Financieel-Economisch weekoverzicht Ons Kort Verhaal IS U ER ZICH WEL VAN BEWUST Zaterdag <5 Mei 1)31 Een Pinksterdilemma IEDSCH W.?l hi) - Cerdj Slad Het netelige goudvraagstuk N.V. „HET MOTORHUIS" OFF. FORD DEALER, TEL. 2135/36 Heeft U jicht of rheuma... URODONAL RECHTZAKEN Een van de vraagstukken welke speciaal de laatste dagen ln het middelpunt der belangstelling staan ls het goudvraagstuk. In normale tilden op valuta-gebied, in ielte dient men du« tot 1814 terue te gaan. was er een nauw verband tueschen de valuta en het goud en kon men van zoo genaamde goudlnvoer- en gouduitvoer- ipunten spreken. Deze punten bleven niet eteeds constant van elkaar verwijderd, daar aasurantle. scheepsvrachten en dergelijke bij de bepaling dezer twee grenzen, waarbij Jtoudinvoer dan wel goudultvoer loonend was. een rol speelden. Op het oogenblk echter ls zelfs voor den (toud-arbltrageant. den man dus die bil de banken van den goudhandel zijn beroep maakt, de situatie onoverzichtelijk. De po litiek van de egalisatiefondsen, zooals die oa ln Engeland en ln ons land bestaan, is geheim. De normale gouden standaard, zoo als we die vroeger en tot 26 September 1936 in ons land kenden, ls met een lan taarntje te zoeken. Groote onzekerheid. Feitelijk richten alle blikken zich naar ide Vereenigde Staten en de groote goud- uitvoer van de laatste weken gaat vrijwel geheel naar de Nieuwe Wereld en ten öeele naar ons '.and. Er heerscht een zekere nerveuze stemming ten opzichte van het goud. Vroeger leerde men steeds dat de valuta haar waarde ontleende aan het als dekking aanwezige eoud. Er ls echter haast evenveel voor de opvatting te zeggen, dat het goud zijn waarde ontleent aan het feit dat het als dekking voor de valuta gebruikt wordt. Ware dit niet het geval, dan zou de waarde van dit metaal uitgedrukt in koop kracht ongetw'"''»ld enorm dalen, daar de vraag naar sieraden en dergelijke lang niet groot genoeg ls om den prtts eenigermate op peil te houden. Nu is sinds geruimen tijd de dollar weder vastgekoppeld aan het pond. of liever ge koppeld aan het eoud. want het begrip „vast" ls ln deze van zeer problematische waarde Wanneer men immers binnen het tijdsbestek van een maand berichten uit Amerika ziet. volgens welke verdere deva luatie van den dollar niet onmogelijk wordt geacht en eerdge weken later berichten, welke revaluatie van den dollar niet uit gesloten achten, dan weet men Inderdaad niet meer waar men aan toe is. Veel goud aangeboden. De laatste weken en speciaal weder de laatste dagen Ls er door deze onzekerheid vrij veel foudaanbod geweest. Dit goud komt uit drieërlei bron: de normale bron .is de productie der goudmijnen, de abnor male bron die echter nog rUkelllk vloeit, is de gehamsterde goudvoorraad ln tal van landen, welke nog rijkelijker ls gaan vloeien nu de stemming ten opzichte van de waar devastheid van het goud nerveuzer ls ge worden en anderzijds het vertrouwen in de eigen valuta, althans wat ons land aan- .aat. gTOoter ls geworden: als derde bron noemen w!1 speciaal Rusland. In ons land stelt het Egalisatiefonds den aankoopkoers van den dollar vast. Eind ADril werd hier door het Egalisatiefonds de dollar od 1.82 5/8 gehouden. Om het goud aanbod wat te remmen werd deze koers ver laagd. maar op haar beurt veroorzaakte de verlaging van den aankoopprijs van dollars weder een grooter goudaanbod, daar men nu zag dat, hetgeen men als een vast mini mum beschouwd had. geen absoluut doch slechts een relatief minimum was. Deze week heeft het Egalisatiefonds zijn aankoopprijs weder eenlae malen verlaagd, n.lDindsdag IJ. In den loop van den ochtend van 182 1/8 tot 182 en 's middags, toen