Nederlandsch zweefvlieg-record
verbeterd
Het bieden bij Contract Bridge
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Zaterdag 24 April 1937
Hoekstra bleef ruim 7 uur
in de lucht
LUCHTVAART
Van Neyenhof's record met
bijna 90 minuten verbeterd.
Verleden jaar, tijdens de zomer
maanden bleef van Neyenhof tusschen
Zandvoort en Noordwijk 5 uur en 44
minuten met een zweeftoestel in de
lucht. Met deze vlucht bracht hij het
Nederlandsch record van zweefvliegen
op zijn naam.
Gisteren heeft Hoekstra een ge
slaagde poging ondernomen om dit
record te breken: zeven uur en dertien
minuten bleef hij in de lucht!
Gisterochtend trok de heer van Geuns
de P. H. 25 met zijn ..Gipsey Moth" de
lucht in. De start was op Ypenburg en de
verbinding met Hoekstra's toestel werd om
10.51 uur ter hoogte van den Wassenaar-
schen Slag verbroken. Toen de Grunau
baby van Hoekstra met ditzelfde type
bleef de Duitscher Kurt Schmidt in 1933
ruim 36 uur in de lucht, waarmede hij het
het internationale record vestigde om
10 min. over half vijf uit de richting Sche-
veningen voor de zooveelste maal, even
voor de duinenrij van den Wassenaarschen
Slag voorbijgleed, kon de bestuurder in het
zand lezen, dat hij van Neyenhof's record
verbeterd had. leerlingen van het instituut
voor zweefvliegen die de letters in het zand
hadden getrokken, juichten met- hun in
structeur. ir. C. W. A. Oyens, op een duin
Hoekstra toe.
Met het vestigen van dit record heeft
Hoekstra niet alleen van Neyenhof's record
geslagen, maar thans ook aan twee voor
waarden welke voor het zilveren C-brevet
verelscht zijn. voldaan. Zweefvliegers
kunnen 4 brevetten halen. A, B. C en het
zilveren C-brevet. Dit laatste brevet heeft
in ons land nog niemand gehaald.
Er wordt een hoogtevlucht van 1000 me
ter (boven de startplaats i voor geëischt,
een afstandsvlucht van 50 Klif. en een
duur-vlucht van 5 uur. Verleden jaar heeft
Hoekstra reeds aan de tweede voorwaarde
voldaan door een vlucht te maken van 120
K.M. van Twente naar Iserlohn iDuitsch-
land). Een poging om een hoogte van 1000
meter te bereiken, slaagde bijna, want
Hoekstra haalde ruim 900 meter. En aan
de laatste voorwaarde voor het zilveren
C-bret. een duurvlucht van 5 uur, heeft
Hoekstra gisteren voldaan. Bovendien is
van Neyenhof's record, hoewel door de
zweefvliegers algemeen erkend, nooit offi
cieel geregistreerd. Het record van gisteren
werd echter op een barograaf ln het toe
stel geregistreerd en een officieele erken
ning van dit record zal bij de Kon. Ned.
Ver. voor Luchtvaart worden aangevraagd.
Dat het enthousiasme onder de .suppor
ters" van den recordbreker groot was.
spreekt vanzelf. Ook de motorvliegerij
toonde belangstelling voor deze vlucht,
want verschillende malen kwamen Kool-
hovens den zweefvlieger opzoeken. Luite
nant Asjes, die even half vijf boven den
Wassenaarschen Slag vloog, was er juist
getuige van, dat Hoekstra het record van
Van Neyenhof gebroken had.
Een uur. nadat Hoekstra het duur-
record voor zweefvliegen in Nederland
had verbeterd, vroegen de belangstel
lenden beneden zich af. hoelang hij nu
wel ln de lucht zou blijven. Steeds
werden pogingen ondernomen om tij
dens het passeeren van den zweefvlie
ger iets over zijn plannen te verne
men, doch het geraas van wind en zee
maakten het geluid van zijn woorden
vrijwel onverstaanbaar. Doch tegen
zessen werd duidelijk van uit de hoog
te gehoord, dat Hoekstra ..zes uur"
riep en allen maakten zich gereed om
de landing bij te wonen.
