De ondergang van het machtige Duitsche luchtschip „Hindenburg
FEUILLETON
Het Mysterie rondom
Larissa
78ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Roman van WERNER SCHEFF.
2)
Wat een zonderlinge combinatie, dacht
Lombach, terwijl hij den heer des huizes
tn Professor von Kaaden begroette; daar
staat naast haar de andere man, die een
tol in haar leven gespeeld heeft en wiens
naam zij ook eenmaal gedragen heeft,
deze Baltische geleerde met zijn verward
grijs haar, van wien zij, nu al zooveel ja-
fan geleden, toen zij nog de lieveling van
net theater was, onder zulke eigenaardige
omstandigheden gescheiden was. Waarom
ofengt zij hem nu weer in haar huis? Zij
feet heel goed, dat hij haar haat! Zij weet
uit ondervinding, dat hij een afschuwelijk
karakter heeft en toch duldt zij, dat hij
v?n tijd tot tijd bij haar opduikt. Een kleine
Onaardigheid van Larissa, misschien een
Shl, die er haar behagen in doet scheppen
om naast den prins, die haar nu be-
noerscht, hèm te zien, dien zij ééns be-
Jtorschte, bedroog en van zich afstiet. Het
"okende spelletje met de granaat, die elk
oogenbllk ontploffen kan.
„Mag ik u even voorstellen?" vroeg
Madame BuradiewaDetective-com
missaris Dr. Lombach, mejuffrouw Irene
Jk'on.... Baron HohenbergDr.
'wix Streubel, allen vrienden, die mij van
avond voor een paar uurtjes gezelschap
De mooie Irene Wallon legde een hand,
die koortsig gloeide, in die van Dr. Lom
bach en het scheen hem toe, alsof het
meisje over haar geheele lichaam beefde.
Daarop voelde hij een eigenaardig ruwe
hand, die aan Baron Hohenberg behoorde,
en een stevige, bijna goedmoedige hand van
Dr. Felix Streubel.
Snel voorkwam de commissaris, dat ma
dame Buradiewa verward over het voorge
vallene zou spreken.
„Dames en Heeren," riep hij op een bijna
vroolijken toon, „ik geloof, dat het het
beste zal zijn ais u allen in een kring gaat
staan en zoo goed zult willen zijn om
slechts mijn vragen te beantwoorden."
Deze kring vormde zich aanstonds.
Rechts van den commissaris stonden ma
dame Buradiewa en de beide mannen,
waarmede haar verleden en haar heden
verbonden waren; links groepeerden zich
naast Irene Wallon, de magere baron Ho
henberg, wiens ingevallen wangen een pas
kort geleden overwonnen, zware ziekte
deden vermoeden, en ten slotte Dr. Streu
bel. Deze laatste glimlachte nog steeds,
alsof hij daarmede zijn onschuld wilde be
tuigen, doch dat bij Dr. Lombach juist het
tegenovergestelde idee opwekte. Het was
dan ook een gedwongen, krampachtige
grijns, die in het geheel niet paste bij de
uitdrukking in de oogen van den jongen
man.
„Het is bijna elf uur," begon de commis
saris, „eén half uur geleden werd ik thuis
opgebeld, met de mededeeling, dat hier na
het dln?r eigenaardige dingen gebeurd zijn.
Mevrouw," dit tot de vrouw des huizes,
„wilt u mij zoo kort mogelijk vertellen,
wat er voorgevallen is?"
„Wij hadden gegeten en rookten hier in
den wintertuin een cigaret. Iemand onder
ons stelde voor om eens een geest op te
roepen."
Een vluchtig lachje gleed over Dr. Lom-
bach's gezicht. Zooiets had hij wel kunnen
verwachten. Sinds jaren stelde madame
Buradiewa belang in alles wat op het
bovennatuurlijke geleek. Eerst was het
astrologie geweest daar kwam later het
spiritisme bij en dit alles, nam zij in zich
op met de lichtzinnigheid, die de grondslag
van haar heele wezen was.
„Mag ik weten, wie het voorstel deed?"
vroeg de commissaris.
De danseres dacht na: „Wie kan dat nu
geweest zijn?"
„Dr. Streubel uitte den wensch den geest
op te roepen van een in den oorlog gesneu
velden vriend" zei een zachte bijna vrou
welijke stem. Het was prins Hadjieff, die
deze woorden sprak.
„Inderdaad," meldde zich nu de jonge
dokter, ofschoon hij het niet noodig gevon
den scheen te hebben, dit onmiddellijk op
Lombach's vraag te doen„ik was de aan
leiding, dat wij daarginds aan dat tafeltje
gingen zitten en de lichten uitdeden."
„Wat gebeurde er toen?"
Madame Buradiewa volhardde in haar
poging zich kort en zakelijk uit te druk
ken: „De geest gaf reeds na eenige minu
ten blijk van zijn tegenwoordigheid, want
de tafel begon heftig te kloppen. Wij kre
gen op alle vragen prompt antwoorden en
deze waren zelfs bijzonder juist."
„Geen wonder," meende Lombach, die
tegenover zooiets altijd zeer sceptisch
stond. „Dr. Streubel zal wel heel veel van
het leven van dezen gevallen vriend weten."
„Ik verzeker u echter, Dr. Lombach, dat
ik part noch deel had aan het kloppen van
de tafel!" riep de jonge man uit.
