Koerswijziging in Rusland IN DE BOCHT LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 5 Juni 1931 Ignazy Móscicki, Polen's professorale President Doorwroetende ontbinding Stalin, „de man van staal" Examens in aantocht FINANCIEN of bij groote snelHeHen geen unHeimiscH gevoel. Muurvast ligt de FORD V-81 Veiligheid voor alles is het parool van Ford. N.V. „HET MOTORHUIS" OFF. FORD DEALER. TEL. 2135/36 Het koloniale vraagstuk - Nog géén oorlog! Desorganisatie en corruptie: dit is het beeld dat wij, heden ten dage. van Rusland krijgen. De instituten, opge richt om den staat te steunen, blijken alle door en door corrupt te lijn. ter wijl menschen, die een leidende rol in de Regeering speelden, als verraders en misdadigers ontmaskerd worden. Jagoda. Het begon met Jagoda. den gevieesden ehef van de geheime, politieke politie. Hij ensceneerde massa-processen in Moskou, zoowel tegen buitenlanders als hooge Rus sische ambtenaren. Hii scheen een steun pilaar van den Communlstischen staat te zijn. In werkelijkheid had hii plannen be raamd voor een helschen aanslag tegen Stalin. Jagoda had een geheim archief met compromitteerende documenten aangelegd, dat hii vla Wladiwostok naar het buiten land wilde smokkelen. Zijn zwager Auer- bach. voorzitter van den Bond van Sovjet- Russische Auteurs, had dit geheime archief van Jagoda reeds naar hotel Central in Wladiwostok gebracht. Met behulp van den Japanschen spionnagedienst stond men op het punt de documenten naar Mandsjoerije te brengen, toen de agenten van het Rus sische Volkscommissariaat van binnenland, sche zaken het hotel bezetten en het ar chief in beslag wilden nemen. Hierop heeft Auerbach de papieren in brand gestoken. De vlammen verspreidden zich met groote snelheid, zoodat het geheele hotel verwoest werd. Auerbach. 30 Witgardisten die voor de Japanners werkten en 13 Russische ambtenaren, die hadden medegeholpen, werden gearresteerd en gefusilleerd. Toch ■blijft men volhouden, dat eenlge vrienden van Jagoda met gewichtige documenten naar het buitenland ontkomen zlin. Jagoda zelf ligt ernstig ziek in de zieken, zaal van de Butyrka-gevangenls te Moskou. Hii was verslaafd aan morfine en cocaine en lijdt verschrikkelijk nu hij die niet meer kan krijgen. Behalve dat hij een hartkwaal heeft, zijn ook de nieren zwaar aangetast. Hij heeft Stalin om een audiëntie ge smeekt. maar dit verzoek is afgewezen: Stalin verklaarde daarbij, dat hii geen mis dadigers ontving.... In de tweede plaats heeft in Rusland ook de degradatie van maarschalk Tuchat. schewski sterk de aandacht getrokken. Als militair vertegenwoordiger van Sovjet-Rus land zou hij met de kroningsfeesten naar Engeland reizen. Plotseling heette het echter, dat hii kou had gevat en in ziin plaats werd de opperbevelhebber van de Russische vloot. Orlow. naar Engeland ge zonden. Op 11 Mei besloot de Raad van Volkscommissarissen maarschalk Tuchat- schewski te ontzetten uit zijn ambt van plaatsvervanger van Woroshilow. den Volks commissaris van oorlog en hem te benoe men tot garnizoenschef in het Wolgage- bied. De degradatie van Moskou naar het onbeduidende provincie-stadje Samara (dit is thans herdoopt in Kujbysohew) heeft den rooden maarschalk zóó aangegrepen, dat hii een poging tot zelfmoord deed. Hii werd naar een ziekenhuis overgebracht waar hij dag en nacht bewaakt wordt omdat men bang is voor een nieuwe zelfmoordpoging. Door ziin zenuwinstorting heeft Tuchat- schewski ziin