Constructieve
W el vaartspolitiek'
De strijd in Spanje
LEIDSCH DAGBLAD Derde Bied
Donderdag 4 Maart f937
Een boek van een zakenman
Een aanval
der regeeringstroepen op Toledo
Aardig garnituur
voor de huiskamer
Pleidooi voor vrijheid en
ondernemingslust
Voor onbedreven vingers
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
Reeds nu kunnen we iels leuks borduren
als een opfrisschcrtje in het
voorjaar!
Brrwie spreekt daar van voorjaar,
nu de sneeuw en de gierende wind ons
om de ooren stuiven!
Ja, 't lijkt misschien wat voorbarig, maar
tochwe weten nu eenmaal, dat die
twee, drie maanden, die ons nog van de
groote voorjaarsschoonmaak scheiden, snel
voorbijvliegen. En als straks het moment
gekomen ls. dat we het huis met bezemen
gaan keeren, dan hebben we heusch wel
iets anders te doen dan rustig zitten bor
duren
We moeten daarom nu reeds zorgen, dat
de „opfrisschertjes" die straks na de
schoonmaak ons huis weer een etra nieuw
en vroolijk cachet zullen geven, die kleine
extra'tjes, die het een genot zullen maken,
den zomer in te gaan, vast klaar liggen.
Hoe vindt u dit aardige en toch zoo
eenvoudige borduurpatroon van ouderwet-
sche ruikertjes, in vele kleuren gewerkt
op crème linnen? Op allerlei manieren kan
dit motief, dat we in het cirkeltje vergroot
weergeven, worden toegepast.
Onze teekening laat u een vierkant
kleedje zien voor een klein tafeltje, waar
bij dan 't crème vierkant, dat vier bloem
motieven bevat, wordt afgewerkt met een
breeden rand roze, lila of zachtgroen ka
toen.
De bloemen worden uitgevoerd in een
Iets donkerder tint dan die van den rand;
de bladmotiefjes in één .of twee kleuren
groen.
Ook als grooter tafelkleed, doch dan
voor een serre, als buffetlooper of als mid
denkleed op een gedekte tafel, zal dit idee
stellig groote voldoening geven, temeer
daar het borduurwerk zoo bijzonder vlug
van de hand gaat.
De steek is óf een gewone kruissteek of
een z.g. „dichte flanelsteek". De beenen
van de kruisjes vailen hierbij over elkaar.
Hoe dichter deze steek wordt uitgevoerd,
hoe mooier het werk wordt. Het is b.v. veel
mooier dan de gewone kruissteek, doch
kost wat meer tijd.
Aardig kimonoblousje, gemakkelijk
en vlug te maken.
Ditmaal geven we eens een model, dat
zóó eenvoudig te maken ls, dat zelfs zij,
die zelden de naald ter hand nemen, er
zich gerust aan kunnen wagen.
Het kimonoblousje bestaat uit een rechte
lap, 90 cM. breed en 1.50 M. lang. Deze
wordt in de breedte dubbelgevouwen. Het
lijfje wordt dus 45 c.M. hoog. De blouse
wordt dan geknipt volgens bovenstaande
werkteekenlng.
De afwerking van den hals geschiedt
met een rechte strook, die dichtgetrokken
wordt door middel van een koord.
Het aparte van dit blcusje is wel de
ceintuur, die aan de zijkanten door een
schuif wordt gehaald, waardoor zij de
ruimte bijeenhoudt en verder van voren
en van achteren als versiering dient.
De mouwen worden ingehaald en met
een manchet afgewerkt. Probeert u het
eens, het is in één avond gereed!
„De oorzaak van onze kwalen is
niet bloedarmoede, maar gebrek
aan beweging in de open lucht."
