De organisatie der werkkampen LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 11 Maar! 1937 Derde Blad No. 23607 PARLEMENTAIR OVERZICHT srur-rx - S€otl/<'g oCotrCÖL 78sfe Jaargang GEMENGD NIEUWS EERSTE KAMER. De vermiste „Baltic' TWEEDE KAMER. Zij is gegroeid tot een grootsch werk, waarvoor ieder z'n best doet Veerpont in China omgeslagen. BEGROOTING VAN HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART, Minister Gelissen verdedigde zijn beleid en sprak met groote openhartigheid over de economische ordening. Kort gezegd kwam zijn rede neer op verklaring: „Ik ben een groot en overtuigd voorstander van ordening, maar het is in de practijk zoo moeilijk, zoo moeilijk....!" Tenslotte zei hij zelfs, dat, om de orde ning te doen slagen, „de mensch zelf zich moet wijzigen". Nu, dat is eigenlijk nog moeilijker dan de ordening, nietwaar? De Minister citeerde verschillende col lega-professoren, die over ordening hebben geschreven en haar verdedigden, maar die hun oratie steevast eindigden met de op merking, dat zij de concrete uitvoering aan anderen, aan de practijk, meenden te moeten overlaten. Die in de theorie ge- confijte mannen aldus de Minister wisten dus practisch eigenlijk geen uitweg. Maar de Regeering heeft gedaan, wat ze kon. Zij heeft ordening mogelijk gemaakt op de basis van de wet op de ondernemers- overeenkomsten, ordening die uit het be drijf zelf opkomt, en zij wil de mogelijk heid openen om nieuwe organen te schep pen, die verordenende bevoegdheid kun nen krijgen. Maar „slechte" ordening, zoo als die in de baksteen-industrie zei de Minister moet de Regeering afwijzen. Toch bleek duidelijk, dat de Minister niet gelooft aan een ordening, die alleen „uit zich zelf" komt, uit het vrije initia tief, „Ordening eischt een dirigent". Nu is er een richting, aldus de bewindsman, die inzake de ordening van beneden naar bo ven wil, en een andere wil van boven naar beneden, maar logisch zullen die beide el kander dan op een gegeven oogenblik ont moeten. Solidarisme en socialisme zoo drukte de Minister het uit hebben iets gemeen. De Regeering aldus de conclu sie ls dus overtuigd, dat we „de richting van de ordening uit moeten", maar de moeilijkheden zijn groot en dus dient er een voorzichtig beleid te worden gevolgd. Er werd ook tusschen verschillende leden (Serrarens, Diepenhorst, de la Bella) nog over hetzelfde vraagstuk gevochten, doch wij laten dit nu maar terzijde. De Minister heeft zooals wij gisteren nog in 't kort hebben gemeld natuur lijk nog andere onderwerpen behandeld. Bijvoorbeeld: de positie onzer havens, in zonderheid die van Rotterdam. Hij deed zien, dat Rotterdam ook enkele voordee- len boven Antwerpen heeft; hij wees er op, dat de depreciatie van den gulden en de verlaging der haven-tarieven gunstig hebben gewerkt en gaf als zijn overtuiging te kennen, dat Rotterdam bezig is zich meer in het Rijnverkeer in te schakelen dan Antwerpen. Niet zonder belang zeer zeker was zijn betoog, dat het karakter vgn de Rotterdamsche haven in de crisis jaren ongewijzigd is gebleven, wat duide lijk blijkt uit de verhouding tuischen stuk goed en massagoed, waarin geen verande ring kwam. Uit de rede des Ministers stippen wij verder nog aan, dat er spoedig een wets ontwerp komt, om de Crisis-invoerwet meer geschikt te maken als onderhande- lings-apparaat bij de handelspolitiek. Een algemeene gedragslijn inzake invoerrecht of contingenteeringen, verklaarde de Mi nister niet te kunnen geven. En hij be toogde, dat de Regeering ter bestrijding van de werkloosheid het mogelijke heeft gedaan. De begrooting is tenslotte goedgekeurd; de heer De Marchant (N.S.B.) was er tegen. VESTIGINGSWET VOOR HET ten onzen teekena enSneemt JireC^eJ0udS- verschijnselen van verso f) k 7686 (lngez. Med.) KLEINBEDRIJF. Het ontwerp-Vestigigingswet heeft even eens enkele redevoeringen uitgelokt. Echter: het werd van alle kanten