nieuwe post als garnizoens chef in het Wolgagebied nog niet kunnen aanvaarden. Toen Jagoda gearresteerd werd, heeft men onmiddellijk de gangen van Tuchatschewski die intiem met Jagoda bevriend was. nauw keurig nagegaan. Uit dit onderzoek is ge bleken, dat er niet voor niets blauw bloed in zijn aderen stroomt. Tuchatschewski stond in verbinding met de organisaties van de Russische emigranten in het bui tenland. Hii zou zelfs van plan zijn geweest om zélf naar het buitenland te vluchten. Naar alle waarschijnlijkheid, zou hij van de kroningsfeesten in Engeland niet meer naar Moskou teruggekeerd ziin. De Volks commissaris van binnenlandsche zaken, Jeshow. wilde Tuchatschewski aanklagen. Maar de maarschalken Woroshilow en Jegorow namen hun vroegeren kameraad in bescherming. Zii brachten zijn militaire successen in herinnering: hi.i toch had de witte legers vernietigd: hii had de Polen tot aan de Weichsel teruggeslagen: jaren geleden was er een tijd. dat men in Europa ■bang was. dat Tuchatschewski het zege vierende Roode Leger tot aan den Rijn zou brengen Ook Stalin schaarde zich aan de zijde van de beide maarschalken en besloot, dat Tuchatschewski wegens ziin verdien sten in het verleden, niet aangeklaagd mocht worden als hoogverrader. Tegelijk met de ontmaskering van Tuchatschewski is er een grondig on derzoek ingesteld in het Roode Leger. Daarbij is gebleken, dat vele duizen den officieren onbetrouwbaar waren. Of men dezen nu gelegenheid geeft zich „in Siberië te vestigen", of eenvoudig weg pensionneert, doet niets ter zake. In ieder geval wordt hierdoor bewezen, dat de geest van opstand in het Roode Leger diep wortel geschoten had. Men heeft plotseling ontdekt, dat er talrijke burgerlijke elementen in het leger zijn doorgedrongen. Om het nu weer nauw te verbinden aan de Bolsjewistische Party heeft de Regeering te Moskou een decreet uitgevaardigd, waar bij een militaire raad in elk der dertien districten in Rusland in het leven geroe pen wordt. Deze militaire raden hebben tot taak de ieugd. voor zii dienstplichtig is, od te leiden, terwijl zij tevens én voor de voorbereiding en opleiding van de recruten èn voor de keuge. opleiding en bevordering van de officieren verantwoordelijk ziin. In het kort: aan de militaire raden is „de geheele constructieve arbeid van het Roode Leger" toevertrouwd. Heeft men zich in de laatste vijf iaar hoofdzakelijk om de mili tair-technische opleiding van de soldaten bekommerd, van nu af wil men ook de politieke scholing energiek doorvoeren, om het Roode Leger met de Bolsjewistische Party te kunnen samensmelten Welke be- teekenis aan deze militaire raden toegekend wordt büjkt wel uit het feit dat maar schalk Jegorow als chef van de generale staf afgetreden is. om de leiding van de militaire raden in handen te nemen. Om de opengevallen plaatsen van Tu chatschewski en Jegorow aan te vullen, werd de opperbevelhebber van het mlll- i taire district rond Leningrad. Boris Michal- lowitsch Schaposhikow tot chef van den generalen staf van het Roode Leger be noemd. Schaposhnikow werd in het jaar 1882 geboren, doorliep de cadettenschool te Petersburg en bekleedde, gedurende den Wereldoorlog, verantwoordelijke posten aan het front. In 1918 nam hy dienst In het Roode Leger, waar hy spoedig leider werd van de afdeellng van den generalen staf, die de krijgsoperaties leidde. Hij heeft ook een aantal militair-wetenschappelijke boe ken geschreven. In het jaar 1930. naar