Zoo af en toe verschijnt er, zelfs op
economisch terrein, een boek dat den
lezer doet herademen; dat nu eens
niet van begin tot eind lamenteert over
„de crisis"; dat nog minder propvol is
van invitaties aan Vadertje Staat om
zijn beschermende handen nóg verder
naar links en naar recht uit te strek
ken; cn dat vrij is van alle staathuis
houdkundige geleerdheid. Een boek
kortom, dat in den besten zin van het
woord Nederlandsch is: geschreven
door een zakenman, die overdag beide
handen vol heeft, maar wiens handen
dan ook wat verzetten kunnen; en die.
bij het aanschouwen van dien voor-
van-alies-en-nog-wat-zorgenden Staat
met klem van feiten en cijfers uit
roept: .iaat óns het alsjeblieft zélf
opknappen, verlos ons van dat dwang
buis van duizend-en-één bepalingen,
dood onze ondernemingslust niet, maak
ons het zakendoen niet tot een dwalen
in een labyrinth van voorschriften,
onthoud ons niet langer de vrijheid
waarnaar wij snakken en geef ons het
risico terug, dat energieke, sportieve,
moedige menschen kweekt!" Ztilk een
boek is „Constructieve Welvaartspoll-
tiek" van den heer E. J. Muller, direc
teur van de Bataafsche Import Maat
schappij (de verkooporganisatie voor
de producten van de Koninklijke Shell).
Lees het, en zoo gij zelf in zaken zit,
zult gij den auteur de hand willen toe
steken, omdat hij veel zegt, dat in u
onuitgesproken leeft. Lees.... en ge
nees!
Het boek dat kort vóór de devaluatie
van den gulden het licht zag, doch sinds
dien niets van zijn beteekenis heeft inge
boet is eenerzij ds een goed-geargumen-
teerd en gedocumenteerd betoog tegen den
knellepden gordel van crisisregelingen,
waarmee de vrijheid van den ondernemer
tot haar einde is gebracht, en die, wel
verre van de binnenlandsche consumptie
te stimuleeren, de afzetmogelijkheden bin
nen eigen grenzen hebben doen krimpen;
anderzijds een gezond, bemoedigend, plei
dooi voor de bewegingsvrijheid van den
enkeling en voor de natuurlijke selectie,
die daarmee gepaard gaat. Dat laatste
element is eigenlijk nog belangrijker dan
het eerste.
Een volk dat tegen den Staat leunt, dat
niet met kromme ruggen tegen den storm
optornt, maar zich door den Staat laat
voortsleepen zulk een volk verslapt en
verfomfaait. Het verliest zijn waarachtigen
handelsgeest, waardoor het ooit groot is
geworden en sterk; het gaat bij de pakken
neerzitten en verwacht alle heil van een
alles-regelende Regeering. Het leeft niet
meer; het wórdt geleefd.
Diagnose.
Zijn er nog aldus de schrijver die
zich In slaap sussen met de gedachte, dat
het op den duur met onzen export „van
zelf" wel weer ln orde komt? ZIJ mogen
bedenken, dat, zelfs als de internationale
vrijhandel weer mocht worden hersteld
(het lijkt er helaas nog niet op!) de pro
ductieverhoudingen grondig en blijvend
veranderd zijn. „Agrarlsatie" en „industria
lisatie"! Tal van landen Duitschland bij
voorbeeld! hebben reuzenschreden ge
zet op den weg naar onafhankelijkheid van
het buitenland ten aanzien van land- en
tuinbouwproducten, die zij tevoren impor
teerden. Zelfs beginnen zij op de wereld
markten al op te treden als concurrenten
van hun vroegere leveranciers. Kan Ne
derland dan hopen, dat het, ook al werd
de internationale handel weer vrij, een
zelfde ultvoerposltie zou kunnen Innemen
als „vóór de crisis"? En het Oosten 'Japan
vóórop) industrialiseert in sneltreintempo.
Baat daartegen het gedeeltelijk dicht
trekken van eigen deuren, of werkt men
daarmee veeleer de spanningen in de
hand, die vroeger of later een ontploffing
moeten teweeg brengen?
De auteur van „Constructieve Welvaarts-
politiek" windt er geen doekjes om: wij
moeten, erkennend dat déze crisis „struc
tureel" ls. met het getij de bakens verzet
ten. De Internationale handelsvrijheid, in
den grond geboord in de Jaren, waarin
Amerika zijn vorderingen niet ln goederen
maar in goud betaald wenschte te zien,
kan Nederland niet op eigen houtje her
stellen Hier resten ons alleen hoop en be
reidheid tot medewerking. Maar wél kun
nen wij binnenslands de stappen doen om
handel en bedrijf, landbouw en transport
te ontboeien; wél kunnen wij het begin
sel: „naar een lager levenspeil" vervangen
door een ander, dat luidt: „naar hoogere
binnenlansdche consumptie".
