.Voorstellen aan den Leidschen Raad Ons Kort Verhaal „IDECO" fljsfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 16 Maart 1937 Vierde Biad No. 23611 Een lot uit de loterij GAAI UVERHUIZEN! DE STADHUISBOUW. De eigenaren van de perceelen Visch- martct No. 6 en Maarsmanssteeg No. 12, welke perceelen tijdens het maken van de paalfundeering c.a. ten behoeve van den Stadhuisbouw, geheel of ten deele bouw vallig werden, verzoeken dat de gemeente huu perceelen in den vroegeren toestand zal doen optrekken en daarmede niet zal wachten, totdat zal zijn beslist, door wie de schade zal moeten worden vergoed. B. en W hebben omtrent die adresesn liet gevoelen ingewonnen van den rechts geleerden raadsman der gemeente. Uit dat advies moge blijken, dat, met het oog op de belangen van de gemeente, op die verzoeken niet kan worden ingegaan. Adressanten zijn blijkbaar van meening, dat de gemeente, indien zij er toe over mocht gaan aan hun verzoeken gevolg te geven de kosten, welke daaruit voor haar zouden voortvloeien, eventueel op de aan- neemster kan verhalen. Deze meening is echter onjuist, omdat de gemeente door de beschadiging van de huizen zelf geen schade geleden heeft en derhalve nimmer in een rechtsvordering tegen de aanneemster tot vergoeding van kosten, welke de gemeente ten behoeve van de eigenaren wegens de beschadiging van hun perceelen zou hebben gemaakt, zou kunnen slagen. Behalve dat de gemeente, indien zij over eenkomstig het verlangen van adressanten handelde, de daaruit voortvloeiende kosten niet op de aanneemster zou kunnen verha len, zou de gemeente bovendien door de schade voor haar rekening te nemen, haar standpunt, dat zij niet aansprakelijk is voor die schade, ernstig verzwakken en daarmede haar positie in het geschil met de aanneemster in belangrijke mate bena- deelen. En dat de schade door een spoedigen op bouw aanmerkelijk zou worden beperkt is evenmin juist. BB en W. betreuren het oprecht, dat door de gemeente aan het ongerief, hetwelk adresanten ondervinden, niet tegemoet kan worden gekomen. BENOEMING EN ONTSLAG. B. en W. stellen voor den heer C. Kok. od verzoek, eervol ontslag te verleenen als ieeraar aan het Gymnasium. Als tijdelijk ODvolger wordt voorgesteld de heer drs. G. B A. Sixma. In de vacature G. Meulenberg als onder wijzer aan de opleidingsschool voor U.L.O. aan de 3 Octoberstraat bevelen B. en W. aan: 1. mevr. de wed. J. B. Puissant-Bot alhier; 2. mej. S Lefeber te Deventer; 3. mej. L. G. Tuk. te Nieuwpoort. Tengevolge van het overlijden van den heer P. G. Hocks is in de Zulder-Commissie tot wering van schoolverzuim een vacature ontstaan. Aanbevolen worden: 1. de heer P. J. M. Hoeks, alhier; 2. de heer A. H. Winkelmolen, alhier. Tengevolge van het aan den heer S. Daï- meijer verleend eervol ontslag is met in gang van 1 Februari j.l. een vacature van onderwijzer ontstaan aan de Jongensschool voor U.L.O.terwijl voorts tengevolge van de toeneming van het aantal leerlingen aan die school een verplichte leerkracht meer verbonden moet ziin dan thans het geval is. Voorgedragen worden: A. 1. J. Dek tüdeliik onderwijzer aan de Jongensschool voor u.l.o., alhier: 2. J. M. Bakker, onder wijzer aan de openbare school voor u.l.o. te Neede: 3. M. J. Oele. onderwijzer aan de ODenbare school voor u.l.o. te Den Buig (Texel). B. 1. J. M. Bakker, onderwijzer aan de openbare school voor u.l.o. te Needc: 2 M. J. Oele. onderwijzer aan de