Jubileum Kon. Marechaussee te Budel - Vrouwen Vredesgang te Utrecht 78ste Jaargang LEIDSCH DMMD Tweede Blad FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa DF KON. MARECHAUSSEE te Budel (n.-Brabant) vierde haar vijf tig-jarig bestaan. Ter gelegenheid hiervan werd een bestorming geën sceneerd van het bezette gemeentehuis. Boven de bestorming van het gemeentehuis. Onderde marechaussee drijft met een charge de indringers op do vlucht. De BOUW VAN DE TRIBUNE VOOR H.M. DE KONINGIN op de' HET PRINSESJE, - Marga- werf van de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam, in verband met de retha van Zweden, is alleen met de „Brittania naar Engeland tewaterlating van de Tromp 1 (rechts) op Maandag a.s. gereisd, naar haar ouders. DE INGEDRUKTE NEUS VAN HET ENGEL- SGHE S.S. „UlHTAIx!", na de aanvaring op de Theems met de ,,Corrientes". DE NOORSCHE MINISTER KOHT (links) bij aankomst op Schiphol, teneinde besprekingen t« Hebben met minister de Graeff. GROOTE RING RIJ DERI JEN - werden te Koudekerke (Zeeland) op Pinkster-drie" gehouden Eon deelnemer in actie TE UTRECHT WERD GISTEREN DE VROUWEN- VREDESGANG GEHOUDEN. De lange stoet op weg naar het Jaarbeursgebouw. Op den achtergrond de Domtoren. Roman van WERNER SCHEFF. 10) Het was Baron Hohenberg. Hij moest 'ui madame Buradiewa's huis regelrecht •"erheen geloopen zijn. Hij scheen al flink Oedronken te hebben. Lombach herinnerde beh. wat Kaaden hem van de cognac bij Urissa verteld had. De commissaris be sloot weg te gaan. Als hij daar bleef zitten, •"u Hohenberg hem, zoodra hij zijn oogen 'Pende. moeten zien; het zou beter zijn M» niet te laten merken, dat men hem «nschte gade te slaan. "egrelli kwam op dit moment terug en "Wbach ving hem weer op. •I|t zou je even onder vier oogen willen zei Lombach. „waar is daar de ««cniktste gelegenheid toe?" „Onder vier °%n?" vroeg de Italiaan wantrouwend, 'ftteekent dat, dat u mij weer wat aan het j^5iiWilt hangen, mijnheer de commis- ■Heb je een slecht geweten? Ik hoopte dat je verstandig zou zijn geworden." .-verstandiger, dat zeker. Komt u mee. ï??r is het kantoor. Op het oogenblik is niemand en wij kunnen er ongestoord weken." .Terzijde van de bar was de deur van ït' kantoor. De mixer opende de deur en oen commissaris binnentreden. Lom bach verhinderde den mixer om de deur geheel te sluiten. Hij liet haar op een kier open en wees op de menschen. die voor de bar zaten. „Ken je dien mijnheer. Negrelli?" vroeg hij. „Dien grooten dikken? Dat is een der directeuren van...." „Neen, die niet, Die heer naast hem, die schijnt te slapen." Negrelli's wenkbrauwen fronsten zich. „Neen, dien ken ik niet. Heb geen idee, wie het is." „Geen stamgast?" „Absoluut niet. Hij is hier voor het eerst vanavond. „Hoe laat is hij gekomen?" „Dat weet ik niet, Lehnert heeft hem bediend. Ik bedien de andere helft." Dr. Lombach dacht na. „Neemt u het mij niet kwalijk, mijnheer de commissaris, maar ik verlies hier veel tijd," zei Negrelli met zichtbaar ongeduld. „Kan ik hier blij ven en dien man door de deur in de gaten houden?" „Zoover mij betreft, kunt u den gehee- len nacht hier blijven. Als de gérant komt, dan legitimeert u zich eenvoudig als zijn de van de recherche Veel plezier zal het hem wel niet doen, maar per slot van za ken is hij toch van de politie afhankelijk." „Ik zou het aardig van je vinden, als je me een beetje behulpzaam wou zijn en eens tracht uit te vinden, wat die mijnheer doet of zegt." „Ik zal mijn best doen en Lehnert vra gen van sectie te ruilen." „Misschien kan ik je wel eens later mijn erkentelijkheid bewijzen." lachte Dr. Lom bach. „Ik hoop van niet," beet Negrelli terug en verliet haastig het kantoor. Baron Hohenberg bleef gedurende bijna een half uur als verdoofd en met een zwaaiend hoofd voor de bar zitten. Slechts een oogenblik keek hij op, schoof Negrelli, die naast hem een paar heeren bediende, zijn glas toe en liet het weer vullen. Hij dronk den inhoud, die er uitzag als cognac, in een teug uit, zooals iemand, die in de woestijn bijna van dorst omgekomen is, een glas water zou ledigen. Daarna hing hij weer lusteloos op de hooge kruk en nam geen notitie van de menschen naast hem. noch van