verhouding dus betrekkeiyk laat, trad hij toe tot de Bolsjewistische Party. Nu uitgekomen is, dat het Roode Leger gereorganiseerd moest worden, heeft men ook de communistische jeugdvcreeniging, de zoogenaamde Komsomol, grondig onderzocht. Daar bij zou zijn gebleken, dat bijna de helft van het aantal functionarissen van deze jeugdvereeniging geen sym pathie koesterde voor de Bolsjewisti sche Partij. Vooral in het Zuiden van Rusland zouden de leiders van de Komsomol samenzweren tegen de Sov- jetregeering. Vele leiders hebben zich als ware samenzweerders doen kennen, daar zij teleurgestelde jongens en meisjes om zich heen verzameld had den. De nieuw opgerichte militaire raden, aan wie de opvoeding van de jeugd is toevertrouwd, zouden een gron dige reorganisatie van deze communis tische vereeniging beoogen. Nu dergelijke afbrekende gebeurtenissen in het Roode Leger en in de jeugdvereeni ging onthuld zijn. behoeft het geen verba zing te wekken, dat ook in de communls- Deze schokkende gebeurtenissen en onthullingen hebben, zooals vanzelf spreekt, het Russische volk, dat na tuurlijk ook persoonlijk daaronder lijdt, in opwinding gebracht. Het richt zijn blik op de eenige figuur, die zijn kalmte bewaart en die bewezen heeft een onvergelijkbare standvastigheid te bezitten. De jonge generatic, die nu pas in het volle leven is komen te staan, kent Lenin, den stichter der Communistische Partij, slechts van hooren zeggen. Maar Stalin, en alleen Stalin staat aan het hoofd van den Communistischen Staat en belichaamt deze. Stalin heeft thans zijn groote kans. Als hij met zijn ijzeren vuist de verraders, samenzweerders, volksvijan den, dieven en lanterfanters wegjaagt en het leger, de politie, de werkge meenschappen en andere instituten, waar dezelfde misstanden heerschen, vernieuwt en reorganiseert, dan zal zijn populariteit in Rusland geweldig zijn. Stalin is de eenige man in Rus land die door het volk nog vertrouwd wordt. Toen Lenin den Georgiër Dshu- gaschvili beter leerde kennen, gaf hjj hem den naam Stalin, hetgeen „man van staal" bcteekent. Welnu, Rusland heeft thans een man met een onbuig bare wilskracht en een ijzeren vuist noodig om de doorwroetende ontbin ding een gebiedend halt toe te roepen. KARL TIANDER. Een kalme beheerschte zenuwtoestand is dan van groot belang. Mijnhardt's Zenuwtabletten houden U rustig, geven U het noodige zelfvertrouwen en maken U het examen doen lichter. Neem ze nu reeds in deze drukke dagen. Buisje 75 ct. By Apoth. en Drogisten. 2611 CIngez. Med.) N.V. KON. PAKETVAART MIJ. Tuchatschewski. tische werkgemeenschappen in Rusland ten hemel schelende misstanden zyn ont dekt. In April van dit jaar vond In Moskou het congres plaats van de Vereentgde Werkgemeenschappen In Rusland De lei der van de zoogenaamde „Profsojusy", Sltvernlk, legde het congres een bericht voor, dat de toestanden op dit gebied aan een vernietigende critiek onderwierp. Het daaruit voortvloeiende debat en het be treffende bericht zyn noch in de pers, noch door de radio bekend gemaakt. In het congresbericht werden echter ontstellende misbruiken onthuld: in vele werkgemeen schappen is sinds jaren geen verantwoor ding gedaan van de Ingekomen gelden; de falsificaties zijn door een vervalschte boek houding en door fictieve schuldbekentenis sen en kwitanties gedekt; ongeveer de helft van de betaalde bydragen is verdwe nen in de zakken van de functionarissen. Pas toen men den leider van het