openbare school voor u.l.o. te den Burg (Texel); 3. J. H. van Neerbos. onderwijzer aan een neutrale school „de Leerschool" te Nij megen. In de periodieke vacatures per 31 Decem ber 1936 van de leden der plaatselijke schoolcommissie G. E. E. Kuyntjes. mevr. H. A. E. Rademaker-Coucke. F H. N. Bloe- mink, A. L. L. Gathier en mr. H. F A. Donders worden de navolgende dubbeltal len ter aanbeveling aangeboden: Vacature G. E E. Kuyntjes: 1. A. Hek stra: 2. B. H. J. Heijdemann. Vacature mevr. H. A. E. Rademaker- Coucke: 1. mevr J. L. Burgersdijk-Eerd- nians: 2. mevr. M. Buurman-den Hollander. Vacature F. H. N. Bloemink: 1. F. H. N. Bloemlnk; 2. H. v. d. Jagt Vacature A L L. Gathier.' 1. A. L. L. Gathier: 2. LJ. Tijmstra. Vacature: mr. H. F. A. Donders: 1. mr. H. F. A. Donders; 2. Th. B. J. Wilmer. In de vacatures in de plaatselijke school commissie, ontstaan doordat de heeren W. Koops en J. M. Mazurel het onderwijs ver lieten en doordat de heer A. Couvee P.Jzn. overleed, worden de navolgende dubbeltal len ter aanbeveling aangeboden: Vacature W. Koops: 1. H. v. d. Jagt; 2. D. Janssen. Vacature J. M. Mazurel: 1. P. M. van Eermondt: 2, Mej. H. de Wilde. Vacature A. Couvee P.Jzn.: 1. J. P. Mul der; 2. dr. J. van Ham. VERORDENING OP DE WATEREN. 9 November 1936 werd door den voorzit ter namens de commissie aangehouden het voorstel van 30 September 1936 tot wijzi- cing van de Verordening op de Wateren. ODdat men zich nader zou kunnen beraden over daartegen inmiddels ingekomen be twaren. Daarop werd overleg gepleegd met ton deskundige uit de kringen der belang hebbenden. terwijl de daarbij naar voren sekomen denkbeelden vervolgens werden onderworpen aan het oordeel van de direc teuren van den Gem. Reinigings- en Ont- smettingsdienst en van den Markt- en Havendienst. Een en ander gaf aanleiding de concept- W'Uziging op verschillende onderdeelen te herzien. Zoo bleek het bü nader inzien niet noodzakelijk het vervoer van bouwmateria len en teelaarde aan banden te leggen, aangezien de vervoerders uit eigen belang met deze waardevolle stoffen de nocdige voorzichtigheid zullen betrachten. Verder moet het inderdaad gewenscht worden geacht de vriie doorvaart zoo min mogelijk te belemmeren. Aangezien ook direct doorvarende Duinvaarders de te be- strijden handelingen wel niet zullen ver richten. komt het juist voor hen van de meest bezwarende bepalingen waarmede zij uiteraard ook niet od de hoogte kunnen zijn. vrij te stellen. Aan den eisch, dat in verdiepte laad ruimten de lading 10 c.M. onder de rand van de wanden moet blijven, is. naar men mededeelt, in de praktijk niet steeds te voldoen. Ook een volstrekt verbod van het gebruik van zolderschuiten met gesloten bovendek blijkt te ver te gaan, terwijl de tiid van vervoer tusschen zonsopgang en zonsonder gang in den winter te kort kan zijn. Eenige mitigatie van de ontworpen bepalingen is dan ook gewenscht en wordt voorgesteld. Tenslotte zijn nog enkele onbeteekenen- de wijzigingen van administratieven en redactioneeien aard aangebracht. KEURINGSDIENST VAN VEE EN VLEESCH. Tegen de Verordening od den Keurings dienst van Vee en Vleesch. zooals die 19 Februari 1934 is gewiizigd. bestaan bii Ged. Staten eenige bezwaren, die in hoofdzaak hierop neerkomen, dat de aldus gewijzigde verordening nog verschillende bepalingen bevat, die in het licht van het arrest van den Hoogen Raad van 22 Februari 1932 niet kunnen worden beschouwd als te