de aftredende leden, de heeren H. S. Poppe, Zwolle, H. Mool- huyzen. Arnhem. H. G. Landmeter. Assen en B. H. Ebbelaar. Zaandam bij enkele candidaatstelling herkozen; eerstgenoemde tevens als lid van het dagelijksch bestuur. De vergadering vereenigde zich verder met het voorstel van het bondsbestuur om de statuten zoodanig te wijzigen, dat het mogelijk wordt dat uit zaken tredende vak- genooten lid van den bond kunnen blijven. Speciaal voor plaatselijke afdeelingen. die dikwijls noode den steun van dergelijke leden kunnen missen, is deze wijziging van groot belang Hierna hield de heer dr E. J. Tobi, de directeur van den Centralen Vleesch- en Veehandel een inleiding over het werk dat deze Centrale verricht heeft ten aanzien van de doorvoering der vestigingseischen voor het slagersbedrijf. welke mogelijk ge maakt is door de totstandkoming der Wet op de Vestigingseischen voor het Kleinbe drijf. Nadat de heer Grin nog een propagan distisch woord gesproken had in het be lang van de Ziekte-Risicovereeniging „De Samenwerking", werd gepauzeerd. Onmiddellijk na de pauze werd een aan vang gemaakt met de behandeling van het zeer uitgebreide aantal afdeelingsvoorstel- len. Het meerendeel hiervan had betrek king op de moeilijkheden, waarin het slagersbedrijf tengevolge der door de over heid getroffen crisismaatregelen verkeert. Vooral over de vraag wat gedaan moet worden om van de uitermate onrechtvaar dige 10°/, crisisheffing op het rundvleesch bevrijd te raken, ontwikkelde zich een der gelijke scherpe discussie, dat het den voor zitter de grootste moeite kostte de vergade ring binnen de perken te houden. Algemeen laakte men het in de regee ring, dat zij den moeilijken en zorgelijken toestand van het slagersbedrijf in een te legram aan een tiental adresseerende orga nisaties, erkennende, nochtans niet gene gen is de heloende hand uit te steken, om door afschaffing der heffing het bedrijf te redden. Het daarvoor door den minister van Landbouw opgegeven argument, dat hij de opbrengst dezer heffing vooralsnog niet kan missen, achtte men. waar iedere nadere motiveering ontbreekt, uitermate zwak. Tenslotte ging de vergadering met 214 tegen 14 stemmen aecoord met het prae- advies van het bondsbestuur. waarbij dit verklaart den strijd voor afschaffing der crisisheffing op rundvleesch met den mees ten ernst te zullen blijven voeren, omdat deze heffing als een ramp voor het slagers bedrijf moet worden beschouwd Opnieuw zal het bondsbestuur zich tot de regeering wenden met een klemmend betoog en een scherp protest tegen het nog langer hand haven dezer drukkende belasting op een eerste volksvoedsel als vleesch. Het bondsbestuur wil het echter van het overleg met de andere organisaties op zijn terrein laten afhangen of een actie-verga- dering of een andere vorm van demonstra tief optreden gewenscht is. Fveneens ging de vergadering accoord m:t het rr---advies van het bondsbestuur met betrekking tot de voorstellen der af deelingen. waarin op afschaffing der om zetbelasting werd aangedrongen. Het bondsbestuur is het er volkomen mee eens, dat ook deze belasting zoo spoedig mogelijk dient te verdwijnen en zal hiervoor ook blijven ijveren, evenwel wees het erop, dat einde 1938 deze belasting automatisch af loopt. Naar aanleiding van de klachten, dat hoewel wettelijk voorgeschreven hier en daar van voor ultponden bestemde huis slachtingen. geen omzetbelasting wordt be taald. zegde de voorzitter toe, dat het bondsbesttuur hiernaar een onderzoek zal instellen. Vervolgens kwamen ln behandeling en kele voorstellen met betrekking tot de bij drage, die de slager voor de Warenwet moet betalen. De vergadering ging accoord met het prae-advies van het bondsbestuur, waarin dit verklaart bij voortduren te wer ken voor een soepeler toepassing