et werkkamp „Eerde"
F inancieel-economisch
weekoverzicht
parlementair overzicht
Ifcfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zalerdag 6 Maart 1937
Vierde Blad
No. 23603
De Oslo-staten bijeen
EERSTE KAMER.
DE BETERE PERMANENT
f.5.—. f. 7.50, f.10.—
FAILLISSEMENTEN
„De ruggegraat van alle
reclame".
Sigaren, die in 1-847 al oud waren
Rubber en staal
TF.I EFOONNUMMERS:
BEGROOTING VAN
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
De voortzetting van het debat over Bin-
andsche Zaken was niet zoo bijster
langrljk meer.
Van den beer De Marchant et d'Ansem-
ar» kregen we een speech, welke een
:bt was over de behandeling van N.S.
•ers in verschillende plaatsen, met name
de Zuidelijke provincies. Inzonderheid
rklooze fascisten moeten het, volgens
ontgelden; men verbiedt hun de ge-
-jite te verlaten, men verbiedt hun
Is (Kerkradei om 's nachts op straat te
pen. op straffe van inhouden van steun,
afgevaardigde betoogde dat het drie
schap Colijn-Oud-de WUde den bur-
-oorlog in ons land aan het ontketenen
Heel anders waren de klachten van den
r De Zeeuw; zij betroffen het bekende
Kferwerp van de aapraqding der gemeen
te autonomie.
Minister de Wilde heeft in zijn antwoord
r de zooveelste maal het regeerings-
jeici met betrekking tot de gemeenten
èrdedigd. Wij behoeven er niet weder uit-
oeriz op in te gaan. Wederom heeft hij de
««zakelijkheid van regeeringstoezicht,
*t nome ook op de noodlijdende gemeen-
j verdedigd. Voorts nam hij eenige bur-
eesters in bescherming tegen op hen
r den heer Hermans geoefende critiek.
Wat het benoemen van sociaal-democra-
--he burgemeesters betreft; de Minister
kende hij had het in de stukken ook
s gedaan dat er zich een evolutie
goede onder de sociaal-democraten
twikkelt, maar toch betwijfelt hij, of die
geheel uit het hart komt. Intusschen
"4 hij de benoeming van socialisten tot
gemeester niet af. maar hij zal elk ge-
persoonlijk onderzoeken.
De Minister heeft in den loop zijner rede
tkend. dat werkloozen onrechtmatig in
iin vrijheid van beweging worden be-
nerd. Wel worden er in het Zuiden
r en daar maatregelen genomen, om
>n van de grens van haar verleidingen
te houden, doch dit kon de Minister
verkeerd vinden.
De N.S.B.-critiek achtte hij dan ook on-
Doch in dit verband oefende de Mi-
scherpe critiek op het optreden der
SB. op verschillende vergaderingen.
Inzake de vlag heeft de Minister tegen-
den heer de Savornin Lohman be-
-gd, dat er thans een beslissing moest
„;den genomen. Het ging niet aan de
J.RUNBENDE. Stationsweg20 Tel.609
(Ingez. Med.)
7468
dingen verder op hun beloop te laten. Op
historische gronden achtte de Minister de
keuze van het rood-wit-blauw volkomen
gerechtvaardigd, gelijk ook een man als
prof. Huizinga heeft betoogd. Hij gaf toe,
dat vroeger ook practlsche redenen er toe
hebben bijgedragen, om deze kleuren in
te voeren (de grootere bruikbaarheid op
zee van het rood boven het bleekere
oranje) maar historisch is het rood-wit-
blauw onze vlag geworden, en dit is thans
bij Koninklijk Besluit officieel erkend.
Het voeren van een andere vlag kan
thans niet verboden worden, maar er
zal spoedig een wetsontwerp komen,
om de zaak te regelen. Nu. dit is zeer
zeker noodig. Want er rijzen eenige
practlsche vragen, die oplossing
eischen.Wij hopen dat in het ontwerp
ook het soort rood en het soort blauw
nader zullen worden omschreven. En
met voldoening hoorden wij den Mi
nister verklaren:
dat er geen bezwaar bestaat om ook
aan den oranje-wimpel een officieele
erkenning te geven.
Precies.
Zouden op deze wijze beide partijen niet
bevredigd zijn geworden?