het dollaraanbod bleef aanhouden, tot l 81 7 8. Bij dezen orijs bedraagt de depre ciatie van den gulden 19.24 'li, We zien hier in de praktijk de moeilijkheid om den gul den sterk te devaiueeren. Zou bltv. het Egalisatiefonds niet steeds dollars d.wz. goud gekocht hebben, dan zou de dollar koers ongetwlifeld lager, d.w.z. de gulden hooger noteeren. Dat speciaal de laatste weken het dollar aanbod zoo groot is staat in nauw verband met de sterke koersdaling op de effecten beurzen. waardoor niet alleen de vraag van Ëuropeesche zijde naar Amerikaansche shares sterk verminderd ls. maar boven dien aanzienlijke liquidatie? hebben plaats gehad Men heeft hier met een uiterst moeilijke materie te maken, niet alleen voor den leek, maar eveneens voor den des kundige. De verhouding dollar-pond-gulden kan elk oogenbllk gewijzigd worden, met al de nadeelen. die aan dergelijke wijzigingen verbonden zijn. Met het hier besproken goudprobleem hangt het koersveroop aan de beurs ten nauwste samen Zooals men zoo dikwijls ziet. vindt ook hier een wisselwerking olaats. De flauwe tendenz. welke de laatste weken voor Amerlkaansche shares de over hand heeft gekregen, heeft mede het groote dollar-aanbod dus het gouóaanbod veroor zaakt. De dientengevolge ineetreden daling van den dollar heeft bii verschillende hou ders vgn Amerlkaansche fondsen weder een onaangenamen Indruk gemaakt, omdat men plotseling tot het besef gekomen is, dat de dollar niet stabiel ls. Telkenmale opnieuw blijkt weder hoe funest het is, dat er van een werkelijke internationale valuta-stabilisatie geen sprake ls. Op het oogenhlik is de dollar slechts fracties van procenten gedaald, of, hetgeen in deze hetzelfde ls, ls de koopkracht van den gulden ln het Internationale verkeer fracties van procenten gestegen. Edoch, wie zal zeggen, dat deze fracties van procenten straks niet enkele proeenten kunnen worden. WU zeggen niet dat dit het geval zal zijn, maar uitgesloten ls znlks ln het geheel niet. In zoo'n geval zou men zich aan de beurs weder opnieuw dienen te orlënteeren; men zou dan speciaal guldensobllgaties moeten bezitten terwlll het aspect voor de maat schappijen. die door de daling van den gulden haar uitvoer hebben zien toenemen, iets minder gunstig zou worden. Men ziet hoe moeilijk het flnancieele beheer voor een zakenman thans geworden is. De pila ren van het flnancieele gebouw zijn onder mijnd en zelfs ln democratische landen zooals bllv. de Vereenigde Staten. Engeland Frankrijk en Nederland weet men niet of deze pilaren morgen nog aanwezig zullen zijn De geheime politiek van de egalisatie fondsen in de verschillende landen, het labiele evenwicht van de verschillende valuta's vormt 'n veel grooter gevaar dan de leiders van deze flnancieele politiek wel meenen. Men moge het grootste respect hebben voor de onkreukbaarheid en kennis van de leiders der egalisatiefondsen, maar men dient toch niet uit het oog te verliezen dat oo zichzelf het optreden der egalisatie fondsen een volkomen verstarring der valutamarkt tengevolge heeft en tevens. Ietwat sterk uitgedrukt, een element van Willekeur in de markt brengt, waarin uit den aard der zaak een bron van zekere gevaren ls gelegen. Particuliere arbitrage bestaat niet meer. Vroeger kende men ln den valutahandel een markttendenz:' hecrschte er een groot aanbod van dollars, dan daalde de dollar totdat het Amerlkaansche gouduitvoerpunt overschreden werd. Thans behoort de par ticuliere arbitrage tot het verleden, de markt ls verstard en een tendenz valt er niet waar te nemen. Het egalisatiefonds betaalt bliv. op een gegeven oogenblik 1.821/8 voor den dollar: plotseling een