Kersen eten - Nationaal schietconcours - Enorme sluisdeur lisle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa 9 EEN DER 4 ENORME DEUREN in de sluizen nabij Vreeswijk in het Am- TWEE ZIELEN, ééN GEDACHTE. De tweelingbroers John DE NOORSCHE KROONPRINS, die zijn land bij de kro- sterdam Rijnkanaal wordt op haar plaats gebracht. en James Ormrod dragen den bruidssleep bij het huwelijk van lady ningsregatta te Torquay zal vertegenwoordigen. De kroonprins Het 140 ton zware gevaarte in de takels. Sylvia Maitland en lord Carew te Londen. bij de training in de nabijheid van Oslo. Roman van WERNER SCHEFF. 11) Ik hen er van overtuigd, dat zij geen tijfel koestert omtrent zijn voornemens. Hijzelf trouwens gedraagt zich ook geheel kischillend dan een paar dagen geleden. Hj heeft zijn koffers gepakt. Het is mij gelukt om te weten te komen waar pen hij zijn groote garderobe-koffer afge laden heeft." ■Ja en waarheen dan?" I .natuurlijk naar Parijs. Die stad trekt |wn steeds. En ik kan u verzekeren, ik zal pij zijn als hij weg is. Maar nu komt de I implicatie: hij is niet van plan alleen te I isizen." I -Gaat Irene met hem mee?" I Ja, het schijnt dat zij met hem mee lli." stamelde Streubel. „Ook zij maakt pil klaar weg te gaan. Zij heeft een aan lang van mij betreffende Hadjieff zoo Iptlijk genomen, dat zij mij ontwijkt. Ze pijnt besloten te zijn HadjiefT te lülgen." I -Het is duidelijk, dat Hadjieff alle ver lotingen omtrent het voorval in den |:«uwstorm uit den weg wil gaan." zei I5 commissaris. „In elk geval neemt hij l'i goudvischje mee, dat hem in Parijs Iki geld moet helpen, via haar rijken ■Ier." I JDr. Lombach," smeekte Felix, „doet u al het mogelijke om Irene te verhinderen met Hadjieff mee te gaan." „Natuurlijk zal ik al 't mogelijke doen om de oogen van de jonge dame ten opzichte van Hadjieff te openen. Maar u had niet aan mij moeten telegrafeeren, maar aan haar vader. Die heeft de macht om het meisje te beschermen tegen den verderfe- lijksten invloed, dien een man op haar heb ben kan. Ik twijfel er niet aan, of Had jieff zal, zoodra Irene hem geholpen heeft, haar laten zitten. Von Kaaden had gelijk toen hij hem een schoft tegenover vrou wen noemde." „Heeft von Kaaden dat gezegd?" vroeg Streubel. „Ja, op denzelfden avond, toen bij La rissa thuis zulke vreemde dingen gebeurd waren." „Daar zou ik hem graag voor willen danken." „Laat ons maar eerst afwachten, hoe Kaaden zich ontpoppen zal na de laatste gebeurtenissen. Hij schijnt nu zijn doel te naderen." Voordat Streubel, die van nieuwsgierig heid brandde, een vraag kon stellen, werd de deur van de wachtkamer geopend. Een kleine man nam zijn uniform-pet af, zag in de zaal rond en zoodra hij de beide heeren zag, kwam hij op hen af. „Is een van u, heeren, Dr. Lombach, uit Berlijn?" Het was een van de kruiers van het station. „Geef maar hier. Wat heb je? Een brief? Is die voor mij?" Lombach sprak snel en zijn gezicht drukte verwondering uit. „Ja, dezen brief heb ik zoo juist van een heer ontvangen. Ik zou vragen, of hier een Dr. Lombach was." „Ik ben Dr. Lombach uit Berlijn." De commissaris nam den brief ter hand en de kruier, blij zijn plicht vervuld te hebben, stapte de wachtkamer uit. „Ik dacht eerst dat Berlijn mij iets drin gends doorgestuurd had." zei Lombach hoofdschuddend. „Maar dit is een effen blauwe enveloppe en als ik mij niet vergis, zit er maar een klein stukje papier in." „Hoe kan iemand anders weten, dat u hier bent?" Lombach haalde zijn schouders op, scheurde het couvert open en begon het briefje te lezen. Streubel, die op hem lette, zag hoe zijn gezicht eerst betrok, toen begon de commissaris te lachen. „Kijk eens, Streubel, hoe populair ik ben," zei hij en reikte het briefje over. Het waren een paar brutale, snel ge schreven zinnen. De aanhef was zeer on beleefd, en daarop kwam het volgende: „Wees voorzichtig en bemoei je niet overal mee. Hier in Suit zullen we korte metten met je maken. Madame Buradiewa kun je toch niet meer helpen. Je vriend M is lastig genoeg en heeft je hulp heusch niet noodig. Wees maar voorzichtig in het Post Hotel, Ze loeren daar op je." Er was natuurlijk geen onderteekening. „Nu, wat zegt u er van?" vroeg de com missaris. „Is dat geen alleraardigste ver rassing? Ik