In zijn repliek heeft de heer Lohman
zich bij voorbaat verzet tegen een verbod
van 't roanje-blanje-bleu. Daarvoor bestaat
niet de minste reden, zei hij. Twee vlag
gen naast elkaar scheen hij zoo erg niet
te vinden. Maar de Minister hield vol, dat
de knoop thans moest worden doorgehakt,
en wel ten gunste van het rood-wit-blauw,
dat onze eerste Koning ook koos en dat
de vlag was in den slag bij Waterloo.
Als ik zeidc de Minister voor
stander was van het oranje-blanje-
bleu, zou ik, na de thans gevallen be
slissing, als goed vaderlander, toch het
rood-wit-blauw uitsteken, want dit is
nu de officieele vlag.
Uit 's Ministers mededeelingen werd ech
ter niet duidelijk, of in het komende wets
ontwerp een verbod van het oranje-blanje-
bleu zal voorkomen, en zoo ja, tot hoe ver.
Het is zeer de vraag, of zulk een verbod
niet te radicaal zou zijn. Behalve natuur
lijk voor officieele en half-officieele ge
bouwen.
De begrooting van Binnenlandsche Za
ken is aangenomen. De N.S.B.-ers waren
tegen.
BEGROOTING VAN HET
P.T.T.-BEDRIJF.
Bij de P.T.T.-begrooting heeft de heer
Polak het besluit der Regeering, waarbij
aan den Vrijdenkers-Radio-Omroep de
zendtijd werd ontnomen, ernstig afge
keurd. Ook tegenover deze richting dien
de, volgens hem, het recht der minderheid
te worden gehandhaafd. „De Dageraad"
propageert geen vulgair atheïme.
Maar de Minister heeft het besluit ver
dedigd. o.a. door te wijzen op het groote
verschil tusschen persvrijheid en radio-
vrijheid. Het gesproken woord draagt een
geheel eigen karakter en waar de groote
stroomingen in ons volk reeds voldoende
jn de radio vertegenwoordigd zijn, is er
geen aanleiding allerlei andere omroepen
toe te laten, want waar is dan het eind?
De begrooting werd goedgekeurd.
HAGENAAR.
Uitgesproken:
P. H. Goemans, koopman, te Wassenaar,
Bakkershagenlaan 4, en zaak doende Lang
straat 69. Rechtercomm. jhr. mr. H. O.
Feith. Curator mr. J. J. Schokking, te Was
senaar.
Geëindigd door homologatie van het
aangeboden accoord
G. W. Bakker, Warmond.
In een wetenschappelijke studie over
het advertentiebureau schreef George
Birnbaum o.a.: 7476
„Dagblad-reclame is en blijft de
ruggegraat van alle reclame. Dagblad
reclame verhoudt zich tot andere
reclame-middelen zoo ongeveer als
voedings- tot genotmiddelen."
(Van onzen G.F.D.-redacteur).
,Naar het werkkamp „Eerde"Een
"dwijzer op den weg Ommen—den Ham
'dt nuj, dat ik hier links af moet slaan
het derde werkkamp van de „Centrale
r Werkloozenzorg" te Utrecht, te bezoe-
De handwijzer wiist naar een zand-
Heeds na enkele oogenblikken sta ik stil
'r een wit hek met daarboven: Werk-
D „Eerde". Ik ben waar ik wezen moet-
•jweliiks ben ik het hek gepasseerd of
a korte, gedrongen figuur stevent recht
mij af: de kampco. de heer Willems,
tvangt mij hartelijk in ziin domein. Nog
- n 10 tellen later zit ik in de gezellige
Ekamer van de woning van den kampco
ik kan me niet goed voorstellen dat deze
onderdeel is van een houten barak
vter een kop thee. Het regent! Natuur-
regent het!
Wanneer ik na de kennismaking met
echtgenoote en 3 kinderen van den
""Deo door de ramen naar buiten tuur.
"it de eerste indruk die ik van het werk-
~D „Eerde" kreeg in niet geringe mate
sterkt, "k Heb er maar één woord voor:
-endelijk. Links voor me zie ik een prach-
oangelcgde rotspartij, hout met doek
"dekt Midden daarvoor een uit hout
eden kop van een beest. Rechts van me
dt zich een perk Een witte mast
jtrecht omhoog. Bovenaan wappert de
eriandsche driekleur.