telefonische mededeeling. dat de aankoop prijs ls verlaagd en dat tot tweemaal toe op één dag..,. Hoe weinig overzichtelijk de5e heele situatie ls. kunnen wil illustree- ren door een passage aan te halen van een Insider, die ln een wetenschappelijk tijd schrift van 12 Mei JU. schreef: „Het Egalisatiefonds behoefde slechts af en toe te lntervenleeren en dan nog slechts voor geringe bedragen. Onder die omstan digheden ls het begrUpeltJk, dat de aan- kooplimite van den dollar door het fonds werd gehandhaafd op 1.82 1/4. Gelukkig kon de redactie van het blad, hierbij nog een aanteekening voegen, waar- In op de verschillende nieuwe verlagingen gewezen werd. De beurs was mede onder den Invloed van de hier geschetste omstandigheden deze week weder weliiic opgewekt. De as pecten van de verschillende ondernemin gen blijven gunstig, de gepubliceerde balan sen over 1936 geven vrilwel algemeen groo te re winsten te zien. de dividenden begin nen ruimer te vloeien..,, maar de stem ming blijft flauw Het vermoeden Hikt wel gewettigd, dat de markt nog gebukt gaat onder stille liqui daties. Maar al te goed herinneren wij ons, dat tot eenige maanden geleden het groote oubllek in de meening verkeerde, dat de ril zing hog veel verder zou gaan en dus n,iet geneigd was te verkoopen Zij, die deze politiek met eigen geld gevolgd hebben, zullen als eenig onaangenaam gevolg hun kapitaal hebten zien slinken; zii. die deze transacties echter met geleend geid hebben gefinancierd, zijn ten deele in moeilijk heden gekomen. Speciaal in Londen heb ben groote liquidaties plaats gehad en het 'chiint dat er van deze ziide nog wei meer aanbod van fondsen te verwachten ls van houders, die tüdeUlk steun hebben ontvan gen. Ten onzent zijn er natuurlijk tal van fondsenhouders, die groote verlezen lijden, maar in het algemeen ls de positie van de Nederlandsche houders sterk Het ls moei lijk na te gaan in hoeverre ook in ons land dat de Ford V-8 - 60 P.K., dezelfde ruimte, hetzelfde comfort en dezelfde sierlijkheid biedt als de 85 P.K., doch daarbij tevens het voordeel heeft van extra laag benzine-gebruik en lage wegenbelasting? FORD V-8 - 60 P.K. MAXIMALE ZUINIGHEID VRAAGT PROSPECTUS EN DEMONSTRATIE 1411 (Ingez. Med.) Ik ben begonnen met ürodonal te nemen en reeds bij de 2' Pacon ooelde ik verbeteung. Un kunt deze verklaring pubUceeren. M. A~. te Volmont (Selne-lnf.) Urodonal bevat de meest werkzame bestanddeelen, waardoor op de volmaakste wijze het urinezuur, idot zooveel ongesteldheden veroorzaakt en vroegtijdig oud maakt, wordt verwijderd. Verzuim niet eiken avond een lepel Urodonat te nemen, dat U oplost in een half glas water. Het beste middel tegen rheuma 1372 groote posities met geleend geld aangehou den worden; men heeft echter den indruk dat dit niet in sterke mate het geval was. Over nauwkeurige cijfers beschikt men in I deze niet. Een Indruk kunnen de balansen der groote banken geven, waaruit blijkt dat de debiteuren tegen effecten-onderpand toch wel aanzienlijk gestegen zijn. Het vol gend staatje gee-ft hiervan een duidelijk beeld: Debiteuren tegen effecten onderpand. iln millioenen guldens). 1929 1936 1831 Amsterd. Bank 111.541 34.664 42139 Eotterd. Bankv. 