Tegen zessen bleef Hoekstra in de buurt
van den Wassenaarschen Slag rondzweven,
blijkbaar nog niet wetend hoe te dalen.
„Hoe is de wind?" hoorde men hem tij
dens het passeeren vragen.
Prompt stelden alle aanwezigen zich op
het strand in de windrichting op en na
nog even doorgevlogen te hebben, keerde
de Grunau Baby weer om, met de bedoe
ling om te landen.
Even later streek het lichte toestel
in een fraaie glijvlucht op het strand
neer.
Het was vier minuten over zes. Hoek
stra was dus zeven uur en dertien mi
nuten in de lucht geweest en had het
record van Van Neyenhof verbeterd
met één uur en 29 minuten.
Allen, die de laatste minuten de vlucht
hadden gadegeslagen spoedden zich naar
den succesvollen zweefvlieger om hem ge
luk te wenschen. Tot de eersten, die hem
de hand schudden behoorden de heeren
G. Gleichman, bestuurslid van de Haag-
sche Aerocvlub en G Nuesink, administra
teur van de exploitatie maatschappij vlieg
veld Ypenburg.
„Heb je het niet koud?" zoo luidde de
algemeene vraag.
„Niet erg, zeker niet kouder dan jullie",
lachte Hoekstra, de verkleumde gezichten
van de omstanders bekijkend.
„Ben je ook niet stijf geworden op het
houten bankje?", vroeg men weer.
„Eerst wel een beetje, ik heb vergeten
een kussentje mee te nemen, maar na een
uur of drie wende het wel."
Hoekstra werd uit de nauwe cabine ge
tild en op de schouders van zijn bewon
deraars het strand af gedragen.
In een gezellig cafétje bij het strand
vertelde Hoekstra nog een en ander over
zijn ervaringen tijdens de vlucht.
„Het begin was nog al vervelend, zei
hij, maar na een uur of drie, toen er
meer belangstellenden op het strand
kwamen, werd het gezelliger. Duidelijk
kon ik de letters lezen, die zij in het zand
hadden geschreven. Op een gegeven oogen-
blik hoorde ik vlak bij mij een ontzetten-
den knal. Ik dacht, dat er wat met het
toestel gebeurd was. maar het bleek al
leen maar de dop van het fleschje choca-
cola geweest te zijn, dat ik bij me had en
dat er af was gesprongen. Ik ben maar
om zes uur geland, want het werd voor
jullie zoo vervelend Wat mij betreft had
ik wel den geheelen nacht kunnen door
vliegen."
„Hoe hoog bent u zoowat geweest?"
vroeg iemand.
„In het algemeen vloog ik niet hooger
dan 30 a 40 meter, maar soms kon ik wel
tot ongeveer 150 halen."
„En wat heeft u nu voor plannen?"
„Zoo gauw mogelijk ga ik mijn zilveren
C-brevet halen, waarvoor ik alleen nog
een hoogtevlucht van 1000 meter moet
maken. Een poging om het wereldrecord
duurvliegen te verbeteren, wil ik ook wel
eens wagen. Bij gunstigen wind lijkt me
dat wel mogelijk."
Morgen begint de competitie.
De teams van de „Leidsche".
kiorgen begint de competitie van den
Nederlandschen Lawntennlsbond.
Door de Leidsche Lawntennisclub, die
voortaan haar thuiswedstrijden speelt in het
nieuwe tennispark „De Krogt" te Oegst-
geest, zijn de volgende teams vastgesteld:
lste team, hetgeen uitkomt in de Over
gangsklasse, afd. I:
Mevr. A. E. de Gruyter-Bouwmeester,
Mej. A. R. Moolenburgh en Mej. M. Vriesen-
dorp en de heeren H. J. de Koster (captain),
R. Hesselink en B. van Haaften.
De tegenstanders zijn, gelijk gemeld:
Game I (Schiedam), Siod I (R'dam) en
Park Marlot II (den Haag).