hiervan. Eveneens had de verklaring van het bondsbestuur, dat het voortdurend blijft Ijveren voor een dusdanige herziening der Vleeschkeuringswet, dat de groote ver schillen, die plaatselijk bestaan ln de keur- tarieven, zullen verdwijnen, de instemming der vergadering. Keuring van hulsslachting is en zal opnieuw worden gevraagd. Als slot der middag-bijeenkomst behan delde de vergadering de voorstellen met betrekking tot de concurrentie van het grootbedrijf, met name de Unox-fabrieken, onderdeel van het Unileverconoern. In het prae-advies van het bondsbestuur op de afdeelingsvoorstellen, die aandron gen op pogingen om wettelijke bescher ming hiertegen te verkrijgen, vestigde het bondsbestuur er de aandacht op. dat de directie der Unox-fabrieken uitdrukkelijk heeft verklaard, dat. wanneer de slagers haar fabrieken niet boycotten, zij er niet aan denkt om zelf den verkoop van vleesch aan particulieren ter hand te nemen. Onder dergelijke omstandigheden is er voor het bondsbestuur geen aanleiding zich te men gen in den strijd tusschen de vleeschwa- renfabrieken onderling. Iets anders is het, wanneer vleeschwa- renfabrleken op het terrein van den slager komen, zooals bijv. de Fa. Udema te Gieten. Tegen dergelijke uitwassen moet scherp stelling worden genomen. Na eenlge dis cussie bleek de vergadering de meening van het bondsbestuur te deelen en werd het betreffende prae-advies dus aangenomen. Aangezien het Inmiddels ongeveer 6 uur geworden was. schorste de voorzitter de vergadering tot den volgenden ochtend. VERBETERING VAN VEESTALLEN. Voorschriften van overheidswege? Bij beschikking van den minister van Binnenlandsche Zaken, van Landbouw en Visscherij en van Soc. Zaken, is een com missie ingesteld aan welke is opgedragen; 1. Te onderzoeken, of het wenschelijk en mogelijk is, dat van overheidswege voor nieuw- of verbouw van gebouwen, bestemd voor het onderbrengen van vee. voorschrif ten worden gegeven welke beoogen: a. beperking van het brandgevaar, b. beperking van gevaar van verbran ding der daarin gehuisveste dieren. c. waarborgen te geven voor een hygiëni sche hulsvesting der dieren, w. bevordering van een hygiënische melkwinnlng, een en ander .ach machtne- mig van het. economisch mogelijke. 2. Te onderzoeken, ln hoever het wen schelijk cn mogelijk is, dat ook reeds be staande gebouwen die voor de eerste maai voor onderbrenging van vee in gebruik worden genomen aan een keuring te on derwerpen en eventueel ongestnikt te ver klaren. of de ingebruikneming afhankelijk te stellen van aan te brengen verbeterin gen. De noodige voorstellen te doen en voorschriften te ontwerpen, Indien en voor zoover i'.e wenschelijkheid en mogelijkheid bij het onder 1 en 2 bedoelde onderzoek is gebleken In deze commissie zijn benoemd: tol lid en voorzitter; jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal, commissaris der Koningin in de provincie Utrecht; tot leden: de heeren A. D. van Eek, architect te Allernaar, hoofd van de bouwkundige af deeling der Wieringermeerdirectie; P. J. 't Hooft P.Jzr,. te 's-Gravenhage, inspec teur van den veeartsenij kundigen dienst, in algemeenen dienst, ir. H. van der Kaa te 'sGravenhage, hoofdinspecteur der Volks gezondheid (volkhuisvesting) ir. A. M. Kuijsten tc Arnhem, inspecteur der Volks gezondheid volkshuisvesting)ir. H. G A. Leignes Bakhoven te 's-Gravenhage, in specteur van het veeteelt en zuivelwezen; A. j. \V. Mathijssen te Middelburg, als ver tegenwoordiger der Kon. Ned. Brandweer- vereeniging; A. Pieters referendaris bij 't Departement van Binnenlandsche Zaken; H van Poelgeest, industrieel te Leiderdorp, ondervoorzitter van het hoofdbestuur der Ned. Vereen, tot bescherming van Dieren; dr. A. H. Veenbaas te Leeuwarden, direc teur van den gezondheidsdienst voor 't vee in Friesland, en profa ir. M. F. Visser te Wa- geningen, directeur van het instituut voor landbouwwerktuigen en -gebouwen. Als secretaris der commissie is aangewezen de heer P. J. 