De organisatie der werkkampen
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 11 Maar! 1937
Derde Blad
No. 23607
PARLEMENTAIR OVERZICHT
srur-rx -
S€otl/<'g oCotrCÖL
78sfe Jaargang
GEMENGD NIEUWS
EERSTE KAMER.
De vermiste „Baltic'
TWEEDE KAMER.
Zij is gegroeid tot een grootsch werk,
waarvoor ieder z'n best doet
Veerpont in China
omgeslagen.
BEGROOTING VAN HANDEL,
NIJVERHEID EN SCHEEPVAART,
Minister Gelissen verdedigde zijn beleid
en sprak met groote openhartigheid over
de economische ordening.
Kort gezegd kwam zijn rede neer op
verklaring: „Ik ben een groot en overtuigd
voorstander van ordening, maar het is in
de practijk zoo moeilijk, zoo moeilijk....!"
Tenslotte zei hij zelfs, dat, om de orde
ning te doen slagen, „de mensch zelf zich
moet wijzigen". Nu, dat is eigenlijk nog
moeilijker dan de ordening, nietwaar?
De Minister citeerde verschillende col
lega-professoren, die over ordening hebben
geschreven en haar verdedigden, maar die
hun oratie steevast eindigden met de op
merking, dat zij de concrete uitvoering
aan anderen, aan de practijk, meenden te
moeten overlaten. Die in de theorie ge-
confijte mannen aldus de Minister
wisten dus practisch eigenlijk geen uitweg.
Maar de Regeering heeft gedaan, wat ze
kon. Zij heeft ordening mogelijk gemaakt
op de basis van de wet op de ondernemers-
overeenkomsten, ordening die uit het be
drijf zelf opkomt, en zij wil de mogelijk
heid openen om nieuwe organen te schep
pen, die verordenende bevoegdheid kun
nen krijgen. Maar „slechte" ordening, zoo
als die in de baksteen-industrie zei de
Minister moet de Regeering afwijzen.
Toch bleek duidelijk, dat de Minister
niet gelooft aan een ordening, die alleen
„uit zich zelf" komt, uit het vrije initia
tief, „Ordening eischt een dirigent". Nu is
er een richting, aldus de bewindsman, die
inzake de ordening van beneden naar bo
ven wil, en een andere wil van boven naar
beneden, maar logisch zullen die beide el
kander dan op een gegeven oogenblik ont
moeten. Solidarisme en socialisme zoo
drukte de Minister het uit hebben iets
gemeen. De Regeering aldus de conclu
sie ls dus overtuigd, dat we „de richting
van de ordening uit moeten", maar de
moeilijkheden zijn groot en dus dient er
een voorzichtig beleid te worden gevolgd.
Er werd ook tusschen verschillende leden
(Serrarens, Diepenhorst, de la Bella) nog
over hetzelfde vraagstuk gevochten, doch
wij laten dit nu maar terzijde.
De Minister heeft zooals wij gisteren
nog in 't kort hebben gemeld natuur
lijk nog andere onderwerpen behandeld.
Bijvoorbeeld: de positie onzer havens, in
zonderheid die van Rotterdam. Hij deed
zien, dat Rotterdam ook enkele voordee-
len boven Antwerpen heeft; hij wees er
op, dat de depreciatie van den gulden en
de verlaging der haven-tarieven gunstig
hebben gewerkt en gaf als zijn overtuiging
te kennen, dat Rotterdam bezig is zich
meer in het Rijnverkeer in te schakelen
dan Antwerpen. Niet zonder belang zeer
zeker was zijn betoog, dat het karakter
vgn de Rotterdamsche haven in de crisis
jaren ongewijzigd is gebleven, wat duide
lijk blijkt uit de verhouding tuischen stuk
goed en massagoed, waarin geen verande
ring kwam.
Uit de rede des Ministers stippen wij
verder nog aan, dat er spoedig een wets
ontwerp komt, om de Crisis-invoerwet
meer geschikt te maken als onderhande-
lings-apparaat bij de handelspolitiek. Een
algemeene gedragslijn inzake invoerrecht
of contingenteeringen, verklaarde de Mi
nister niet te kunnen geven. En hij be
toogde, dat de Regeering ter bestrijding
van de werkloosheid het mogelijke heeft
gedaan.