2de team, hetgeen uitkomt in de 3e kl.
A, Z-W, afd. IV.:
Mej. J. de Heer, mej. D. de Vries en de
heeren ir. P. A. de Gruyter (captain), B.
Dros en J. H. Ringrose.
De tegenstanders zijn: Siod III (R'dam)
Delft n en Sobri n (Voorburg).
3de team. hetgeen uitkomt in de 3e kl.
A, Z-W, afd. V:
Mej. E. Dros, mej. E. Hesselink en mej.
G. Timmers en de heeren G. Schölvinck
(captain), C. H. Rering en mr. H. L. Maal-
drink.
De tegenstanders'zijn: de Optimisten II,
(den Haag), Park Marlot in (den Haag) en
Cocktail n (Leiden).
4de team, hetgeen uitkomt in de 3e klasse
B, Z-W, afd. XVIII:
Mej. M. v. d. Haar en me], D. Vos en de
heeren J. P. A. van Ballegoyen de Jong
(captain) en C. D. Binkhorst.
De tegenstanders zijn: Sobri V, (Voor
burg. Double Fault (Den Haag), Racketiers
(Rotterdam).
Het programma luidt voor morgen:
Lelden IPark Marlot II, Leiden IISobri
II, Cocktail nLeiden Hl, Sobri VLei
den IV.
Nog geruimen tijd bleef de succesvolle
zweefvlieger temidden van enkele vrien
den en kennissen over den tocht napraten.
Hedenmiddag zullen op Ypenburg eeni-
ge sportvliegers den heer Hoekstra voor
zijn prestatie een aandenken aanbieden.
LAWN-TENNIS.
WEDSTRIJDEN VAN BEROEPSSPELERS
TE SCHEVENINGEN.
Het bestuur van den Bond van Neder-
landsche oefenmeesters heeft besloten om
den bekenden Duitschen speler Nlisslein
uit te noodigen een paar dagen voor het
Pinkstertournooi, waaraan Tilden, Cochet,
Richards en Plaa deelnemen, naar Neder
land te komen, teneinde met de Neder-
landsche oefenmeesters te trainen en even
tueel, onder goedkeuring der buitenland-
sche spelers, de Nederlandsche ploeg als
gast te versterken.
De N.L.T.B. heeft toestemming gegeven
dat de B.T.O.N. het. tournooi geheel voor
zichzelf organiseert. Alleen wanneer onze
ploeg van Zuid-Afrika wint en de tweede
ronde voor den Davls-beker met Pinkste
ren gespeeld moet worden, kan die toe
stemming begrijpelijkerwijze niet gehand
haafd worden.
WIELRENNEN.
NIEUW SWIFT.
Morgen wordt door iedere categorie een
klassement-wedstrijd verreden. De samen
komst is te 8 uur 45 aan het clubgebouw,
de start is te 9 uur.
De Nieuw-Swift-renners J. en R. Riet
hoven rijden morgen een 2 uurs koppel-
wedstrijd op de slntelbaan in Feyenoord
(Rotterdam)
SCHAKEN.
Het kampioenschap van
Leiden en Omstreken.
Om den Wisselprijs van het
Leidsch Dagblad.
De tweede ronde.
Gisteravond werden in Hotel Centraal
alhier de wedstrijden om het kampioen
schap van Leiden en Omstreken voortgezet.
In deze ronde moesten de volgende spelers
tegen elkaar uitkomen:
lste klasse.
ZitmanBosscha. De BruinVan Veen,
WestraVan der Nat en Demmendal
Willems.
2de klasse.
Baart was vrij, Van VeenCok uitge
steld; De Witte-Van Atten en v, Schayck-
Visser.
