De bouw van het Prinselijk jacht - Minister de Wilde in den Bosch
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
HET ROODE KENTEEKEN
78sfe Jaargang
FEUILLETON
HET MOTORJACHT „PIET HEIN'' VOOR PRINS EN PRINSES IN AANBOUW.
Een foto van de werkzaamheden aan het Prinselijke jacht op de werf in Amsterdam.
SPORTWEDSTRIJDEN VOOR MILITAIREN TE BREDA, ter gelegenheid van
het 56-jarig bestaan van het 3e regiment veld-artillerie.
Een wedloop met hindernissen.
DE BEKENDE K.L.3I.-PILOOT SIL-
LEVIS, trad in Amsterdam met
mej. Annie Regter in het huwelijk.
MINISTER DE WILDE BRACHT EEN BEZOEK AAN 's-HERTOCENBOSCH,
ter bezichtiging van dc veehallen in verband met de uitbreiding. De begroeting op
het stadhuis. Rechts dc burgemeester van den Bosch, mr. van Lanschot. Achter den
minister, mr. dr. K. J. Frederiks, secretaris-generaal dept. Binnenlandsche Zaken.
DE NOORSCHE KROONPRINSELIJKE FAMILIE GEFOTOGRAFEERD in de
slotkapel te Oslo, na den doop van Prins Harold, den jongsten zoon van den Kroon
prins. Staande: Kroonprins Olav, zittend: Prinses Ragnhild, Kroonprinses Martha
met den kleinen Prins Harold en Prinses Astrid.
BIJ HET AANSLAAN DER MOTOREN - geraakte een En-
gelsche vlii'egboot te Plymouth in brand. De brandweer wist
het vuur te beperken tot den vleugel-
„HALS OVER KOP". Een jockey maakt tijdens een
sprong over een hindernis bij rennen in Torquai (Eng.),
met den grond kennis.
OTTWELL BINNS.
39)
..Laten we het half om half noemen",
lachte Borlase. „Wanneer jullie niet toe
vallig langs gekomen waren, had het best
kunnen gebeuren, dat ik al mijn kruit ver
schoten had en een Japansch mes in mijn
lichaam gekregen had Een vriend van
me zal mijn logger verkoopen en als ik een
beetje geluk heb, kom ik hier niet meer
terug. Parelvisschen is lang niet alles, wat
ze er van zeggen; op zijn best genomen is
het een vuil werkje. Ik heb zoo'n idee. dat-
ik ga trouwen en een vruchtenkweekerij
ga beginnen".
„Dus er is een meisje in het spei?" zei
Terry glimlachend.
„Een van de besten en je kunt een aardig
meisje niet naar Broome brengen, als je
haar tenminste gelukkig wilt maken. Daar
om wil ik met wat Ik in obligaties heb en
de parel waar die vervloekte Japanners me
voor hadden willen dooden, een vruchten
kweekerij beginnen, als ik er een geschikte
plek voor kan vinden". Hij staarde naar
buiten in de schaduw van de poincianas
voor het hotel en voegde er toen bij: „Ik
heb zoo'n idee. dat een man zijn geluk
tot op zekere hoogte in de hand kan werken
en dat. wanneer hij die grens overschrijdt,
het geluk hem den rug toekeert en hij dan
verloren is. Mijn grens was bereikt, toen
ik die parel onder den rand van die oester
voelde en dien schurk van een Yosokama
dood moest schieten om haar te kunnen
behouden.Daarom schei ik er mee uit.
Ik heb te dikwijls meegemaakt, dat fijne
kerels door lieve knipoogjes ingepalmd
werden, of verdronken, of rustig om zeep
gebracht en dan als „zoekgeraakt" opge
geven werden en wil nu verder liever geen
risico meer loopenU moet niet denken
dat ik bang geworden ben
..Bang!" Terry herinnerde zich de ijzige
kalmte, waarmee Borlase de duinten in de
gaten gehouden had. waar de mannen, die
hem wilden vermoorden, verscholen waren
en hij lachte. „Groote Goden, nee!"
Borlase deed een haat aan zijn pijp en
zette zijn levensphilosophie uiteen. „Een
man is gek als hij de kans met aangrijpt,
wanneer hem die geboden wordt.En
dit is mijn kans en ik grijp haar met
beide handen aan.Als ik hier bleef, zou
ik waarschijnlijk verliezen, wat ik tot nu
toe gewonnen heb. Misschien zou ik aan
den drank gaan wie zal het zeggen? Ik
heb anderen op die wijze te gronde zien
gaan hoopen. En daarmee zou ik het
leven van dat kind voorgoed bederven
En dat zou het ergste zijn wat ik kon
doenDaarom ga ik hier weg, voordat
ik me niet meer los kan maken en ga ge
lukkig worden en een rustig leven leiden".
De andere twee waren het volkomen met
hem eens en terwijl ze een oogenblik zwij
gend bij elkaar zaten, bereikte van de
stoffige straat achter de breede poincia
nas het getier van dronken stemmen, die
een schunnig liedje aan het zingen waren,
hun ooren. Ze luisterden alle drie en toen
sprak Borlase opnieuw.
„Dat!" zei hij. „Dat en Sheba Lane of
de een of andere lichte blanke vrouw
Is dat het leven? God help ons!" Hij stond
op van zijn stoel. „Ik hoop dat jullie me
niet kwalijk neemt, dat ik nu wegga
zei hij. ,.Nu het afgesproken is, dat ik met
dat prachtige schip meezeil, moet ik nog
het een en ander in orde brengen en ik
ben je werkelijk ontzettend dankbaar,
Seabright".