sociale verzekeringsfonds. Kotow. den leider van het arbeidsbureau Sharkow en 4 andere Werkgemeenschapsleiders in arrest nam, werden de arbeiders gewaar, dat zij voor millioenen en millioenen opgelicht waren. Dividend 6 pet (v. j. nihil). Aan het verslag der K.P.M. over 1936 ont- leenen wy het volgende: Bij het uitbrengen van dit verslag zyn, met uitzondering van het opgelegde s.s. .Dione", alle schepen in de voort. Verdere vernieuwing en aanvulling van de vloot blijven de aandacht hebben. Een ernstiger ramp dan ooit te voren de Vennootschap trof. was het vergaan van het ss. „Van der wyck" in den nacht van 19 oj> 20 October 1936. Andere scheepsongevallen van beteekenis kwamen niet voor. De nevenbedryven en etablissementen noodig voor de meest economische bedryfs- exploitatie, voldeden aan de gestelde eischen. Het belangrijkste nevenbedryf, de N.V. Steenkolen-Mij. „Parapattan", produceerde 253.400 ton kolen, welke voor de brandstof- voorziening der schepen werden gebruikt. De bestaande binnen- en builenlandsche hjndiensten bleven nagenoeg ongewyzigd gehandhaafd. Het particuliere passagiersvervoer in den Archipel liep verder terug, doch dat per bui- tenlandsche lijnen vermeerderde. Het particuliere ladingvervoer in den Archipel en in de buitenlandsche vaart nam belangryk toe, welke verbetering zich in het loopende jaar voortzet. Het verbeterde eindresultaat is voorname lijk ontstaan door de vermeerdering van het particuliere ladingvervoer. De invloed van het loslaten van den gouden standaard op 26 September 1936, evenals de gevolgen van de gewijzigde wereldconjunctuur, zullen eerst in het eindresultaat van het loopende boekjaar ten volle tot uiting komen. Het saldo der exploitatie bedraagt f. 7.732.784. Op de vloot, op 31 December van het ver slagjaar bestaande uit 128 schepen, me tende 269.384 bruto register tonnen, werd f. 5.586.200 afgeschreven, op de etablisse menten f. 341.888 en op de prauwen en lichters f. 161.418, totaal f. 6.089.506. Voor het eerst sedert het jaar 1911 heeft het ioopen van eigen risico, als gevolg van het vergaan van het s.s „Van der Wijck" een verlies opgeleverd. In het verslagjaar op de rekening Eigen Risico is een verlies geleden van f. 51.411, welk bedrag ten laste van de winst- en ver liesrekening is gebracht. Voorgesteld wordt een uitdeelir.g van 6°/, (v. j. nihil: over het op 31 December 1936 geplaatste kapitaal. Vraagt prospectus en demonstratie I Kantoor: MORSCHSINGEL IA. 2575 dn««z. MM.) Voor de studenten in de chemie, die vroeger de colleges aan de universiteit van Lemberg, het tegenwoordige Lwów. volgden moet het een genot geweest zyn om in de> tochtige, kale hoorzalen naar professor Ig nazy Móscicki te luisteren. Deze vriende lijke geleerde met zyn droomerigen blik was een specialiteit op het gebied van che mische en electro-natuurkundige weten schappen, het aantal ontdekkingen, dat hij op dit terrein heeft gedaan, is legio Vijl jaat woonde hy in Londen, en daarna was hij geruimen tijd verbonden aan de universiteit van Freiburg in Zwitserland. Hij spreekt vloeiend Engelsch en Fransen. NEDERL. SCHEEPVAART-UNIE. De verlies- en winstrekening der Neder- landsehe Scheepvaart Unie over 1936 wijst een batig saldo aan van f. 1.492.086 (v.j. f. 784.426). Op de pref. aandeelen zal 4"/o (onv.) en op de gew. aandeelen 2.1°/» (v.j. l.lVo) uitgekeerd worden. feu- zyIk begrijp niet waar je over klaagtnou heb ik tocih je rugzak op, mijn rug genomenl