74.636 25.879 36.991 Twentsche Bank 42.439 28.622 32.91» Incasso Bank 44.607 18.145 31.331 273.223 107.310 143.865 We hebben hier luist 1929 als vergellj- kingsbasls genomen, omdat ln dit jaar de speculatie hoogtij vierde. Ondanks de sterke ril zing der voorschotten od fondsen van 1 Januari 1936 tot 1 Januari 1937 blUkt wel, vergeleken bil 1929. dat hier te lande de speculatie met geleend geld binnen be perkte grenzen ls gebleven. ROTTERDAMSCHE POLITIERECHTER, Voor den Rotterdamschen politierechter I heeft zich te verantwoorden gehad de ver- zekeringsagent A. V. uit Boskoop, die bU iemand te Reeuwijk een brief had getoond waarin stond vermeld, dat van V. uit Wad- dlnxveen wegens verduistering zou zijn ontslagen. De politierechter, schriiteliik vonnis wij zend, heeft V. veroordeeld tot f. 10 boete subs. 4 dagen hechtenis. mm door H.ANS EDINGA. Het was de Pinksterzondag De groote boeier „De Victoria Reglna sedert den morgen troosteloos verregend bij de Grouwster spoorbrug, lag nu. in het opklarend weer vroolljk schitterend de Plnkstergasten te wachten. De wijde witte geilen, langzaam drogend in den wind, staken hel af tegen de hardblauwe lucht, en de zomerkleed!! van hen. die uit de kajuit op het dek traden, was ineens geen triest contrast meer. „Hè, hè. eindelijk dan het weer wat We hebben moeten," zei notaris Schoonegevel. de eigenaar van het jacht, „met regen hadden we beter nog thuis kunnen blijven ln Leeuwarden, om daar onze gasten te ontvangen Maar zoo ls het beter." Zijn dochter haakte haar arm door den feijnen: „In Leeuwarden had Henriet de Booy geen gezicht op Grouw kunnen schilderen, en ik evenmin „Och," zei hij. en voleindigde niet. „Wat och," vroeg ze wrevelig, „is dat dan soms niet belangrijk?" Het eenig belang rijke. dacht ze. .Fr zijn belanrijker dingen." orakelde hij. „Zij fronste: zij wist waar hij op doelde. Vandaag was er onder de gasten Ferd de Wlnckel hij had haar gevraagd, vorige week en zij zou hem haar antwoord moeten geven. En zij wist nog niet wélk' waarschijnlijk wel een afwijzendEn töch hield zij van hem zooveel als haar loome, eigenlijk koele natuur in staat was van iemand te houden. Maar den laatsten tijd, nu zij zoo opging in haar schilderen In haar-„kunst" noemde zij het bij zich zelf was zjjn hardnekkige adoratie haar op eenmaal onverschillig geworden. In haar hoofd was het woord dat zij eens van een getrouwde kunstenares gelezen had: „een man ls een blok aan je been en een gezin vermoordt je kunst". Theatraal zichzelf ge wichtig voelend, was het vooruitzicht op het aan haar liefde te brenger, offer, haar een verzaligde weldoende smart. Maar iets streed toch telkens tegen dit willige offer in: het verweer Van haar jeugd, haar ge streelde ijdelheid en het zich begeerd we ten. En dit voortdurend wikken en wegen maakte haar wrevelie en balsturig. Een stem schrikte haar op. „Leonle. wat sta jij daar te mijmeren" Mevrouw Schoo negevel kwam de loopplank op met een arm vol Pinksterbloemen en late dotters „Zeg man, we moeten gaen hoor even deze bloemen in het water zetten en dan gaan we. Ovc tien mimiten komt de trein en ik heb de Van Weerds beloofd hen af le halen". leonie zuchtte er, dachl „pén troost gpt m—'-nmt met de Leeuwarders. Als ledereen vandaag in het f Princenhof zit kunnen wij met de motor sloep naar Grouw." Even later klauterde ze de spoorbaan op om langs de rails naar het station te wan delen. Leonle liep naast haar Moeder zwij gend voort over het roestkleurige, natte grindpaadje. Vooraan liepen haar broers een eind achter hen aan kwam haar Vader. „Zal je hem accepteeren7" vroeg me vrouw Schoonegevel opeens ronduit. Leonie schopte een steentje over de rails en antwoordde niet. „Nu mijn kind. hij hééft Je gevraagd of hij zal je vandaag vragen. Als je maar weet, dat deze logeerpartij hoofdzakelijk om jou werd op touw gezet, 'k Heb wijn en tractatie naar het Princenhof meege bracht alles ter viering van het heug lijke feit." „Nu neem ik hem zéker niet," bitste de dochter. Mevrouw Schoonegevel lachte. „Je zal wel verstandig zijn. Trouwens, we zien je liever veilig getrouwd