gesteund, al verklaarden enkele sprekers er niet zoo heel veel van te verwachten, en al had den enkele anderen nog wel iets verder willen gaan (het bekende behoefte-ele ment) Minister Gelissen heeft de onwensche- lijkheid van dit laatste echter op prachtl- sche gronden in het licht gesteld, voorts uiteengezet dat niemand er trouwens nog ln geslaagd was het behoefte-element juist te formuleeren en beloofd, zooveel mogelijk de betrokken organisaties in de uitvoering te zullen inschakelen. Het ontwerp is goedgekeurd. HET ZWIJGRECHT VAN DEN VERDACHTE. De Tweede Kamer behandelde gisteren wat men noemt het zwijgrecht van den verdachte. Art. 29 van het Wetboek van Strafvorde ring begint aldus: „In alle gevallen, waar in iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhoorende rechter of amb tenaar zich van alles, wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen, waar van niet gezegd kan worden, dat zij in vrijheid is afgelegd." En dan volgt: „De verdachte is niet tot antwoorden verplicht. Hiervan wordt hem, behalve in het geval van behandeling zijner zaak ter terechtzitting, voor het verhoor mededee- ling gedaan. Van deze mededeeling wordt in het proces-verbaal van het verhoor melding gemaakt." Dit is dus het zwijgrecht van verdachte Hij mag zwijgen op vragen, als hij dat wenscht De Regeering stelt nu voor dit rwijgrecht te doen vervallen. Het is des tijds, op voorstel van Minister Ort, ondei veel strijd tot stand gekomen. De tegen woordige Minister is er altijd een tegen stander van geweest, omdat het zwijgrecht volgens hem niet in overeenstemming ls fet „het doel van een strafproces", name- 'ijk „klaarheid en waarheid' in de onder- vochte zaak te brengen." Het is zelfs niet Mtijd in het belang van den verdachte, want - zoo betoogt de Minister in de Me morie van Toelichting. de verdachten ben, gebruik makend van hun zwijgrecht, taak over het hoofd, dat ook zwijgen na- Melig kan zijn. «et was te voorzien, dat ook thans over dit vraagstuk strijd zou ontstaan. Trouwens: er zijn twee amendementen ingediend, beide sterk afwijkend van "net regeerings- voorstel. De Commissie voor Privaat- en Straf recht wil alleen den tweeden en derden volzin van bovenstaande bepaling in art. 29 schrappen, doch handhaven het voor schrift: „De verdachte is niet tot antwoor den verplicht." In dezen gedachtengang behoeft dit echter niet meer aan den ver dachte te worden medegedeeld. Een amen dement van den heer Donker wil even eens het zwijgrecht in art. 29 handhaven, maar wil op di-n eersten zin dit laten volgen: „Voor het verhoor wordt, behalve ln het geval van behandeling zijner zaak ter terechtzitting, den verdachte medege deeld. dat hij als verdachte wordt gehoord, dat al hetgeen hij antwoordt als bewijs middel tegen hem zal kunnen worden ge bezigd en tevens dat zijn antwoorden ook te zijnen voordeele kunnen strekken." Deze laatste bepaling is kennelijk bedoeld om te voorkomen, dat zwijgen in het nadeel van den verdachte zou zijn. Het is begrijpelijk, dat dit onderwerp een vet juristen-kluifje vormt Een hoofd-element in het debat was de vraag: is de verdachte zedelijk verplicht om te antwoorden? De Minister beant woordt deze vraag bevestigend, maar reeds de eerste spreker, de heer Geseling, kwam daartegen in verzet, en betoogde, ook met een beroep op moraal-theologen en mo- raal-philisofen, dat een verdachte tot ant woorden geenszins verplicht is. Als hij antwoordt aldus deze zienswijze moet hij natuurlijk de waarheid spreken, maar hij behoeft niet te antwoorden. Hij kan trouwens ook moeten zwijgen, omdat het belang van derden dit gebiedt of omdat er een beroepsgeheim in het spel ls. De heer Goseling stond dus tegenover den Minister en pleitte voor handhaving van het be staande zwijgrecht. Evenals de heer Don ker. Maar de heer Schwartz bleek van een veel ander gevoelen. Als de Overheid tot de waarheid wil komen en dat