Md den overkant weer barakken. Geheel
ks de kamer van de kampdames (mo
reel is er thans maar één), dan volgt
keuken daarnaast de recreatiezaal, ver
ens de eetzaal en tenslotte de 4 slaap-
"ken (elk met 12 één-persoonskribben).
tdODt u de voordeur uit van de woning
den kampco. dan kriigt u achtereen-
"ens tenminste als u meteen rechts
aat het kantoor, de kokswoning en
]obarakken. precies zoo ingericht als de
ere 4. Daarachter hebben de schoen
er en de fietsenreparateur hun verblijf,
natuurlijk noodigt de kampco zijn bezoe-
!t "a het kopje thee tot een rondgang
het kamp en een bezoek aan het werk
8" is nagenoeg droog, dus
yehuld in onze regenjassen stappen wü
"ie minuten later door het kamp. Di
keuken maak ik kermis met den kok.
y°0Pt al aardig naar 6 uur, dus hij
't het druk. Zijn helpers ziin eveneens
»e weer. Uit de groote, ijzeren ketels
heu heerlijke geuren op. „Zuurkool
vond", aldus vang ik op
•tsele jongens zijn in het kamp zelf
Wij werken aan de verbetering van de
jjatering. De overige deelnemers aan dit
h ziin thans oo het werk. En ook wij
daar heen, In het bosch merken we
,eei van de regen. De dermenboomen
een goede beschutting. Na enkele
uien moeten we een omtrekkende he
's maken. Het „Besthmer Meertje"
rde ons den weg. Het gaat dan heu-
heuvel af. door het prachtigste na-
■-'ftoon van het. landgoed Eerde" dat
oaroii an Pallandt van Eerde toebe-
°d dit. thans voor het publiek open-
ïeik t lan<12oed. was veel. zeer veel nuttig
W ?oen En door de deelnemers van
'j^orkkamp wordt dit dan ook gedaan,
tut t meester vap den huidigen elge-
j,houtvester J. Frens. is technisch lei-
it[ het werk", aldus vertelt de kampco
mii, „De meeste jongens werken nu in de
bosschen. waar zij de vooraf uitgezochte en
gemerkte boomen moeten rooien en gereed
maken voor den houtverkoop.
Het geluid van bijlslagen dringt tot ons
door, het wordt steeds sterker tot wil plot
seling een groep jongens in overalls in het
oog kriigen. Zii hebben iuist een boom ge
veld en ontdoen die thans van de takken
en wortels. Zoo noodig zagen zii zoo'n stam
ook in stukken.
Geen 100 meter verder is een tweede
groep jongens iuist bezig met transportee
ren van een boomstam. Dat gaat heel een
voudig. De sterksten treden naar voren,
lichten een stuk boomstam op en dragen
het naar de plaats waar het moet zijn. Nu
zijn deze boomstammetjes wel niet zoo heel
erg dik maar als ik, zoo stiekemweg. een
afgezaagd stamstuk. bij één der uiteinden
wil obtillen. lukt me dat maar enkele cen
timeters. Dan moet ik. met een paar han
den die kleven van hars, het „stukje hout"
laten vallen. Ik had deze stammetjes te
licht, veel te licht, geschat, „Jammer dat
de zon niet schijnt", aldus de kampco. ,dan
eerst kunt u zien hoe ontzaggeliik mooi het
hier is". Ik kan het me overigens best voor
stellen. Inderdaad: het is hier prachtig
„Zomers moet het hier een lust zMn om te
werken". Zwijgend knikt de kampco. Hij
zit hier al een dikke anderhalf jaar en kan
daar dus van meepraten. Het begint intus
schen aardig hard te regenen, zoo zelfs, dat
wji het geraden achten den kortsten weg
naar het kamp in te slaan.
De eetzaal is geheel vol wanneer wij daar
na een half uurtje de „joyeuze entrée" ma
ken. Nauwelijks ben ik binnen of er klinkt
een hartelijk applaus en ternauwernood zit
ik aan tafel, of de kampco begroet mij
officieel. „De pers" kwijt zich van haar
taak om met enkele woorden voor den
hartelijke ontvangst te danken. De spre
kers maken het beiden kort, zeer kort. Mis
schien komt het omdat de schalen met
zuurkool en het vleesch op de borden
reeds wachten. En er zijn ruim 100 monden
die er naar verlangen om het eten te
proeven.
Ik heb eerlijk m'n best gedaan om tegen
de jongens op te eten. Maar toen ik na den
tweeden keer reeds m'n beurt liet voorbij
gaan het smaakte me anders voortref
felijk kok! waren er nog genoeg lief
hebbers voor een derde portie. Eten kun
nen ze ook in „Eerde" best.