3de klasse.
Bey is als deelnemer geschrapt. Otte-
vangerVan der Krogt. Van Leeuwen was
vrij.
Zitman opende met d4. waartegen Bos
scha zich verdedigde met Pf6, g6 en Lg7.
Reeds spoedig plaatste zwart een paard
op e4, dat tegen een paard op d2 geruild
werd. Zitman behandelde dit gedeelte niet
op zijn best en verloor een pion. Wel waren
zijn officieren iets beter geposteerd. Bij
een afruil deed Bosscha een bijzonder
zwakken zet, hij ruilde n.l. met een looper
in plaats van met een toren, verloor daar
door een officier en gaf meteen op. Ook
Westra. die nog wel met wit speelde, be
handelde een Caro-Cann-verdedlglng niet
erg best. Hij verloor eerst een pion. daarna
een tweede en ten slotte een officier, waar
na Van der Nat won.
Demmendal speelde zijn geliefkoosde
opening d4 met Lf4. Hij kreeg weldra het
beste spel en toen het gevaar van een
officier te verliezen, bezworen was, hield
hij een gewonnen eindspel over. In dezen
stand ls de partij afgebroken.
De partij De Bruin—Van Veen ging het
eenlgszins dramatisch toe. Het was een Si-
clliaansche verdediging tegen e4 van De
Bruin, maar de kampioen maakte een
geweldigen bok, door een pion prijs te
geven en dat wel reeds bij den 6den zet.
Bovendien verloor hij zijn koninginne-
looper voor een paard. De Bruin zette
echter te tam voort en gaf Van Veen de
gelegenheid zich te herstellen. Den pion
won hij terug en bovendien later nog een
officier. Toen legde de Bruin zijn koning
maar om, want den volgenden zet was hij
mat.
In de tweede klasse won Van Atten van
De Witte en Van Schayek van Visser. In de
3de klasse ls de partij Ottevanger-Van der
Krogt afgebroken in iets betere stelling
voor laatstgenoemde.
A.s. Donderdag wordt wederom in Cen
traal de 3de ronde gespeeld met de vol
gende partijen:
BosschaWillems, Van der NatDem
mendal, Van VeenWestra en ZitmanDe
Bruin.
LEIDERDORP SC HE SCHAAKVEREEN.
De Leiderdcxrpsche Schaakvereeniging
hield haar laatsten speelavond van het
seizoen, die als gewoonlijk een feestelijk
karakter droeg.
De voorzitter, de heer A. van Klaveren,
schetste ln 't kort de bereikte resultaten
in de competitie van den Schaakbond voor
Lelden en Omstr., waarin de vereeniging
met twee tientallen uitkwam. In het be
gin van deze competitie vlotte het niet
best en het begon er al op te lijken, dat
beide tientallen degradatiewedstrijden zou
den moeten spelen. Later keerde echter de
kans zoodat beide tientallen in dezelfde
klasse kunnen blijven.
De belangstelling voor de onderlinge wed.
strijden was ook dit jaar zeer bevredigen
Aan de hand van deze wedstrijden ii
thans behoorlijk de speelsterkte der leden
na te gaan.
De als slot van den speelavond gehouden
gongwedstrijd waaraan door 26 spelers werd
deelgenomen, verliep op aangename wijre,
DAMMEN.
DAMVEREENIGING H.D.E. (Hazerswoude)
De damvereenlging H.D.E te Hazers-
woude hield een z.g. gongwedstrijd. In de
eerste groep werden de prijzen gewonnen
door: 1. M. Kroon, 2. L. Matoe, 3. en 4.
