et werkkamp „Eerde" F inancieel-economisch weekoverzicht parlementair overzicht Ifcfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zalerdag 6 Maart 1937 Vierde Blad No. 23603 De Oslo-staten bijeen EERSTE KAMER. DE BETERE PERMANENT f.5.—. f. 7.50, f.10.— FAILLISSEMENTEN „De ruggegraat van alle reclame". Sigaren, die in 1-847 al oud waren Rubber en staal TF.I EFOONNUMMERS: BEGROOTING VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN. De voortzetting van het debat over Bin- andsche Zaken was niet zoo bijster langrljk meer. Van den beer De Marchant et d'Ansem- ar» kregen we een speech, welke een :bt was over de behandeling van N.S. •ers in verschillende plaatsen, met name de Zuidelijke provincies. Inzonderheid rklooze fascisten moeten het, volgens ontgelden; men verbiedt hun de ge- -jite te verlaten, men verbiedt hun Is (Kerkradei om 's nachts op straat te pen. op straffe van inhouden van steun, afgevaardigde betoogde dat het drie schap Colijn-Oud-de WUde den bur- -oorlog in ons land aan het ontketenen Heel anders waren de klachten van den r De Zeeuw; zij betroffen het bekende Kferwerp van de aapraqding der gemeen te autonomie. Minister de Wilde heeft in zijn antwoord r de zooveelste maal het regeerings- jeici met betrekking tot de gemeenten èrdedigd. Wij behoeven er niet weder uit- oeriz op in te gaan. Wederom heeft hij de ««zakelijkheid van regeeringstoezicht, *t nome ook op de noodlijdende gemeen- j verdedigd. Voorts nam hij eenige bur- eesters in bescherming tegen op hen r den heer Hermans geoefende critiek. Wat het benoemen van sociaal-democra- --he burgemeesters betreft; de Minister kende hij had het in de stukken ook s gedaan dat er zich een evolutie goede onder de sociaal-democraten twikkelt, maar toch betwijfelt hij, of die geheel uit het hart komt. Intusschen "4 hij de benoeming van socialisten tot gemeester niet af. maar hij zal elk ge- persoonlijk onderzoeken. De Minister heeft in den loop zijner rede tkend. dat werkloozen onrechtmatig in iin vrijheid van beweging worden be- nerd. Wel worden er in het Zuiden r en daar maatregelen genomen, om >n van de grens van haar verleidingen te houden, doch dit kon de Minister verkeerd vinden. De N.S.B.-critiek achtte hij dan ook on- Doch in dit verband oefende de Mi- scherpe critiek op het optreden der SB. op verschillende vergaderingen. Inzake de vlag heeft de Minister tegen- den heer de Savornin Lohman be- -gd, dat er thans een beslissing moest „;den genomen. Het ging niet aan de J.RUNBENDE. Stationsweg20 Tel.609 (Ingez. Med.) 7468 dingen verder op hun beloop te laten. Op historische gronden achtte de Minister de keuze van het rood-wit-blauw volkomen gerechtvaardigd, gelijk ook een man als prof. Huizinga heeft betoogd. Hij gaf toe, dat vroeger ook practlsche redenen er toe hebben bijgedragen, om deze kleuren in te voeren (de grootere bruikbaarheid op zee van het rood boven het bleekere oranje) maar historisch is het rood-wit- blauw onze vlag geworden, en dit is thans bij Koninklijk Besluit officieel erkend. Het voeren van een andere vlag kan thans niet verboden worden, maar er zal spoedig een wetsontwerp komen, om de zaak te regelen. Nu. dit is zeer zeker noodig. Want er rijzen eenige practlsche vragen, die oplossing eischen.Wij hopen dat in het ontwerp ook het soort rood en het soort blauw nader zullen worden omschreven. En met voldoening hoorden wij den Mi nister verklaren: dat er geen bezwaar bestaat om ook aan den oranje-wimpel een officieele erkenning te geven. Precies. Zouden op deze wijze beide partijen niet bevredigd zijn geworden? In zijn repliek heeft de heer Lohman zich bij voorbaat verzet tegen een verbod van 't roanje-blanje-bleu. Daarvoor