Het regent nog steeds wanneer wij de
laatste barak „gedaan" hebben. Slechts één
ding rest er nog: het dooven der lichten.
Ook dat wordt niet vergeten, zoodat an]
tenslotte slechts één oriëntatiepunt over
hebben: de verlichte ramen van de woning
van den kampco. Daar gaan wij dan recht
op af. Een half uurtje later zijn ook de
lichten in deze woning gedoofd.
Om 7 uur houdt de directeur van „Groot-
Fmaus" te Ermelo in de ontspanningszaal
„Groot-Emaus" is een gesticht voor
zwakzinnige kinderen een met zeer veel
aandacht gevolgde causerie over het zwak
zinnige kind en zijn verzorging.
Om ruim 9 uur is de causerie afgeloopen
Uit de gestelde vragen bleek duidelijk, dat
de luisterenden den spreker met zeer veel
belangstelling gevolgd hadden.
Met den spreker verdwijn ik na de dag
sluiting naar de woning van den kampco.
De jongens gaan voor zij hun bed opzoe
ken. nog pap eten. Daarna nog voor half
10 hooren wij ze reeds naar de slaap-
barakken gaan. De spreker is ook reeds
vertrokken en rustig praten wij dan nog
even na totdat de kampco oprijst om de
„laatste ronde" te doen. De chef van de
administratie en de gast de eerste is ge
wapend met de presentielijst vergezel- I
len hem, barak in, barak uit.
„U hebt duidelijk „ja" geroepen, toen ik
om 8 uur klopte.Dit is het antwoord,
het lachende antwoord van den kampco.
als ik hem duidelijk tracht te maken, dat
!k het onbegrijpelijk vind, pas om 9 uur
boven water te zijn gekomen. „U bent zeker
weer ingeslapen.
„Enfin, veel mist U niet", is de troost
volle mededeeling, „het regent al weer".
Inderdaad, de regen is er en goed ook.
Dat beteekent: binnen blijven.
Na den maaltijd doet de kampco enkele
mededeelingen, o.m. over den sportmiddag,
waarbij twee werkkampvoetbalelftallen den
strijd tegen „vreemdelingen" zullen aan
binden.
Of er nog gewerkt zal worden? De kampco
weet het niet Zooals het op het oogenblik
is: neen. En als even later houtvester Frens
de woning van den kampco betreedt is deze
het daar roerend mede eens.
En echte houtvester, deze rentmeester.
Een stoere figuur met snor, buis met groene,
ronde kraag, groene hoed met veer, rij
broek en kaplaarzen. Hij hoort thuis hier
op dit landgoed, hoort in de bosschen. met
het geweer op den schouder, op jacht
naar herten of reeën.
.Bent U tevreden over het werk van de
kampdeelnemers?"
Het antwoord is een welgemeend „ja".
's Avonds na het eten heeft de kampco
mij medegenomen naar zijn buurman In
de woning van den rentmeester, met de
groote deel. waar een flinke hond aan zijn
ketting rukte toen hij den vreemdeling
ontdekte, getuigt alles van de jachtlust
van den bewoner.
In den langen gang van voordeur naar
de deel hangen vele. zeer vele geweien.
Recht vóór me zie ik den wreeden kop van
een wild zwijn.
Wegens het a.s. bezoek van padvinders
uit Zwolle aan het kamp, kan het buur
praatje niet lang duren. Toch ziet de rent
meester kans mij in de gauwigheid „iets
te laten zien wat ik nog nooit gezien heb."
In één der kamers van zijn woning, ook
al weer vol opgezette dieren, staat een
ouderwetsche kast. En onderin die kast zie
ik stapels sigarenkistjes. Even later komt
de heer Frens reeds aandragen met.
een kistje havanna's. Ik wil juist mede-
deelen, dat ik geen sigaren rook, wanneer
de rentmeester het kistje opent. Er in
kijkend zie ik sigaren met er boven op een
vergeeld, half vergaan papiertje. Vrij dui
delijk staat daarop te lezen: „Deze sigaren
zijn sinds 1847 bewaard en.waren toen
al zeer oud." Neen. zooiets heb ik zeker
nog nimmer gezien. Maar ik zou, hoewel
deze sigaren den tand des tljds oogen-
schijnlijk goed hebben doorstaan, er toch
niet graag één van opsteken En uit het
feit. dat de houtvester 's middags in de
cantine van het werkkamp eveneens siga
ren had gekocht, leid ik met onverbidde
lijke logica af. dat hij dit ook niet graaf
zou doen.