Heeft niet de Regeering zelf bij herha
ling verkondigd, dat het verlies van af
zetgebied buitenshuis goedgemaakt diende
te worden door stimuleering van den afzet
binnen de grenzen? Maar strijdt niet heel
dat samenstel van bepalingen, heel die
crisispaperasserij. tegen dat loffelijke
voornemen? Is het niet dwaas, dat wij
zelf ln de rij der volken onderaan staan,
waar het de consumptie betreft van die
producten, die onzen naam over de wereld
hebben gedragen?
Aan een belangwekkend boek, geschreven
door een Nederlandsen zakenman, wUden
wil Tandoag een beschouwing. Het is
„Constructieve tVelvaavtspolltlek", door E.
■I. Muller, Directeur van de Bataafsche
Import Maatschappij (uitgave IV. P. van
Stockum cn Zoon N V. Den Haag 1036).
De eigen k(Jk van den auteur op de econo
mische vraagstukken van den dag, z()n
pleidooi voor stlraulecrlng van den onder
nemingslust en z(Jn waarschuwing tegen
het gevaar van verslapping door het leu
nen tegen den Staat, maken dit hoek tot
een, dat iedere energieke zakenman voor
z(Jn genoegen zal lezen.
Sprekende cijfers.
Hier volgt een indrukwekkend staatje.
Het geeft de consumptie aan van enkele
producten, die Nederland (Nederlandsch-
Indië) ruimschoots voortbrengt. De cijfers
zijn die van het verbruik per hoofd.
Land Suiker Eieren Boter Melk
(KG.) (st.) (KG.) (L.p.d.)
Nederland 25'/. 100 6 0.35
Engeland 41 130 8.2
Amerika 46 200 8
Zwitserland 35 1
Duitschland 135 7.7
Zweden 37 7.2 0.85
Noorwegen 6.3
Denemarken 0.75
Hieruit volgt dat in Nederland van de ge
noemde belangrijke voedselproducten veel
minder per hoofd wordt geconsumeerd dan
in een reeks andere landen.
„Daarnevens zoo gaat de auteur ver
der valt uit de door ons verzamelde cij
fers de conclusie te trekken, dat vermin
dering van belastingdruk, opheffing van
crisismaatregelen en verruiming van het
handelsverkeer in eigen land de mogelijk
heid van consumptie-stijging opent, vol
gens zijn berekening ter grootte van 120
millloen K.G. suiker (waarop thans 800 'lo
rechten drukken), 400.000.000 eieren, 16
millloen K.G. boter, 2.000.000 000 L. melk.
Deze enorme stljgingsmogelljkheld ls niet
gebaseerd op maximale consumptie in
andere landen, doch op niet te hoog ge
stelde, gemakkelijk bereikbare gemiddel
den".
„De groote fout in onze geheele
crisispolitiek is, dat de belangstelling
van de overheid iri 'de allereerste plaats
uitgaat naar den producent inplaats
van naar den consument. Productie
heeft echter slechts één doel, t.w. con
sumptie". En verder: „Wij hebben de
dwaasheid begaan te denken, dat wij
een crisis, die in Regeeringsinmenging
in het vrije internationale ruilverkeer
haar oorsprong en haar voortbestaan
vindt, konden keeren en verzachten
door Regeeringsinmenging, door orde
ning in het nationale ruilverkeer. Van
ons zelve, niet van buiten, zal dan ook
onze opbouw moeten uitgaan. Het
„heelmeester genees uzelf" is aller
eerst op de Nederlandsche economi
sche hnishouding van toepassing".
