ka
Het Zeerooversleven van
Claas -Compaan
Mooie knipsels van papi<
De „alderfameuste"
piraat van de 17e eeuw
De Amersfoortsche kei
Van alle zeeroovers, die in onze Gouden
Eeuw de druk bevaren wereldzeeën met
hun snelvarende roofschepen onveilig
maakten, was er niet een zoo berucht als
de Hollandsche piraat Claas Compaan.
Compaan was in Oostzaan geboren, dat
toen nog aan de onstuimige wateren van
liet breede IJ lag. De lust tot varen zat hem
van jongs af in het bloed en hij was nog
maar een knaap, toen hij al reizen mee
maakte naar de kust van Guinea. Na ver
loop van jaren hield Compaan een aardig
spaarduitje over, en eenmaal zoover, dacht
hy er over om voor rekening van de Hoog
mogende Hêeren Staten, de kaapvaart te
gaan beoefenen. Spoedig kreeg hij een
aanstelling tot kapitein op de ..Walte", een
bodem, voerende 17 stukken, en met dit
schip verliet hy in Mei 1823 de Holland
sche kust. Nauwelyks buitengaats geko
men, hield hy een Egmonder haringbuis
aan, nam die een last haring af en betaal
de met een wissel op de Admiraliteit te
Hoorn! Nu de kogel eenmaal door de kerk
was, ging het van een leiendakje. Vier da
gen later nam hy een rijken koopvaarder
en verdeelde den buit onder zijn manschap
pen. Dit bezorgde hem al dadelijk een goe
de reputatie, zoodat, toen hij bij storm
weer te Vlissingen binnenviel, niet min
der dan 50 man beleefd verzochten
onder Compaan te mogen varen. Of hy zyn
Pappenheimers ook kende!
Maar boontje kwam ook wel eens om zyn
loontje. Het is hem later herhaaldelijk ge
zeurd, dat een deel van zijn volk. door
Compaan aan boord van een genomen
schip gezonden, er met het schip vandoor
ging, zoodat Compaan het nakijken had.
De oude Hollanders hadden bü al hun
afkeuring van Compaan's ongeoorloofde
„avonturye", toch blykbaar een zekere be
wondering voor zyn koenheid en stout
heid, want de talrijke wederwaardigheden
van den kaper worden in de oude kronie
ken zeer uitvoerig beschreven. Eerst s
de hy de Britsche koopvaarders om
Britsche havens een afzetgebied vooi
buit te kunnen vinden, maar toen
havens, op last van de Engelsche i
ring. toch voor hem gesloten werden,
zyn haat tegen al wat Britsch was
hoog. dat hij tot zelfs de zeeroovers va
nationaliteit, waar hy ze ook vond, t
ging en genadeloos vervolgde.
Om een afzetgebied te hebben vooi
roofwaren. wendde hij zich nu tot de
den Saphy en Salé in Marokko, waar
andere Hollandsche zeeschuimers, S
de Dansser en Jan Jansz. van Hac
een soort van nederzetting hadden
sticht. Bij hen kwam Compaan in 't
volg met zijn vloot, die soms uit
schepen bestond, om zich van provia
voorzien en zyn buit van de hand te
De vriendschap die zij hem betoonden
ai even hartelyk als al het andere, wat
Hollandsche roofridders alleen of tez
dachten en deden. Compaan's „vriei
waren spoedig van oordeel, dat hij
buit maakte en zij besloten hem te
tompelen. Compaan werd echter ge\
schuwd en voorkwam hen door een vai
stoute streken. Hij noodigde de beide s
men uit ..dien dag by hem te komen
zyn schip maaltijd te doen". Zij liep
de val en werden gevangen genomen,
inplaats van hen terstond te dooden.
hy hen voor de keus om óf gehang
worden, óf binnen vier en twintig uu:
tegen hem te leveren. Zij koren na
ïyk het laatste en leverden slag.
Symon de Danser ontkwam, zyn mei
werd in den grond geboord. Toch bly
dit voorval dat Compaan niet geheel
bloot was van een zekere ruwe ridde
heid.
Zoo verliep het eerste deel van zyn
Rust kende hij niet. Tot een Egmi
visscher zeide hij eens: ,,Ik heb menij
voor een uur of twee, drie slapens, d
op mij pasten, groot geld moeten gevi
in gestadige zorg moeten zyn. en ni<
leen voor anderen, maar ook voor zyn
volk". De zeeschuimers die onder zijl
velen stonden, wisten heel góed, dat
mand dan hy alleen orde kon houdei
der dien wilden troep en dat hun bei
dus van hem afhing. Toch was hy
verplicht door gaven, en andere gun
wijzen, een paar van zijn lieden n;
aan zich te binden en zich zoo een
iyfwacht te vormen. Maar ondanks
voorzorgsmaatregel is Compaans
door muiterij onder zyn volk herhaali
In gevaar geweest.