A. Dorsman en D. van Staveren, terwiji
de uitslag in de tweede groep luidde: l,
P. van Veen, 2. M. Klomp, 3. J. van Rijsrel'
4. K. Tom.
Aan het eind van het damseizoen 1936—
193? luidt de stand van het eerste tiental:
J. C. Windhorst 16 gesp,, 27 pnt.; A. J.
Pol '16. 21; L. Matze 14, 16; H. van Wierlm
gen 15, 15; A. Dorsman 15, 13; G, Ruls 14,
12; W. den Hertog 14, 11: J. de Gelder ls|
11; D. van Staveren 16. 10.
Stand 2e groep: K. Matze 14 gesp., 24 pt.;
M. Kroon 11, 18; P. van Gorkum 11, 17; p,
van Wierlngen 15, 16; P. van Veen 15, 16;
J. Bleeker 6. 11; A. J, de Witte 8, 11; J.
van Rijssel 11. 11; C. van Veen 13. 10; K.
Tom 14, 10; J. Raaphorst 11, 7; D. Lange
veld 6. 6: J. Rademaker 8. 6; J, van Hofl
8, 6; A. Dompeling 4, 1; M. Klomp 4. 1; j,
A. de Witte H. Loman 13,
NEDERLANDSCHE R.K. DAMBOND.
Clubkampioenschap van Nederland,
Morgen speelt de Leidsche R-K. Damclub
Gez Samenzijn haar eersten wedstrijd voor
het kampoenschap van Nederland te
Utrecht tegen de R-K. Utr. Damvereenlging.
Door een blessure aan zijn oog zal G.
Geerlings (bord 1) hoogstwaarschijnlijk
niet medespelen, zoodat G.S. met één in
valler uitkomt.
De opstelllne is van 1 tot 10: A. G. de
Jeu, A. Jansen, J, J Bekker, G. Jansen,
J. L. C. v. Leeuwen. P. Geerlings, A. v. d.
Reyden. C. H. Klein. H. Stipdonk en IV.
Krom. Ofschoon het niet medespelen van
bord 1. een groot nadeel beteekent, is dit
tiental niettemin zeer sterk, alhoewel van
den uitslag vooruit niets valt te zeggen
PJ>X.V. I (LISSE)—R.D.G. I (DEN HAAG)
De uitslag van den wedstrijd P.DL.V-
RJ5.G. ls:
BaartmanJ. Winkel 2—0
WijnhoutH. Wiersma 0—2
AlgeraJ. Vertioeve 0—2
de JongW. Hoekstra 1—1
v. d. SteltM. C. Huegen 0—2
VergunstT. Verloth 0—2
v d. MeulenJ. Braber 0—2
C. HoboM. J. Ie Clerq 1—1
BalkenendeJ. Heynen 1—1
KuipersRenooy 2—0
8-12
RD.G. is gepromoveerd naar de hoofd
klasse.
DE POSTVLUCHTEN.
Vanmorgen om zes uur ls de „Perkoetoet"
van Schiphol vertrokken voor den tocht
naar Indië. Aan boord zijn vijf passagiers
n.l. twee voor Batavia, twee voor Bagdad
en een voor Karachi. Onderweg is door een
passagier geboekt voor CalcuttaSinga
pore.
Medegenomen is 307 kg. briefpost, 21 kg.
pakketpost en 149 kg. vracht.
VI.
Houdt men vast aan de door ons uit
eengezette principes dan volgt hieruit op
logische wijze dat, indien de openingsbie
der. na een openingsbod in een kleur,
daarna nog hooge biedingen in die kleur
doet. deze troefkleur géén vierkaart is
doch langer en sterker alnaarmate hij die
kleur één of zelfs meermalen herbledt en
dat hij dus, naar gelang van deze verdere
biedingen, ook minder behoefte heeft aan
troefsteun bij den partner.
Culbertson legde hiervoor de volgende
eischen vast:
„Een troefkleur, die 2 maal wordt
„geboden, geeft aan een bezit van een
„minimum troeflengte van 5 kaarten en
„een gegarandeerd bezit van 4 slagen
„in de troefkleur.
