De neus Van de „Nieuw-Amsterdam" - Tokio-Londen in 94 uur 78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad HET ROODE KENTEEKEN FEUILLETON TOKIO—J.ONDEN IN 94 UUR. De Japanschó vliegers Masaki Iinoema en Kenji Tsoekagosji, die met het vliegtuig Goddelijke wind", den afstand Tokio- Londen -door de lucht in recordtijd aflegden. OM HET AMSTERDA MSCIIE SCHAAKKAMPIOENSCHAP TOOR DAMES. Dr. Max Etiwe doet den eersten zet. aan het bord van zijn moeder in haar partij tegen mevr. Onvlee. Rechts van dr. Eifwe mevr. de iScin-Mulder, 75 jaar oud. en een der favorieten. JUR. TV. SNOECK IIUR- G RON JE op de Ken- ncmer Golfclub tegen een Engelsche studentenplocg XIEUTVE K.L.M.-YOGEL. Uit Cherbourg kwam op Schiphol aan de Douglas D. S. 3. de jongste aanwinst van de K.L.M., die den naam ,,Hop" kreeg. RE GR00TE DAG VOOR DE MAASSTAD. Nog een kijkje op de werf der Rotter- damschc Droogdok Maatschappij, toen men bezig tfas voor den neus van de ..Nieuw Amsterdam" de Koninklijke tribune te bouwen. DE FEESTY ERLICHTING TE BAARNwelke is aangebracht ter gelegenheid van het a.s. bezoek van het Prinselijke paar, heeft gisteravond proef gebrand. De belangstelling van de jeugd. DE PARIJS! HE ZESRAAGSCHE. De HollandJer Pellenaers met zijn helpers. OTTWELL BINNS. 46) Er was een plek waar een dikke bougain- villea, over 't latwerk geleid, zijn purperen bloesems liet vallen, zoodat zich daar achter een beschut hoekje gevormd had en daar in de zachte schaduwen, uit het gezicht van de twee mannen aan het ta feltje ontmoetten zij elkaar. De plek was op een verliefd paartje na geheel verlaten en die gingen zoo In elkaar op, dat ze geen belangstelling hadden voor iemand anders. En of Norma zich van hen bewust was of niet, ze trok zich er niets van aan. maar vloog regelrecht in de armen van den man, dien ze liefhad. Hij voelde haar van opwin ding trillen en even daarna fluisterde ze bevend „O, ik heb zoo over je in angst gezeten." Haar bezorgdheid trof hem diep, maar hij dwong zich te lachen. „Onkruid vergaat niet, dat weet je toch wel, lieveling?" „Maarje weet niet!.... Mr. Borlase heeft een gebochelden kleinen Chinees in de stad gezien en hij dacht, dat het best Chan zou kunnen zijn „Waarschijnlijk is het hem ook wel ge weest. Ik heb den bochel twee keer gezien en op het oogenblik is hij hier niet ver van daan, met Janey en tracht waarschijnlijk een verklaring te geven voor het pistool schot. dat zoo juist gelost is." „O," fluisterde zij. „Je bent in gevaar ge weest. Ik wist het wel." „Kalm, liefste," antwoordde hij. „Het was niets. Het pistoolschot was, geloof ik, een ongeluk. In ieder geval heeft het me niets gedaan." Hij zei maar niets over het mes, dat wel in Chan's hand gezeten zou hebben en lachte weer, toen hij haar arm nam en in de richting liep van het ta feltje waar Seabright en Borlase te wach ten. „Ik heb iets ontdekt," zei hij opge wekt. „Ze hebben je neefje nog niet te pakken gekregen." „Hoe weet je dat?" „Dat Wakinshaw mensch heeft het ken- teeken nog in haar bezit. Dat heeft ze zoo goed als toegegeven." „Heb je haar gesproken?" „O ja," hij lachte toen hij antwoord gaf. „Nogal een intiem gesprek was het. Je zult alles direct wel hooren." Ze bereikten de tafel en gingen zitten en dadeiijk begon Seabright hem te onder vragen. „Het was dat kleine boevenvrouwtje, dat je gezien hebt, niet?" „Dat was zeker." „Borlase denkt, dat hij Chan gezien heeft." „Dat is best mogelijk. Ik heb hem twee keer gezien. Hij is op het oogenblik in den tuin van een van de hotels aan het strand, met de kleine Janey, tenzij ze hem ver- stooten heeft. En ergens in Honolulu zwerft de man rond, die in dit Van Houten geval achter de schermen zit." „De man achter de schermen. Je be doelt „De man met den haviksneus uit Kow- loon, degene, die kapitein Amos, Chan en Janey betaalt en waar zij op hun beurt chantage op willen plegen als het ge schikte oogenblik gekomen is." „Hoe weet je dat Terry?" „Ik heb genoeg van hem gezien om hem te herkennen. Wanneer Janey hem niet ge waarschuwd had, zou ik hem vast gespro ken hebben." „Je bent, geloof