De begrooting is tenslotte goedgekeurd;
de heer De Marchant (N.S.B.) was er
tegen.
VESTIGINGSWET VOOR HET
ten onzen teekena
enSneemt JireC^eJ0udS-
verschijnselen van verso
f)
k
7686
(lngez. Med.)
KLEINBEDRIJF.
Het ontwerp-Vestigigingswet heeft even
eens enkele redevoeringen uitgelokt.
Echter:
het werd van alle kanten gesteund, al
verklaarden enkele sprekers er niet zoo
heel veel van te verwachten, en al had
den enkele anderen nog wel iets verder
willen gaan (het bekende behoefte-ele
ment)
Minister Gelissen heeft de onwensche-
lijkheid van dit laatste echter op prachtl-
sche gronden in het licht gesteld, voorts
uiteengezet dat niemand er trouwens nog
ln geslaagd was het behoefte-element
juist te formuleeren en beloofd, zooveel
mogelijk de betrokken organisaties in de
uitvoering te zullen inschakelen.
Het ontwerp is goedgekeurd.
HET ZWIJGRECHT VAN
DEN VERDACHTE.
De Tweede Kamer behandelde gisteren
wat men noemt het zwijgrecht van den
verdachte.
Art. 29 van het Wetboek van Strafvorde
ring begint aldus: „In alle gevallen, waar
in iemand als verdachte wordt gehoord,
onthoudt de verhoorende rechter of amb
tenaar zich van alles, wat de strekking
heeft een verklaring te verkrijgen, waar
van niet gezegd kan worden, dat zij in
vrijheid is afgelegd."
En dan volgt:
„De verdachte is niet tot antwoorden
verplicht. Hiervan wordt hem, behalve in
het geval van behandeling zijner zaak ter
terechtzitting, voor het verhoor mededee-
ling gedaan. Van deze mededeeling wordt
in het proces-verbaal van het verhoor
melding gemaakt."
Dit is dus het zwijgrecht van verdachte
Hij mag zwijgen op vragen, als hij dat
wenscht De Regeering stelt nu voor dit
rwijgrecht te doen vervallen. Het is des
tijds, op voorstel van Minister Ort, ondei
veel strijd tot stand gekomen. De tegen
woordige Minister is er altijd een tegen
stander van geweest, omdat het zwijgrecht
volgens hem niet in overeenstemming ls
fet „het doel van een strafproces", name-
'ijk „klaarheid en waarheid' in de onder-
vochte zaak te brengen." Het is zelfs niet
Mtijd in het belang van den verdachte,
want - zoo betoogt de Minister in de Me
morie van Toelichting. de verdachten
ben, gebruik makend van hun zwijgrecht,
taak over het hoofd, dat ook zwijgen na-
Melig kan zijn.
«et was te voorzien, dat ook thans over
dit vraagstuk strijd zou ontstaan.
Trouwens:
er zijn twee amendementen ingediend,
beide sterk afwijkend van "net regeerings-
voorstel.
De Commissie voor Privaat- en Straf
recht wil alleen den tweeden en derden
volzin van bovenstaande bepaling in art.
29 schrappen, doch handhaven het voor
schrift: „De verdachte is niet tot antwoor
den verplicht." In dezen gedachtengang
behoeft dit echter niet meer aan den ver
dachte te worden medegedeeld. Een amen
dement van den heer Donker wil even
eens het zwijgrecht in art. 29 handhaven,
maar wil op di-n eersten zin dit laten
volgen: „Voor het verhoor wordt, behalve
ln het geval van behandeling zijner zaak
ter terechtzitting, den verdachte medege
deeld. dat hij als verdachte wordt gehoord,
dat al hetgeen hij antwoordt als bewijs
middel tegen hem zal kunnen worden ge
bezigd en tevens dat zijn antwoorden ook
te zijnen voordeele kunnen strekken." Deze
laatste bepaling is kennelijk bedoeld om te
voorkomen, dat zwijgen in het nadeel van
den verdachte zou zijn.