Een anderen keer zullen we eens v
len hoe het met dezen ..alderfame
zceroover" afliep.
Allicht ben je op een fiets- of kampeer-
tocht wel eens in het vriendelyke stadje
Amersfoort geweest. Dan heb je natuurlijk
ook de groote. beroemde kei gezien. Wat
heeft dat te beduiden: zoo'n groote kei bij
den ingang van de stad? Die geweldige
steen is in de 17e eeuw van de hei naar de
stad gesleept op kosten van een edelman,
die destijds bij Amersfoort op een buiten
plaats woonde. De goede man. die voor wat
zonderling gold, was zoo verheugd over de
in 1661 tusschen Nederland en Portugal ge
sloten vrede, dat hy de reuzenkei naar de
stad liet sleepen. om hem daar tot een ge-
denkteeken te plaatsen. Sindsdien worden
de Amersfoorters spottend „keitrekkers"
genoemd.
zakdoek. Maar toen zei ze: „Natuurlyk, als
jullie zoo graag vry wilt. dan zal ik je wel
laten gaan. Maarhoe moet dat dan?"
„Op de wolk." riep een van de kabou
ters. ..Die zal nu wel droog zyn."
„Ja, ja!" riepen ze allemaal en ze klap
ten in de handjes van pret. En toen ging
het heele troepje op de wolk zitten en de
beide engeltjes vlogen ermee weg. het keu
kenraam uit.
„Dag, dag!" riepen ze. „Dag. Rozemarie
en nog wel bedankt!"
„Ik heb vannacht myn poppetjes naar
het sprookjesland zien gaan," vertelde
Rozemarie den volgenden morgen aan
Oma. „Wel jammer van m'n zakdoek, maar
ze wilden zoo erg graag, ziet u."
Toen Oma alles haarfyn gehoord had,
kon ze 't best begrijpen.
„Zullen we dan dien anderen poppetjes
zakdoek ook maar gauw in de teil stoD-
pen. vrouwtje?"
Maar dat vond Rozemarie niet goed.
Want één zakdoek met poppetjes wilde ze
erg graag houden!
R. DE RUITER-V. d. FEER.
Een gezellig werkje eneen aardige
tafelversiering.
Het wordt tyd, dat we in onze kinder
rubriek weer eens wat gaan kuntselen:
anders zouden jullie al te lui worden! Denk
je ook niet? Van gekleurd papier kan je de
prachtigste knipsels maken, met wat oefe
ning zelfs zóó mooi, dat het wel fyn kant
werk lykt!
Maar je moet eenvoudig beginnen. Wil ik
het je leeren? Kyk dan maar goed, hoe
ik doe.
Ik neem om te beginnen een vierkant
stuk papier, nog niet dadelyk een gekleurd
stuk, maar een gewoon schriftvelletje om
eerst mee te oefenen. Ik maak het velletje
precies vierkant, door één punt dubbel te
vouwen en knip of scheur dan het over
schietende reepje er netjes af. Ik heb nu
een driehoek voor me liggen. Deze vouw ik
nog eens dubbel: dan krijg ik weer een drie
hoek. Nu vouw ik nog de eene kant dubbel
naar voren, de andere naar achteren. Ik
krijg dan figuur 1 c-a, zyn de buitenkan
ten die we netjes inkartelen (fig. 2).
Nu kunnen we beginnen met allerlei figu
ren uit de zijkanten te knippen, maar we
moeten 't zóó doen. dat de uitgeknipt
deelten elkaar niet raken, want dai
ons knipsel uit elkaar vallen.
Als je dit met zorg gedaan hebt, gai
het knipsel openvouwen. Ben je nie
nieuwd, wat het geworden is? Ik w<
kunt je dat van tevoren nooit precies
stellen! Maar altijd wordt het wel iets
digs, mits je een beetje zorgvuldig te
gaat en een goed scherpe schaar geb:
Als we ons voldoende met een ge
stukje papier hebben geoefend, vrage
aan moeder, of we wat rood vloei n
koopen en dan gaan we hiervan aa
kleedjes maken om bij een feestelyke
genheid op tafel te leggen, b.v. ond
glazen.
Je zult eens zien hoe gezellig dat s
Ik ken twee kinderen, die twee maa
geleden, op den huwelyksdag van
Prinses, de heele tafel beeldig hadden
sierd met kleedjes van Oranje vloeijx
Een allerleukst gezicht was dat!
Nu. probeeren jullie maar eens, of ji
ook kunt. Als je een poosje met een
kant kleedje geoefend hebt, ga je je U
ten maar eens beproeven op een rond
kan ook mooi worden, maar het is we
moeilijker!