ik aardig onze boontjes aan het doppen geweest, ouwe jongen." „Dat ben ik zeker. Luister maar eens, dan zal ik het jullie vertellen." Hij bracht een getrouw en levendig ver slag uit van zijn avonturen en zijn drie toehoorders luisterden geboeid en met stij gende verbazing. Toen hij met zijn verhaal klaar was, begon Jim Borlase het eerst te spreken. „Dat Wakinshaw kind moet een tijgerin zijn.ik ken haar soort wel. De vrouwen, die bij de boevenbendes werken zijn erger dan hun mannen.Maar hoe zün zij en die gebochelde Chinees hier gekomen? Het Hikt me toch niet, dat die douane-ambte naar ons leugens heeft zitten verkoopen". „Nee Maar Honolulu is niet de eenige plaats in de Hawaii groep waar de ..Dusty Miller" zijn anker kon laten vallen. Vanaf dat ik Janey in dien bioscoop zag zitten, heb ik daarover gedacht. Ik denk dat kapitein Amos zijn aude truc herhaalt. Hij is Broome niet met de ..Dusty Miller" binnen gevallen, maar desondanks is hij er toch geweest en heeft de gewenschte inlichtingen verkre gen. Ik geloof vast. dat hij nu weer het zelfde spelletje gespeeld heeft. Het schip ligt natuurlijk bij een van d? andere eilan den Mani of zelfs Molokai. Alle twee zou den ze even handig zijn om met Babbage in aanraking te komenMaar in ieder geval is het zeker dat de „Dusty Miller" hier ergens in de buurt is en dat we vlug moeten handelen". Seabright knikte. „Jü en ik gaan morgen naar Molokai met een bootje dat op de verschillende eilanden vaart. Ons onder houd met Babbage is afgesproken. Vlugger dan dat kunnen we niet zijn en ik hoop nu maar dat we het stel van de .Dusty Miller" voor zijn". „En als we dat nu eens niet zün „Dan kan het nog niet veel schelen. Wanneer dat Wakinshaw kind het kentee- ken heeft „Daar ben ik zeker van!" ..zullen ze haar niet achter laten, daar het een meisje moet zün. dat het teeken aan Kee Song overhandigt. Jammer dat we dat stuk ivoor niet in handen kunnen krijgen". „Dat zou de schooiers van de Dusty Miller" toch niet tegenhouden. Als ze een maal weten waar het kind zich bevindt dan zullen ze. indien er niets anders op zit, het met geweld te pakken zien te krügen. Onze eenige hoop ligt werkelük hierin, dat we het eerst bü Kee Song zün". „Morgen gaan jü en ik vroeg op stap en we zullen Kee Song er niet vlugger op vin den door den geheelen nacht over het ge val te blijven praten. Dus l"kt bet me ver standiger om naar bed te gaan'. „Ja", zei Terry en nadat de anderen goedennacht gezegd hadden bleef hü nog even met Norma buiten. Het meisje was weer aan een hevige bezorgdheid ten prooi en hü plaagde er haar een klein beetje mee. „Ik kan er niets aan doen," antwoordde het meisje. „Het schünt dat we de climax naderen en ik ben bang dat het mis gaat. Als die man Babbage nu eens weigert te spreken „Dat zal hü niet," zei Terry vol ver trouwen. „Of ais die anderen hem nu eens eerder gesproken hebben „Dan zal hü zijn inlichtingen weer op nieuw verkoopen. Morgen weten we zeker waar het kind is". Hü sprak vol vertrouwen en den volgen den morgen toen Borlase en Norma hem en Seabright naar de boot brachten was zün stemming nog niets veranderd. „Als we terug komen riep hü vrooUik. toen de stoomboot de werf verliet en ging op weg met de vaste overtuiging dat zijn reis een gelukkig einde zou hebben. Met Seabright zag hü de dreigende ber gen van Molokai, met zün kale vulkani sche rotsen, in de kristal heldere lucht omhoog steken, hard. afschrikwekkend, een plaats van onuitsprekelüke ellende. Hij staarde naar de hooge klippen, naar de hoogere heuvelrug erachter en de vage bergen in de verte en toen de steile klip- penwand in een laag voorgebergte over ging, dat in de blauwe zee vooruitstak en de kleine houten huisies van de nederzet ting in zicht kwamen, zei hü vol vertrou wen tegen zijn vriend: „Hier is het einde van onzen zwerftocht!" „Of het begin van een nieuwe." lachte SeabrightErgens in de eilanden kan veel inhouden, weet je. Maar wat doet het er toe? De wereld is gemaakt voor zwer vende menschen." (NWlruk verboden). .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5