Het is hoof tijd om terug te gaan ns?'
het kamo. De oadvinders kunnen elk
oogenblik arriveeren Even later steken wl'
reeds den W"' over om lancs het donkere
boschngd bet kam-, weer te Kpreiken TV
kampco ontsteekt ziin zaklantaarn het
geen. gezien het feit dat hier een bosch
pad betreden wordt, inderdaad geen over
bodige luxe is.
De padvinders arriveerden nog geen
minuut na onze terugkomst in 't kamp....
„De noodzakelijkheid om tot resultaten
te komen is overweldigend. Er is overvloed
van goederen in de wereld en desniettemin
is er zooveel armoede, welke er niet be
hoefde te zijn," zoo sprak met rustige, for-
sche stem onze Eerste Minister bij de ope
ning der Osloconferentie te Den Haag, die
van initiatief getuigende bespreking tus
schen vertegenwoordigers van een aantal
kleine staten, welke geen politieke strijd
bijlen hebben te wetten en thans een eer
ste poging zullen ondernemen, om .slechts
wat meer welvaart en anders niet" in het
leven te roepen. Colijn's woorden waren
opzettelijk algemeen gehouden, doch dit
beteekent niet, dat zij nietszeggend wa
ren. Zij gaven ten aanzien van deze toch
zoo uiterst moeilijke voorloopige bespre
kingen een zekeren leiddraad aan: staart
u niet blind op bepaalde onderwerpen,
doch onderzoekt alle mogelijkheden, om
tot een vermindering van handelsbelem
meringen te geraken en schenkt daarbij
vooral aan twee belangrijke punten de
aandacht: een eventueele nieuwe interpre
tatie der meestbegunstigings-clausule en de
noodzakelijkheid, steun- en medewerking
te verkrijgen van de grootere mogendhe
den. Zonder eenigen twijfel doelde dr. Co-
lijn hier speciaal op Engeland, van welks
houding, wij wijzen hierop reeds vroeger,
het uiteindelijk succes der besprekingen
grootendeels zal afhangen. Laat ons hopen
dat deze eerste besprekingen inderdaad
het begin mogen zijn van een krachtige
handelsverruiming. Het moet thans eens
uit zijn met die dwaze paradox, dat de
menschheid, na op zoo schitterende wijze
door verbetering van techniek en tran
sportmethoden de afstanden op aarde te
hebben vernietigd, haar eigen groote werk
practisoh weer ongedaan maakt door het
invoeren van reeksen van handelsbelem
meringen.
Laat ons in ieder geval niet wanhopen?
De duidelijke verruiming van den wereld
handel. ofschoon in hooge mate gestimu
leerd door den bewapeningsroes, steunt het
pogen der Oslo-landen. De behoeften brei
den zich uit. De toenemende schaarschte
aan ijzer en staal in Engeland bijv. heeft
de Britsche regeering doen besluiten, het
invoerrecht op ruw gietijzer geheel af te
schaffen en dat op ijzer en staal te hal-
veeren. De Amerikaansche staalnijverheid
werkt reeds op de ongekend hooge capa
citeit van over 85 pCt. De Nederlandsche
textielindustrie, overstelpt met orders van
de zijde der blijkbaar weer in geld baden
de bevolking van Ned.-Indië, ziet zich ver
plicht, een deel dier orders aan Engeland
te delegeeren, terwijl de Ned.-Indische re
geering aanzienlijk scheutiger is dan voor
heen met het verleenen van invoerlicen-
ties voor katoentjes aan Japan en Enge
land. Dit zijn slechts enkele voorbeelden,
doch duidelijk blijkt er uit, dat stijgende
goederenprijzen, stijgende behoeften (van
welken aard ook) en stijgende conjunc
tuur de doodsvijanden zijn van protectie.
Aom zien wij pogingen de productie van
grondstoffen op te voeren. In de meeste
gevallen lukt dit ook, zoo al niet op staan-
den voet, dan toch binnen een redelijk
korten termijn. Er is echter één grond
stof, waarbij deze pogingen vooralsnog niet
met succes zijn bekroond: wij doelen op
rubber, aan welker statistische positie wij
ditmaal, zooals beloofd, een korte beschou
wing zullen wijden.