Crisis„recht",
Aan deze scherp geformuleerde conclu
sies laat Muller een schets van de ons nog
resteerende „vrijheid" van economisch
handelen voorafgaan Hij ontleedt den
toestand waarin, na de invoering der on
getelde crisisbepalingen, de landbouwer, de
veehouder, de handelaar, de reeder
de binnenschipper, de tuinbouwer,
de fruitteler, de kweeker, de middenstan
der zijn verzeild geraakt. Het is dwang, ge
bod en verbod, al wat de klok slaat. De
auteur legt verband tusschen het legioen
der crisisvoorschriften en de wassende cri
minaliteit: hij wijst erop, dat het gros van
al deze bepalingen geen klankbodem vindt
in wat hij de .rechtsmoraal", wij zouden
willen zeggen het „rechtsgevoel", van het
volk noemt. Hier raakt het boek, bewust,
de grenzen van zijn eigen bestek, en komt
het op een, op zichzelf hoogst belangrijk,
juridisch-soclologlsch terrein. De ontstel
lende veelheid van verbodsbepalingen, ge
combineerd met de belachelijk geworden
onderstelling „ieder wordt geacht de wet
te kennen" brengt mee, dat wij taliooze
„strafbare" feiten in het geheel niet als
strafwaardig kunnen voelen. Zoo langza
merhand ls er meer verboden dan toege
staan!
De „vestigingswet", zoo schrijft hij, had
het in haar ontwerp over drieërlei eischen:
credietwaardigheld. handelskennis, vakbe
kwaamheid. Maar dan gaat hij voort: „Af
gescheiden van de moeilijkheden om in
deze vakken 'n examen af te leggen, komt
bij ons de vraag op, of in den tegenwoor-
öigen tijd de eigenschappen energie, durf
en ondernemingslust geen waarde meer
hebben. Het zijn toch deze drie eigenschap
pen waardoor onze voorvaderen tegelijk
schipper, soldaat en koopman op primi
tieve schepen, blootgesteld aan duizenden
gevaren, een koloniaal Rijk hebben opge
bouwd, dat als voorbeeld van uitnemenden
kolonialen arbeid kan worden gesteld".
Excessen der coöperatie.
Het ls echter niet de Regeering alleen,
die door haar crlslssteun „zonder aanzien
des persoons" de zwakke broeders op de
been houdt ten koste van de consumenten,
en die door allerhande maatregelen de
ontplooiing der persoonlijke energie tegen
werkt: Muller oefent mede kritiek op de
excessen van de coöperatie, b.v. die op
landbouwgebied. Het ls verre van hem, dat
hij de coöperatie als zoodanig zou bestrij
den. Maar zij gaat, oordeelt hij. te ver, om
dat de coöperatie langzaam maar zeker
het geheele terrein van den zelfstandigen
handel verovert en de commercieele eigen
schappen van de breede massa van ons
volk teloor gaan.
Drie hoofdpunten.
Aan het slot van zijn boek waarvan
hier natuurlijk niet meer dan een enkele
greep gegeven is vat Muller in drie
punten samen wat hij als grondslag voor
constructieve welvaartspolltiek op over
tuigende wijze heeft opgediend: opvoering
der consumptie in eigen land, oa. door af
schaffen van crisisbepalingen, verminde
ring van lasten op het wegverkeer, ver
ruiming van wtnkelsluitings- en Zondags
wetten, afschaffing van personeele belas
ting voor huispersoneel (is het .straf
waardig om werk te geven?) en propa
ganda voor meer en doelmatiger gebruik
van onze nationale producten; veranderde
doelstelling van den landbouw, die meer
dan tot dusverre reeds geschied is zich
moet aanpassen aan de gewijzigde omstan
digheden, o.a. door het kweeken van hier
te lande schaarsche gewassen, door specla-
liseering van agrarische voortbrengselen
en door vervaardiging van nieuwe produc
ten (bijv. wol uit melk, waarmee in Italië
reeds opmerkelijke resultaten zijn bereikt)
ten slotte industrialisatie, zoowel in Neder
land als in Nederlandsch-Indië. Ten aan
zien van dit derde punt geeft de auteur
een beschouwing over de gevaren ook in
politieken zin! die het overmatig be
schermen van de Indische markten tegen
Japansche belangstelling opleveren. „De
kracht onzer positie in Indië", zegt hij,
„trots onze militaire zwakte, is altijd ge
weest de open deur. In Indië kon iedere
vreemdeling handel drijven, fabrieken en
ondernemingen oprichten en hij wist zich
verzekerd van gelijke behandeling als onze
eigen onderdanen". Die open deur hebben
wij door het ln Indië ten bate van de moe-
derlandsche industrie opgezette contingen-
teertngssysteem, gedeeltelijk gesloten. Op
passen!, want .hoe grooter het aantal lan
den ls, dat de poorten voor den Japanschen
import sluit en hoe sterker de lndustrieele
concurrentie vftn andere Oostersche lan
den wordt, des te grooter wordt het Japan
sche gevaar voor Nederlandsch-Indlë".