ziin in het leven geroepen ter uitvoering van de Vleeschkeuringswet en mitsdien ontoe laatbaar moeten worden geacht. Met de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis ziin B. en W. van oordeel, dat de door Ged. Staten geopperde bedenkingen in het algemeen gegrond zijn. zoodat opnieuw wijziging van deze veror dening noodig is. DE VEEMARKT. De Commissie voor den Markt- en Ha vendienst acht het in verband met de ver nieuwing van de Veemarkt en de opheffing van de Beestenmarkt als veemarkt noodig. dat de Verordening op de Veemarkt op verschillende punten wordt gewijzigd, ten einde deze in overeenstemming te bren gen met den feitelijken toestand. Ook voeit deze Commissie behoefte aan een bepaling in de verordening, waarbij het verboden zal ziin on het terrein der veemarkt te venten, zonder dat hiertoe een staanplaats is aangewezen. KASGELD-LEENING. 9 November 1936 werd besloten, om ge durende de maanden November en Decem ber 1936 en het le kwartaal 1931. zoo noo dig, kasgeldleeningen aan te gaan tot een maximum van f. 1.500.000. I verband met het aangaan, ingevolge Raadsbesluit van 21 December 1936 van eene 31/; pet. obltgatieleening, groot f. 1.500.000, behoefde tot dusver van deze bevoegdheid geen gebruik te worden ge maakt. zoodat op het oogenblik geen kas geld door de gemeente is opgenomen. Met het oog echter op de gedurende het 2e kwartaal aan de gemeentekas te stellen eischen voor de betaling van de ondersteu ning van werkloozen en armlastigen, de restitutie van pensioenen en andere groote betalingen, waaronder die voor rente en aflossing van geldleeningen <o. a. werden bij de conversie van eenige geldleeningen I de aflossingen over 1937 ten bedrage van in totaal f. 230.000 buiten het nieuwe lee- ningsbedrag gehouden, welk bedrag dus vervroegd uit den gewonen dienst moet worden voldaan), is het wel gewenscht. om voor dat kwartaal over een machtiging tot het opnemen van kasgeld te beschikken. Het maximaal bedrag, dat gedurende ge noemd kwartaal de kasschuld zal mogen beloopen wenschen B. en W. te zien vastge steld op f. 1.000.000. HUURVERLAGING. Van P. A. Lefeber, huurder van de bene denwoning Nieuwsteeg no. 10, is een ver zoek om huurvermindering ingekomen. Dit huis is aan hem verhuurd voor den pi'ijs van f. 350 per jaar, straatbelasting inbegre pen. Bovendien heeft W. A. Blom om huur- verlaging gevraagd. Aan hem werd de ga rage met bovenwoning Langebrug no. 99 verhuurd tegen een jaarlijksche huursom van f. 720, straatbelasting inbegrepen. Voorts verzoekt mr. W. C. Feitkamp de huur van het door hem bewoonde huis „Groenoord" aan den Haarlemmerweg no. 49 te verlagen, terwijl hij een wijziging in de verhuringsvoorwaarden vraagt. Het huis is aan hem verhuurd tegen een huursom van f. 624 per jaar, met inbegrip van de straatbelasting. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat er in deze gevallen aanleiding bestaat den huurprijs mei. in gang van het nieuwe huurjaar op 1 Mei a.s. te verlagen, t.w. dien van de benedenwo ning Nieuwsteeg no. 10 tot f. 300 per jaar, dien van de garage met bovenwoning Lan gebrug no. 99 tot f.675 per jaar, en dien van het huls „Groenoord", tot f575 per jaar, straatbeiasting inbegrepen. TOL-VERPACHTING. Bij raadsbesluit van 6 April 1936 werd het recht tot heffing van den weg- en wa- tertol tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het zg. „Leidsche Hek" voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1936, ver