't Hooft P.Jzn. voornoemd. RADIO-CONTROLE EN POLITIEK. 4 dagen Valkenburg-Ard.-EHal f 25. 4 Itng» den Rijn29.50 4 Detmèld,|6ad Pyrmont 31. 6 dagen Burg, Bergisch land f 35.50 6 dagen Ardennen-Luxemb. „47.— 6 dagen Harzgebergte 47 7 dagen Schwarzwald 53.50 12 dagen Zwitserland 97.50 6 dagen Parijs, Expositie. 60.— H. HEESTERMANS. LEIDEN. TEL 1532 Steenstraat 24 (hoek Beestenmarkt) REIZEN ZONDER ZORGEN 3177 (Ingez. Med.) In de Nieuwe Kerk te Amsterdam is gis teravond een herdenkingssamenkomst ter gelegenheid van het driehonderdjarig be staan der Statenvertaling gehouden Onder de aanwezigen bevonden zich de ministers dr. H. Colijn en dr. J. R. Slote- maker de Bruine, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, vice-president van den Raad van State, vertegenwoordigers van de Kon. Academie van Wetenschappen, van univer siteiten en van tal van wetenschappelijke en godsdienstige vereenlgingen. Na opening door ds. W. van Limburgh, voorzitter der afdeeling Amsterdam van het Nederlandsche Bijbelgenootschap en lezing van fragmenten uit den Statenver taling. kreeg prof. mr. P. Scholten, voor zitter van het genootschap, het woord. Spr. wees er op. dat ln het Bijbelgenoot schap, dat dezen avond organiseerde, allerlei kerkelijke gezindten samenwerken. In het Genootschap beleeft ons volk mede op geestelijke wijze zijn eenheid. Versprei ding en vertaling is de dubbele taak. die het zich stelt. Bij het vertalen van den Bijbel moet een Innerlijke verwantschap tusschen den persoon en het Boek zijn. wil de vertaling aan haar doel beantwoorden. Eigenlijk is bijbelvertaling een vorm van prediking. Natuurlijk ls de Statenvertaling uit de 17de eeuw niet onfeilbaar. Maar zal een nieuwe vertaling in onzen tijd de vrucht van drie eeuwen ontwikkeling in zich besluiten, dan zal zij met dezelfde toewijding en met dezelfde geesteshouding tot stand moeten worden gebracht, waarin onze vaders hun taak van hun tijd vol brachten. „In den Bijbel komt Gods open baring in Christus tot ons". Moge Zijn woord onder vele volken voortklinken, ge lijk het voor ons geklonken heeft en nog klinkt ln onze Statenvertaling. Hierna sprak prof. mr. A. Anema, hoog leeraar te Amsterdam, over de „Statenver taling en het volk". Wanneer wij thans hier hijeen zijn ge komen aldus spr. om te getuigen van de groote dankbaarheid, die wij gevoelen voor den arbeid der mannen, die ons deze vertaling schonken, dan komt als vanzelf de behoefte bij ons op, om ons samen nader te bezinnen over aard en grond der gevoe lens, die bij ons allen dezelfde zijn. Waarom is hun arbeid voor heel ons leven en voor de geslachten, die ons voor afgingen, van zoo groote beteekenis ge weest. Om drieërlei reden. Vooreerst heb ben zij onze kennis van God en van zijn werk gezuiverd en uitgebreid. Zij hebben het volk naar de mate van hun kracht, zoo dicht bij den grondtekst gebracht als hun mogelijk was en daardoor zijn kennis van Gods woord gereinigd, verhelderd en ver meerderd. Maar zij hebben veel meer ge daan. Zij hebben met hun vertaling aan het volk een verrijking en verfijning van zijn religieus leven gebracht, waarvan door een slechte vertaling zooveel verloren gaat. Nog een derden grond voor dankbaarheid hebben wij tegenover deze mannen. De vertalers hebben van den grondtekst een vertolking gegeven, waarin datgene, wat aan alle waarachtig-geloovenden in God en Jezus Christus, gemeen is, zoozeer de overhand had boven wat dogmatisch en exegetisch verdeelt, dat die vertaling de liefde kon winnen van heel ons christen volk. „God liefhebben boven alles en den naaste als zichzelf", is volgens Jezus de