Ignazy Móscicki. Op den eersten Juni 1926 werd deze pro fessor van zyn leerstoel weggehaald om president van de Poolsche republiek te wor den. en sindsdien resideert hij onafgebro ken in het fraaie paleis aan de Plac Zam- kowy. Een oude vriend van maarschalk Pil- soedski, stelde deze hem in 1926, toen hij zelf geen president wenschte te worden, in zijn plaats candidaat, en toen in 1933 zijn zittingsperiode afgeloopen was, ia hy een stemmig herkozen. President Mósclcky ls geen figuur, die in Polen's politieke leven op den voorgrond treedt. Zijn nuchter, wetenschappelyk brein voelt zich meer aangetrokken tot de exacte wetenschappen dan tot de altyd wisselvallige politiek. Niettemin is zijn oor deel, juist doordat hy het nooit door enge partij-politiek heeft laten beïnvloeden, rus tig en verrassend logisch opgebouwd Men zou trouwens van hem ook niet anders kunnen verwachten. Het is geen interview, dat hy toestaat. Slechts een rustig gesprek over Polen en Europa, dat echter meer geeft dan vele In terviews met lange, vooruit opgemaakte vragenlijsten. Men voelt zich, nadat men de ontvangsalons gepasseerd is. en ln het werkvertrek van den president is binnen gelaten, als een student, die bij zij pro fessor aan huis komt praten over zyn werk. Geen spoor van officieel vertoon. Eerst gaat het gesprek over allerlei onder werpen waarbij blykt dat president Mós clcky zijn belangstelling voor de scheikunde nog niet verloren heeft en groote waardee ring koestert voor het werk van onzen Ne- derlandschen Nobelprijswinnaar, profes sor Debye. Dan wordt het probleem van dc „Er- satz-grondstoffen" aangesneden: syn thetische benzine, rubber enz. De pre sident heeft niet veel vertrouwen dat al deze kunstproducten erin zullen sla gen de natuurlijke te vervangen: de kosten zijn veel te hoog. Slechts in ge val van nood zullen zij van belang zijn, maar ook dan is dat betrekkelijk, want waar moet men op den duur de grondstoffen voor de Ersatz-productie vandaan halen? Stikstof kan men uit de lucht halen, maar benzine niet! En zonder dat er op aangestuurd is, zit ten wy ineens midden in de politiek. Ver deeling van de grondstoffen. De vraag naar koloniën. Ook Polen wensch koloniaal bezit. Het heeft er minstens evenveel recht op als Duitschland, zegt de president. Het is bekend dat Polen reeds sinds ge- ruimen tijd concessies tracht te ver krijgen ln de negerrepubliek Liberia. Persoonlijk laat de president niet het argument van te dichte bevolking gelden, daar hy zeer goed op de hoogte ls van 't feit, dat de meeste koloniën een land slechts voor een miniem gedeelte van zijn overbe volking kunnen verlossen Hy maakt zelis een grapje over dit argument: Monaco heeft uit het oogpunt van bevolkingsdicht heid het grootste recht op overzeesch ge bied, het staatje heeft bijna vijftiendui zend inwoners per vierkante kilometer. Doch het heeft slechts een oppervlakte van I'/t vlerk. KM. Een betere verdeeling van de grondstoffen is voor hem vóór alles een eisch van recht en billijkheid. Met zijn huurlieden leeft Polen ln de beste betrekkingen, met Duitschland en Rusland zijn veTdragen afgesloten; ook de verhouding met Frankryk ls uitstekend, nadat men in dat land heeft leeren Inzien dat het eerste wantrouwen dat men tegen Polen na het tienjarig niet-aanvaispact inet Duitschland gekoesterd had, onge grond was. Want Polen blijft trouw aan zijn verdragen, hoewel het vanzelfsprekend er op bedacht is de veiligheid van zljiv