Het is begrijpelijk, dat dit onderwerp
een vet juristen-kluifje vormt
Een hoofd-element in het debat was de
vraag: is de verdachte zedelijk verplicht
om te antwoorden? De Minister beant
woordt deze vraag bevestigend, maar reeds
de eerste spreker, de heer Geseling, kwam
daartegen in verzet, en betoogde, ook met
een beroep op moraal-theologen en mo-
raal-philisofen, dat een verdachte tot ant
woorden geenszins verplicht is. Als hij
antwoordt aldus deze zienswijze moet
hij natuurlijk de waarheid spreken, maar
hij behoeft niet te antwoorden. Hij kan
trouwens ook moeten zwijgen, omdat het
belang van derden dit gebiedt of omdat er
een beroepsgeheim in het spel ls. De heer
Goseling stond dus tegenover den Minister
en pleitte voor handhaving van het be
staande zwijgrecht. Evenals de heer Don
ker. Maar de heer Schwartz bleek van een
veel ander gevoelen. Als de Overheid tot
de waarheid wil komen en dat moet zij,
ook in het gemeenschapsbelang is het
zeer dwaas, volgens hem, dat zij zich daar
toe te voren door een speciale bepaling
min of meer den pas afsnijdt. De moge
lijkheid om te zwijgen ls er voor den ver
dachte altijd, maar de heer Schwarz achtte
het uitermate verkeerd, hem door een
wetsbepaling daartoe het uitdrukkelijke
recht te geven en aldus tot zwijgen te
suggereeren.
Zoo ging het debat pro en contra, met
telkens vrijwel dezelfde argumenten. Zoo
wel de heer Coops als mevr. BakkerNort
schaarden zich bij hen, die het zwijgrecht
willen handhaven; eerstgenoemde maakte
de opmerking, dat de practijk de noodza
kelijkheid der schrapping volstrekt niet
heeft aangetoond. Een uiterste standpunt
naar den anderen kan. nam de heer Wes
terman in, die den plicht tot antwoorden
zelf in de wet zou willen opnemen.
Minister Van Schaik heeft aan zijn
voorstel vastgehouden. Hij noemde het
rondweg een fout, dat de huidige bepaling
destijds is tot stand gekomen. Met name
de verplichting, dat de verdachte op het
zwijgrecht opmerkzaam moet worden ge
maakt, noemde hij een uitnoodiging tot
zwijgen. Volgens den Minister zUn de
practische bezwaren wel degelijk in de
practijk gebleken. Het recht om te zwij
gen zeide hij wordt niet aangetast
maar elke verdachte zal voor eigen ge
weten moeten beoordeelen, of hij al dan
niet zal antwoorden. De Minister was van
oordeel, dat het ook voor den schuldigen
verdachte veel beter is te spreken dan te
zwijgen. De amendementen wees de Minis
ter af; hij bleef het doen vervallen van
de uitdrukkelijke bepaling noodzakelijk
achten.
De voorstellers der amendementen ech
ter gaven ook geen kamp. Vandaag valt
de beslissing.
HAGENAAR.
Er waren vijf personen aan boord.
Het motorscheepje „Baltic", thuisbehoo-
rende ln Groningen, waaromtrent men in
ongerustheid verkeert, ls op 24 Februari om
14.45 uur van Vlissingen naar Stroud (bij
Londen) vertrokken. Het scheepje kwam
van Zaandam en was geladen met steenen.
De bemanning, die op 25 Januari
voor den waterschout te Vlissingen werd
gemonsterd, bestaat uit den kapitein
G. de Ruyter, 39 jaar en afkomstig uit
Alblasserdam, diens vrouw G. de Ruy-
ter-Hoogvliet, oud 29 jaar, den 28-
jarigen stuurman J. Nieman uit Gro
ningen, den 22-jarigen matroos C.