„Zooals altijd bestaat die subjectieve
overtuiging. Ik heb voor de zoogenaamde
tafeldans mijn eigen verklaring. Maar dat
is nu van geen belang. Madame, wilt u mij
vertellen, hoe deze geïmproviseerde seance
eindigde?"
„Ik was erg opgewonden, omdat ik de
tegenwoordigheid van den geest steeds
meer voelde. U weet, beste dokter, dat ik
mij voor deze dingen interesseer. Daarbij
komt, dat ik na een paar minuten duide
lijk een zwak zilverachtig licht boven op
de galerij gezien heb en de anderen heb ik
er opmerkzaam op gemaakt."
„Dat kan ik zonder meer bevestigen,"
onderbrak Professor von Kaaden, „daar
boven schemerde een licht in het donker,
waaraan mijn oogen zich al gewend
hadden."
Hij wees op een gedeelte van de galerij,
die op de hoogte van de eerste verdieping
rondom den wintertuin liep.
„Goed, wat gebeurde er toen?"
Madame Buradiewa ging voort: „Wij
waren lang bezig met den geest, maar hij
hield niet op onze vragen te beantwoorden.
Hij schilderde ons het gevecht, waarin hij
uit zijn aardsch omhulsel verlost werd. Op
eens riep iemand van boven naar beneden
in den wintertuin, dat er inbrekers in het
huis waren. Het was Manja, die riep. Mijn
man sprong onmiddellijk op en draaide de
lichten aan."
Even stond de commissaris in diepe ge
dachten verzonken. Hij scheen te trachten,
zich de positie in te denken, waarin Larissa
zich op dat moment van het gebeurde kon
bevinden.
„Nu, dan kan men het zóó verklaren, dat
iemand van buiten binnengedrongen is en
door de komst van Manja gestoord is ge
worden."
„Daartegen valt het een en ander in te
brengen," riep Peter Hadjieff vlug, „ten I
eerste zijn er in dat gedeelte van den tuin,
waarop de ramen van onze slaapkamers
uitzien, twee zeer waakzame honden die
eiken nacht daar vrij rondloopen en ook
vanavond sinds negen uur klaar waren om
eiken indringer tot betere gedachten te
brengen. Beide dieren zijn ongedeerd en
hebben zelfs niet eenmaal geblaft. Ten
tweede waren de vensters van beide ka
mers, zooals altijd, goed gesloten, want fic
heb het 's nachts graag warm."
„De inbreker zou door de ramen van de
kamer van uw vrouw hebben kunnen ko
men," meende Lombach, „maar dan blijft
nog het vredige gedrag van uw honden te
verklaren. Uit uw woorden maak ik op,
dat u een dief van binnenshuis mogelijk
acht."
De prins haalde de schouders op. Men
zag:, dat hij oprecht radeloos was. „Wer
kelijk, u vraagt mij te veel, Dr. Lombach.
Voor mij, die de omstandigheden het beste
kent, is dit geval het raadselachtigste.
Vergeet u niet, dat in de kamer van mijn
vrouw, die volgens uw deductie, de inbre
ker heeft moeten passeeren, de stalen cas
sette, waarin Larissa's juweelen zijn, in
den muur vastgeschroefd is. Onder die ju
weelen is ook het sieraad, dat u uit de
klauwen van de Berlijnsche onderwereld
gered hebt, en dat een waarde van vele
honderdduizenden heeft...."
„En zulk een kostbaarheid heeft men in
huis!" riep iemand in de grootste verwon
dering. Iedereen keek naar Baron Hohen
berg, aan wien deze uitroep ontglipt was.
„Dat is een kleine lichtzinnigheid van
madame Larissa, die ik al sinds jaren uit
haar hoofd tracht te praten," zei Dr. Lom
bach. „maar zij heeft nu eenmaal het ge
voel van absolute zekerheid, wanneer zij
de stalen cassette in haar nabijheid weet.
Mist u iets van uw eigendommen, Prins?"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
:*.s
DRAADLOOS OVERGEBRACHTE FOTO VAN HET BRANDENDE LUCHTSCHIP „HINDENBURG". Onmiddellijk na
de explosie sloegen vlammen uit het achtergedeelte van den luchtreus. In een oogwenk was de machtige Zepp één vlam
menzee ,en stortte op het vliegveld te Lakehurst neer.
OP SCHIPHOL arriveerden bemanning en passagiers van de bij Athene beschadigde
Kievit". De gezagvoerder van de „Kievit", Moll, brengt aan den heer Plesman verslag
uit. V.l.n.r. mevr. Moll, gezagvoerder Moll,
do*. Slotboom en de heer Plesman.
DE HERTOG VAN WINDSOR EN MRS. SIMPSON, - die na haar scheiding haar
meisjesnaam Wallis Warfield weer aangenomen heeft, gefotografeerd
op het Chateau de Candé.
DE DROEVE RESTEN VAN DE „HINDENBURG". Totaal verpletterd lag het groote luchtschip op den grond. De
hitte van de ijzer- en staalmassa's was dermate groot, dat de pogingen om degenen, die zich nog in het wrak van de
Hindenburg" bevonden, in veiligheid te brengen, vrijwel niet mogelijk waren.
NA EEN VERBLIJF VAN 12 JAREN IN IN DIE EN EEN KORTE EPISODE
IN DE SPAANSCHE WATEREN, is Hr. Ms. kruiser ,,Java" te Den Helder
aangekomen. Het binnenloopen van de haven van Nieuwediep.