dan terwille van wat geschilder naar Parijs gaan. Een duistere onderneming. „Maar ik heb talent!" weerstreefde Leo nie met tranen in haar stem. „Ik zal er Henriet de Booy naar vragen." zei de moeder koel. Op het stationnet je liep Leonie met haar Vader heen en weer. „Ik wou je nog zeggen mijn kind," zei de notaris vaderlijk, „dat je je goed moet bedenken eer je Ferd afwijst. Heusch er ls niets tegen hem. Hij is je lang niet onver schillig en wij, je moeder en Ik, zijn hem ook zeer genegen Je zult het goed met hem hebben. Kinderen vullen een heel leven en daarnaast zal je niets meer verlangen." „Ja, dat is het juist. Aangezien ik wat daarnaast ligt altijd wél zal blijven Ver langen, zal ik niet trouwen." Hij nam het niet au serieux. „Schaapje," zei hij enkel. „Mijn dom schaapje, je zal wel tot andere gedachten komen." Zij kwam tot andere gedachten. Toen de trein aangekomen was en de gasten door haar ouders begroet waren, kwam Ferd de Winckel metèeh door naar haar en mach tig bekoord werd zij weer doof zijn lach. zijn aantrekkelijke verschijning en zijn warme hartelijkheid Doch het was maar even, want zijn houding was zoo verzekerd van een overwinning, dat zij koel terug trok en meteen Zich wendde naar Henriet öe Booy. die zoo juist met haar ouders kennis had gemaakt. „Dag juffrouw de Booy, wat gezellig, dat u onze Pinksterdagen komt opluisteren." De schilderes, klein vergrijsd dametje, lachte een afwezigen lach. „Het weer is ons genadig," zei ze, ,,'t wachten is nu nog maar op inspiratie." „Ja, we trekken er vanmiddag fijn tus- schen uit." „Ik ben benieuwd je werk eens te zien dat moet nog altijd, weet je wel?" „Ik heb er vier meegebracht," zei Leonie met een verlegen blos. „Ik ben zoo nieuws gierig. wat u er ven vinden zal. Een stil leven met rozen, een bruggetje ën twee stadsgezichten. asi/l De schilderes ging,.gr ganiméerd op ln. Terwijl zij voortliepen tiissehen den stoet van gasten, de spoorbaan af naar de brug, waren zij beiden den jongeman vergeten, die hen tenslotte verbluft verliet en zich aansloot bij de gastyrouw. f De „Victoria Regina" was onmiddellijk naar het Prineenhol gekoerst; na de lunch in het zomerhuisje van de Schoonegevels liep Leonie op de bovengang Ferd tegen het lijf. Nog in dezelfde stemming, gansch vervuld van schilderijen, klemde zij ge stoord haar handen vast om de schilder doos en wachtte af. Hij vatte haar polsen en zag haar ernstig aan. „Nuvroeg hl) zachtjes en dringend. Zij dacht er slechts aan. dat bededen Henriet op haar wachtte en zij zei kort: „Ik heb erover nagedacht en 't spijt me voor je heusch ikHij deed een stap achteruit en bleef verbeten zwijgend, haar duister aanzien. „Dus niet," bracht hij er eindelijk uit. Beneden ging een deur stappen kwa men de trap op. Zij kuchte en trad langs hem heen. zeer bleek. Dan ging ze de trap af. Haar smal gezicht trok strak toen zij haar oudsten broer pasjberde. En zij hóórde de stilte op de bovengang. In Grouw dobberde de motorsloep aan den waterkant. Terwijl Leonie, vaag ge kweld door de herinnering aan het pijn lijke gesprek, nerveus aan het schetsen was, zat haar gezelllh werkeloos te turen op het stadje, dat onder den bewogen hemel met zijn ouden toren zoo stil en aartsvaderlijk-gemoedelijk aan den over kant van het water lag. Henriet de Booy dacht aan de stukjes, die Leonie haar ge toond had haar oordeel moest zij nog geven. En zij wist! behalve wat vaardig heid met het penseel en een beetje gevoel voor kleur bezit dit kind geen sikkepit talent. Innerlijk glimlachend bedacht zij hoe mevrouw Schoonegevel getracht had haar te overreden om Leonie te zeggen, dat het wel niets zou worden