Geisterfer uit Amsterdam en den 14-
jarigen kok B. J. Höfele uit Rotterdam.
(Van onzen G.P.D.-Redacteur)
VRACHTAUTO DOOR TREIN VERNIELD.
De beide inzittenden sprongen er
op tijd uit.
Gisteravond is op den onbewaakten over
weg te Waterhuizen, onder de gemeente
Haren, een truck met aanhangwagen door
den trein, welke om 21,53 uur van Gronin
gen naar Winschoten vertrekt, aangereden
en totaal vernield.
De auto was midden op den overweg
plotseling blijven stilstaan, doordat de mo
tor afsloeg. De twee inzittenden, de chauf
feur P. Bennink en zijn broer, beiden uit
Groningen, zagen den trein naderen en
sprongen net op tijd uit de cabine. Eenlge
seconden later reed de trein op het voer
tuig in.
De trein stopte onmiddellijk na het ge
beurde en had geruimen tijd vertraging.
Dc vrachtwagen was op weg naar Sap-
P'. meer.
ONVEILIG STRAND.
Het strand te Scheveningen is onveilig
tot den Wassenaarscheslag op Maandag 15
tot en met Woensdag 17 Maart a.s., telkens
van 9 tot 14.30 uur, wegens schieten met
mitrailleurs.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
het strand eerst weder toegankelijk is nadat
de roode vlaggen, welke de onveilige strook
aanduiden, zijn ingehaald.
ARBEIDER UIT HIJSCHKRAAN
GEVALLEN.
De 56-jaiige voorman J. de Hoog, uit
Rotterdam is gistermiddag op het terrein
van de Staalindustrie aan den Keileweg te
Rotterdam, doordat een staaldraad af
knapte. met een bak, waarin hij gezeten
was, uit een hijschkraan gevallen, waar
door hij met het hoofd tegen den grond
sloeg.
Met een zware herseenschudding en zeer
ernstige inwendige ktteuzingen is 't slacht
offer naar het ziekenhuis aan den Cool-
singel overgebracht. Bij aankomst bleek de
man reeds te zijn overleden.
SKIJORING OP l'PENBURG.
Op het vliegveld Ypenburg zijn gister
middag ski-wedstrijden achter auto's ge
houden. Een twintigtal dames en heeren
had de skies ondergebonden.
Al spoedig bleek, dat de sneeuw veel te
papperig en te stroef was voor skijoring.
De auto's hadden moeite er doorheen te
komen. Bovendien hadden zij, die het eerst
aan het bod kwamen, de met vlaggetjes
uitgezette baan voor de laatsten vrijwel
onbegaanbaar gemaakt, zoodat de kansen
voor allen niet gelijk waren.
Slechts zij vermeld dat de heer Imhoff I deelnemer van het Rijk toe. Er was echter
een zeer snellen rondtocht maakte Hij één groote moeilijkheid. In het rapport der
„En bent U tevreden over den gang van
zaken bij de werkkampen, zooals de „Cen
trale voor Werkloozenzorg" die organi
seert?" De heer J. Schipper, secretaris der
„Centrale" beantwoordt deze vraag met
een volmondig „ja". Meteen daarop keert
hij de rollen om door te vragen:
„En U?" Ook ik
kan niet anders
dan bevestigend
knikken. „In
derdaad, wan
neer het in alle
negen kampen
zoo is als in het
drietal dat voor
deze reportage ls
uitgezocht, dan
ls het O.K."
De heer Schip
per glundert. Hij
is van den be
ginne af nauw
bij de organisa
tie der kampen
betrokken ge
weest. Hij is de
man, die het ad
vies opvolgde om
met ir. Westhoff,
J. Schipper. inspecteur der
Zwolle, te gaan. praten.
„Het bleek n.l. dat het cursuswerk, zoo
als de Landelijke Commissie voor de werk-
loozen plaatselijk organiseerde, onvoldoen
de was," aldus krijg ik ter toelichting te
hooren. „Er moest naar practischen arbeid
uitgekeken worden. De gedachtenwisseling
met ir. Westhoff was vruchtdragend. Wij
hadden reeds gedacht aan werk, waarbij
's morgens cursus gegeven zou worden om
's middags het geleerde in practijk te bren
gen. Maar plaatselijke organisatie daarvan
stuitte af op het bezwaar, dat daartoe de
werkobjecten ontbraken. Toen opperde ir.