grenzen zoo goed mogelijk te verzekeren. President Móscicki meent, dat dit verdrag van het grootste belang voor den wereld vrede is: een brandend conflict, als dat van den Corridor, ls er voor tien jaar door verdwenen. Zonder heftige propaganda zullen in tien jaar de hartstochten zóó ge luwd zijn, dat het niet licht zal vallen, ze weer op te doen laaien. Tusschen Polen en Tsjecho-Slowakye bestaat nog steeds eenige wryving over de Tsjechen-kwestie, doch met wederzijdschen goeden wil moet deze opgelost kunnen worden, zegt Mósci cki. Tydens het geheele gesprek gedraagt de president zich ook als de welmeenende professor. Hy praat kalm en langzaam, zonder echter naar zijn woorden te moe ten zoeken, trekt zoo nu en dan nadenkend aan zyn grijzende snor, zet met een lan gen, waarschuwenden wysvinger zijn woorden den noodigen nadruk by. „Gelooft U aan de mogelijkheid Tan een Europeeschen oorlog binnen af- zienbaren tijd?" kan ik niet nalaten te vragen. De president schudt langzaam, een weinig aarzelend het hoofd. „Neen, niet aan een oorlog binnenkort. Althans niet in dit gedeelte van Europa, Wij hebben nog tè versche herinneringen aan vorige gelegenheden. Nu wordt nog alom hersteld wat de vorige maal ver nietigd is, men is niet geneigd het ri sico van een tweede, nog grondiger ver woesting te loopen. Bovendien wat Polen aangaat, wij zien ook buiten deze redenen ons hoogste Ideaal ln het behoud van den vrede. De wereld oorlog hergaf ons onze vrijheid en onaf hankelijkheid. maar het zou zeker niet on mogelijk zijn dat een komende catastrophe het omgekeerde zou kunnen bewerken. Als het in dezen hoek van Europa tot oorlog komt, zijn er twee machtige vijanden ge* reed elkaar aan te vallen. Polen zou daar; in het minst ernstige hinder van onder vinden!" En nu is de professor de bezorgde staats man geworden. De forsche scherp besneden mond is verstrakt, het voorhoofd gerim peld. Inderdaad,, het gevaar, waarop njj duidde, is niet denkbeeldig. Polen zou zica bij een Oost-Europeesch conflict tusschen de twee beenen van een tang bevinden, een allesbehalve benijdenswaardige posities ..En West-Europa?" De president waarschuwt. „Nu bent U toch bezig een interview te maken! Maar neen, ook in West- Europa zijn de kansen voor een direct gevaar kleiner. Men heeft overal zijn binnenlandsche moeilijkheden. Enge land versterkt zijn leger, vloot en lucht macht op grootsche wijze. Dat heeft een niet gering te achten preventieve werking! Ook het gebeuren in Spanje lijkt mij thans voor Europa minder gevaarlijk dan het zich eerst liet aan zien. In de laatste maanden van het vorige jaar maakte ik mij ernstig be zorgd, maar dank zij het prijzenswaar dige initiatief van Frankrijk wil t mij voorkomen dat ook inzake Spanje de kansen op een conflict minder zijn ge worden. Samenvattend: dit jaar krij gen wij géén oorlog. Hopenlijk ook n later jaren niet!" Maar daarvan Is de president blijkbaar niet zoo zefcer. Zijn stem klink althans n erg overtuigend. Maar president Mósc:ic r is een wetenschappelyk gevormd mjh: nu bouwt zijn oordeelen niet op wenschen. hoop. Hij gaat bij de werkeiykheld te ra En dan geeft zyn oordeel ons moed. up oogenblik zyn de feiten van dien aarö hij een oorlog direct uitgesloten acht. hoe de toestand over een jaar zal ZU» Ier. wij moeten afwachten. Daarove reeds te oordeelen is gevaarllj^ (Alle rechten voorbehouden) (Nadruk verboden 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10