pacht aan P. Ciggaar, te Oegstgeest, voor de som van f. 1050 per jaar. De paent ein digt derhalve op 30 April as. Op dien dag loopt ook de laatstelijk bij Koninklijk Be sluit van 8 Mei 1934 no. 46 verleende con cessie tot het heffen van den tol af; bij ae Kroon zijn reeds de noodige stappen gedaan voor de verlenging van deze mach tiging. TRANSFORMATORHUISJE. Het tijdelijk houten transformatorhuisje, geplaatst achter de bebouwing van de ver lengde Mauritsstraat, nabij de van der Duijnstraat. behoort te worden vervangen door een definitief, gemetseld gebouwtje. Hiervoor hebben de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit de beschikking noodig over een strookje grond, waarvoor zij bereid zijn de gebruikelijke vergoeding van f. 7.80 per M2. te betalen. Het komt B .en W. voor. dat het terrein, gelegen achter de woningen van de wo- ningtxmwvereeniglng „Ons Belang" aan de Marnixstraat, de meest geschikte plaats is voor dit gebouwtje. De woningbouwver- eeniging is bereid aan de gemeente het recht van medegebruik te geven, in den vorm van een servituut ten behoeve van den toegang van de van der Duynstraat naar het transformatorhuisje en voor het leggen van de electrische kabels. STEMBUREAUX. Als gevolg van de toeneming van het aantal kiezers in deze gemeente en een verschuiving van kiezers naar nieuwe woonwijken, is het noodig, de grenzen van enkele stemdistricten te herzien en het aantal stemdistricten met één uit te lei den. Ten behoeve van het nieuwe stemdistrict moet een stemlokaal worden aangewezen, waarvoor in aanmerking komt een der lo kalen van het Centraal Israelietisch Wees- en Doorgangshuis aan de Rodenburger straat. Het bestuur van die instelling is be reid een der lokalen van dat gebouw voor het beoogde doel beschikbaar te stellen. STEUN AAN KUNSTENAARS. Door den Minister van Sociale Zaken is een Stichting in het leven geroepen, welke ten doel heeft, kunstenaars, die werkend lid zijn van door dien Minister toegelaten vereenigingen van kunstenaars en die in behoeftige omstandigheden verkeeren, gel delijke uitkeeringen te verleenen. De middelen der Stichting worden voor namelijk gevormd door bijdragen van de kunstenaarsvereenigingen en subsidies van het Rijk en van de Gemeenten, welke zich bereid hebben verklaard aan de regeling mede te werken. De bijdragen der vereenigingen zijn be paald op een bedrag per lid. n.l. f. 1.25 per maand voor schilders, beeldhouwers, sier en nijverheidskunstenaars en grafische kunstenaars en op f. 0.44 per maand voor toonkunstenaars. Het subsidie van het Rijk bedraagt 100 pet. van de bijdragen der vereenigingen, dat van een medewerkende gemeente 100 pet van de bijdragen der vereenigingen. voor zooveel deze betrekking hebben op in die gemeente wonende aangesloten kun stenaars. Bij schrijven van 3 Februari jJ., verzoekt de Minister onze gemeente om tot de vo renbedoelde regeling toe te treden. Met de Sub-Commissie voor de Steunver lening. wier advies B. en W. ter zake in wonnen zijn zij van oordeel, dat er aan leiding bestaat, om aan het verzoek te vol doen. aangezien ook in deze gemeente kunstenaars wonen, die bij tot de regeling toegelaten vereenigingen zijn aangesloten en toetreding voor de gemeente geen groote kosten medebrengt. De jaarlijksche uitgaven voor de ge meente worden, naar den huidigen stand van zaken, geraamd op f, 112, terwijl voor eenmaal een bedrag van plm. f. 