moet zij, ook in het gemeenschapsbelang is het zeer dwaas, volgens hem, dat zij zich daar toe te voren door een speciale bepaling min of meer den pas afsnijdt. De moge lijkheid om te zwijgen ls er voor den ver dachte altijd, maar de heer Schwarz achtte het uitermate verkeerd, hem door een wetsbepaling daartoe het uitdrukkelijke recht te geven en aldus tot zwijgen te suggereeren. Zoo ging het debat pro en contra, met telkens vrijwel dezelfde argumenten. Zoo wel de heer Coops als mevr. BakkerNort schaarden zich bij hen, die het zwijgrecht willen handhaven; eerstgenoemde maakte de opmerking, dat de practijk de noodza kelijkheid der schrapping volstrekt niet heeft aangetoond. Een uiterste standpunt naar den anderen kan. nam de heer Wes terman in, die den plicht tot antwoorden zelf in de wet zou willen opnemen. Minister Van Schaik heeft aan zijn voorstel vastgehouden. Hij noemde het rondweg een fout, dat de huidige bepaling destijds is tot stand gekomen. Met name de verplichting, dat de verdachte op het zwijgrecht opmerkzaam moet worden ge maakt, noemde hij een uitnoodiging tot zwijgen. Volgens den Minister zUn de practische bezwaren wel degelijk in de practijk gebleken. Het recht om te zwij gen zeide hij wordt niet aangetast maar elke verdachte zal voor eigen ge weten moeten beoordeelen, of hij al dan niet zal antwoorden. De Minister was van oordeel, dat het ook voor den schuldigen verdachte veel beter is te spreken dan te zwijgen. De amendementen wees de Minis ter af; hij bleef het doen vervallen van de uitdrukkelijke bepaling noodzakelijk achten. De voorstellers der amendementen ech ter gaven ook geen kamp. Vandaag valt de beslissing. HAGENAAR. Er waren vijf personen aan boord. Het motorscheepje „Baltic", thuisbehoo- rende ln Groningen, waaromtrent men in ongerustheid verkeert, ls op 24 Februari om 14.45 uur van Vlissingen naar Stroud (bij Londen) vertrokken. Het scheepje kwam van Zaandam en was geladen met steenen. De bemanning, die op 25 Januari voor den waterschout te Vlissingen werd gemonsterd, bestaat uit den kapitein G. de Ruyter, 39 jaar en afkomstig uit Alblasserdam, diens vrouw G. de Ruy- ter-Hoogvliet, oud 29 jaar, den 28- jarigen stuurman J. Nieman uit Gro ningen, den 22-jarigen matroos C. Geisterfer uit Amsterdam en den 14- jarigen kok B. J. Höfele uit Rotterdam. (Van onzen G.P.D.-Redacteur) VRACHTAUTO DOOR TREIN VERNIELD. De beide inzittenden sprongen er op tijd uit. Gisteravond is op den onbewaakten over weg te Waterhuizen, onder de gemeente Haren, een truck met aanhangwagen door den trein, welke om 21,53 uur van Gronin gen naar Winschoten vertrekt, aangereden en totaal vernield. De auto was midden op den overweg plotseling blijven stilstaan, doordat de mo tor afsloeg. De twee inzittenden, de chauf feur P. Bennink en zijn broer, beiden uit Groningen, zagen den trein naderen en sprongen net op tijd uit de cabine. Eenlge seconden later reed de trein op het voer tuig in. De trein stopte onmiddellijk na het ge beurde en had geruimen tijd vertraging. Dc vrachtwagen was op weg naar Sap- P'. meer. ONVEILIG STRAND. Het strand te Scheveningen is onveilig tot den Wassenaarscheslag op Maandag 15 tot en met Woensdag 17 Maart a.s., telkens van 9 tot 14.30 uur, wegens schieten met mitrailleurs. De aandacht wordt erop gevestigd, dat het strand eerst weder toegankelijk is nadat de roode vlaggen, welke de onveilige strook aanduiden, zijn ingehaald. ARBEIDER UIT HIJSCHKRAAN GEVALLEN. De 56-jaiige voorman J. de Hoog, uit Rotterdam is gistermiddag op het terrein van de Staalindustrie aan den Keileweg te Rotterdam, doordat een staaldraad af knapte. met een bak, waarin hij gezeten was, uit een hijschkraan gevallen, waar door hij met het hoofd tegen den grond sloeg. Met een zware herseenschudding en zeer ernstige inwendige ktteuzingen is 't slacht offer naar het ziekenhuis aan den Cool- singel overgebracht. Bij