Invloed der overheid.
Voor ons volk, zoo besluit Muller, geldt
onherroepelijk de wet: strijd op straffe
van ondergang. De vloed van crisismaat
regelen. het aankweeken van de neiging
om ln en bij alles op den Staat te leunen,
heeft het moreel van ons volk verzwakt.
Minister Colijn liet onlangs de Eerste
Kamer weten: „De leden, dlë er de Regee
ring een verwijt van maken, dat zij zich
niet intijds naar de verouderde omstan
digheden heeft gevoegd, overschatten den
invloed ten goede, dien de Overheid op het
economisch leven kan uitoefenen. Die ten
kwade ls echter onbegrensd
Als Nederland dat eens in zijn oor
knoopte!
7342
(Ingez. Med.)
GEBOREN
Annetje Lydla, d. van J. Langeveld en T.
de Heer Petronella Agatha Maria, d. van
J. A. Vlasveld en J. H. Stolwijk Willem,
z. van W. Gijsman en J. v. d. Steen -
Maria Elisabeth, d. van N. Jongbloed en
H. v. Eek Arie, z. van M. v. Oudheusden
en S. J. Bokhorst Hendricus Petrus Si
mon, z. van A. de Groot en P. F. M. Winters
Jannigje, d. van C. Kool en J. C. C. Dek
kers Frederik Gerardus, z. van J. v. i
Westen en M. Maaskant Claziena, d van
Z. v. Glnkel en W. Stekelenburg Albert,
z. van H. S. de Vries en M. v. Dorp.
ONDERTROUWD.
J. Noppen jm. 20 j. en H. A. Teunissen
jd. 18 j.
GEHUWD
J. v. Tol jm. en W. Seijn jd. B. M. Bo-
denstaff jm. en J. I. v. Zijp Jd. P. Ding
jan jm. en S. Platteel jd. W. F. Filippo
jm. en M. A. v. Beek jd. B. Hoek wedn.
en M. den Otter wede. C. Hoppenbrou
wer jm. en St v. d. Groep jd. C. P,
Marcelis jm. en E. Boom jd. A. P.
Strater jm. en D. M. Swart jd. E. A. Vos
kuil jm. en Chr. M. Gorree jd.
OVERLEDEN:
J. E. Stol z. 26 j. L. Buskens Wedn. 78
j. W. v. StaverenBol vr. 63 J.
q
Na operaties welke een geheel etmaal
hebben geduurd, zijn de regeeringstroepen
de Taag overgetrokken tusschen Talavero
en Toledo. Na de nederlaag bij Badajoz ln
October van het afgeloopen jaar, konden
de miliciens in deze streek, in het bijzon
der zij, die het klooster Guadelupe bezet
hielden, zich terugtrekken om onder den
druk der opstandelingen Sierra over te
trekken om zich tenslotte te concentreeren
in Robledo del Buey, een dorpje midden
in de Bergen gelegen op 35 kilometer van
de Taag. Sindsdien zijn twee andere co
lonnes uit Ocana ten Oosten van Toledo
verplaatst in westelijke richting, één naar
San Bartolome de las Ablertas en de an
dere naar Puentes de Arzobispo, gelegen
aan de Taag. Deze drie troepenconcentra
ties vormden ten Zuiden van de Taag een
grooten driehoek, waarvan een zijde onge
veer evenwijdig met de rivier liep.
In den loop van de laatste drie weken
zijn de afdeelingen samen getrokken in
de omstreken van San Bartolome de las
Abiertas. Zondag waren aldus 30.000 man
gereed ln actie te komen met Malplca als
doel. Dit dorp ligt aan de Taag, 15 kilo
meter van San Bartolome. Maandag zijn
de krijgsverrichtingen met groote kracht
Ingezet en Malpica was spoedig ingeno
men. Er restte nu nog de rivier over te
trekken.