Westhoff het plan om werkkampen te or-
ganiseeren.
Onmiddellijk hebben wij toen gezegd,
dat dit geen werkverschaffing zonder meer
mocht zijn.
Lange werkkampen voor de jeugd? Goed,
uitstekend zelfs. Maar dan kampen, waar
de jongens op dezelfde wijze als in de
korte kampen ontspanning konden vinden
envrijen tijd om zich te ontwikkelen.
Op een conferentie te Woudschoten bij
Zeist zette ir. Westhoff nogmaals zijn plan
uiteen. Het pakte zóó, dat er een commissie
benoemd werd om de practische uitvoer
baarheid na te gaan. Na 2 maanden reeds
kon deze commissie een rapport naar den
Minister van Sociale Zaken zenden, dat
was toen nog prof. Slotemaker de Bruine
waarin vermeld werd, dat werkkampen
voor de jeugd ingericht konden worden,
mits daartoe f. 7.50 per deelnemer per week
uitgetrokken werd.
De commissie rekende n.l. op een rijks
daalder van het Rijk, een rijksdaalder van
de gemeenten en een Rijksdaalder van de
„Centrale". De minister vond het echter
beter om de gemeenten voorloopig maar uit
te schakelen, ook al omdat daardoor het
plan op de lange baan zou geraken. Dit was
ook logisch, omdat men dan alle daartoe in
aanmerking komende gemeenten had moe
ten schrijven of bezoeken om daarna maar
af te wachten wat de gemeenteraden zou
den besluiten. Daarom zegde minister Slo
temaker direct f.5.— subsidie per week per
legde 2600 meter in 2 min. 51 sec. af.
NEDERLANDSCHE ZEELIEDEN TE
GIBRALTAR VEROORDEELD.
Zes Nederlandsche zeelieden, alsmede
twee Britsche collega's, die zich voor den
politierechter te Gibraltar hebben moeten
verantwoorden omdat zij geweigerd had
den naar Alicante te vertrekken, zijn ieder
veroordeeld tot een boete van twee pond
sterling, plus 2 shillings 2 pence boete. Bo
vendien zijn zij ontslagen.
Nou! Wat heb ik gezegd?Ik heb
je toch dikwijls genoeg gezegd van dat bal-:
oon af te blij ven 1
ONDER EEN AUTO GERAAKT.
Gistermiddag om half vijf heeft een ern
stige aanrijding plaats gehad op den hoek
LeusderwegVan Campenstraat te Amers
foort.
De 22-jarige mej. L., leerlinge van de
industrie- en huishoudschool, afkomstig
uit Gorinchem, kwam op de fiets de Van
Campenstraat uitrijden, toen zij door een
uit de richting van de stad komende
vrachtauto uit Soest werd gegrepen.
Het slachtoffer was op slag dood. Het
stoffelijk overschot is naar het St. Elisa-
bethsziekenhuis overgebracht.
Gistermiddag omstreeks half zes is het
vijfjarig zoontje van de familie Brands te
Loon op Zand bij het oversteken van den
Hoogen Steenweg door een personenauto
uit Tilburg aangereden. Ernstig aan het
hoofd verwond, werd de jongen naar het
ziekenhuis vervoerd.
De toestand van het knaapje is zorg
wekkend.
DOOR EEN TREIN GEGREPEN
EN GEDOOD.
De 60-jarige ongehuwde landbouwer J.
Bogaert, wonende te Kloosterzande is gis
termiddag te Hengstdijk door den Diesel-
trein van de Z. Vlaamsche Tramweg-Mij.
gegrepen en op slag gedood.
commissie was sprake van één centraal
kamp op de Veluwe.