aankomst bleek de man reeds te zijn overleden. SKIJORING OP l'PENBURG. Op het vliegveld Ypenburg zijn gister middag ski-wedstrijden achter auto's ge houden. Een twintigtal dames en heeren had de skies ondergebonden. Al spoedig bleek, dat de sneeuw veel te papperig en te stroef was voor skijoring. De auto's hadden moeite er doorheen te komen. Bovendien hadden zij, die het eerst aan het bod kwamen, de met vlaggetjes uitgezette baan voor de laatsten vrijwel onbegaanbaar gemaakt, zoodat de kansen voor allen niet gelijk waren. Slechts zij vermeld dat de heer Imhoff I deelnemer van het Rijk toe. Er was echter een zeer snellen rondtocht maakte Hij één groote moeilijkheid. In het rapport der „En bent U tevreden over den gang van zaken bij de werkkampen, zooals de „Cen trale voor Werkloozenzorg" die organi seert?" De heer J. Schipper, secretaris der „Centrale" beantwoordt deze vraag met een volmondig „ja". Meteen daarop keert hij de rollen om door te vragen: „En U?" Ook ik kan niet anders dan bevestigend knikken. „In derdaad, wan neer het in alle negen kampen zoo is als in het drietal dat voor deze reportage ls uitgezocht, dan ls het O.K." De heer Schip per glundert. Hij is van den be ginne af nauw bij de organisa tie der kampen betrokken ge weest. Hij is de man, die het ad vies opvolgde om met ir. Westhoff, J. Schipper. inspecteur der Zwolle, te gaan. praten. „Het bleek n.l. dat het cursuswerk, zoo als de Landelijke Commissie voor de werk- loozen plaatselijk organiseerde, onvoldoen de was," aldus krijg ik ter toelichting te hooren. „Er moest naar practischen arbeid uitgekeken worden. De gedachtenwisseling met ir. Westhoff was vruchtdragend. Wij hadden reeds gedacht aan werk, waarbij 's morgens cursus gegeven zou worden om 's middags het geleerde in practijk te bren gen. Maar plaatselijke organisatie daarvan stuitte af op het bezwaar, dat daartoe de werkobjecten ontbraken. Toen opperde ir. Westhoff het plan om werkkampen te or- ganiseeren. Onmiddellijk hebben wij toen gezegd, dat dit geen werkverschaffing zonder meer mocht zijn. Lange werkkampen voor de jeugd? Goed, uitstekend zelfs. Maar dan kampen, waar de jongens op dezelfde wijze als in de korte kampen ontspanning konden vinden envrijen tijd om zich te ontwikkelen. Op een conferentie te Woudschoten bij Zeist zette ir. Westhoff nogmaals zijn plan uiteen. Het pakte zóó, dat er een commissie benoemd werd om de practische uitvoer baarheid na te gaan. Na 2 maanden reeds kon deze commissie een rapport naar den Minister van Sociale Zaken zenden, dat was toen nog prof. Slotemaker de Bruine waarin vermeld werd, dat werkkampen voor de jeugd ingericht konden worden, mits daartoe f. 7.50 per deelnemer per week uitgetrokken werd. De commissie rekende n.l. op een rijks daalder van het Rijk, een rijksdaalder van de gemeenten en een Rijksdaalder van de „Centrale". De minister vond het echter beter om de gemeenten voorloopig maar uit te schakelen, ook al omdat daardoor het plan op de lange baan zou geraken. Dit was ook logisch, omdat men dan alle daartoe in aanmerking komende gemeenten had moe ten schrijven of bezoeken om daarna maar af te wachten wat de gemeenteraden zou den besluiten. Daarom zegde minister Slo temaker direct f.5.— subsidie per week per legde 2600 meter in 2 min. 51 sec. af. NEDERLANDSCHE ZEELIEDEN TE GIBRALTAR VEROORDEELD. Zes Nederlandsche zeelieden, alsmede twee Britsche collega's, die zich voor den politierechter te Gibraltar hebben moeten verantwoorden omdat zij geweigerd had den naar Alicante te vertrekken, zijn ieder veroordeeld tot een boete van twee pond sterling, plus 2 shillings 2 pence boete. Bo vendien zijn zij ontslagen. Nou! Wat heb ik gezegd?Ik heb je toch dikwijls genoeg gezegd van dat bal-: oon af te blij ven 1 ONDER EEN AUTO GERAAKT. Gistermiddag om half vijf heeft een ern stige aanrijding plaats gehad op den hoek LeusderwegVan Campenstraat te