120 bij de toetreding zal moeten worden betaald. ONDERZOEK TOESTAND WERKLOOZEN. Bij de behandeling van de gemeente- begrooting voor 1936 werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een voor stel van den heer Snel, in zake het Instellen van een onderzoek naar den toestand in de gezinnen der werkloozen. In verband met de omstandigheid, dat korten tijd daarna bekend werd. dat van regeeringswege een Commissie zou worden belast met een onderzoek naar den gezond heids- en voedingstoestand in gezinnen van werkloozen. en dat met een algemeen budget-onderzoek bij die gezinnen zou wor den aangevangen, meenden B. en W. de behandeling van bedoeld voorstel voorloo- pig te moeten laten rusten en te trachten de gemeente Leiden in het van regeerings wege in te stellen onderzoek te doen be trekken. Te meer bestond daartoe aanleiding, ver mits de inzichten van cfeskundigen om trent de te volgen methode van onderzoek naai' den gezondheids- en voedingstoestand in de gezinnen van werkloozen zeer uiteen- loopen en ook aangaande de waarde van de uit een zoodanig onderzoek te trekken conclusies onder deskundigen geen een stemmigheid bestaat. Zou deze gemeente in een van regeerings wege in te stellen onderzoek kunnen wor den betrokken, dan zou in elk geval Ver kregen worden, dat de toestand in de gezinnen der werkloozen in deze gemeente naar voor het geheele land aangenomen maatstaven wordt beoordeeld en zou der halve een vergelijking met andere gemeen ten mogelijk worden. B. en W. wendden zich mitsdien om. in lichtingen terzake tot den Minister van Sociale Zaken en vervolgens tot den Voor zitter van de betrokken Commissie ten einde te verkrijgen dat Leiden in het van regeeringswege in te stellen onderzoek zou worden ingeschakeld. Bij schrijven van 12 November 1936 ont vingen B. en W. van genoemden Voorzitter de mededeeling, dat het onderzoek zich ook over Leiden zou uitstrekken. Het budget-onderzoek, omvattende het verzamelen van gegevens omtrent de In komsten en de uitgaven aan voeding, klee ding en andere huishoudelijke zaken is ver deeld over drie perioden, elk van vier we ken en wel in dezen winter, de komende lente en den komenden zomer. Met het onderzoek over de eerste periode is bereids aangevangen. Dit onderzoek strekt zich uit over een 20-tal in overleg met B. en W. uitgezochte gezinnen. Met het toezicht is belast een huishoud- leerares. Deze leerares ontvangt voor hare werk zaamheden een beloonlng van f. 50 per periode, welke door de gemeente moet wor den betaald. Huishoudboekjes, formulieren en weeg schalen worden door de Commissie ver strekt. In totaal zal het budget-onderzoek der halve een uitgave van f. 150 van de ge meente vorderen, welk bedrag uit den post ..Onvoorziene Uitgaven" van de loopende begrooting dient te worden bestreden. door J. P Baljé. Met een kleur van opwinding nam Mies in een hoekje van de tweede-klasse-coupé plaats en een gevoel van intens geluk kwam over haar, toen ze naar het gezellige geroe zemoes op het perron keek. Het was dan eindelijk zoover: ze zat in den trein, die haar naar Parijs zou brengen en aanslui ting gaf op den nacht-express naar Mar seille en Nice. Lang had ze geaarzeld, toen op haar lotje de vijfentwintigduizend viel. en ze ruim duizend gulden in handen kreeg. Zou ze het doen. of niet? Jarenlang had ze op een kantoorkrukje zitten tikken, brieven naar Londen. Parijs, Weenen, Venetië, en in de stille uurtjes