zou wel eens willen weten, wie dat geschreven heeft." „Groote Goden, commissaris, er zal toch niemand hier aan de post zijn, die den in houd. van telegrammen verraadt?" „Daaraan denk ik niet eens. Maar iemand kan mij bij het uitstappen herkend heb ben, iemand dien ik misschien bij zijn werk stoor." „Is het u dan niet opgevallen, dat ons hotel, ja zelfs Larissa genoemd worden?" „Dat is het juist wat mij intrigeert. Wat zou dat beteekenen: Madame Buradiewa kun je toch niet meer helpen?" „Gaat u mee, Dr. Lombach, we gaan zoo vlug mogelijk naar het hotel." Zij stonden op, betaalden de kellnerin en verlieten het station. Buitengekomen zoch ten zij naar den brenger van het briefje, maar kruier No. 1 vertelde hun, dat zijn collega, kruier No. 2 juist naar huis was gegaan. „Dien man zullen we naar het hotel laten komen om ons eens te vertellen, hoe de persoon, die hem het briefje gaf, er uit zag," zei Lombach, toen zij naar een slee stapten. Beide heeren stapten in. De koetsier, wien zij een goede fooi beloofd hadden, zette zijn paarden flink aan, ofschoon de weg naar boven liep. En zoo duurde de reis naar het Post Hotel niet al te lang. Reeds na een klein kwartiertje galop peerden de dampende paarden den oprit in. Lombach betaalde en daarop gingen de commissaris en zijn jonge vriend door de draaideur het hotel binnen. Daar beiden zich van niets bewust wa ren, merkten zij niet op, dat in de hall en in de nevenverlrekken kleine groepjes stonden van heftig disputeerende gasten. Dr. Streubel stapte naar het kantoor van den portier. Nauwelijks zag Reininger hem, of hij stapte naar buiten en riep reeds van verre den jongeman toe: „Dokter, dokter, wat is het goed, dat u gekomen bent. Er is iets verschrikkelijks gebeurd. Ik heb reeds overal naar u ge telefoneerd en naar u laten zoeken." „Reininger, wat is er dan?" De portier stond hijgend van opwinding voor Streubel en den commissaris. Hij keek van den een naar den ander en zei zacht: „Madame Buradiewa is dood!" Streubel vergat zich zelf zoover, dat hij den man bij den schouder pakte en hem schudde. „Wat zeg je, Reininger!" „Ach, Dr. Streubel. Die arme Madame Buradiewa is werkelijk dood. Een half uur geleden heeft men haar op haar bed ge vonden. En toen was het al afgeloopen. Op het oogenblik is de dokter boven en ik moest juist de politie opbellen. Het schijnt dat alles niet precies in den haak is. Meer kon ik voorloopig niet uit hen krijgen. De menschen zijn er heelemaal door overstuur en niemand kan je een behoorlijk ant woord geven." Lombach legde zijn hand op die van Streubel en bevrijdde den portier uit zijn greep. „Zoo ziet u," zei Lombach, „onze brief schrijver wist wat hij schreef." Toen keek hij in de hall rond en hij zag al de groep jes menschen, die het geval bespraken. „Wij moeten naar boven en zelf de situatie eens opnemen, dokter!" zei hij. Deze volgde hem mechanisch naar de lift. De liftboy staarde de heeren met alle teekenen van ontzetting aan. Maar hij kende natuurlijk Dr. Streubel en wist dat deze een vriend van de danseres was. Op de gangen stonden opgewonden menschen. Sommige vrouwen weenden, anderen weer vroegen Streubel om inlichtingen, maar hij liep hen allen voorbij. Voor de deur van Laiissa's kamer stond een kellner, die niemand wilde laten pas- seeren. Voor Dr. Lombach, die hem een paar woorden toefluisterde en voor Dr. Streubel ging hij opzij. Zij openden de buitenste, geluiddempende deur en klop ten aan. Manja opende; haar gezicht was betraand en vertrokken. Zoodra ze den commissaris zag, barstte zij weer in snik ken uit. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). IN T 1EEX ZIET MEN NIET OP EEN TURFJE. en in hefc kersenlaud doen een paar kersen meer of minder er weinig toe. Een die zich te goed doet. GISTEREN WERDEN DE GENERALE REPETITIES GEHOUDEN voor den intocht van de Koninklijke familie in Amsterdam. Onder leiding van jhr. Verheven werd alles goed gerepeteerd. Op den Dam. JEAN HARLOM', de Amerikaansche NATIONAAL SCHIETCONCOURS TE WIJK AAN ZEE, uitgeschreven door de filmster, die op 26-jarigen leeftijd te Politie Schietvereeniging, ,,M'esterHout". De burgemeester van Beverwijk Hollywood is overleden. lost het eerste schot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5