„O, houd op", zei Seabright. „Ik doe er
Domville en mezelf een groot plezier mee,
als je dat maar weet". Hij keek toe, hoe
de parelhandelaar de veranda verliet en
twee minuten later zag hij hem onder de
poinciana's de straat ingaan en toen zei
hij: „Een verstandig man, Terry, en. wat
meer is, een goeie kerel".
„Ja", zei Terry. „Ik ben blij, dat hij met
oiis meevaart. Al was het alleen maar om
dat de eene dienst de andere waard is".
Twee dagen later stoomden zij Broome
uit en zetten koers naar de Timor Zee en
wat daarachter lag, wat door Seabright 't
peperbus-strooisel van den Stillen Oceaan
genoemd werd. Voor Terry Domville had
deze reis, in het gezelschap van het meisje,
dat hij liefhad, langs feeërieke eilanden
en door zeeën, die de prachtigste verge
zichten boden, een hemelsche tijd kunnen
zijn, als Norma niet aldoor achtervolgd
was geweest door de gedachte aan het kind
waarnaar ze op zoek waren en waarvoor
ze dezen langen tocht over den Stillen
Oceaan maakten, die, zooals ze beiden wis
ten, in het vroolijke Honolulu nog niet ten
einde zou zijn.
Zelfs geen uur liet die gedachte haar los.
Of ze keken naar eilanden, die hun groene
toppen in de blauwe lucht verhieven vanuit
nog blauwere zeeën, of naar atollen die ais
groote slingers op de groene wateren lagen.
altijd lag de schaduw van die gedachte in
haar oogen. Als ze samen od het dek zaten
onder de groote sterren van het zuiden,
swak de bezorgdheid uit haar woorden en
versomberde elk uur van zoet geluk. En
eens. toen er aan het blauw van den verren
horizon een vuile rookstreeu verscheen,
wist hl.j wat er in haar omging en inder
daad maakte ze daar ook geen geheim van.
„Geloof je, dat we ..Dusty Miller" al ge-
uasseerd kunnen zijn?" vroeg ze ocenhar-
tig, terwijl ze naar de vlek od de helde
re lucht keek.
„Ik weet het niet. liefste", zei hij. „De
zeeën hier zijn erg ruim. Maar Seabright
neemt de meest directe route, die hii zon
der gevaar kan maken".
„En als we ze nu eens niet passeeren?"
vroeg ze en haar bezorgdheid werd grooter.
„Wanneer die mannen Babbage eerder te
pakken krijgen?"
„Kom." zei hij zoo luchtig mogelijk, „al
kregen we hem het tweede te spreken, dan
nog zouden we ze dicht od de hielen zitten
Je moet niet vergeten, dat we misschien
wel voor de helft weer over den Stillen
Oceaan terug moeten. En od een langen
afstand zullen wii het tenslotte winnen".
Toen nam haar vrees een anderen vorm
aan. „Als die Babbage nu eens dood was?"
„Dat is niet waarschijnlijk", verzekerde
hü haar „Aan melaatschheid sterven de
menschen niet olotseiing. In Molokai zal
Babbage uitstekend verzorgd worden. Mis
schien kunnen ze wel verhinderen, dat de
ziekte zich verder uitbreidt"
„Maar ais hü nu eens weigert te ?Dre-
ken?"
Terry lachte onrecht. „Dat zal hij niet.
Hii behoort tot het soort, dat zich altijd
om laat koooen".
„Maar wat kan je een man aanbieden,
die in Molokai opgesloten zit? Je zou net
zoo goed kunnen orobeeren een man om te
koopen. djg levenslang in de gevangenis
Zit. Geld is niet veel beter dan steenen voor
iemand die het toch niet gebruiken kan".
Terry lachte weer. „Nu heb ie het mis.
Norma. Molokai is niet slechts een lazaret.
Honderden van zijn bewoners leiden een
biina normaal bestaan. Ze hebben hun
eigen bezittingen. Ze doen zaken, hebben
visschersbooten. nemen werk aan en zoo
voort. En ze hebben hun eigen genoegens
een race baan. baseball terreinen, ciubs.
bands. Het eenige ellendige is hun
ziekte en de afzondering, waarin ze leven.
Maak ie maar niet bezorgd over Babbage.
Hij zal geld best kunnen gebruiken en hii
zal ons wel inlichtingen willen verschaffen
voor een zekeren orifs"
Hit surak met overtuiging, maar toen
Norma naar beneden gegaan was, kwam.
haar vraag "'eer bii hem oo en toen hü er
goed over nadacht werd zijn vertrouwen
toch wel een beetje minder.... Als Bab
bage. geërgerd door zijn opsluiting nu eens
werkelijk recalcitrant bleek te ziin? Of als
geld hem inderdaad niet zou verlokken, hoe
zouden ze hem dan over kunnen halen te
soreken? Norma had toch wel gelijk. Het
was mogelijk, dat de gewone lokmiddelt.ies
op een man. die gedoemd was ziin leven
lang in een melaatschen-kolonie door -e
brengen, geen uitwerking zouden heb'-en.
Wat zouden ze hem dan kunnen bieden
voor de inlichtingen betreffende Kee en
het kleine kind?
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).