bestaat niet de minste reden, zei hij. Twee vlag gen naast elkaar scheen hij zoo erg niet te vinden. Maar de Minister hield vol, dat de knoop thans moest worden doorgehakt, en wel ten gunste van het rood-wit-blauw, dat onze eerste Koning ook koos en dat de vlag was in den slag bij Waterloo. Als ik zeidc de Minister voor stander was van het oranje-blanje- bleu, zou ik, na de thans gevallen be slissing, als goed vaderlander, toch het rood-wit-blauw uitsteken, want dit is nu de officieele vlag. Uit 's Ministers mededeelingen werd ech ter niet duidelijk, of in het komende wets ontwerp een verbod van het oranje-blanje- bleu zal voorkomen, en zoo ja, tot hoe ver. Het is zeer de vraag, of zulk een verbod niet te radicaal zou zijn. Behalve natuur lijk voor officieele en half-officieele ge bouwen. De begrooting van Binnenlandsche Za ken is aangenomen. De N.S.B.-ers waren tegen. BEGROOTING VAN HET P.T.T.-BEDRIJF. Bij de P.T.T.-begrooting heeft de heer Polak het besluit der Regeering, waarbij aan den Vrijdenkers-Radio-Omroep de zendtijd werd ontnomen, ernstig afge keurd. Ook tegenover deze richting dien de, volgens hem, het recht der minderheid te worden gehandhaafd. „De Dageraad" propageert geen vulgair atheïme. Maar de Minister heeft het besluit ver dedigd. o.a. door te wijzen op het groote verschil tusschen persvrijheid en radio- vrijheid. Het gesproken woord draagt een geheel eigen karakter en waar de groote stroomingen in ons volk reeds voldoende jn de radio vertegenwoordigd zijn, is er geen aanleiding allerlei andere omroepen toe te laten, want waar is dan het eind? De begrooting werd goedgekeurd. HAGENAAR. Uitgesproken: P. H. Goemans, koopman, te Wassenaar, Bakkershagenlaan 4, en zaak doende Lang straat 69. Rechtercomm. jhr. mr. H. O. Feith. Curator mr. J. J. Schokking, te Was senaar. Geëindigd door homologatie van het aangeboden accoord G. W. Bakker, Warmond. In een wetenschappelijke studie over het advertentiebureau schreef George Birnbaum o.a.: 7476 „Dagblad-reclame is en blijft de ruggegraat van alle reclame. Dagblad reclame verhoudt zich tot andere reclame-middelen zoo ongeveer als voedings- tot genotmiddelen." (Van onzen G.F.D.-redacteur). ,Naar het werkkamp „Eerde"Een "dwijzer op den weg Ommen—den Ham 'dt nuj, dat ik hier links af moet slaan het derde werkkamp van de „Centrale r Werkloozenzorg" te Utrecht, te bezoe- De handwijzer wiist naar een zand- Heeds na enkele oogenblikken sta ik stil 'r een wit hek met daarboven: Werk- D „Eerde". Ik ben waar ik wezen moet- •jweliiks ben ik het hek gepasseerd of a korte, gedrongen figuur stevent recht mij af: de kampco. de heer Willems, tvangt mij hartelijk in ziin domein. Nog - n 10 tellen later zit ik in de gezellige Ekamer van de woning van den kampco ik kan me niet goed voorstellen dat deze onderdeel is van een houten barak vter een kop thee. Het regent! Natuur- regent het! Wanneer ik na de kennismaking met echtgenoote en 3 kinderen van den ""Deo door de ramen naar buiten tuur. "it de eerste indruk die ik van het werk- ~D „Eerde" kreeg in niet geringe mate sterkt, "k Heb er maar één woord voor: -endelijk. Links voor me zie ik een prach- oangelcgde rotspartij, hout met doek "dekt Midden daarvoor een uit hout eden kop van een beest. Rechts van me dt zich een perk Een witte mast jtrecht omhoog. Bovenaan wappert de eriandsche driekleur. Md den overkant weer barakken. Geheel ks de kamer van de kampdames (mo reel is er thans maar één), dan volgt keuken daarnaast de recreatiezaal, ver ens de eetzaal en tenslotte de 4 slaap- "ken (elk met 12 één-persoonskribben). tdODt u de voordeur uit van de woning den kampco. dan kriigt u achtereen- "ens tenminste als u meteen rechts aat het