met iiaer ge schilder en dat zij werkelijk niets beters te doen had dan den jongen De Wlnckel te accepteeren. En haar antwoord: „Ik zal er niet eens om behoeven te jokken, mevrouw. Ook zon der uw woorden zou ik Leonie wel gezegd hebben, dat zij met haar talent weinig be reiken za!." Zij zuchtte; moeilijk om het Leonie te Zeggen. Naast haar keek het meisje van haar werk op. „Werkt u niet?" „Neen, ik kan nog niet." „Een schilderes kan toch a 11 IJ d schil deren?" „Welnee, eigenlijk maar zelden, en dan ls het pas goed." „Gunst, ik kan altijd wel schilderen." „Kladden," dacht de ander. Ze zei: „Zou 1p er later alles voor over hebben?" „Ja alles" antwoordde Leonie met on doordacht enthousiasme. „Zou je er een man voor kunnen ver laten?" „Dat doe ik vandaag," zei Leonie fier, maar even doorvlijmde haar een hevig ge voel van verlatenheid verscheen er voor haar oogen een vroolijk. lief gezicht. Henriet ging rechtop zitten. Haar gelaat verloor opeens alle zachtheid groot en fel vorschten de oogen en met diepe lage stem zei zij. wat een bittere voor door haar lpven getrokken had: „Zou je zelfs ie kind ervoor verlaten?" „Dathoeft toch niet7" „Maar als het moet, als Je geefi andere keus hèbt dan.. 7" Leonie, het huilen nabij, boog het hoold het kropte nerveus ln haar keel. Btom schudde zij van nee. „Welnu," hernam weer kalm de ander, „als je dat niet kunt ben je' geen kunste naar ln hart en nieren dan ls het niet met je wezen vergroeid." Ze zweeg even en dacht: het nu kort en krachtig', zeggen ls misschien het beste Géén sentimentaliteit. „Ik zou je er geen dienst mee doen, lieve kind, om Je voor te spiegelen dat je een groot talent hebt meegekregen. Vroeg of laat zou je dat zelf ontdekken en dan ls de teleurstelling des te grooter. Het ls wel aardig werk je aquarellen zHn niet on verdienstelijk, maar een belofte voor de toekomst houdt het niet ln. 't Is hard voor je om je illusie vaarwel te moeten zeggen, maar het is het beste dat we openhartig spreken. En nü zwijgen we. Ik kan Ineens werken. Gezicht op Grouw. Misschien komt het nog klaar voor de tentoonstelling ln Laren." Over het drassige welland liep Leonle en streed haar laatsten strijd. Vanavond, als ze thuis was. zou ze alle trots op zij zetten en Ferd wagen zijn aanzoek nog eens te herhalen. Best mogelijk dat hij nu niet wou maar het kon ook dat hl] nog wél wou. Zij glimlachte bij deze laatste geluk kige gedachte, hoewel de tranen om het verloren kunstenaarschap nog rijkelijk vloeiden. Zij richtte haar schreden naar het bootje om Henriet, die onophoudelijk en met vuur zat te werken, te zeggen, dat zij diep in zich aan geen sohildersdarrière ooit geloofd had en dat zij Maar wat was dat! Leonie staarde. Want daar. in de smalle streep water t.usschen de weilanden, kwam een kleine boot aandrijven, met hóóg ln het witte zeil de letters van haar broer. Wat deed dié hier ze waren toch allemaal naar het Kruiswater? Met een bang voorgevoel tuurde zij scherp. Wie zaten erin. Eln zij onderscheidde: Jan, haar broer en daarnaast.... Ferd! Netjes aangekleed. Hoed op, terwijl Jan in trainingspak. „Mijn hemel, hij gaat weg. natuurlijk!" kreunde Leonle overluid. „Jan brengt Hem naar den trein, zeker. Haar handen doelloos gebarend in de lucht stond zij machteloos haar tranen door te slikken. Andere zeilen schoven aan het eene voorbij. Een pooslang zag zij, door hoogopgaand riet wel de boot maar niet Üe inzittenden. Even later zag zij alleen nog maar een punt van een zeil, nu de boot de bocht nam en het meer overstak. Over een paar minuten zou zij zelfs die punt niet meer zien. En dan was hij weg. Ferd. Leonie uitte een gesmoorde kreet alle