F# Drie kleine biggetjes Kralen, die niets kosten Die zoete Lijs CORRESPONDENTIE hvee van hen werden opgegeten door den boozen wolf, maar nummer drie was hem te slim af! Er waren eens drie kleine biggetjes; die :ingen de wereld in om hun fortuin te oeken. Het eerste had nog maar een heel lein eindje geloopen toen het een man egenkwam met een bos stroo on den rug. „Och lieve man", zei het biggetje. ..geef ie toch wat van dat stroo. Ik ga er een nisje van bouwen!" ..Best", zei de man. En 't biggetje bouwde en huisje van stroo. Toen kwam de ooze, booze wolf en die rieo: .Biggetje, iggetje. doe open!" Maar het biggetje zei; „Nee. hoor!" ..Dan zal ik je huisje omblazen en jou :eten" riep de wolf. En hij blies zoo hard, at het huisje omviel. En hij at het biggetje et. huid en haar op Het tweede biggetje liep veel verder, net olang tot het een man tegenkwam met ■n takkenbos op den rug, „öch lieve man", zei het biggetje, „geef e toch wat van die takken. Ik ga er een lisje van bouwen!" „Best", zei de man. En 't biggetje bouwde n huisje van takken. Toen kwam de x>ze, booze wolf en die riep: ..Biggetje, 2 get je. doe open!" Maar het biggetje zei: „Nee, hoor!" ..Dan zal ik je huisje omblazen en jou >eten", riep de wolf. En.... hii deed het >k. Het derde biggetje liep nog veel verder, '0 zoo lang tot het een man tegenkwam et een lading steenen in een kar. 31 ch, lieve man zei het biggetje, „geel me toch wat van die steenen!" ia n ,Och lieve man zei het biggetje, „geef s toch wat van die steenen. Ik ga er een m isje van bouwen!" Best", zei de man. En 't biggetje bouwde ld i huisje van steenen. Toen kwam df ize. booze wolf en die rieD: ..Biggetje. setje, doe open!" U laar het biggetje zei: „Nee. hoor!" Dan zal ik je huisje omblazen en jou ten" riep de wolf. Maarhoe hard ook blies, 't lukte hem niet. 't Steenen sje was stevig. Toen liep de wolf kwaad 'n maar hii kwam na een uurtje terug. a' Biggetje, biggetje, ik weet wat", zei hij. a Wat weet ie dan?" nc Een prachtig veld met knollen. Doe -e n en ga mee smullen!" oe Nee. ik heb nu geen tijd". Dan kom ik ie morgenochtend om viif >u halen", zei de wolf. ia laar den volgenden morgen stond het ;etje al om vier uur op en ging naar 19 knollenveld. En toen de wolf om vijf uur 31 de deur kwam. was het alweer terug. t« ig. !n De knollen waren heerlijk!" riep het. v( e wolf werd nu nog woedender, maar liet niets merken. „Dan weet ik wat ers", zei hij. Vat weet ie dan?" )en prachtige boomgaard. Hou je van tien? Dan kom ik je morgen om vier halen". m aar toen hii den volgenden morgen aan ie( leur kwam was het biggetje al weg. De „f holde naar den boomgaard, maar het 0j, etie. dat hem zag aankomen, klom snel len boom. 1 e had gelijk!" riep het. ,,'t ziin heer- appels! Hier. proef deze eens". Het ie den wolf een appel toe en terwijl j i er achteraan holde, sprong het biggetje J kn boom en vluchtte in ziin huisje. i was de wolf heelemaal dol van woede, ■p, hij liet niets merken, ..Dan weet ik i wat anders", zei hij. „Morgen is er a lis in 't dorp. ik kom je om drie uur i Dj» ;er k>ed" zei het biggetje. Maar den vol ui morgen stond het al om half drie op, ging naar de kermis en kocht een karnton. Die liet het op weg naar huis voor zich uit rollen, toen het opeens den wolf aan zag komen. Vlug sprong het biggetje in den ton en liet zich zoo den heuvel af rollen. En de ton rolde zóó hard. dat de wolf dacht, dat er tooverij in het spel was en doodelük verschrikt naar huis rende. Een uurtje later stond de wolf weer bij het biggetje voor de deur. „Ik ben me een ongeluk geschrokken!" jammerde hij. „Daar kwam me zoowaar een karnton met een echte heks erin van den h»uvel afrollen!" Het biggetje lachte, dat het schudde. ..Die heks was ik" zei het. „Nu heb ik ie lekker te pakken!" Toen werd de wolf zóó doldriftig, dat hii pardoes op het dak sprong en zich dooi den schoorsteen naar beneden liet glijden. Maar jammer genoeg voor hem bakte het biggetje juist kadetjes en de oven was gloeiend heet De booze wolf kwam in den oven terecht en verbrandde tot asch Gelukkig! Nu had het slimme biggetje eindelijk rust! Van allerlei eenvoudige voorwerpjes kun je ze maken! Probeer 't maar eens! De meeste meisjes willen natuurlijk wel graag een mooie kralenketting hebben om f bij haar nieuwe zomerjurk te dragen! Maar moeder heeft geen zin om telkens maar van die dure kettingen te koopeii. dat begrijp je wel! Ik weet wat: we gaan ze zelf maken. En de kralen.... o. dat is geen bezwaar: die vinden