kantoor, de kokswoning en ]obarakken. precies zoo ingericht als de ere 4. Daarachter hebben de schoen er en de fietsenreparateur hun verblijf, natuurlijk noodigt de kampco zijn bezoe- !t "a het kopje thee tot een rondgang het kamp en een bezoek aan het werk 8" is nagenoeg droog, dus yehuld in onze regenjassen stappen wü "ie minuten later door het kamp. Di keuken maak ik kermis met den kok. y°0Pt al aardig naar 6 uur, dus hij 't het druk. Zijn helpers ziin eveneens »e weer. Uit de groote, ijzeren ketels heu heerlijke geuren op. „Zuurkool vond", aldus vang ik op •tsele jongens zijn in het kamp zelf Wij werken aan de verbetering van de jjatering. De overige deelnemers aan dit h ziin thans oo het werk. En ook wij daar heen, In het bosch merken we ,eei van de regen. De dermenboomen een goede beschutting. Na enkele uien moeten we een omtrekkende he 's maken. Het „Besthmer Meertje" rde ons den weg. Het gaat dan heu- heuvel af. door het prachtigste na- ■-'ftoon van het. landgoed Eerde" dat oaroii an Pallandt van Eerde toebe- °d dit. thans voor het publiek open- ïeik t lan<12oed. was veel. zeer veel nuttig W ?oen En door de deelnemers van 'j^orkkamp wordt dit dan ook gedaan, tut t meester vap den huidigen elge- j,houtvester J. Frens. is technisch lei- it[ het werk", aldus vertelt de kampco mii, „De meeste jongens werken nu in de bosschen. waar zij de vooraf uitgezochte en gemerkte boomen moeten rooien en gereed maken voor den houtverkoop. Het geluid van bijlslagen dringt tot ons door, het wordt steeds sterker tot wil plot seling een groep jongens in overalls in het oog kriigen. Zii hebben iuist een boom ge veld en ontdoen die thans van de takken en wortels. Zoo noodig zagen zii zoo'n stam ook in stukken. Geen 100 meter verder is een tweede groep jongens iuist bezig met transportee ren van een boomstam. Dat gaat heel een voudig. De sterksten treden naar voren, lichten een stuk boomstam op en dragen het naar de plaats waar het moet zijn. Nu zijn deze boomstammetjes wel niet zoo heel erg dik maar als ik, zoo stiekemweg. een afgezaagd stamstuk. bij één der uiteinden wil obtillen. lukt me dat maar enkele cen timeters. Dan moet ik. met een paar han den die kleven van hars, het „stukje hout" laten vallen. Ik had deze stammetjes te licht, veel te licht, geschat, „Jammer dat de zon niet schijnt", aldus de kampco. ,dan eerst kunt u zien hoe ontzaggeliik mooi het hier is". Ik kan het me overigens best voor stellen. Inderdaad: het is hier prachtig „Zomers moet het hier een lust zMn om te werken". Zwijgend knikt de kampco. Hij zit hier al een dikke anderhalf jaar en kan daar dus van meepraten. Het begint intus schen aardig hard te regenen, zoo zelfs, dat wji het geraden achten den kortsten weg naar het kamp in te slaan. De eetzaal is geheel vol wanneer wij daar na een half uurtje de „joyeuze entrée" ma ken. Nauwelijks ben ik binnen of er klinkt een hartelijk applaus en ternauwernood zit ik aan tafel, of de kampco begroet mij officieel. „De pers" kwijt zich van haar taak om met enkele woorden voor den hartelijke ontvangst te danken. De spre kers maken het beiden kort, zeer kort. Mis schien komt het omdat de schalen met zuurkool en het vleesch op de borden reeds wachten. En er zijn ruim 100 monden die er naar verlangen om het eten te proeven. Ik heb eerlijk m'n best gedaan om tegen de jongens op te eten. Maar toen ik na den tweeden keer reeds m'n beurt liet voorbij gaan het smaakte me anders voortref felijk kok! waren er nog genoeg lief hebbers voor een derde portie. Eten kun nen ze ook in „Eerde" best. Het regent nog steeds wanneer wij de laatste barak „gedaan" hebben. Slechts één ding rest er nog: het dooven der lichten. Ook dat wordt niet