Prins Bernhard inspecteert eerewacht üoor Paleis op den Dam
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
78sfe laargang
FEUILLETON
Het Mysterie rondom
Larissa
HET AFLOSSEN TAN DE EEREWACHT YOOIt 1IET PALEIS OP DEN DAM. Z-K.H. Prins
Bernhard inspecteert de aftredende en opkomende wacht. Naast hem generaal-majoor P. W
Best, en jhr. Röell, adjudant van den Prins. Achter hem luit.-kol. W. A- Boswijk,
gamizoens-commandani van Amsterdam.
OEFENING VOOR HET JAARLIJ KSCHE VLIEG FEEST te
Hendon. De parachutes, nu bij de oefeningen met poppen eraan,
dalen op het vliegveld.
MEJ. E. P U PUT OP CONDOLE tijdens
het nummer springen op het concours
hippique te Bussum.
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTERDAM.
H.M. d© Koningin bracht een bezoek aan Arti et Amicitiae en werd rondgeleid
door prof. Huib Luns.
TITULESCUy de Boemeensche oud
minister, in gesprek met Lloyd George voor
het Ritz-hotel in Londen.
DE VROEGERE MINISTER-PRESIDENT BALDWIN heeft aan
de universiteit te Cambridge aan enkele afgezanten uit de Domi
nions naar d'c kroningsfeesten, eere-titels verleend. Baldwin op
weg naar de plechtigheid.
Roman van WERNER SCHEFF.
31)
„Dan zal mijnheer Schmieger gebruik
Baken van zijn politioneele rechten. Ik
ieizoek u in geen geval iets te verzuimen,
tat het voorgeleide van deze personen
Bogelijk maakt. Die Franschman zou best
'fts naders kunnen weten omtrent den
dood van madame Buradiewa."
Streubel was teleurgesteld, dat men hem,
op het oogenblik. dat de nasporingen om-
bent den dood van Larissa zeker een
attestatie van Peter Hadjieff tot gevolg
touden hebben, uit het hotel wegzond. Mis-
«hien vermoedde hij ook, dat de commis
saris hem voorloopig weg wilde hebben!
daartegenover vervulde de opdracht, die
tombach hem toegedacht had, hem met
groote voldoening.
Hij vertrok met Schmieger om Monsieur
Dourbin op te sporen en hem terug te
"tongen, goed- of kwaadschiks, levend of
lood.
Dr. Lombach ging daarop nogmaals in
sterfkamer, zond Manja weg en bleef
'oor een kwartier met de doode alleen. In
Ben tijd onderzocht hij de kamer nauw
keurig; hij scheen iets te zoeken, een voor
op of een spoor. Hij kroop zelfs onder
bed, schudde de gordijnen uit, nam
Ktolderijen van den wand en bekeek die
aandachtig van alle kanten Tenslotte bleef
hij staan voor de tusschendeur. die naar
de kamer, waarin Courbin logeerde, voerde,
knielde neer en betastte elk stukje van
deze deur.
Toen hij weer bij Manja terugkwam, die
in den salon 'n paar telegrammen aan ma
dame Buradiewa's familie en vrienden aan
het opstellen was, zei hij: „Ik moet even
naar beneden, .naar den portier, Manja.
Zorg er goed voor, dat niemand daar bin
nen gaat en meld mij eike telefonische
vraag."
Daarna had hij een langdurig onderhoud
met den directeur van het hotel. Mittier.
Deze was in een naargeestige stemming,
want hij vreesde, dat dit voorval de repu
tatie van zijn huis zou schaden. Hij stelde
daarom voor. dat men zou zeggen, dat ma
dame Buradiewa aan een hartverlamming
bezweken was. De commissaris stemde
hierin toe: deze onschuldige manier om
feiten te verbergen, paste bij zijn plannen.
Hij liet zich toen door den directeur het
gastenboek brengen en stelde hem vragen,
die deze niet altijd wist te beantwoorden.
Weliswaar zociht Mittier altijd persoonlijk
contact met al zyn gasten, maar over
Monsieur Courbin, die eerst vier dagen in
het hotel logeerde, kon hij niets bijzonders
vertellen; groot was zijn verbazing echter,
toen de commissaris uit Berlijn zulk een
groote belangstelling aan den dag legde
voor een zekeren mijnheer Fritz Meyer,
een landheer uit Pommeren, die een week
geleden gearriveerd was en die den direc
teur alleen daarom opgevallen was, omdat
de man zoo bitter weinig van wintersport
scheen af te weten.
Men stelde vast, dat mijnheer Meyer niet
op zijn kamer was.
„Ik veronderstel, dat mijnheer Meyer op
het oogenblik ski-les neemt," meende de
hotelier schouderophalend, toen I.ombacli
maar steeds over dezen man begon te
spreken.
„Met den besten wil van de wereld kan ik
u niets naders omtrent hem mededeelen."
„Ik moet hem absoluut zoo spoedig mo
gelijk spreken!" hield Lombach vol.
„Dan zal ik een boy naar den ski-heuvel
sturen."