had ze ge droomd van al die plaatsen, waar ze nog nooit geweest was. en waar zij met haar bescheiden salarisje ook wel nooit komen zou. Zelfs de grens was ze nog nooit over geweest. En toen, als bii tooverslag. bezat ze duizend gulden, want on haar twintigje was een prijs van vijfentwintigduizend ge vallen. iDrect was toen bij haar het ver langen opgekomen naar de Rivièra te gaan. ééns in haar leven, al was het dan ook maar een week of veertien dageR. volop te genieten. Er waren ook andere 'gedachten bii haar opgekomen van orac'.i-cher aard. maar tenslotte was de verleiding toch te groot geweest. Ze had een ruime koffer en een paar snoezige toiletjes gekocht, was naar een reisbureau gestapt en alles was nu in orde, tot zelfs haar kamer in Hotel Negresco te Nice toe. Toen de trein ging rijden, zette ze zich eens extra gemakkelijk in haar hoekje, sloeg haar magazine open, keek nu en dan eens naar buiten en ze genoot in stilte. Haar hartewensch werd vervuld, ze was op reis naar het buitenland! In Brussel liep de coupé vol. en van le zen kwam nu niets meer. want Mies gaf haar oogen en ooren den kost. Leuk. zoo'n internationale trein. In haar coupé zaten Belgen. Franschen en zelfs een Roemeen. En wat was je snel op ie gemak tusschen al die vreemden. Ze voelde zich met de minuut zelfstandiger worden. Maar aan de grens zat ze toch even Iee- Uik in de penarie. De Fransche douane was verbazend lastig en het ergste was, dat ze in haar zenuwachtigheid met zoo vlug haar sleuteltje kon vinden. Gelukkig, dat de aardige meneer, die in Brussel was ingestapt en zoowaar een Hollander bleek te zijn. de sleutels, die uit haar hand- taschie waren gevallen, in haar hoekje zag liggen. De douane maakte ook al bezwaar tegen haar nieuwe toiletjes en toen ze be teuterd stond te kijken. want ze wist niet zoo heel vlug haar antwoord in het Fransch was die aardige jongen haar alweer te hulp gekomen en ze had gelukkig niets be hoeven te betalen. Is het een wonder, dat ze tot Parijs in een heel geanimeerd ge sprek met hem gewikkeld was, en dat ze, het heel aardig vond. dat hil waarschijn lijk een dag later ook toevallig met vacan- tie naar Nice zou komen? Mies genoot in Nice. Zóó blauw had ze de zee nog nooit gezien, bii Zandvoort was het water grauwgrijs. vooral als het storm de, maar hier leek het werkelijk blauw. Nice was in haar ocgen sprookjesachtig mooi en Negresco was een paleis. Heel erg op haar gemak was ze niet in dat fabel achtige mooie hotel, eigenlijk had ze liever in een wat eenvoudiger gelegenheid gelo geerd, maar ze zat er nu eenmaal en ze wilde immers eens precies leven als de „rijken der aarde", dat had ze den meneer van het reisbureau gezegd. Gelukkig, dat ze in Holland geleerd had. wat „aanpas sing" was. ze wist er zich toch goed door heen te slaan met alles. Maar het werd pas „echt", toen Frans van Berkel haar in „Negresco" opzocht. Hij had nog een paar zaken in Parijs behan deld. vertelde hij. maar nu was hij ook met vacantie Of ze er bezwaar tegen had. met hem een tochtje te maken naar Cannes? Daar had ze heeiemaal geen bezwaar tegen en het leven had haar nog nooit zoo heerlijk, geschenen als nu. 