Amers foort. De 22-jarige mej. L., leerlinge van de industrie- en huishoudschool, afkomstig uit Gorinchem, kwam op de fiets de Van Campenstraat uitrijden, toen zij door een uit de richting van de stad komende vrachtauto uit Soest werd gegrepen. Het slachtoffer was op slag dood. Het stoffelijk overschot is naar het St. Elisa- bethsziekenhuis overgebracht. Gistermiddag omstreeks half zes is het vijfjarig zoontje van de familie Brands te Loon op Zand bij het oversteken van den Hoogen Steenweg door een personenauto uit Tilburg aangereden. Ernstig aan het hoofd verwond, werd de jongen naar het ziekenhuis vervoerd. De toestand van het knaapje is zorg wekkend. DOOR EEN TREIN GEGREPEN EN GEDOOD. De 60-jarige ongehuwde landbouwer J. Bogaert, wonende te Kloosterzande is gis termiddag te Hengstdijk door den Diesel- trein van de Z. Vlaamsche Tramweg-Mij. gegrepen en op slag gedood. commissie was sprake van één centraal kamp op de Veluwe. Maar men stond tevens op het standpunt, adt de deelnemers zooveel mogelijk per fiets hun verblijfplaats moes ten kunnen bereiken. Eén centraal kamp op de Veluwe ging dus niet Het is een heel karwei geweest om tenslotte werkobjecten te vinden voor kampen over het geheele land, zoodanig gelegen dat zij voor de deel nemers bereikbaar waren. Gelukkig verleenden verschillende autori teiten hun medewerking bij het vinden van „Volgens mij werkt het gunstig op den lichamelijken, geestelijken en zedelijken welstand. In den beginne stonden zij er zeer sceptisch tegenover. Maar toen de door hen gekoesterde, niet bestaande, bezwaren uit den weg waren geruimd, gingen (en gaan!) zij er graag heen". „In 1935, toen de actie voor de eerste col lecte werd ingezet", de geïnterviewde vertelt thans over de organisatie der kampen, „heelt de Christelijke Vakbeweging aan de Christelijke Besturenbonden van 200 plaat sen gevraagd om het initiatief te nemen tot het oprichten van plaatselijke commis sies, die dezelfde samenstelling als de „Centrale" zouden moeten hebben. In één maand kwamen deze commissies tot stand. Zij zijn begonnen met de propa ganda voor de eerste collecte, waardoor f. 50.000 op tafel moest komen. Thans zijn er 400 plaatselijke commissies, welke er voor zorgen, dat het geld binnenkomt. Bovendien dragen 250 van deze commissies de verant woordelijkheid voor de uitzending der jon gens. Er worden voor de jongens die in aan merking komen voor een kamp drie formu liereen Ingevuld Eén der formulieren blijft in het bezit der commissie, één gaat naar de „Centrale" en één naar de kampcomman danten. De commissies dragen een heele verantwoordelijkheid. De „Centrale" scherpt ze dan ook in, dat zij er voor te zorgen mo ucu, hebben, dat alleen die jongens die werkelijk Iv'pi^vprsphaffiW in aanmerking komen, uitgezonden worden, ■n rip insnppfip Het moet niet z0° zÜn aIs WÜ eens mede- p maakten, dat een paar kampdeelnemers politieke actie voor een bepaalde partij voerden Voorts zorgen de commissies er voor, dat de jongens gekeurd worden. Dit laatste geschiedt in overleg met de Maatschappij voor Geneeskunst, gratis. En thans: de kosten van een kamp. De commissie die over het plan-Westhoff rap porteerde had op f. 7.50 per deelnemer ge rekend. Het departement van financiën rekende echter uit, dat men met een bedrag van f6.25 kon volstaan. Ik heb. aldus de heer Schipper, hiertegen onmiddellijk stel ling genomen. Het bedrag van f. 6.25 kan n.l. alleen benaderd worden, indien het kamp geheel bezet is. Maar nu gebeurt het nog wel eens, dat deelnemers tijdens een kamp periode b.v. in de Maatschappij aan den slag kunnen gaan. Mede in verband met de vaste lasten komt men daardoor boven het bedrag van f. 6.25. Bovendien heb ik tegen de berekening van het departement van financiën stelling genomen, omdat er voor de geestelijke ontwikkeling al heel weinig overblijft. Aan de hand van de door de „Centrale" bijgehouden