het lawaai op den verlich ten dansvloer achter hem. Deze situatie veranderde eerst toen iemand van den ingang doelbewust en zon der aarzelen den weg naar de bar insloeg, naast Hohenberg ging staan en hem de hand op den schouder legde. De man schrikte uit zijn half verdoofden toestand op en begroette den nieuw aan gekomene met een handdruk. Dr. Lombach herkende Felix Streubel, die naast den baron ging zitten, Negrelli een paar woor den toeriep en dan met Hohenberg begon te spreken. De commissaris had wel ver wacht, dat Streubel hier zou opduiken. De jonge chemiker had Hohenberg bij ma dame Buradiewa geïntroduceerd, zij ken den elkaar reeds van vroeger en hadden hoogstwaarschijnlijk elkaar hier rendez vous gegeven. Voor welk doel zij elkander vanavond nog eens ontmoetten, dat lag nog in het duister. Lombach merkte op dat sinds Dr. Streu bel op het tooneel verschenen was, Negrelli steeds in de buurt der twee mannen bleef. Hij verklaarde, dit, door te denken, dat Negrelü zijn belofte getrouw hun gesprek wilde afluisteren. Hij vond het een erger lijke storing toen een piccolo aan de bar kwam en Negrelli een boodschap gaf, waarop de Italiaan een oogenblik scheen te aarzelen, onopvallend naar de deur van het kantoor keek en zich schijnbaar arge loos in die richting begaf. Lombach sprong achter de deur, die dadelijk daarop ge opend werd. „Die jongen kwam mij zoo juist vertel len, dat u aan de telefoon verlangd wordt," fluisterde de mixer. Lombach staarde hem verwonderd aan. „Ik word aan de telefoon verlangd? Hoe is dat nu mogelijk? Niemand weet. dat ik hier ben." Negrelli haalde zijn schouders op. „Ik weet niets anders, dan dat de boy beweert, dat Dr. Lombach van de recherche aan de telefoon geroepen wordt." Dat moet Kaaden zijn, dacht Lombach. Hij besloot onverwijld te gaan hooren, wat de professor hem had mede te deelen. Negrelli wees hem den weg. De telefoon lag achter de loges en kon door hen die voor de bar zaten niet gezien worden. On opgemerkt kon Dr. Lombach derhalve de telefooncel bereiken. Na den commissaris verliet de mixer langzaam het kantoor. Langzaam liep hij naar de plek. waar Hohenberg en Streubel zacht met elkaar spraken. Zijn geniepige oogen volgden den man tot deze verdwe nen was. Daarop veranderde de houding van den mixer in een ommezien. Hij boog zich voorover en legde een hand op den arm van den Baron. Deze brak midden in een zin af, en staarde Negrelli aan „Richard, maak dat je wegkomt!" fluis terde de Italiaan hem toe .Lombach is hier al gedurende het laatste half uur." De schrik van den Baron vond een weer spiegeling op het gezicht van Dr. Streubel. „Wat zegt u?" vroeg de jonge chemiker zachtjes. „IJ zei toch, dat we hier onge geneerd met elkaar spreken konden. „Zeg eens spaghetti-verslinder," wendde de baron zich tot den mixer, „zie je spo ken? Hoe zou die stille hier terecht zijn gekomen?" „Als ik je nu eens vertel, dat hij tot een minuut geleden daar in het kantoor ge staan heeft en Je beloerd heeft, ezel! Ik heb hem voor een paar minuten weggekre- gen, door hem aan de telefoon te laten roepen." ,Dan ben ik er voor dat wij zoo gauw mogelijk weggaan," riep Dr. Streubel met alle teekenen van angst op zijn gelaat. „Dat zou het allerdomste zijn!" zei de magere man met de uitstekende jukbeen deren. .Bovendien krijg ik nog wat geld van u, dokter. Zoo vlug gaat dat niet. Het jeste is, dat wij kalm blijven zitten en rustig blijven praten alsof er niets gebeurd is. Maar ik zou wel willen weten, wie het dien speurhond in het oor gefluisterd heeft, dat wij hier zouden zijn." „U heeft bij het weggaan onvoorzichtig luid gesproken", verweet Dr. Streubel zijn zonderlingen metgezel, die zoo slecht bij hem paste. .Bet is mogelijk, dat iemand het gehoord heeft. Maak dat je wegkomt, Antonio, de commissaris zal zoo van de telefoon terug- keeren. Wij gaan in vijf minuten, maar vlug. zoodat hij ons niet op de hielen kan zitten. U brengt mij weg in uw wagen. Dr. Streubel en Antonio zal er wel voor zor gen, dat Lombach opgehouden wordt." „O. K." beloofde de Italiaan en verwij derde zich om de bestellingen van andere gasten aan te nemen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5