Gedurende 12 uren heeft de militie ge
vochten, gesteund door de artillerie en de
luchtmacht. Tenslotte, tegen het vallen
van den avond zijn de regeeringstroepen
er in geslaagd het dorpje Mesecar, vier
kilometer ten Noorden van de Taag te
bezetten.
Als gevolg van dit succes der regeerings
troepen, wordt de spoorweg tusschen Ta-
lavera del Tajo en Madrid ernstig bedreigd,
evenals de hoofdweg, waarvan een zijtak
naar Toledo leidt. Uit alles zou blijken, dat
het offensief tegen Toledo is gericht.
Het blad „Claridad" meldt, dat de re
geeringstroepen na belangrijke operaties,
die een maand hebben geduurd, Toledo
binnengedrongen zijn en daar bezit heb
ben genomen van een geheele wijk nabij
het Alcazar, waar de rechtsche generaal
Moscardo zich verschanst had. Deze ope
ratie is niet slechts vanwege 't strategische
belang verricht, doch om te vermijden dat
de troepen van het garnizoen van Toledo
hun kameraden te Talavera del Tajo te
hulp zouden komen. De verbindingen tus
schen de beide steden en verscheidene an
dere sectoren, aldus het blad, zijn name
lijk thans zeer moeilijk voor de opstande
lingen, want wij hebben de hoofdwegen af
gesneden.
In het communiqué, dat de Madrileen-
sche verdedigingsraad gisteren heeft uit
gegeven, wordt nog niet gesproken van een
gedeeltelijke bezetting van Toledo. Het
luidt; Wij behielden het Initiatief van de
krijgsverrichtingen aan het centrale front I
cn wij hebben nieuwe posities veroverd ln
den sector van de Taag. De vijand leed
ernstige verliezen en wij konden talrijke
geweren buitmaken. In de streek van Ma
drid konden wij onze posities hier en daar
verbeteren en een aantal mitrailleurnesten
vernielen. Lichte fusillades zonder betee
kenis vonden plaats in den sector van
Guadalajara.
De broodkaart.
Met ingang van 11 Maart wordt te Madrid
en omstrekên de broodkaart Ingevoerd.
Het rantsoen zal 300 gr. per hoofd 's daags
bedragen. Deze regeling geldt voor Ma
drid, Fuencarral, Vallecas, Vicalvaro, Ca-
nlllas, Canillejas en Chamartin.
De functie der oorlogsschepen bij
de controle.
Bij de voortzetting van het debat over
buitenlandsche zaken in het Engelsche
Hoogerhuls heeft lord Hallfax namens de
regeering gezegd, dat de oorlogsschepen,
die deelnemen aan het toezicht op de
Spaansche kusten, niet de bevoegdheid zul
len hebben schepen aan te houden of te
onderzoeken. Zij mogen slechts de identi
teit van elk naar Spanje varend schip
vaststellen om uit te maken of voldaan is
aan de bepaling, dat deze schepen een
controleur aan boord moeten hebben. Ove
rigens blijft de toestand ongewijzigd: En
geland blijft aansprakelijk voor de be
scherming van zijn eigen koopvaarders.
Daar voorloopige zones zijn toegekend aan
de oorlogsschepen der vier belanghebben
de mogendheden, heeft men het niet noo-
dig geacht te bepalen, dat de schepen van
verschillende landen officieren van een
andere nationaliteit aan boord moeten
hebben.
Een vergelijking tusschen rechts-
en regecringsgebied.
Een speciale correspondent van Havas
meldt:
De nationalistische pers publiceert een
statistiek bij wijze van antwoord op een
verklaring der regeering te Valencia, vol
gens welke de werkelijke rijkdommen des
lands in handen der regeeringstroepen zUn-
Volgens deze statistiek vertegenwoordig1
het thans door de rechtschen onderworpen
gebied G5 procent van het Spaanscne
grondgebied. Het aantal inwoners ls hier
13 millloen tegen 9 in het Spanje der re
geeringstroepen. De oogst op rechtsch ge
bied bedroeg 34 millioen quintalen gra?n
tegen 16 millioen op het andere
en 32 millioen quintalen aardappelen te
gen 16 millloen. Voorts levert reenj?
Spanje 1.600.000 ton ijzer tegen 1.500.01
ton van regeerings-Spanje, terwijl de M"
perproductie geheel in rechtsch Spanj»
huist.
2—3