78sfe Jaaiwi LEiDSCH umm Tweede Blad FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa HET REINIGEN VAN DEN BEK VAN EEN GROOTE SLANG in de Rotterdamsche Diergaarde. Voor dezen 6J meter langen python waren sterke mannen noodig om dr. Kuyper in de gelegenheid te stellen den bek met jodium te penseelen. OFFICIEELE FOTO VAN HET ENGELSCHE KONINGSPAAR MET ZIJN BEIDE KINDEREN IN KRONINGS-ORNAAT. PRINS KAKEL V AN ZWEDEN, zoon van den broeder des Konings, met zijn verloofde, barones Elsa von Rosen. DE BEKENDE HOCKEY-SPELER, Ernst v. d. Berg ver trok naar West-Indië. Zijn aanvoerder in bet nationaal elftal,- Reinier de Waal, drinkt voor het laatst met hem, (rechts). STANDBEELD VERNIELD. Op den dag van de Engelsche kroning werd in Dublin een bronzen ruiterstandbeeld van Koning George II van Engeland met een bom vernield. DE RADIO-TOESPRAAK VAN DEN KONING VAN ENGELAND, die over alle zenders van het Britsche wereldrijk en ook over vele andere stations door gegeven werd. De koning voor de microfoon in Buckingham Palace. AAN BOORD VAN HET S.!S. SALEIER van de Maatschappij Nederland, bij de Amsterdamsche Droogdokmaatschappij liggende, is gisteren brand uitgebroken. De brandweer bij het brandende ruim. Roman van WERNER SCHEFF. 8) ..Toen is prins Hadjleff in zijn kamer ge- 8Wn en heeft er voor zorg gedragen, deze 'oe te takelen, dat men bij het betre- van de kamer den indruk moest krij sen. dat er daar ingebroken was." ..Onzin pardon professor. Het woord Snpte er uit. Want die inbraak heeft hem Seen voordeel gebracht, Integendeel slechts 5™jel." Hij zou er voordeel van gehad ™">ben als Manja hem niet gestooid had. "Mrdoor werd zijn plan verijdeld". Avat was dat plan dan?" Kaaden legde zijn hand op den arm van ™n commissaris. „Bent u dan werkelijk zoo 5JW. Lombach. of wilt u niet begrijpen? "«uurlijk was die ploert. -Professor, ik verzoek u zulke woorden ™e' te bezigen, wanneer u over den man •P'eekt, in wiens huis ik verkeer." ..Pardon, men mag het beestje dus niet t zijn naam noemen. Welnu, deze Russi- r* Prins was niets anders van plan, dan ^jun de cassette van zijn vrouw in te bre- J-' intstond een kleine pauze in het ge- rprek ..Professor!" riep de commissaris buiten cnzelf van verontwaardiging. „Ik begrijp nlet. uw beschuldiging berust alleen maar daarop, dat hij uw opvolger bij La rissa Is!" Een zachte vloek kwam over de lippen van von Kaaden. „Gelooft u, dat ik mij met zoo'n boef zou encanailleeren?" ,Jk heb u reeds eenmaal verzocht u te beheerschen!" zei Lombacil gestreng. „U heeft gelijk. Mijn persoonlijke gevoe lens tegenover deze twee menschen doen niets ter zake. Maar ik herhaalde Inbraak was gefingeerd, om later de verdenking van den prins af te wentelen. Als La rissa niet zoo krankzinnig verliefd was, dan had zij vanavond zelf moeten inzien wat er om haar heen gebeurde. Maar de blindheid van een slaafsche vrouw is geen wonder. Daartegenover staat, dat een der hoofden van de Berlijnsche recherche meer reke ning moest houden met zulke fijne ge voelens". „U kunt denken, wat. u wilt, professor. U moogt mij gerust voor een dilettant hou den. maar ik kan toch niet iemand ver denken. die voor zulk een daad absoluut geen aanleiding geeft. Waar is het motief? Prins Hadjleff zwemt in geld". „Een kleine vergissing, mijn waarde heer. Vraagt u de woekeraars van Berlijn maar eens of er niet een groot aantal wissels op den naam van den prins in omloop zijn. en vraagt u maar eens aan Larissa. of haar niet verschillende wissels aangeboden zijn. die haar handteekening droegen, zonder dat zij er eenig idee van had. ooit die wis sels onderteckend te hebben. Maar Ja, dat zijn van die kleinigheden, die men over het hoofd ziet. als men krankzinnig ver- 'iefd is". „Arme Larissa!" „Arme Larissa!" herhaalde von Kaaden met groote verbittering. „Wat beteekent dat? Heeft u medelijden met die vrouw? Ik geloof niet, dat u weet, wat zij de mannen aangedaan heeft, toen zij de magneet was. Ik zou u daarover boekdeelen kunnen ver tellen. Ook ik heb van haar meer geduld, dan zij ooit van dezen kwajongen accep teeren moet. Hij is zich zijn macht maar al te goed bewust. Met een rijzweep heeft ze mij in het gezicht geslagen!" Hij schuimbekte van woede. Een voorbijgaand