samenvattende inhoud van de blijde bood schap. De mannen van den Statenbijbel waren van die liefde vervuld en zij hebben die weten weer te geven ln hun vertaling. Vervolgens sprak prof. dr. W. J. Aalders. hoogleeraar te Groningen, over: „De Sta tenvertaling en de kerk". Spreker begon met de hand te leggen op den Bijbel, den Statenbijbel, die vóór hem ligt. Aan den Bijbel ontleent elke prediker zijn gezag en om dien Bijbel luistert elke gemeente met ontzag naar hem. De Bijbel is het middel punt van kerkedienst en kerk. Sedert drie eeuwen is dat de Statenbijbel. Er is ge preekt uit dit boek. ook wel dóór dit boek heen, zelfs wel tegen dat boek in, maar het boek zelf is gebleven. Het gaat slechts om een vertaling, maar deze is ondernomen om den Bijbel zelf. De vorm is er om den inhoud, de gestalte om het wezen, het middel om het doel. De Statenvertaling ls daarbij van groote be teekenis. Zij is een nationaal monument, evenals het Wilhelmus en de driekleur. Zij vereenigt vóór- en nageslacht, kerken en kerken in de afhankelijkheid van God. Spreker legt nóg eens de hand op den Bij bel. Deze is vóór alles Kerkbijbel. .Hij is ook Schoolbijbel, Huisbijbel en Zakbijbel en heeft als zoodanig beteekenis in allerlei verband. Spreker legt voor de derde maal de hand op den Bijbel. Deze voelt hard aan. Hij is stoffelijk, ruimtelijk en tijdelijk. Hoe hooge waarde de Statenvertaling moge hebben, zij zal door andere worden vervan gen, als zij in haar tijd God heeft gediend Spreker legt voor de laatste maal zijn hand op den Bijbel en wekt zijn gehoor op. mèt hen, die op de golven van het geluid van verre of nabij met deze vergadering verbonden zijn. om trouw te blijven aan den Bijbel, zich vereenigend met hen, die zijn voorgegaan en met hen. die komen zullen. Hij beroept zich op het woord Sta tenvertaling zelf, als hij de duurzame waarde van den Bijbel, zoowel van het kerkelijke, als van het staatsleven bepleit en inwacht. Zoo wordt de herdenking be lijdenis, de belijdenis dankzegging, de dankzegging gebed. Nadere vragen van den heer Krijger. De heer Krijger, lid der Tweede Kamer heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gevraagd: 1. Is de Minister bereid, in aansluiting aan het door hem op 2 Juni 1937 ingezon den antwoord alsnog mede te deelen: a. de redenen, waarom óók niet repres sieve controle werd uitgeoefend op de ge deeltelijke uitzending door de N.C.R.V. van den 49sten Bondsdag van den Nederland- schen Bond van Jongelingsvcreenigingen op Gereformeerden grondslag: b. naar welke normen de Radio-Omroep controle-commissie de personen beoordeelt bij beantwoording van de vraag of op de door hen uit te spreken en uit te zenden redevoeringen al dan niet controle zal wor den uitgeoefend, en c. of den sprekers, die het in dit geval aangaat, bekend was of wel bekend kon zijn, dat hun redevoeringen en toespraken waren gesteld zoowel buiten preventieve als buiten repressieve controle, en. zoo ja, of de Minister dan niet van oordeel ls dat de vertrouwenspositie, waarin sprekers aldus waren gesteld, hun aanleiding behoorde te geven tot bijzondere nauwgezetheid en uiterste voorzichtigheid, zulks mede met het oog op de, ten tijde van de uitzending ln vollen gang zijnde, stembusactie en op het besluit van de Regeering om den Radio- Omroep ditmaal voor die actie niet ter be schikking te stellen? 