Inderdaad staat rubber op het oogenblik
in het centrum der beursbelangstelling. De
aandeelenkoersen ter beurze van Amster
dam hebben nagenoeg alle een peil bereikt
ongeëvenaard sinds den aanvang der crisis
en de vraag duurt haast onverminderd
voort, de koersen van courante zoowel als
incourante fondsen naar boven jagende.
Het feit, dat een aandeelenemissie ad
470.000 gulden aan de Tjoeroeg (een onder
neming, die voorheen vrijwel een onbeken
de was) 26 maal is overteekend, spreekt
reeds boekdeelen. Wat is de oorzaak van
dezen koopdrang. welke overigens ook op
de Londensche beurs valt waar te nemen.
Kort en bondig deze, dat de statistische
positie van rubber in twee jaren tijds van
bijna hopeloos nagenoeg normaal is ge
worden. De samenloop van zeer drastische
productiebeperking en zeer snelle verbruiks
toeneming heeft dit wonder in zoo korten
tijd tot stand gebracht. Zoo konden de we
reldvoorraden van 580.000 ton eind 1934
dalen tot ruim 400.000 ton op het oogen
blik. En nog steeds blijft de productie ach
ter het verbruik aanhinken, zooals blijkt
uit de jongste officieele statistieken, die
ons verkondigen, dat in Januari de wereld-
uitvoer 14.444 ton lager was dan het ver
bruik en de uitvoer der restrictielanden
niet minder dan 15 pCt. bij de toegestane
quota is achtergebleven. Geen wonder dus,
dat de rubberprijs een bijna aanhoudende
stijging vertoont. Thans bedraagt hij c.a.
10 3/4 d. per lb. tegen een gemiddelde van
7 3/4 in 1936, van 6 in 1935 en een laagte
record van 1 5/8 in 1932. Op den huidigen
prijs kunnen alle eenigszins behoorlijk ge
leide ondernemingen een ruime winst af
werpen.
Er is evenwel meer. dat bij de beoordee
ling der rubberpositie de aandacht vraagt.
Zooals gezegd immerse, worden tot dusver
de pogingen van het Int. Rubber Comité
de productie omhoog te drijven, niet met
succes bekroond. Het Comité heeft de uit-
voerquota voor de eerste drie kwartalen
van dit jaar vastgesteld op resp. 75%, 80%
en 85"'», doch er zijn aanwijzingen, dat
noch Malakka, noch Ceylon, noch Ned.-
Indië dit contingent zullen kunnen pro-
duceeren. Grootendeels is de schuld hier
van te zoeken in het feit, dat bij de in
voering der restrictie, toen men uit hoofde
van de ontzaglijke overproductie niet zoo
nauw keek, men de standaard quota vrij
wel overal op een te hoog peil heeft ge
fixeerd. Daarvan ondervindt men thans de
naweeën. In de tweede plaats is er het ar
beidsvraagstuk. dat speciaal in Malakka en
de Ned.-Lndische Buitengewesten nijpend
is. Voor Sumatra stelt men thans ijverig
pogingen in het werk, om in dit gebrek aan
arbeidskrachten zoo spoedig mogelijk te
voorzien, doch hiermede zijn toch zeker
ettelijke maapden gemoeid. Bovendien moet
men niet vergeten, dat ook de capaciteit
der aanwezige fabrieken niet geheel is in
gesteld op de toenemende productie, ter
wijl de bevolkingsproducenten ernstig ge
brek hebben aan voldoende handpersen.
Dan is er ook nog steeds een gebrek aan
scheepsruimte, waardoor de regelmatig
heid der verschepingen in het gedrang
komt.
Nog een factor dient in dit verband ge
memoreerd te worden. De rubberrestrictie
sluit in een verbond van nieuwen aan
plant en een aanzienlijke beperking vani
het areaal waarop herbeplanting mag
plaats vinden. Aangezien een rubberboom,
eerst na ruim zes jaren in het producee-
rend stadium komt, zal de productie der
ondernemingen zich over een vrij lang
durige periode niet boven een zeker peil
kunnen verheffen. Onze Ned.-Indische on
dernemingen hebben gelukkig ruimschoots
gebruik gemaakt van de gelegenheid tot
herbeplanting, doch in Malakka is men in
dit opzicht uitermate roekeloos geweest,
met het gevolg, dat men daar in de on
mogelijkheid verkeert, de productie veel
verder te vergrooten, terwijl overigens ook
in Ned.-Indië bij een productie van 8590
pCt. der standaard quota onze onderne
mingen waarschijnlijk reeds op volle ca
paciteit v/erken. Zij, die een tweetal jaren
geleden hebben voorspeld, dat de bevol
kingsproducenten nog eens in een periode
van ernstige schaarschte de red-engelen
der rubberindustrie zouden worden, zouden,
waarlijk nog wel eens gelijk kunnen krij
gen.