vergeten, zoodat an] tenslotte slechts één oriëntatiepunt over hebben: de verlichte ramen van de woning van den kampco. Daar gaan wij dan recht op af. Een half uurtje later zijn ook de lichten in deze woning gedoofd. Om 7 uur houdt de directeur van „Groot- Fmaus" te Ermelo in de ontspanningszaal „Groot-Emaus" is een gesticht voor zwakzinnige kinderen een met zeer veel aandacht gevolgde causerie over het zwak zinnige kind en zijn verzorging. Om ruim 9 uur is de causerie afgeloopen Uit de gestelde vragen bleek duidelijk, dat de luisterenden den spreker met zeer veel belangstelling gevolgd hadden. Met den spreker verdwijn ik na de dag sluiting naar de woning van den kampco. De jongens gaan voor zij hun bed opzoe ken. nog pap eten. Daarna nog voor half 10 hooren wij ze reeds naar de slaap- barakken gaan. De spreker is ook reeds vertrokken en rustig praten wij dan nog even na totdat de kampco oprijst om de „laatste ronde" te doen. De chef van de administratie en de gast de eerste is ge wapend met de presentielijst vergezel- I len hem, barak in, barak uit. „U hebt duidelijk „ja" geroepen, toen ik om 8 uur klopte.Dit is het antwoord, het lachende antwoord van den kampco. als ik hem duidelijk tracht te maken, dat !k het onbegrijpelijk vind, pas om 9 uur boven water te zijn gekomen. „U bent zeker weer ingeslapen. „Enfin, veel mist U niet", is de troost volle mededeeling, „het regent al weer". Inderdaad, de regen is er en goed ook. Dat beteekent: binnen blijven. Na den maaltijd doet de kampco enkele mededeelingen, o.m. over den sportmiddag, waarbij twee werkkampvoetbalelftallen den strijd tegen „vreemdelingen" zullen aan binden. Of er nog gewerkt zal worden? De kampco weet het niet Zooals het op het oogenblik is: neen. En als even later houtvester Frens de woning van den kampco betreedt is deze het daar roerend mede eens. En echte houtvester, deze rentmeester. Een stoere figuur met snor, buis met groene, ronde kraag, groene hoed met veer, rij broek en kaplaarzen. Hij hoort thuis hier op dit landgoed, hoort in de bosschen. met het geweer op den schouder, op jacht naar herten of reeën. .Bent U tevreden over het werk van de kampdeelnemers?" Het antwoord is een welgemeend „ja". 's Avonds na het eten heeft de kampco mij medegenomen naar zijn buurman In de woning van den rentmeester, met de groote deel. waar een flinke hond aan zijn ketting rukte toen hij den vreemdeling ontdekte, getuigt alles van de jachtlust van den bewoner. In den langen gang van voordeur naar de deel hangen vele. zeer vele geweien. Recht vóór me zie ik den wreeden kop van een wild zwijn. Wegens het a.s. bezoek van padvinders uit Zwolle aan het kamp, kan het buur praatje niet lang duren. Toch ziet de rent meester kans mij in de gauwigheid „iets te laten zien wat ik nog nooit gezien heb." In één der kamers van zijn woning, ook al weer vol opgezette dieren, staat een ouderwetsche kast. En onderin die kast zie ik stapels sigarenkistjes. Even later komt de heer Frens reeds aandragen met. een kistje havanna's. Ik wil juist mede- deelen, dat ik geen sigaren rook, wanneer de rentmeester het kistje opent. Er in kijkend zie ik sigaren met er boven op een vergeeld, half vergaan papiertje. Vrij dui delijk staat daarop te lezen: „Deze sigaren zijn sinds 1847 bewaard en.waren toen al zeer oud." Neen. zooiets heb ik zeker nog nimmer gezien. Maar ik zou, hoewel deze sigaren den tand des tljds oogen- schijnlijk goed hebben doorstaan, er toch niet graag één van opsteken En uit het feit. dat de houtvester 's middags in de cantine van het werkkamp eveneens siga ren had gekocht, leid ik met onverbidde lijke logica af. dat hij dit ook niet graaf zou doen. Het is hoof tijd om terug te