medelijden voor dezen verwarden man, die ontegenzeggelijk veel had moeten lijden, welde op in Dr. Lom bach. Larissa had nooit ontkend, dat zij hem veel onrecht aangedaan had. Zij had er nu berouw van en daarmede kon men ook haar wensch om af en toe von Kaaden bij zich thuis te ontvangen, verklaren. „U moet mij feitelijk dankbaar zijn, Dr. Lombach", zei de professor zacht, toen hij den commissaris begeleidde. „Ik heb u toch de oogen geopend". „U heeft mij de oogen geopend, wat be treft drie mensehen", zei Dr Lombach be- teekenisvol. „Denkt u over mij, wat u wilt. Maar houdt u dezen Russischen prins in de ga ten. Geloof mij, het zal de moeite waard zijn". Terwijl Lombach de deur van zijn wagen opende, zei hij bijna verachtelijk: „Dit laatste half uur, professor, is voor mij zoo goed als onvruchtbaar geweest, omdat ik slechts eer. subjectieve meening gehoord heb". „Wij verliezen veel tijd in ons leven, ter wijl wij de subjectieve meeningen van anderen moeten aanhooren", spotte von Kaaden. „Het zou voor mij van meer belang zijn geweest de meeningen van Dr. Streubel of van Baron Hohenberg omtrent vanavond te weten". „Nu. dan kan ik u misschien hel pen. Ik heb goede ooren. U doet beter, niet naar huis te rijden, gaat u maar eerst naai de Brittannia-Bar. Daar zult u bekenden treffen. Bekenden uit het gezelschap van hedenavond bij Larissa Buradiewa!" De commissaris hief zijn hoofd met een ruk op en keek den professor met een vor- schenden blik aan. „Wat bedoelt u daar mee?" „Als u dat interesseert, dan moet u maar naar de Britannia-Bar gaan en zelf zien", lachte Kaaden. „Ik wensch u goeden nacht, Dr. Lombach". Daarop draaide hij zich om en ging snel op den helverlichten ingang van het hotel af. Toen Dr. Lombach op den knop van den starter drukte, had hij nog niet besloten, of hij den eigenaardigen raad van von Kaaden zou volgen. Ook hij was moe en had liever de kwestie tot den volgenden morgen laten rusten. Maar opeens ont brandde in hem het vuur van den jager, die achter een stuk wild zit en merkt, dat hij een kans heeft dat wild ergens in een hoek te drijven en daar neer te leggen. Geheel automatisch keerde de commis saris zijn auto in de richting van den Kur- fiirstendamm. Hij kon zich rustig aan zijn gedachten overgeven, want alles wat noo dig was om den wagen te besturen, deed hij zonder daardoor gedwongen te zijn zijn gedachtengang te onderbreken. Wat heeft die von Kaaden toch een vreemd ka rakter ging hem door het hoofd. Eerst heeft hij mij niets belangrijkers te vertel len, dan van een kibbelpartij tusschen Irene Wallon en Dr. Streubel, wat mijn verdenkingen in die richting stuurt; dan vraagt hij of hij mee mag rijden, slechts met het vooropgestelde doel om prin3 Peter een hak te zetten en mij tegen La- rissa's man in te nemen; en ten slotte heeft hij bij het weggaan de een of andere afspraak van madame Buradiewa's gasten opgevangen en vindt het belangrijk mij die mede te deelen. In één woord, een ge boren politiespion is deze professor. Trou wens over zijn wetenschappeijke bezig heden vertelt men ook rare dingen. Lombach lachte zacht voor zich uit. Eens had madame Buradiewa, in een vertrouwe lijke bui, hem verteld, welke eigenaardig heden in von Kaaden's karakter haar ln die vroegere jaren zoo tegengestaan had den. De anecdote van den jongen bruide gom. die een koffer vol giftige koper- kopadders op de huwelijksreis meenam, opdat hij maar niet voor één dag van deze kostbare studie-objecten gescheiden zou zijn, had den commissaris indertijd koste lijk geamuseerd. Want Kaaden, die aJs zoöloog en slangengif-expert toen reeds naam gemaakt had. hield zich speciaal bezig met het groote raadsel, dat nog steeds de stof, die de gifklieren van slan gen afgeven, omzweeft. Zijn huwelijk werd er door vernietigd. Larissa had al gauw moeten inzien, dat het leven naast een man, die zijn tijd en zijn toen nog enorm vermogen liever aan dierstudies wijdde, dan aan het geluk van een levenslustige en door anderen zeer verwende jonge vrouw, zeer moeilijk was. Dat dit huwelijk echter zulk een catastrofe werd en zij de schuldige, cok dat Kaaden alle reden had, om zijn vrouw te haten was weer iets anders. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5