2. Is de Minister niet van oordeel, dat het. waar velen in den lande overtuigd zijn, dat de grenzen van het toelaatbare zeer zeker, zelfs beteekenend ver, zijn over schreden, ter bevrediging van het rechtsge voel, zéér gewenscht is, dat worde ver zocht een gepubliceerd antwoord van de Radio-Omroep controle-commissie op de beide volgende vragen: a. of door bedoelde sprekers van de gele genheid om ongecontroleerd het gespro kene te doen uitzenden een ruimer, zelfs véél ruimer, gebruik ls gemaakt dan door die commissie „mede gelet op de praktijk van dergelijke uitzendingen in vorige ja ren", werd verwacht en kon worden ver-j wacht, en b. of, indien controle zou zijn toegepast, al dan niet wijzigingen en (of) schrappin gen zouden zijn voorgeschreven? MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID. Te Amsterdam ls onder voorzitterschap van mr. dr. R. H. baron de Vos van Steén- wijk een vergadering gehouden van afdee- lingsbesturen der Maatschappij van Wel dadigheid. Uit het jaarverslag, dat door den direc teur der Maatschappij, den heer G vah Leusen werd uitgebracht, bleek, dat de financieele toestand der maatschappij zeer ongunstig is. In de eerste plaats staat dit in verband met de conjunctuur op land en tuinbouwgebied. Een tweede oorzaak is de voortdurende daling van het aantal gif ten en schenkingen. De bevolking der maatschappij bestond op 31 December uit 188 gezinnen met geza menlijk 886 personen. Door vereenigingen van maatschappelijk hulpbetoon en andere corporaties waren zes personen geplaatst. Op de Gerard Adriaan van Swietenschool waren ln het begin van 1936 in totaal 54 leerlingen. De nieuwe cursus in September 1936 opende met in totaal zestig leerlingen. Aan het eindexamen namen 16 candidaten deel, waarvan er twaalf slaagden. De maatschappij exploiteert thans nog twee boerderijen, maar is van plan eep dezer hoeven te verpachten. Bij verpach ting is namelijk de opbrengst van de hoeve voor de maatschappij belangrijk hooger. dan ln eigen exploitatie. De aftredende commissaris, de heer mr. dr. R. H. baron de Vos van Steenwijk werd als commissaris herkozen. Vervolgens is nog eenlge discussie ge voerd over de verpachting van de boerderij. Eenlge afgevaardigden waren hier tegen en achten het wenschelijk de hoeve in eigen exploitatie te houden. D eheer van Leusen toonde echter aan dat dit financieel onmogelijk is. Hierna sloot de voorzitter de vergadering. JUBILEUM S. J. H. WESSELINK. Directeur der Postcheque- en Girodienst. Maandag as. herdenkt de heer S. J. H. Wesseltnk. te 's-Gravenhage. directeur van den postchèque- en girodienst, den dag, waarop hij 40 jaar geleden zijn loopbaan als telegraafambtenaar bij het staatsbe drijf der P.T.T. aanving. Na in 1906 ln de hoogere rangen van het bedrijf te zijn benoemd, heeft deheerWes- selink achtereenvolgens de functie van di recteur van de P.T.T.-kantoren te Balk, Geertruldenberg en Boskoop bekleed. Hij heeft daarnaast zitting gehad in talrijke dienstcommissies en gedurende vele jaren ols lid en voorzitter deel uitgemaakt van het bestuur van de vereeniging van hoo gere ambtenaren bij het staatsbedrijf der P.T.T. 16 Mei 1924 werd de heer Wesselink be noemd tot inspecteur bij den postchèque- en girodienst en eenige jaren daarna tot onderdirecteur. Met ingang van 1 Novem ber 1935 volgde zijn benoeming tot direc teur van dien dienst. NEDERLANDSCHE ZUIIVELCENTRALE. Naar ons van de zijde van de Nederland sche Zuivelcentrale wordt medegedeeld, is, ingevolge beschikking van den minister van landbouw en visscherij het gebied der gemeenten: Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout Sassenheim, Voorhout. Katwijk, Oegstgeest, Rijnsburg Valkenburg en Warmond (voor zoover niet reeds was aangewezen) toegevoegd aan het gebied waai net vervoeren verkoopen en afleveren van boter zonder merk slechts is toege staan voor een hoeveelheid van 100 gram, zoomede waar het voorhanden hebben van boter zonder merk ls verboden met uit zondering o m. van winkels, in gebruik bij -ersonen die bij de Nederlandsche Zui velcentrale air georganiseerden zijn toege laten tot de groep boterompakkers en daar van een door of vanwege de Nederlandsche Zuivel-centrale afgegeven schriftelijk be wijs kunnen