„Ik geloof niet. dat mijnheer Meyer aan
ski-loopen doet."
„Waarom gelooft u dat niet?"
„Ik weet wel heel zeker, dat mijnheer
Meyer op het oogenblik niet aan het ski-
loopen is en ik verzoek u hem zoo spoedig
mogelijk voor mij te vinden."
..Maar Dr. Lombach. u weet toch dat ik
u in uw werk zooveel mogelijk helpen zal,
maar dat gaat niet, om de eenvoudige
reden, dat ik niet weet. waar hij nu is of
kan zijn.''
Ook de portier, dien Mittier had laten
komen, wist niet wat er van mijnheer
Meyer geworden was. Hij had hem van
daag nog heelemaal niet gezien. Gewoon
lijk informeerde de heer Meyer reeds vroeg
naar zijn post, maar een brief met -
Berlijnschen postzegel lag nog in
vakje. Zou de commissaris dezen brief
wenschen te zien?
„Neen, die interesseert mij niet! Mij in
teresseert slechts mijnheer Meyer persoon
lijk. En daar hij niet op zijn kamer is, moet
hij toch wel uit het hotel gegaan zijn en
voorbij de portiersloge gekomen zijn."
Reininger verzekerde hem nogmaals, dat
hij den heer Meyer heden nog niet gezien
had.
„Maar professor von Kaaden dan?"
„Dien heb ik meerdere malen gesproken.
Ik heb van morgen vroeg voor hem in het
bloemenmagazijn van Hermberger dertig
rozen laten halen. Hij heeft ze later van
mijzelf in ontvangst genomen."
„Waren die rozen verpakt?" vroeg de
commissaris snel.
„Ja, ze waren in een wit papier gewik
keld."
„Weet u ook of de professor daarmede
naar zijn kamer gegaan is?"
„Dat weet ik natuurlijk niet. maar wel
herinner ik mij, dat hij zijn kamersleutel
weer genomen heeft."
„En waar is hij nu?"
„In elk geval ook op zijn kamer."
„U heeft hem dus gedurende het laatste
uur niet zien weggaan?"
„Neen, mijnheer de commissaris
Daarmede beëindigde Lombach zijn on
derhoud met den directeur en den portier.
Maar het vreemde was. dat hij zich op den
drempel van het kantoortje weer omkeer
de en zei:
„U moet er om denken mijnheer Meyer,
zoodra u hem ziet, naar mij toe te sturen."
Zoowel de directeur als de portier namen
dit uitdrukkelijk verzoek ter harte en
het was wel aan te nemen, dat mijnheer
Meyer in de eerstvolgende uren geen kans
„ezien zou hebben het Post-Hotel onge
merkt te verlaten.
XÏÏT.
Toen Lombach weer in den salon van
madame Buradiewa terugkwam, ontving
Manja hem met alle kenteekenen van een
nieuwe opwinding. Zti behoefde echter den
commissaris niet te vertellen, waarop haar
nervositeit thans gebaseerd was. De deur
naar de slaapkamer van de doode stond
half open en uit het vertrek kwam een ge
luld, dat Lombach deed weten, dat iemand
aan het sterfbed van Larissa vertoefde, die
hechte banden met de ongelukkige vrouw
onderhouden had. Het was een hettig ge
snik. dat hij hooren kon, waartusschen
woorden in een vreemde taal klonken.
Toen hij de sterfkamer betrad, zag hij ge
knield naast het lijk, prins Peter, die beide
armen over Larissa's lichaam geworpen
had en zijn hoofd in haai' kimono drukte.
Zijn schouders schokten en het was. alsof
hij sprak tot de vrouw, die hem niet meer
hooren kon.
Klaarblijkelijk had de prins de verschij
ning van Lombach niet opgemerkt. Den
commissaris speet het geen Russisch te
verstaan. Wat daar over Hadjieff's lippen
kwam, had den klank van een zelfbeschul
diging. Af en toe werd zijn stem gesmoord
in het snikken, dat hem overweldigde.
Een geniale acteur of een onschuldige!
zei de commissaris bij zichzelf.
Manja sloot de deur om de beide man
nen niet te storen. Dit gerucht maakte den
prins er opmerkzaam op. dat hij niet meer
alleen was.
Hij richtte zich half op, zag Lombach,
schrok en staarde hem met wijd openge
sperde oogen aan. Langzaam stond hij op.
„Dr. Lombach?" vroeg hij op een zeer
eigenaardigen toon.
„Ja, prins Peter, u heeft goed gezien! Ik
ben het!" antwoordde Lombach.
„Dat is goed!" stiet Hadjieff uit en het
scheen alsof zijn hersens met koortsachtige
haast de plotselinge verschijning van den
commissaris trachtten te verklaren, „dat is
goed. u zult dit raadsel kunnen oplossen!"
„Heeft Manja u dan niet verteld, dat ik
hier ben?"
Hij schudde het hoofd. „Manja heeft
alleen bevestigd wat ik reeds beneden
hoorde. Larissa is geen natuurlijken dood
gestorven. Is dat juist?"
.(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).