Maar men stond tevens op het
standpunt, adt de deelnemers zooveel
mogelijk per fiets hun verblijfplaats moes
ten kunnen bereiken. Eén centraal kamp
op de Veluwe ging dus niet Het is een heel
karwei geweest om tenslotte werkobjecten
te vinden voor kampen over het geheele
land, zoodanig gelegen dat zij voor de deel
nemers bereikbaar waren.
Gelukkig verleenden verschillende autori
teiten hun medewerking bij het vinden van
„Volgens mij werkt het gunstig op den
lichamelijken, geestelijken en zedelijken
welstand. In den beginne stonden zij er
zeer sceptisch tegenover. Maar toen de door
hen gekoesterde, niet bestaande, bezwaren
uit den weg waren geruimd, gingen (en
gaan!) zij er graag heen".
„In 1935, toen de actie voor de eerste col
lecte werd ingezet", de geïnterviewde vertelt
thans over de organisatie der kampen,
„heelt de Christelijke Vakbeweging aan de
Christelijke Besturenbonden van 200 plaat
sen gevraagd om het initiatief te nemen
tot het oprichten van plaatselijke commis
sies, die dezelfde samenstelling als de
„Centrale" zouden moeten hebben.
In één maand kwamen deze commissies
tot stand. Zij zijn begonnen met de propa
ganda voor de eerste collecte, waardoor
f. 50.000 op tafel moest komen. Thans zijn
er 400 plaatselijke commissies, welke er voor
zorgen, dat het geld binnenkomt. Bovendien
dragen 250 van deze commissies de verant
woordelijkheid voor de uitzending der jon
gens. Er worden voor de jongens die in aan
merking komen voor een kamp drie formu
liereen Ingevuld Eén der formulieren blijft
in het bezit der commissie, één gaat naar de
„Centrale" en één naar de kampcomman
danten. De commissies dragen een heele
verantwoordelijkheid. De „Centrale" scherpt
ze dan ook in, dat zij er voor te zorgen
mo ucu, hebben, dat alleen die jongens die werkelijk
Iv'pi^vprsphaffiW in aanmerking komen, uitgezonden worden,
■n rip insnppfip Het moet niet z0° zÜn aIs WÜ eens mede-
p maakten, dat een paar kampdeelnemers
politieke actie voor een bepaalde partij
voerden Voorts zorgen de commissies er
voor, dat de jongens gekeurd worden.
Dit laatste geschiedt in overleg met de
Maatschappij voor Geneeskunst, gratis.
En thans: de kosten van een kamp. De
commissie die over het plan-Westhoff rap
porteerde had op f. 7.50 per deelnemer ge
rekend. Het departement van financiën
rekende echter uit, dat men met een bedrag
van f6.25 kon volstaan. Ik heb. aldus de
heer Schipper, hiertegen onmiddellijk stel
ling genomen. Het bedrag van f. 6.25 kan n.l.
alleen benaderd worden, indien het kamp
geheel bezet is. Maar nu gebeurt het nog
wel eens, dat deelnemers tijdens een kamp
periode b.v. in de Maatschappij aan den
slag kunnen gaan. Mede in verband met de
vaste lasten komt men daardoor boven het
bedrag van f. 6.25. Bovendien heb ik tegen
de berekening van het departement van
financiën stelling genomen, omdat er voor
de geestelijke ontwikkeling al heel weinig
overblijft. Aan de hand van de door de
„Centrale" bijgehouden staten blijkt in de
practijk. dat de kosten voor één deelnemer
per week per kamp neerkomen op f.7 a
f. 7.10. Het Rijk geeft f.4.68 subsidie en de
„Centrale" f. 1.57. Wij leggen dus elke week
circa f 0.75 op eiken deelnemer toe. Aan den
anderen kant willen wij echter niet verge
ten, dat het Rijk ook voor de huisvesting
der deelnemers heeft gezorgd. De barakken
zijn soms van andere plaatsen gebracht
naar waar zij nu staan.
En dat heeft ook aardig wat gekost. Zoo'n
kampinrichting zal toch gauw op een f. 3000
neerkomen.
