Raadhuis Nieuwveeri officieel geopend - Huwelijk burgemeester van Lisse
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
HET ROODE KENTEEKEN
78sie Jaargang
FEUILLETON
GEN Hl WBLIJK V* BAROrN S',sF" A' C' VAN WIJNBER- DE HERSTELWERKZAAMHEDEN AAN HET ZUIDELIJK HAVENHOOFD TE SUHEVENINGEN. Door de weersomstandigheden,
CHIELS VAN KESSE 3V ICH te' Ro^ï^ondheeft men geruimen tijd niet kunnen werken. De verzakte beton massa's laat men door middel van dynamiet in de lucht vliegen. Foto
Het bruidspaar verlaat de kerk. genomen van een der explosie's.
OTTWELL BINNS.
61)
„Cornelius!" riep Terry uit. ,Dat is
„Wacht even! Ik heb de andere helft ook
en die zal je nog wel meer verbaasd doen
«taan. Het was Van Houten
„Van Houten! Hadden ze het dus over
den dooden millionnair?" riep Terry.
„Nee. dat hadden ze niet. Tenminste niet
tenzij hij lid was van de „Golden Hom"
Jacht Club in 'Ftrisco."
„Maar hoe
„Dat zal ik je vertellen. Ik was nieuws
gierig en daar geen van die twee boeven me
ooit gezien hadden, riskeerde ik het om op
mijn stoel te klimmen en over het schot te
kijken. Ze zaten vlak onder me, met hun
koppen over een van die opvouwbare kaar
ten gebogen, die sommige clubs aan hun
leden geven en ik kon net den naam zien,
die heel duidelijk gedrukt stond. Ik had
hem nauwelijks gelezen of Mary gaf een
waarschuwenden ruk aan mijn pak en ik
gleed naar beneden, net op tijd om den
eigenaar van die kaart terug te zien komen,
ik was er niet zeker van of hij mijn num
mer op den stoel gezien had en hij ging zon
der me met een blik te verwaardigen langs
me heen, terwijl er een bezorgde uitdruk
king op zijn gezicht lag.
..Ik vermoedde dat hij tot de ontdekking
gekomen was, dat hij die kaart kwijt was,
maar ik weet niet of hij het ding had laten
vallen, of dat die Japanner het van hem
gerold had, want ik wachtte niet om te
hooren wat hij tegen die twee te zeggen
had. Het leek me verstandiger om het
hokje te verlaten, voordat hij tijd kreeg
zijn aandacht aan mij te besteden en dus
ging ik met Mary een foxtrot dansen, die
de band juist aan het spelen was, en hield
niet op voordat ik aan den anderen kant
van de kroeg gekomen was. Vandaar zag
ik dat Mr. Kelsey Van Houten, z'n lid
maatschapskaart terug kreeg en daarna
om het tusschenschot in "mijn hokje gluur
de, waaruit ik begreep, dat hij zich mij op
den stoel herinnerde en wantrouwend ge
worden was.
Hij keek de kroeg rond en hij moet me
gezien hebben, hoewel ik dat toen niet
zeker wist, want ik wilde niet, dat hij me
erop betrapte dat ik hem aan stond te
staren. Hij praatte misschien drie minuten
tegen het tweetal en ging toen met den
Japanner weg. Ik vroeg het meisje of ze
op den rooden bakkebaard wilde letten en
toen ze me vertelde, dat de kerel geen
moment zijn oogen van me afgehouden
had, wist ik dat er iets gaande was en dat
het tijd was de zaal te verlaten.
,,Ik legde het meisje met een paar woor
den uit, wat ik wilde en ze ging er even
gretig op in als een kind, dat gevraagd
wordt in patertje langs de kant mee te
doen. Toen, terwijl bakkebaard stond te
kijken, gaf ik haar een paar bankbiljetten
en met haar arm door de mijne gingen we
de straat op en toen we de deur uitliepen,
keek het meisje om en vertelde wat er
achter ons gebeurde. De strandjutter kwam
ons achterna. Ik was er vast van overtuigd
geweest, dat hij dat zou doen, dus ver
baasde dat me niets. Ik liet het meisje de
achterhoede bewaken en hield zelf mijn
blikken naar voren gericht, want ik was
banger voor den Japanner dan voor bak
kebaard.
„De straat was nogal donker en de eerste
twintig meter gebeurde er mets. Toen
waarschuwde het meisje me:
„Die man komen!"
„Ik draaide me niet om
„Jij hebt lef, Borlase!" viel Seabright
hem in de rede.
De ander lachte. „Zooals ik je al zei, ik
was banger voor den Japanner. Ik heb
langen tijd op de parelschepen met zijn
soort te maken gehad en weet dat ze sluw
en kwaadaardig zijn. Verderop in de straat
was een donkere plek en ik dacht zoo bij
mezelf, dat de Japanner me daar wel op
zou staan wachten en dat die strandjutter,
die met dreunende stappen achter ons aan
kwam, slechts als afleiding bedoeld was,
die mijn aandacht bezig zou houden, zoo
dat de Japanner me neer kon slaan. Ik
fluisterde tegen Mary me los te laten zoo
dra we bij die donkere plek aangekomen
waTen en te maken dat ze wegkwam en
het kind lachte en zei, dat ze het doen zou.