gaan ns?' het kamo. De oadvinders kunnen elk oogenblik arriveeren Even later steken wl' reeds den W"' over om lancs het donkere boschngd bet kam-, weer te Kpreiken TV kampco ontsteekt ziin zaklantaarn het geen. gezien het feit dat hier een bosch pad betreden wordt, inderdaad geen over bodige luxe is. De padvinders arriveerden nog geen minuut na onze terugkomst in 't kamp.... „De noodzakelijkheid om tot resultaten te komen is overweldigend. Er is overvloed van goederen in de wereld en desniettemin is er zooveel armoede, welke er niet be hoefde te zijn," zoo sprak met rustige, for- sche stem onze Eerste Minister bij de ope ning der Osloconferentie te Den Haag, die van initiatief getuigende bespreking tus schen vertegenwoordigers van een aantal kleine staten, welke geen politieke strijd bijlen hebben te wetten en thans een eer ste poging zullen ondernemen, om .slechts wat meer welvaart en anders niet" in het leven te roepen. Colijn's woorden waren opzettelijk algemeen gehouden, doch dit beteekent niet, dat zij nietszeggend wa ren. Zij gaven ten aanzien van deze toch zoo uiterst moeilijke voorloopige bespre kingen een zekeren leiddraad aan: staart u niet blind op bepaalde onderwerpen, doch onderzoekt alle mogelijkheden, om tot een vermindering van handelsbelem meringen te geraken en schenkt daarbij vooral aan twee belangrijke punten de aandacht: een eventueele nieuwe interpre tatie der meestbegunstigings-clausule en de noodzakelijkheid, steun- en medewerking te verkrijgen van de grootere mogendhe den. Zonder eenigen twijfel doelde dr. Co- lijn hier speciaal op Engeland, van welks houding, wij wijzen hierop reeds vroeger, het uiteindelijk succes der besprekingen grootendeels zal afhangen. Laat ons hopen dat deze eerste besprekingen inderdaad het begin mogen zijn van een krachtige handelsverruiming. Het moet thans eens uit zijn met die dwaze paradox, dat de menschheid, na op zoo schitterende wijze door verbetering van techniek en tran sportmethoden de afstanden op aarde te hebben vernietigd, haar eigen groote werk practisoh weer ongedaan maakt door het invoeren van reeksen van handelsbelem meringen. Laat ons in ieder geval niet wanhopen? De duidelijke verruiming van den wereld handel. ofschoon in hooge mate gestimu leerd door den bewapeningsroes, steunt het pogen der Oslo-landen. De behoeften brei den zich uit. De toenemende schaarschte aan ijzer en staal in Engeland bijv. heeft de Britsche regeering doen besluiten, het invoerrecht op ruw gietijzer geheel af te schaffen en dat op ijzer en staal te hal- veeren. De Amerikaansche staalnijverheid werkt reeds op de ongekend hooge capa citeit van over 85 pCt. De Nederlandsche textielindustrie, overstelpt met orders van de zijde der blijkbaar weer in geld baden de bevolking van Ned.-Indië, ziet zich ver plicht, een deel dier orders aan Engeland te delegeeren, terwijl de Ned.-Indische re geering aanzienlijk scheutiger is dan voor heen met het verleenen van invoerlicen- ties voor katoentjes aan Japan en Enge land. Dit zijn slechts enkele voorbeelden, doch duidelijk blijkt er uit, dat stijgende goederenprijzen, stijgende behoeften (van welken aard ook) en stijgende conjunc tuur de doodsvijanden zijn van protectie. Aom zien wij pogingen de productie van grondstoffen op te voeren. In de meeste gevallen lukt dit ook, zoo al niet op staan- den voet, dan toch binnen een redelijk korten termijn. Er is echter één grond stof, waarbij deze pogingen vooralsnog niet met succes zijn bekroond: wij doelen op rubber, aan welker statistische positie wij ditmaal, zooals beloofd, een korte beschou wing zullen wijden. Inderdaad staat rubber op het oogenblik in het centrum der beursbelangstelling. De