we overal in het huis en ze kosten zoo goed als niets. Ten eerste kunnen we direct beginnen met alle bruikbare vruchtenpitten op te sparen; meloen- en sinaasappelpitten zijn tijv. heel geschikt. De pitten worden op een dik stuk vloeipapier gelegd en lang zaam gedroogd. Ze mogen niet in een doos worden geborgen, vóór ze door en door droog zijn. Ook bruine en witte boonen, groene en zelfs gortjes en stukjes macaroni kunnen lieel geschikt als kralen worden gebruikt. Het moeilijkste werkje is het doorboren van de kralen om ze te kunnen aanrijgen. Als dit bij de vruchtenpitten in drogen toestand een beetje moeilijk mocht gaan, kun je ze, zoodra ze uit de vruchten ko men. direct aan een draad rijgen en ze daarna te drogen hangen. Boonen en erw ten worden eventjes in water gelegd, dan aangeregen en gedroogd. Op verschillende manieren kun je je „kralen" kleuren. Het gemakkelijkst is een beetje waterverf of een pakje verf. dat moeder weieens gebruikt om een japon of blouse te verven. Je rijgt de kralen ieder apart aan een draadje, doopt ze in de verf en hangt ze te drogen. Later worden ze met wat vernis mooi glanzend gemaakt. Van de macaroni maak je mooie, gelijke staafjes, die je uit de hand kunt beschil deren. bijv. met bloemetjes. Ook parelgort is heel geschikt voor het maken van aar dige fantasiekralen. Je neemt een groene erwt en lijmt er een stuk of zes a acht parelgortjes op. Ais je fantasiekraal heelemaal droog is, kan je ze een kleurtje geven en daarna de gortjes eijv. met goudbrons aanstippen. Zoo kun je dus, met heel eenvoudige middelen, toch een alleraardigste kralen ketting maken. Als je maar goede kleuren combinaties weet te bedenken, zul je ver steld staan over 't leuke effect. Poppelijsje is mijn schatje, Met haar platte, roze snuit. Poppelijsje vind ik tóch lief, Al lacht iedereen me uit! Oma breide Poppelijsje Van een kluwtje roz' katoen. Alles, alles wat 'k maar leuk vind, Kan ik met mijn Lijsje doen! Praten, zingen, loopen, springen, Dansen .stoeien op den grond! Aan één van haar slappe armen. Sleep ik Lijs den tuin in 't rond. Als mijn Lijsje soms wat vuil is, Stopt mama haar in het sop. Aan twee groote houten knijpers Hangen we dan Lijsje op. En als 't kindje diaoi weer droog is, Soms pas na een dag of drie. Wordt het schoone roze schatje, Fijn geknuffeld op mijn knie! Mooie popjes? Steenen kopjes? Slapende oogen, blauw of grijs? Al dat moois is niets voor mij hoor! Geef mij maar mijn zoete Lijs MARIE MICHON. Beste Nichtjes en Neefjes, Dat was voor jullie geen prettig bericht, toen er vorige week in de kinderkrant stond, dat mej. Koopmans van Boekerén overleden was. Zij heeft zoolang de corres pondentie verzorgd en raadsels opgegeven, dat het geen wonder is. dat jullie er vree- selijk van geschrokken zijn. Tientallen kinderen hebben mij geschre ven hoe naar ze het wel vinden en ik weet dan ook zeker, dat jullie de tante, aan wie je zoo gehecht was door de wekelijkschè correspondentie, niet gauw zult verge len En de nieuwe tante heeft jullie blijkbaar nogal moeilijk raadsels opgegeven, hè? Ik zal je zeggen hoe dat gekomen is. Die op gaven waren namelijk bedoeld als prijs raadsels. Daarom waren ze ditmaal ook apart voor grooteren en kleineren en daar om viel er ook niets uit te zoeken. Maar Vrijdag kwam het bericht, dat mej. Koop- mans van Boekeren overleden was en ik vond het toen beter een week te wachten met prijsraadsels. Er was echter geen tijd meer om er andere voor in de plaats te geven. Inmiddels hebben we deze week dan de beloofde prijsraadsels. En ik hoop dat ik vele goede oplossingen krijg. Denken jullie er allemaal aan. je naam en leeftijd er bij te vermelden. Diegene, die het vergeet, kan niet meeloten om een prijs. En nu allen aan het werk en veel succes! Lytje Giezen Jij schrijft graag brieven hè? En je doet het ook heel goed. Je mag er mij iedere week wel eentje sturen. Maar vergeet dan niet weer om je naam er on der te zetten. Gelukkig dat je het adres op de enveloppe geschreden had. anders zou ik niet geweten hebb°n van wie dat aar dige briefje was. Mientje en Frans de Water Ik heb het dus goed gehad dat Jannie een zusje van jullie is. Ze helpt je zeker af en toe nog wel eens met de raadsels oplossen, is 't niet Doe haar maar de groeten van mij. Jopy Hofstra Je ingezonden raadsels zal ik een dezer weken wel eens plaaisen. Bedankt daarvoor. Jouw oplossingen waren goed. Vond je de eerste te moeilijk?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 17