's Avonds gingen ze dansen. Miesje was nooit erg sentimen teel geweest maar toen ze even met Frans op het terras stond en ze keek over de Promenade des Anglais, die daar lag in het licht van de sterke lampen, terwijl verderop op de Baie des Anges enkele lichtjes pink ten van motorbootjes en achter haar de weeke muziek van een langoureuse tango weerklonk, toen had ze werkelijk even moeite zich goed te houden, zoo'n wee moedige stemming maakte zich van haar meester. Maar even later lachte ze alweer stralend, toen ze in Frans' armen over den dansvloer zweefde Veel pret had ze ook. toen ze in het Casino de la Jetée aan de roulette vijftig francs won. 't Was niet veel. maarl ze was er bijna nog opgewondener door, dan ze door haar loterijpriis geweest was. Zoo brachten ze hun dagen door in zalig genieten. Soms lagen ze een heelen morgen op de kiezeltjes in hun badpakken, telkens weer als speelsche kinderen in het water plonsend, dan weer gingen ze teaën in hun hotel, of ze maakten een tocht in de om geving Een week was al voorbij toen Frans haar voorstelde een autotocht te maken langs de Grande Corniche naar Monte Carlo. Frans chauffeerde zelf, en de tocht was een verrukking. In Monte Carlo had ze Weer geluk aan de speeltafel en toen ze terugreden, lag ze droomerig achterover ge leund in de auto. Halfweg liet Frans de auto plots stoppen. „Kijk, Miesje". wees hij. „zie Je ginds heel wazig die bergtoppen? Dat is Corsica!" Mies zag het, maar ze had al zooveel moois gezien deze week, dat ze alleen maar knikte. Haar oogen bleven op Frans' ge zicht gevestigd en Frans' oogen keken recht in de hare. Even was er een moment van aarzeling, toen sloeg ze spontaan haar armen om zijn hals Toen ze weer verder reden was er een gelukkige schittering in haar oogen. Maar tegelijkertijd kwelde haar een beetje zelf verwijt. Ze had Frans in den waan gelaten dat ze rijk was. en dat moest nog hersteld worden. Het viel nu niet mee. v? -Frans zat zoo star voor zich uit te kijken, 't was net. of hem iets kwelde. „Frans", zei ze zacht. „Frans ik moet ie iets ergs bekennen Even maakte de wagen een rare zwen king. toen stopte Frans voor de tweede maal. Nóg ernstiger stond .zijn gezicht „Ik weet alles. Mies!" zei hi.i somber, „zeg me verder maar niets". Miesje verwachtte, dat hij haar nu weer wel in zijn armen zou nemen, maar hii deed het niet en reed weer verder. Al het zonnige viel van haar af. Frans hield dus niet echt van haar. als hij zóó was. Frans had alleen maar ge hoopt, dat ze rijk was, en nu ze dat niet was, nu was ze alleen goed voor een dagje uit. een verstrooiing Voor Hotel Negresco stapte ze uit. Als uit de verte hoorde ze Frans' stem. „Dav Mies, ie begrijpt, we moeten uit elkaar onder deze omstandigheden kan je niets voor me ziin". Ze negeerde zijn hand en toen ze Negres co binnenliep had ze het hoofd hoogopge- richt. maar binnenin haar was er iets aan het stukgaan. Twee weken later kreeg ze een hevigen schok, toen ze in bus A stapte en Frans' gezicht voor zich zag. Ze wilde direct rechtsomkeert maken, maar de wagen reed al en dus moest ze mee. Frans wilde haar aanspreken, maar ze keek niet naar hem om. Bij de volgende halte stapte ze direct af. Haar hart klopte, toen ze Frans' haastige voetstappen acher zich hoorde. .Miesje", hijgde hij. „Miesje Ze stond stil. „Laat me met rust", zei ze ijskoud, „en va-1 me verder niet lastig". Toen liep ze snel weer door. Zijn hand was als een schroef om haar arm. „Mies", zei hij nijdig, „je zult naar me luisteren". Er was iets in zijn stem, dat haar opnieuw deed stilstaan. Maar ze keek hem niet aan. „Ik ben een ezel geweest", beksnde hii. „ik ben bi.i de Recherche en ik dacht, dat iii een