Mijn slotindruk? Wel, als de crisis laten
wij zeggen nog zoo'n jaar of 5 aanhoudt,
dan zullen wij het kampwerk waarschijnlijk
ook met een gewijzigden opzet, moeten uit
breiden. U weet, de werkobjecten voor de
9 bestaande kampen zijn zoo gekozen, dat
daar nog voor jaren werk is
Tenslotte wil ik niet vergeten de mede
werking te roemen welke wij van tal van
zijden hebben ondervonden. Als lk naga wat
wij allemaal wel gekregen hebben, dan is
dat heel wat. Zoo hebben verschillende
stoomvaartlijnen, messen, vorken, lepels,
borden en kroezen ter beschikking gesteld.
Van andere zijde kregen wij platen cadeau,
hier had men een orgel, daar een piano
over".
Zoo is de organisatie der werkkampen
gegroeid en geworden tot een grootsch werk,
waarvoor ieder die er bij betrokken is zijn
uiterste best doet. Groot is de nood onder
de Nederlandsche jeugd. Men kampt met
het probleem der werkloosheid. Gelukkig
dat er organisaties zijn als de „Centrale
voor Werkloozenzorg", de „Nationale R K.
de werkobjecten, hetgeen, omdat door de i Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg de
ront.raip" twpe voorwaarden gesteld wer- „Moderne Centrale voor Werkloozenzorg
en de „Federatie voor Werkkampen", die
„Centrale" twee voorwaarden gesteld wer
den, niet zoo gemakkelijk was.
De „Centrale" wilde n.l. werk, dat arbeid
aan de vrije markt onttrok en werk, ge
schikt om in werkverschaffing voor oude
ren uitgevoerd te worden, uitsluiten. En
het is gelukt. Sinds 1935 draaien de kam
pen
ieder op hun beurt pogen de jeugd, zij het
dan ook tijdelijk, werk te verschaffen en
daardoor bij te dragen tot het verlichten
van de moeilijkheden waaronder ruim
160.000 Nederlandsche jongens en meisjes
gebukt gaan. Er wordt hier een goed, een
BUITENLANDSCH GEMENGD.
MILITAIRE TRANSPORTAUTO IN EEN
SLOOT GEREDEN.
Nabij Szekersferhvar (Hongarije) is een
militaire transportauto ln een sloot gere
den. Van de inzittenden werden er vier ge
dood en drie zwaar gewond.
Hoe is Uw oordeel over de uitwerking grootsch werk verricht, dat ieders waardee-
van het kampleven op de jongens?" ring en warme sympathie verdient.
■X-. f
1123
tinges ivied.)
Veertig personen omgekomen.
draagt naar het schijnt 28 millioen Belgi
sche franken.
De Nederlandsche justitie heeft de ge
bruikelijke medewerking verleend bij het
onderzoek van de Belgische autoriteiten,
dat zich in ons land uitstrekt.
Een veerpont, die den dienst tusschen
Tientsin en Tangkoe onderhield, is in de
door een voorbijvarend stoomschip ver
oorzaakte deining omgeslagen. Veertig op
varenden zijn verdronken.
DIAMANTHANDELAAR AANGEHOUDEN.
Het parket te Antwerpen heeft den dia
manthandelaar H. A. gearresteerd onder
de verdenking van bedriegelijke bankbreuk.
Gisteren heeft de handelsrechtbank het
faillissement uitgesproken. Het tekort be-
BRAND AAN BOORD VAN EEN DEENSCH
SCHIP.
Aan boord vkn het Deensche schip „Lai-
la", dat eergisteren met een lading nitraat
uit Chili in de haven van Boston is aan
gekomen, is brand uitgebroken. Alle drij
vende pompen van de havenbrandweer be
gaven zich naar het schip, doch aangezien
gevaar voor ontploffingen bestond, ziin zij
teruggetrokken
De brand werd tenslotte bedwongen na
dat zich een dertigtal ontnloffingen had
voorgedaan, waardoor twee drijvende
brandspuiten in brand geraakten. De la
ding van de „Laila" is verloren gegaan.