staten blijkt in de practijk. dat de kosten voor één deelnemer per week per kamp neerkomen op f.7 a f. 7.10. Het Rijk geeft f.4.68 subsidie en de „Centrale" f. 1.57. Wij leggen dus elke week circa f 0.75 op eiken deelnemer toe. Aan den anderen kant willen wij echter niet verge ten, dat het Rijk ook voor de huisvesting der deelnemers heeft gezorgd. De barakken zijn soms van andere plaatsen gebracht naar waar zij nu staan. En dat heeft ook aardig wat gekost. Zoo'n kampinrichting zal toch gauw op een f. 3000 neerkomen. Mijn slotindruk? Wel, als de crisis laten wij zeggen nog zoo'n jaar of 5 aanhoudt, dan zullen wij het kampwerk waarschijnlijk ook met een gewijzigden opzet, moeten uit breiden. U weet, de werkobjecten voor de 9 bestaande kampen zijn zoo gekozen, dat daar nog voor jaren werk is Tenslotte wil ik niet vergeten de mede werking te roemen welke wij van tal van zijden hebben ondervonden. Als lk naga wat wij allemaal wel gekregen hebben, dan is dat heel wat. Zoo hebben verschillende stoomvaartlijnen, messen, vorken, lepels, borden en kroezen ter beschikking gesteld. Van andere zijde kregen wij platen cadeau, hier had men een orgel, daar een piano over". Zoo is de organisatie der werkkampen gegroeid en geworden tot een grootsch werk, waarvoor ieder die er bij betrokken is zijn uiterste best doet. Groot is de nood onder de Nederlandsche jeugd. Men kampt met het probleem der werkloosheid. Gelukkig dat er organisaties zijn als de „Centrale voor Werkloozenzorg", de „Nationale R K. de werkobjecten, hetgeen, omdat door de i Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg de ront.raip" twpe voorwaarden gesteld wer- „Moderne Centrale voor Werkloozenzorg en de „Federatie voor Werkkampen", die „Centrale" twee voorwaarden gesteld wer den, niet zoo gemakkelijk was. De „Centrale" wilde n.l. werk, dat arbeid aan de vrije markt onttrok en werk, ge schikt om in werkverschaffing voor oude ren uitgevoerd te worden, uitsluiten. En het is gelukt. Sinds 1935 draaien de kam pen ieder op hun beurt pogen de jeugd, zij het dan ook tijdelijk, werk te verschaffen en daardoor bij te dragen tot het verlichten van de moeilijkheden waaronder ruim 160.000 Nederlandsche jongens en meisjes gebukt gaan. Er wordt hier een goed, een BUITENLANDSCH GEMENGD. MILITAIRE TRANSPORTAUTO IN EEN SLOOT GEREDEN. Nabij Szekersferhvar (Hongarije) is een militaire transportauto ln een sloot gere den. Van de inzittenden werden er vier ge dood en drie zwaar gewond. Hoe is Uw oordeel over de uitwerking grootsch werk verricht, dat ieders waardee- van het kampleven op de jongens?" ring en warme sympathie verdient. ■X-. f 1123 tinges ivied.) Veertig personen omgekomen. draagt naar het schijnt 28 millioen Belgi sche franken. De Nederlandsche justitie heeft de ge bruikelijke medewerking verleend bij het onderzoek van de Belgische autoriteiten, dat zich in ons land uitstrekt. Een veerpont, die den dienst tusschen Tientsin en Tangkoe onderhield, is in de door een voorbijvarend stoomschip ver oorzaakte deining omgeslagen. Veertig op varenden zijn verdronken. DIAMANTHANDELAAR AANGEHOUDEN. Het parket te Antwerpen heeft den dia manthandelaar H. A. gearresteerd onder de verdenking van bedriegelijke bankbreuk. Gisteren heeft de handelsrechtbank het faillissement uitgesproken. Het tekort be- BRAND AAN BOORD VAN EEN DEENSCH SCHIP. Aan boord vkn het Deensche schip „Lai- la", dat eergisteren met een lading nitraat uit Chili in de haven van Boston is aan gekomen, is brand uitgebroken. Alle drij vende pompen van de havenbrandweer be gaven zich naar het schip, doch aangezien gevaar voor ontploffingen bestond, ziin zij teruggetrokken De brand werd tenslotte bedwongen na dat zich een dertigtal ontnloffingen had voorgedaan, waardoor twee drijvende brandspuiten in brand geraakten. De la ding van de „Laila" is verloren gegaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9