opiichtster was. waarvan ik de od- SDoring op me genomen had. Alles wees in die richting: signalement, bruin haar, bruine oogen, knap gezichtjeEn ie had een nieuwe koffer, ie was zenuwachtig bii de douanen, je gaf grof geld uit, dat doen ze allemaal, die er met geld van een ander vandoor gaan. Toen jij me od de Grande Corniche die bekentenis wilde doen liet ik je niet uitspreken, want ik wilde ie niet arresteeren. Snap je nu alles? Toen hier terugkwam scheelde het maar weinig, of ik was er uit gegooid. De opiichtster had den ze al lang te pakken, ze was het land niet eens uitgeweest Miesje was heel rood geworden. H:; had zelfs z'n plicht voor haar willen verzaken. Zooveel hield de lieve .iongen van haar. De voorbijgangers keken verbaasd en Ge amuseerd naar het paartie, dat elkaar zoo midden op den weg spontaan omhelsde. Die jeugd van tegenwoordig.... WIJ VERZORGEN UW LICHTLEIDING. BREESTR. 121, Tel. 2862 (Ingez. Mcd 8063 GEM. DIENST VOOR SOCIALE ZAKEN. Ter voorziening in de behoefte aan meer dere bureauruimte vcor den Gemeentelij ken Dienst voor Sociale Zaken heeft de directeur van dien dienst verzocht de bin nenkort vrijkomende bovenwoning Garen- markt No. 4a bij zijn aangrenzend kantoor gebouw te trekken. Voorts heeft die direc teur verzocht om de buiten gebruik zijnde voormalige brandweergarage aan de Ga- renmarkt als stempellokaal beschikbaar te stellen voor de werkloozen, welke in den loop van het vorige jaar van den Gemeen telijken Dienst voor Maatschappelijk Hulp betoon naar eerstgenoemden dienst zijn overgegaan. Deze werkloozen stempelen thans tijdelijk in eenige lokalen van de v.m. bewaarschool aan de Groenesteeg. Aanvankelijk bestond bij B. en W„ even als bij de Commissie v. Fabricage, bezwaar om, hangende het door B en W. ingestelde onderzoek naar de mogelijkheid van een combinatie van de diensten voor Maat schappelijk Hulpbetoon en voor Sociale Zaken, de gelden, benoodigd voor de met de bijtrekking van de genoemde boven woning en garage gepaard gaande kosten van verbouwing en inrichting, welke kosten werden geraamd op f. 1900, aan te vragen. Uit een nader ingesteld onderzoek bleek evenwel, dat door de uitbreiding van de bureauruimte van den Dienst voor Social» Zaken met de bovenwoning GarenmarRt No. 4a, ook het bureau van de Commissie voor den Extra Steun aan Ondersteunde Werkloozen, thans gevestigd in het perceel Stille Rijn No. 3. bij dien dienst zou kun nen worden ondergebracht en dat daardoor een bezuiniging op de bureau- en perso- neelkosten van die commissie zou kunnen worden verkregen van pl.m. f. 1000 per jaar. Een aangezien verder op aandrang van den minister van sociale zaken moest wor den overgegaan tot uitbreiding van het aantal controleurs bij den dienst van so ciale zaken, in verband waarmede even eens over meerdere bureauruimte moest worden beschikt, meenden B. en W„ gelijk ook de Commisie van Fabricage, de aan vankelijke bezwaren tegen de uitbreiding van de bureauruimte van en de stempel- gelegnheid bij dien dienst te moeten laten varen. Zij droegen echter den betrokken dienst op om de begrooting van de kosten aan een nauwkeurige herziening, welke tot verlaging zou leiden, te onderwerpen. Als gevolg hiervan zijn de verbouwings- en inrichtingskosten nader geraamd op f. 1500. Dit bedrag kan uit den post „Onvoorziene Uitgaven" van de loopende begrooting wor den bestreden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 13