aandeelenkoersen ter beurze van Amster dam hebben nagenoeg alle een peil bereikt ongeëvenaard sinds den aanvang der crisis en de vraag duurt haast onverminderd voort, de koersen van courante zoowel als incourante fondsen naar boven jagende. Het feit, dat een aandeelenemissie ad 470.000 gulden aan de Tjoeroeg (een onder neming, die voorheen vrijwel een onbeken de was) 26 maal is overteekend, spreekt reeds boekdeelen. Wat is de oorzaak van dezen koopdrang. welke overigens ook op de Londensche beurs valt waar te nemen. Kort en bondig deze, dat de statistische positie van rubber in twee jaren tijds van bijna hopeloos nagenoeg normaal is ge worden. De samenloop van zeer drastische productiebeperking en zeer snelle verbruiks toeneming heeft dit wonder in zoo korten tijd tot stand gebracht. Zoo konden de we reldvoorraden van 580.000 ton eind 1934 dalen tot ruim 400.000 ton op het oogen blik. En nog steeds blijft de productie ach ter het verbruik aanhinken, zooals blijkt uit de jongste officieele statistieken, die ons verkondigen, dat in Januari de wereld- uitvoer 14.444 ton lager was dan het ver bruik en de uitvoer der restrictielanden niet minder dan 15 pCt. bij de toegestane quota is achtergebleven. Geen wonder dus, dat de rubberprijs een bijna aanhoudende stijging vertoont. Thans bedraagt hij c.a. 10 3/4 d. per lb. tegen een gemiddelde van 7 3/4 in 1936, van 6 in 1935 en een laagte record van 1 5/8 in 1932. Op den huidigen prijs kunnen alle eenigszins behoorlijk ge leide ondernemingen een ruime winst af werpen. Er is evenwel meer. dat bij de beoordee ling der rubberpositie de aandacht vraagt. Zooals gezegd immerse, worden tot dusver de pogingen van het Int. Rubber Comité de productie omhoog te drijven, niet met succes bekroond. Het Comité heeft de uit- voerquota voor de eerste drie kwartalen van dit jaar vastgesteld op resp. 75%, 80% en 85"'», doch er zijn aanwijzingen, dat noch Malakka, noch Ceylon, noch Ned.- Indië dit contingent zullen kunnen pro- duceeren. Grootendeels is de schuld hier van te zoeken in het feit, dat bij de in voering der restrictie, toen men uit hoofde van de ontzaglijke overproductie niet zoo nauw keek, men de standaard quota vrij wel overal op een te hoog peil heeft ge fixeerd. Daarvan ondervindt men thans de naweeën. In de tweede plaats is er het ar beidsvraagstuk. dat speciaal in Malakka en de Ned.-Lndische Buitengewesten nijpend is. Voor Sumatra stelt men thans ijverig pogingen in het werk, om in dit gebrek aan arbeidskrachten zoo spoedig mogelijk te voorzien, doch hiermede zijn toch zeker ettelijke maapden gemoeid. Bovendien moet men niet vergeten, dat ook de capaciteit der aanwezige fabrieken niet geheel is in gesteld op de toenemende productie, ter wijl de bevolkingsproducenten ernstig ge brek hebben aan voldoende handpersen. Dan is er ook nog steeds een gebrek aan scheepsruimte, waardoor de regelmatig heid der verschepingen in het gedrang komt. Nog een factor dient in dit verband ge memoreerd te worden. De rubberrestrictie sluit in een verbond van nieuwen aan plant en een aanzienlijke beperking vani het areaal waarop herbeplanting mag plaats vinden. Aangezien een rubberboom, eerst na ruim zes jaren in het producee- rend stadium komt, zal de productie der ondernemingen zich over een vrij lang durige periode niet boven een zeker peil kunnen verheffen. Onze Ned.-Indische on dernemingen hebben gelukkig ruimschoots gebruik gemaakt van de gelegenheid tot herbeplanting, doch in Malakka is men in dit opzicht uitermate roekeloos geweest, met het gevolg, dat men daar in de on mogelijkheid verkeert, de productie veel verder te vergrooten, terwijl overigens ook in Ned.