Over de gevaren van de staking met ge
kruiste armen spraken wij reeds eerder. De
wereld kan nu constateeren, dat de pure
dreiging van zulk een staking, gepaard'
met een lijdelijk-goedgunstige houding der
regeering, in de Ver. Staten iets heeft te
weeggebracht, dat gevoegelijk met den,
naam sociale onwenteling kan worden be
titeld. Na de halve overwinning, die heb
Comittee for Industrial Organization on
der leiding van den arbeidersdictator Le
wis op de General Motors had behaald,
keerde Lewis zich tegen de andere indu
strieën, in de allereerste plaats tegen de
staalnijverheid, die met haar ontzaglijken:
invloed op 's lands conjunctuur en haar
den laatsten tijd zeer sterk toegenomen
bedrijvigheid, het kwetsbaarst was. En ziet,
wat gebeurt? De staalnijverheid bevreesd
voor een ernstig conflict, dat het geheele
wereidherstel feitelijk op losse schroeven
zou zetten, boog het hoofd. Nog vóór Lewis
met definitieve eischen kwam aanzetten,
kondigde zij een belangrijke loonsverhoo-
ging aan, voerde zij veertigurige werkweek
in enerkende zij feitelijk Lewis' orga
nisatie als volwaardige vertegenwoordigster
der arbeiders. Hierdoor heeft men dus
tevens practisoh de macht van de „sit
down strike" erkend, doch tegelijk een
hoogst ernstig conflict vermeden. De con
cessie der staalnijverheid komt haar te
staan op een extra 150.000.000 dollar per
jaar, waardoor de kostprijs van staal ca.
4 dollar per ton zal worden verhoogd. De
overweldigende vraag naar staalproducten
zal het echter ongetwijfeld mogelijk ma
ken. dat deze kostprijsverhooging op de
consumenten is af te wentelen. Wat er zal
geschieden, zoodra die sterke vraag naar
staal vermindert, daarover zullen wij ons
thans het hoofd maar niet breken. Het
voorkomen van een conflict op zichzelf
reeds heeft een machtige hausse-beweging
in het leven geroepen die zich verder zal
uitbreiden, naar gelang ook de kans op
conflicten in andere industriën vermin
dert. De toekomst zal moeten leeren, of de
prijs voor deze hausse, de sociale revolutie,
niet te duur is geweest.
De Amsterdamsche beurs ondervindt,
zooals gewoonlijk den onmiddellijken in
vloed van de gebeurtenissen in Amerika.
Ook hier storten publiek en speculanten
zich weer met frisschen moed op de aan-
deelenmarkt na een periode van aarzeling
en de obligatiemarkt moet weer het loodje
leggen. De conversiestroom is bijgevolg
tot een heel klein beekje ingestonken, om
dat men, terecht of ten onrechte (hierover
zijn de meeningen nog scherp verdeeld)
meent, dat aandeelen en goederen in de
zen tijd veel grootere wüistkansen bieden-
dan een Iaagrentende obligatie of pand
brief.
„De Koninklijke" heeft een volledig suc
ces kunnen boeken met haar aanbod tob
omruil harer dollarobligaties in gulden
obligaties plus een warrant: 97% der uit
staande obligaties is ter ruiling aangebo
den. Hierdoor is de maatschappij practisch
van haar dollarverplichtingen bevrijd en
heeft zij de kans gezien het jaren trainee-
rende goudclausule-conflict eindelijk voor
goed te begraven. Wij meenen, dat het
thans ook tijd is voor de Vereeniging voor
den Effectenhandel om haar halsstarrige
houding te laten varen en, gezien het re
sultaat der transactie, de nieuwe gulden
obligaties en warrants in de officeele no
teering op te nemen.
REDACTIE 1507
DIRECTIE en ADMINSTRAHE
2500 (op 2 lijnen)