toonen. V\\i Zeker, daf moet gauw nog even verteld worden, ook al regent en stormt het. En als U dan verkouden wordt, vraag niet, hoe dat komt, maar neem direct HET PRODUCT VAN VERTROUWEN! Uitsluitend verkrijgbaar In buisjes mot oranje-band' van 30 tabl. 76 ct. en oranjc.zakjcs van 2 tubl. 10 cl. 3181 (Ingez. Med.) DE RIJKSWEG DEN HAAG-WASSENAAR. Het gevaarlijke kruispunt bij het Viaduct. Het kruispunt van den Rijksweg Den Haag-Wassenaar met de .Zijdelaan en den Zijdeweg bij de grens tusschen deze ge meenten, ls uit een verkeersoogpunt der mate gevaarlijk, door het ter plaatse over den weg leidende spoorwegviaduct en de groote verkeersdrukte aldaar, dat een per manente bewaking van dit kruispunt drin gend noodlg is. In verband hiermede heeft de A.N.W.B. onlangs aan de gemeentebesturen van Den Haag en Wassenaar verzocht, het aan brengen van een automatische verkeersre geling door middel van lichtseinen te wil len bevorderen. Naar aanleiding van dit verzoek hebben B. en W. van 's-Gravenhage thans mede gedeeld, dat zij zich ter zake in verbinding hebben gesteld met den Minister van Wa terstaat, omdat het naar de meening van dit college op den weg ligt van het Rijk, het verzoek van den A.N.W.B. in overwe ging te nemen, aangezien dit een doorloo- pende verkeersregeling betreft, terwijl de weg Den Haag-Wassenaar een rijksweg is ën verkeersvoorschriften en veiligheids maatregelen daarom door het Rijk zijn ge troffen. B. en W. van 's-Gravenhage zijn met den AN.WB. van oordeel, dat bedoeld kruis punt stellig in aanmerking behoort te ko men voor een doorloopende regeling door middel van lichtseinen, hetgeen zij gron den op den uitslag van door deze gemeente gehouden verkeerstellingen, waaruit is ge bleken, dat dit jaar op Hemelvaartsdag tusschen 8 en 20 uur ruim 34.000 rijwielen en ruim 15.000 motorrijtuigen passeerden, terwijl op een normalen werkdag in Apr.l j.l. ruim 10.000 motorrijtuigen werden ge teld. ONDERSCHEIDING VOOR DEN DUITSCHEN RIJKSSPORTLEIDER. Benoemd tot groot-officier in de orde van Oranje Nassau. Het A.N.P. meldt uit Berlijn: Het heeft Koningin Wilhelmina behaagd, den Duitschen rijkssportleider v. Tscham- mer und Osten. in zijn kwaliteit van voor zitter van het Duitsche Olympische Co mité, te benoemen tot groot-officier in de órde van Oranje Nassau. De Nederlandsche gezant, mr. C ridder van Rappard, heeft den rijkssportleider de versierselen dezer onderscheiding overhan digd. De uitvoer van goud. Ontheffing van het verbod van uitvoer. De Nederlandsche Bank N.V. te Am sterdam deelt mede dat zij, daartoe gemachtigd door den minister van fi nanciën, onder de gegeven omstandig heden bereid is onbeperkt ontheffing te verleenen van het verbod van uitvoer van gouden munt en gouden muntma- teriaal, vervat in het Koninklijk be sluit van 26 Semtember 1936, nr. 52, waaraan wettelijke grondslag werd ver leend ben de wet van 30 September 1936, Staatsblad nr. 101. Aanvragen om ontheffing als bovenbe doeld behooren schriftelijk te worden in gediend bij de hoofdbank van de Neder landsche Bank, afdeeling secretarie, onder opgave van de soort, het brutogewicht e het fijngewicht van het goud waarvoo ontheffing van het uitvoerverbod wora verlangd, alsmede van het adres waaraan en de verpakking waaronder men bedoe goud wenscht te verzenden. Uitgesproken: .Ham, De nalatenschap van mej. G. v. d. iw gewoond hebbende te Wassenaar, »U straatweg 66. R.c. Mr. G. H. B. v?® Boom. Cur. Mr. A. Th. J. Etmans. Leiden. De nalatenschap van W. P- weduwe van Th. v. d. Meer J.Gzn„ woond hebbende te Roelofarendsveen. Mr. J. L. L. Wery. Cur. Mr. A. J- Meuc Alphen. onm. C. van Maris Sr., slager, Hillegom, Wentholtstraat 7. R.c. Mr. E. J. W. Top- Mr. W. G. J. Veenhoven, Haarlem. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10