„Het was laat. Het einde van de straat
was nogal rustig en ik kon den strandjutter
dichterbij hooren komen. Hij was geen drie
meter meer van ons af, toen we de donkere
plek bereikten en toen het meisje mijn
arm losliet en opzij wipte, uitte hij een
soort rommelend gebrul en lk hoorde hem
een sprong doen. Op het zelfde oogenblik
kwam de Japanner uit een stoep te voor
schijn en zwaaide iets in zijn hand. Ik dook
handig voorover en greep zijn eene been
vast. Hij viel om als een kegel, met zijn
hoofd tegen de muur en uit de manier
waarop hij terecht kwam, wist ik dat hjj
voorloopig niets meer in te brengen zou
hebben. Voor ik me weer op kon richten gaf
de strandjutter een gil, waaruit bleek, dat
hij tegen iets opgeloopen was en toen zong
dat halfbloed meisje tegen me:
„Aloha Oe! Tommy!"
„Ik hoorde den strandjutter vloeken, ter
wijl zij zich omdraaide en zag het meisje
als een hinde de straat op rennen. De kans
was te mooi om hem voorbij te laten gaan
en ik bracht hem een slag toe, die hem
languit over den grond deed rollen. Toen
brulde ik een „Aloha Oe!" om dat kleine
ding gerust te stellen en liep in record tijd
naar fatsoenlijke straten en een auto om
me hierheen te brengen." Hij hield op,
lachte en voegde er toen bij: „Sinds ik een
kleine jongen was, heb ik nooit zoo hard
geloopen. Ik had bijna geen adem meer om
den chauffeur te vertellen, waar hij me
heen moest brengen."
Borlase," riep Seabright, „je bent een
Trojaan!"
De parelhandelaar lachte. ,Daar weet ik
niets van. Maar wat zeggen jullie wel van
het nieuws, dat ik jullie breng. Het lijkt
me wel belangrijk."
.Belangrijk! Goeie hemel, dat zou ik
denken!"
„Waimeer Charles B. Kelsey werkelijk
Cornells van Houten is", riep Terry, „dan
zou dat een heeleboei verklaren!"
„Die kaart begon Borlase. maar werd
onmiddellijk in de rede gevallen.
„O. ik geloof je best. Ik heb iets dergelijks
al dien tijd al vermoed. Die schooier met
het roofvogelgezicht moet het een of andere
familiehd van den overleden millionnair
zijn. Hij is de man, die de erfenis van
den kleinen Maurice Charlton hoopt te
krijgen en hij staat voor niets om dat te
bereiken. Hij kwam hier om met ons in
aanraking te blijven en wist niet, dat wij
hem precies geschoten hebben. Hij moet
jou vannacht verdacht hebben
„Dat blijkt wel uit wat er gebeurd is",
viel Borlase in. „HU heeft zeker gedacht,
dat ik zijn plannen met het jacht afge
luisterd had".
„En wat denk je dat die plannen zijn,
ouwe jongen?" vroeg Seabright.
„Hij wil het schip op de een of andere
manier onklaar maken, zoodat je hier vast
zit, terwijl die oude zeeroover Amos Smith
het kind in handen krijgt. Dat beetje wat
ik over die propeller hoorde kan ons veel
leeren. Ik heb het jullie nog niet gezegd,
maar ik had een idee dat Kelsey Van Hou
ten het met dat plan niet heelemaal eens
was. Uit zijn toon meende lk op te maken,
dat hij er bezwaar tegen had en het brok
stuk over dat uitstel van een week scheen
op drastischer maatregelen te wijzen. Het
Hikt me wel, dat ie bevel moet geven om
scherp toezicht op de .Kestrel" te houden.
Seabright".
„Daar zal ik voor zorgen", antwoordde de
eigenaar van het jacht vlug. „Ik ben niet
van plan iets te riskeeren. Ik ga er van
nacht nog op slapen".
„Ik denk niet dat dat noodlg is", zei
Borlase „Ik weet niet wat hun plannen
zijn, maar in leder geval zullen zij ze niet
zoo gauw ten uitvoer brengen. Dat zou
jullie de gelegenheid geven de boel weer in
orde te maken en die schooier wil dat het
jacht een week lang niet te gebruiken is.
Ik heb niet veel gehoord, maar denk niet
dat. hij die week morgen al wi! laten be
ginnen.... Jullie moeten volgende week
Babbage uit Molokai halen. Kelsey Van
Houten weet daar zeker niets van?"
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).
HET NIEUWE RAADHUIS TE. NIEliWVEEN OFFICIEEL GE
OPEND door den vaam. comm. der Koningin, jhr. mr. L. E. H.
von Fisenne. Tijdens de zanghulde. Geheel rechts de burgem. van
Nieuwveen, J. A. Bakhuijzen; links van hem jhr. mr. von Fisenne
MINISTER SLINGENBERG HIJSCHT DE VLAG ter gelegen
heid van de opening van het R K Jeugd-Werkkamp „Vredesteijn"-
te Egmond-Binnen.
FEESTELIJKE INTOCHT VAN PRINS EN PRINSES TE SOEST. UNIFORMEN - voor 't personeel der
Het Paar verlaat het paleis Soestdijk. wereldtentoonstelling te New York.