Bijvoorbeeld:
Aas-Heer-Vrouw-x-x-
Aas-Heer-Boer-10-x-
Aas-Vrouw-x-x-x-
Aas-Boer-10-x-x-x-
Heer-Boer-10-x-x-x-
Vrouw-Boer-10-9-x-x-
Heeft de openingsbieder dus 2 maal een
bod in eenzelfde kleur gedaan en hiermede
grootere troefsterkte aangegeven, dan volgt
hieruit dat de partner nu ook met min
dere troefsterkte cut bod kan steunen.
Hiervoor is nu voldoende Vrouw-x- of
Boer-x-of 3 kleinere troeven.
„Een troefkleur die 3 maal wordt
„geboden geeft aan een minimum
„lengte van 6 kaarten en een gegaran
deerd bezit van 5 troefslagen en is
„dus in het algemeen onaantastbaar.
Bijvoorbeeld:
Aas-Heer-Boer- 10-x-x-
Aas-Heer-x-x-x-x-x-
Aas-Vrouw-Boer-x-x-x-x-
Heer-vrouw-Boer-x-x-x-x-
Aas-Heer-Vrouw-Boer-10
(twijfelachtig)
Heeft de openingsbieder zijn kleur 2
maal herboden en dus een dergelijke troef
sterkte aangegeven, dan kan de partner
eventueel steunen op een singleton hon-
neur of twee kleine troeven en, indien de
rest van zijn spel hiertoe sterk genoeg is.
zelfs op één kleine troef.
Het spreekt van zelf dat ook deze door
Culbertson vastgestelde eischen eenlgszins
star zijn en .in de praktijk zullen zich dan
ook dikwijls gevallen voordoen waarin men
van deze eischen eenigszins moet afwij
ken. Men houde echter zooveel mogelijk
aan het principe vast want alleen dan is
men in staat den partner een volledig
beeld van het spel, hetwelk men heeft, te
geven.
Natuurlijk is daarom dit herbieden van
een lange kleur niet alleen een geoor
loofd iets, maar ook een bepaalde, in het
geheele systeem passende, voorgeschreven
eisch. Immers de partner heeft bij een
openingsbod van 1 rekening moeten hou
den met de mogelijkheid van een 4-kaart,
Ook al was zijn spel uit andere overwegin
gen hiervoor geschikt, heeft hij wellicht
toch niet mogen steunen omdat zijn troef
kleur onvoldoende was en hij zich a priori
aan dezen eisch moest vasthouden. Blijkt
echter, uit het één- of tweemaal herbieden
van de troefkleur door den openingsbie
der, dat troefsteun slechts in kleine mate
ofe zelfs in het geheel niet noodig is, dan
opent dit voor hem wellicht de mogelijk
heid in tweede of derde Instantie, dit bod
wel te steunen.
De sterkte van een spel, uitgedrukt
in speelslagen.
Tot nu toe hebben wij alleen als maat
staf voor de eischen, waaraan een ope
ningsbod moet voldoen, rekening gehouden
met het bezit aan Honour Tricks, omdat
met het aangeven van een zeker aantal
Honour Tricks de bedoeling voorlag den
partner een informatie te geven omtrent
de waarde, zoowel aanvallend als verdedi
gend, welke men aan zijn spel kon toeken
nen. Tevens was bij een openingsbod van
1 in een kleur voldaan aan den eisch van
ongeveer 4 speelslagen, omdat bij een be
zit van 2'/s a 3 H.T.'s en een biedbare
troefkleur, in de overgroote meerderheid
der gevallen, ook op 4 speelslagen mag
worden gerekend.
Het spreekt vanzelf, dat wanneer men
met bieden doorgaat, men tevens een be
rekening moet kunnen maken omtrent het
vermoedelijke totaal aantal slagen, hetwelk
men met de combinatie van 26 kaarten,
welke men met den partner bezit, zal kun
nen maken. Onder dit totaal aantal slagen
wordt dus bedoeld het aantal slagen met
de combinatie te maken, indien de geboden
kleur troef blijft en de partner door zijn
steunen te kennen heeft gegeven dat hij
voor die troefkleur voldoenden steun heeft.