-Indië bij een productie van 8590 pCt. der standaard quota onze onderne mingen waarschijnlijk reeds op volle ca paciteit v/erken. Zij, die een tweetal jaren geleden hebben voorspeld, dat de bevol kingsproducenten nog eens in een periode van ernstige schaarschte de red-engelen der rubberindustrie zouden worden, zouden, waarlijk nog wel eens gelijk kunnen krij gen. Over de gevaren van de staking met ge kruiste armen spraken wij reeds eerder. De wereld kan nu constateeren, dat de pure dreiging van zulk een staking, gepaard' met een lijdelijk-goedgunstige houding der regeering, in de Ver. Staten iets heeft te weeggebracht, dat gevoegelijk met den, naam sociale onwenteling kan worden be titeld. Na de halve overwinning, die heb Comittee for Industrial Organization on der leiding van den arbeidersdictator Le wis op de General Motors had behaald, keerde Lewis zich tegen de andere indu strieën, in de allereerste plaats tegen de staalnijverheid, die met haar ontzaglijken: invloed op 's lands conjunctuur en haar den laatsten tijd zeer sterk toegenomen bedrijvigheid, het kwetsbaarst was. En ziet, wat gebeurt? De staalnijverheid bevreesd voor een ernstig conflict, dat het geheele wereidherstel feitelijk op losse schroeven zou zetten, boog het hoofd. Nog vóór Lewis met definitieve eischen kwam aanzetten, kondigde zij een belangrijke loonsverhoo- ging aan, voerde zij veertigurige werkweek in enerkende zij feitelijk Lewis' orga nisatie als volwaardige vertegenwoordigster der arbeiders. Hierdoor heeft men dus tevens practisoh de macht van de „sit down strike" erkend, doch tegelijk een hoogst ernstig conflict vermeden. De con cessie der staalnijverheid komt haar te staan op een extra 150.000.000 dollar per jaar, waardoor de kostprijs van staal ca. 4 dollar per ton zal worden verhoogd. De overweldigende vraag naar staalproducten zal het echter ongetwijfeld mogelijk ma ken. dat deze kostprijsverhooging op de consumenten is af te wentelen. Wat er zal geschieden, zoodra die sterke vraag naar staal vermindert, daarover zullen wij ons thans het hoofd maar niet breken. Het voorkomen van een conflict op zichzelf reeds heeft een machtige hausse-beweging in het leven geroepen die zich verder zal uitbreiden, naar gelang ook de kans op conflicten in andere industriën vermin dert. De toekomst zal moeten leeren, of de prijs voor deze hausse, de sociale revolutie, niet te duur is geweest. De Amsterdamsche beurs ondervindt, zooals gewoonlijk den onmiddellijken in vloed van de gebeurtenissen in Amerika. Ook hier storten publiek en speculanten zich weer met frisschen moed op de aan- deelenmarkt na een periode van aarzeling en de obligatiemarkt moet weer het loodje leggen. De conversiestroom is bijgevolg tot een heel klein beekje ingestonken, om dat men, terecht of ten onrechte (hierover zijn de meeningen nog scherp verdeeld) meent, dat aandeelen en goederen in de zen tijd veel grootere wüistkansen bieden- dan een Iaagrentende obligatie of pand brief. „De Koninklijke" heeft een volledig suc ces kunnen boeken met haar aanbod tob omruil harer dollarobligaties in gulden obligaties plus een warrant: 97% der uit staande obligaties is ter ruiling aangebo den. Hierdoor is de maatschappij practisch van haar dollarverplichtingen bevrijd en heeft zij de kans gezien het jaren trainee- rende goudclausule-conflict eindelijk voor goed te begraven. Wij meenen, dat het thans ook tijd is voor de Vereeniging voor den Effectenhandel om haar halsstarrige houding te laten varen en, gezien het re sultaat der transactie, de nieuwe gulden obligaties en warrants in de officeele no teering op te nemen. REDACTIE 1507 DIRECTIE en ADMINSTRAHE 2500 (op 2 lijnen)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 13