loome gratie viel van haar af. Zij rende naar Henriet en sprong in de boot. Adem loos vielen haar woorden. „Zag u daar.... de boot van Janen Ftrd gaat weg. O wat ik doen, wat meet ik doen. Onbeheer5Cht snikkend wees zij in de richting waar het zeil verdwenen was. Hen riet begreep. Zij sloeg haar doos toe. „We gaan ze achterna" zei ze resoluut „ik zal hem zeggen, dat je spijt hebt." „Ja-ja gauw." Leonie sloeg de motor aan en ze tuimelden haast om van den schol: waarmee de sloep van den wal af stootte. Kris, kras, in onbezonnen bochten sta ken zij het meer over, alle scheepvaart wetten met voeten tredend. Op de hooge golven, die zij veroorzaakten, begonnen argelooze kano's levensgevaarlijk te dobbe-1 ren. verontwaardigde stemmen schreeuw-1 den tegen hun stolcijnsche ruggen. Maar ZIJ achtten het niet. Voort, voort, voort! Den hoek om stoven zij, langs het hotel letje. Leonie spiedde het water af. „Oh daar! Daar gingen ze." Nu nog even lull speed. Toen zij vaart minderden ging Hennet j rechtop voorin staan. Over het water schalde haar roep: ..He, jongelui, wacht es even!" Zij lteken om. zagen vlak achter zich ae motorsloep van de Victoria. Ferd de Wlnckel herkende in scnnK, „Daar zaït Leonle ook." De motor zweeg en ae sloep schuurt» langs het zelljachtje. „De Wlnckel. Leonle vraagt of je ni«> blijven wil om jullie verloving te vieren. Tegelijk kwam Leonie ademloos naar ra- ren. „Ferd. Ik heb zoo'n spijt...." Zij klom op den rand om op de andere boot over te springen. Ferd kwam verheugd naar haar toe om haar op te vangen en de berouw hebbende geliefde, dit ziende, sprong dood- gelukkig vooruit, maar in de haast, zette zu te sterk af. zoodat de sloep achter haar wegschoot eer zij nog een voet op o» andere boot gezet had. En daar ging ze. Pardoes plonste zij in het water een trio verschrikte gillen werd haar nagezon den. „Ze kan toch zwemmen?" kreet Hen riet. Niemand antwoordde. Ferd, over den rond gebogen, greëp direct leonle. toen zy weer boven kwam. „O gunst," bibberde zij, het blonde haar ln druipende pieken over haar ontdaan gezicht. „Schat, hier ik zal je helpen. We zul len je binnen boord hijschen." „O hemel, hoe kom ik er op." „Wacht es.Jan stuurde de boe- W riet in. .Leonle, hier bij het roer." Leonie waadde naar den kant en paaw de haar toegestoken handen, „Een twee hupsakee." Het kostte moen'i maar ze kwam er. „Kind wat oen je nat," beklaagde Haa rlet en tegelijk barsate zij, na de d0"8**?' natie, met Jan in een niet eindigende lacn* bui uit. Leonie, haar japon als een plakkerig ven klapperend in den wind, sniklachte mee. Maar dat was alleen maar te hóóren, ww» Ferd had zich op eenmaal het doel var. haar komst herinnerd en trok haar na»- zich ln de warme omarming. Diéper nestel de zich Leonie in de vesting van Feros armen en Ferd's regenjas. Zij hoorde zu' stem: „mijn kleine zeemeermin, ben je ge lukkig?'' en zij lmilcte. Jan ging ervoor staan. „Juffrouw" Boo," zei hii „laten wij ons even om draaien, vindt u ook niet?" Dien avond dreef er iets vreemds rond, ln het Princenhof. Al verder dreel het van het feestende zomerhuisje, Leonle. weer droog, haar verloving vieïï.„ Drijvend op de vergulde lijsten ij® Leonie's oeuvre zijn bestemming tege®" Het stilleven met de rozen, hel brut getje en de stadsgezichten vree#» bij elkaar vingen zij hun reis aan Een nieuwsgierige eend, zijn recht'ra. dig slaapje ervoor verlatend zwom het leven achterna en pikte brutaal-bang m roZen. Neen, ook zelfs voör een eend w» deze niet te genieten. „„_rj Teleurgesteld maakte hij rechtsom» en verdween weer tusschen 't riet. Mei, 1937.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10