Ik kom dan bij deze beschouwingen
eerst op het spel van den openingsbieder.
Behalve de slagen, die als Honour Tricks
zijn aangenomen en die ook als speelsla
gen moeten worden geteld, moeten in de
hand van den openingsbieder tevens wor
de geteld die slagen, welke men vermoe
delijk zal kunnen maken met de lagere
kaarten van lange kleuren, zoowel in de
troefkleur als in de bijkleuren, welke men
vermoedelijk zal kunnen vrijspelen. On
der de langere kleuren worden verstaan
de kleuren, welke uit minstens 4 kaarten
bestaan, omdat bij een bezit van 4 kaar
ten de mogelijkheid begint van het maken
van een z.g. lengte-slag, namelijk dan
wanneer de resteerende 9 kaarten gelijk
verdeeld zijn onder de andere drie spelers.
Bij het taxeeren van het vermoedelijke
aantal speelslagen. hetwelk men met de
vrijgespeelde kaarten van lange kleuren
kan maken, mag men bij de troefkleur,
zoolang men nog niet over nadere gege
ven s beschikte uitgaan van de veronder
stelling dat de ontbrekende kaarten zoo
veel mogelijk gelijk verdeeld zijn over de
andere drie spelers.
Nemen wij als voorbeeld eens aan een
troefkleur, bestaande uit 9-8-7-6-4-2, dus
6 kaarten. De meest gelijke verdeeling van
de resteerende 7 kaarten zal zijn 3-2-2-
ln de andere drie handen. Het spreekt van
zelf, dat het, indien ln dit geval de part
ner over de 3 kaarten zou beschikken, vol
doende zou zijn om 2 maal troef te spelen
om de troeven bij de tegenstanders eruit
te halen. Een kleur van 6 kaarten zou dus
ln dit geval 4 lengteslagen opleveren.
Waar men echter aanneemt bij het
taxeeren van de slagensterkte dat de ver
deeling van de resteerende kaarten van
de troefkleur zooveel mogelijk gelijk zal
zijn, waarmede men dus iets naar zich
toe rekent, wordt voorzichtigheidshalve
steeds aangenomen dat het grootste aan-
ta' van die ontbrekende kaarten steeds bij
een der tegenstanders zal zitten. Uit het
feit dat dit niet steeds het geval behoeft
te zijn en tevens uit de mogelijkheid dat
van de ontbrekende kaarten wellicht een
van de hoogere kaarten zich in de hand
van den partner bevindt in een dergelijke
positie dat deze het vrijspelen van de
kleur vergemakkelijkt, ligt nog een kleine
veiligheidsmarge, een stille reserve.
Gaan wij dus deze berekening eens na
bij troefkleuren van 4 5 en 6 kaarten, dan
komen wij tot het volgende resultaat:
meest gelijke ver
troef- res- deeling-tegenstan- lengte-
kleur tant ders partner slagen
4 kaarten 9 3 3 3 1
5 8 3 3 2 2
G 7 3 2 2 3
„Hieruit blijkt dus dat in de troef
kleur elke kaart langer dan 3, als volle
speelslag mag worden berekend."
Ik wijs er hierbij nog eens speciaal op,
dat dit aannemen van 1. 2 en 3 lengtesla
gen bij een troefkleur van 4, 5 of 6 kaarten
slechts ais voorloopig taxatiemiddel geldt.
Eventueele steun van den partner, die
hiermede een troefbezit van Vrouw-derde,
Heer-derde of Aas-derde aangeeft dan wel
4 kleinere troeven, maakt deze berekening
ln het algemeen veilig. Het niet steunen
van den partner moet aanleiding zijn om
te veronderstellen dat de distributie der
resteerende kaarten wellicht niet zooveel
mogelijk ls en dat een der tegenstanders
een grooter aantal troeven heeft dan waar
mede bij de oorspronkelijke taxatie reke
ning werd gehouden. In verband hiermede
moet men dus wellicht het getaxeerde
aantal lengteslagen dienovereenkomstig re-
duceeren.
Lengteslagen in de bijkleuren.
Ook ln de nevenkleuren kan men reke
ning houden met de mogelijkheid van
lengteslagen en wel in die gevallen dat
ook de nevenkleur uit minstens 4 kaarten
bestaat. Aangezien echter omtrent de bij
kleuren als regel niets bekend is of wordt
omtrent den steun van den partner, neemt
men hierbij uit een oogpunt van voor
zichtigheid aan dat de resteerende kaarten
niet op de meest gelijke manier bij de an
dere drie spelers verdeeld zitten doch
gaat men uit van het idee dat écn der
tegenstanders één kaart meer ln die kleur
zal hebben dan hij bij de meest gelijke
verdeeling zou bezitten.
Neemt men dus als voorbeeld een bij
kleur van 5 kaarten dan zal men moeten
aannemen dat de resteerende 8 kaarten
niet 3-3-2- verdeeld zijn doch 4-3-1- of
4-2-2- waarbij zich 4 kaarten in handen
van 1 der tegenspelers zullen bevinden.
Dientengevolge zal dus deze bijkleur
slechts 1 lengteslag opleveren in tegen
stelling met een troefkleur van 5 kaarten,
die, zooals wij gezien hebben, op 2 lengte
slagen getaxeerd mag worden. Men kan
dus zeggen dat voor de bijkleuren steeds
de helft van het aantal lengteslagen moet
worden aangenomen die bij een troefkleur
van dezelfde lengte zouden worden ge
taxeerd.
Bij nevenkleuren zal dus elke kaart
langer dan 3, als een halve speelslag
mogen worden getaxeerd.
We krijgen dus de volgende tabel:
Lengte troefkleur nevenkleur
4 kaarten 1 >/i lengteslag
5 2 1
6 3 l'/«
Is in den loop van het bieden echter een
bod in 2 kleuren gedaan en de partner
heeft beide kleuren gesteund, heeft dus te
kennen gegeven dat hij voor beide kleu
ren voldoende steun heeft om deze als
troef te spelen, dan mag bij een eindbod
ook die bijkleur op dezelfde wijze gewaar
deerd worden als de troefkleur.
Bij kleuren, bestaande uit opvolgende
kaarten, bijv,: Heer-Vrouw-Boer-10-9-8- of
Vrouw-Boer-10-9-8-7- ls het uit den aard
der zaak voldoende voor het taxeeren van
het vermoedelijke aantal speelslagen om
de ontbrekende hooge kaarten van het
aantal af te trekken. Ook hierbij wordt
voorzichtigheidshalve steeds aangenomen
dat de ontbrekende hooge kaarten bij de
tegenstanders zitten.
Bijkleuren met Aas-Heer-Vrouw aan het
hoofd zijn bij het openingsbod slechts met
de verdedigende waarde rekening werd ge
houden. Heeft de partner echter een even
tueele troefannonce in een andere kleur
gesteund, waardoor aan te nemen valt dat
de troefkleur geen gevaren telt, dan kan
natuurlijk een dergelijke kaart een groo
tere slagenwaarde worden toegekend.
Het spreekt vanzelf, dat. onafhankelijk
van deze lengteslagen, de slagensterkte
van de H.T. combinaties berekend moeten
worden volgens de Honour Trick tabe).
Bij het taxeeren van de vermoede
lijke slagensterkte van een spel heeft
men dus niets anders te doen dan de
honour tricks op te tellen bij de ver
moedelijke lengfcslaeen zoowel in de
troefkleur als in de bijkleuren. Dit to
taal geeft dan aan liet aantal speel
slagen waarop men het spel maf
taxeeren.
A. J. VERSTEEG.
2—4