Was van den IJsel - Toscanini in den Haag - Bakhuys geblesseerd LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad HET ROODE KENTEEKEN 78ste Jaarpng FEUILLETON DE WAS VAN DEN IJSEL. Een overzicht over het overstroomde gebied van de spoorbrug te Deventer af- De sportvelden en het park de Worp, staan onder water. ZWEEDSCH BEZOEK AAN HET JAMBOREE-TERREIN TE VOGELENZANG. Graaf Bernadotte, de assistent van den Zweedschen padvindersleider. Prins Gustaaf Adolf, bracht eén bezoek aan de terreinen. Inspectie van de padvinders. DE JONGE FRANSCHE PARACHUTIST JAMES WILLIAMS, die bij een sprong te Villacoublay van zes springschermen gebruik maakte. DE BEROEMDE ITALIAANSCHE DIRIGENT ARTURO TOSCANINI is in deri Haag aangekomen, teneinde daar een concèi't te leiden. Toscanini en zijn vrouw verlaten het hotel „Do Vieux Doelen", waar zij hun intrek genomen hebben. ZAL BAKHUYS A.S. ZONDAG TEGEN ZWITSERLAND MEESPELEN? Bakhuys verlaat met geblesseerden enkel het veld bij den wedstrijd H.B.S.D.W.S. in den Haag. GALA-SOIREE VAN DE RUSSISCHE EMIGRANTEN-VEREENIGING in Pulchri Studio in de residentie. Een kijkje bij het Wodka-buffet, waar het vroolijk toe ging. RECEPTIE BIJ DEN NOORSCHEN GEZANT, ter gelegenheid van de geboorte van het Noorsche kroonprinsje, Z.Exc. J. G. J. Raeder, brengt een heildronk uit op het kroonprinsje. Achter hem mevrouw Raeder. SPELMOMENT UIT DEN VOETBALWEDSTRIJD FEIJE- NOORDHERMES D.V.S. Het doel van Hermes D.V.S. belaagd. OTTWELL BINNS. 13) ..Dat schijnt me een omslachtige manier toe." peinsde Terry en na een oogenblik gedacht te hebben, vroeg hij: „Weet Iemand anders hier van af?" ..Een Amerlkaansch advocaat aan wien de grootvader van het jongetje de zaak, ™or hij stierf, toevertrouwd heeft en die den laatsten wil van den ouden man uit- ™ert. Hij heeft een klerk heelemaal uit San Dancisco over laten komen om de boel voor ®l) in orde te maken ..Neemt u me niet kwalijk, Miss Charlton, Wil niet nieuwsgierig zijn, maar wou wel S'aag alles precies weten. U zei, dat de Jdvocaat den laatsten wil van den groot- vader uitvoerde. Bedoelt u daar zijn laat ste - - ■- wenschen of zijn testament mee?" ..Beide," antwoordde het meisje. •Jk veronderstel, dat er geld is Een flauwe glimlach gleed over het ge acht van het meisje. „Zoo veel dat het be- tachelijk is de som in verband met een kind twee jaar te noemen. Maar den van den grootvader was Van ..Toch niet de Van Houten?" ..Ja," "Phew!" Terry Domville's gefluit drukte meer uit dan woorden het hadden kunnen <*n. Een oogenblik zei hij niets, bracht zich vele mogelijkheden voor den geest. Van Houten was een Wall Street koning, die in zijn onmetelijken rijkdom Rockefel ler dicht op de hielen zat en als een jon getje van twee jaar dat alles zou erven, was het heel wel mogelijk dat alle kinder- roovers en boeven van New York tot Chi cago en van daar tot New Orleans en Frisco het op hem gemunt hadden. In de Ver- e'enigde Staten was iets dergelijks een ware Industrie en zoo'n rijk kind zou een verlei delijke gijzelaar zijn. Maar er waren din gen, die hij nog niet begreep en daarom vroeg hij verder. „Is die advocaat een eerlijk man?" „Hij en Mr. Van Houten gingen als twee broers met elkaar om. Hij is bezorgd voor het kind." „En de vader van het kind uw broer? Waarom mag het kind niet bij hem blijven?" De bezorgdheid in de bruine oogen werd dieper. „Mr. Van Houten hield niet van mijn broer. Maurice en Lisbeth zijn er met elkaar van door gegaan. Hij heeft het hun nooit kunnen vergeven en Maurice heeft geen geluk gehad. Maar hij wil niet dat hij in den weg staat van zijn zoontje, dat den naam van zijn grootvader zal krijgen," „En u?" „O, ik ben zijn voogd tesamen met Mr. Sarony, den advocaat." Terry Domville dacht meer dan hij aan het meisje liet merken. „Deugt niet," was zijn oordeel over Maurice Charlton, maar hierdoor was het mysterie niet opgelost. Hij dacht een oogenblik na en maakte toen weer een opmerking. „Maar al is Sarony boven alle verdenking verheven, dan is zijn klerk dat nog niet. Als hij het werkelijk geweest is, die alles voor u in orde gemaakt heeft, dan zou Ik zeggen dat het een schurk isAl deze geheimzinnigheid ,,U begrijpt het niet. Daar heeft Maurice op aangedrongen. En Mr. Sarony had de een of andere geldige reden om het daar mee eens te zijn." „Heeft hij u niet verteld wat dat voor een reden was?" „Nee! Hij wilde niet wegens laster ver volgd worden en hoe minder lk wist des te beter." „Dan was er natuurlijk iemand, die, vol gens hem, zich in de zaak kon mengen. Ik ben benieuwd wie?" „Ik heb er geen idee van." Terry Domville staarde afwezig naar het donkere patrijspoortje. En in het glazen cirkeltje zag hij, als in een spiegel, een beeld zich vormen het beeld van drie mannen in een theehuis te Kowloon. In aandacht verzonken aanschouwde hij het visioen, dat zijn geest hem voorgetooverd had en inge spannen nam hij den man in zich op, die bij Chan en den dikken kapitein van de „Dusty Miller" gezeten had en die zoo dui delijk van een andere sociale standing was. „Die kerel," fluisterde hij hardop. „Wie?" vroeg Norma Charlton vlug. „De man, die met den Chinees en den kapitein van dit schip in dat theehuis was. Hij paste heelemaal niet bij hen. Ik heb zoo'n gevoel, dat hij de man was, dien uw Mr. Sarony op het oog had. En als ik gelijk heb dan is hij op de een of andere manier in het kind en alles wat er met hem ge beurd geïnteresseerd.... Er is niets meer te vertellen?" „Nee, niets, behalve dat we uit een van Maurice's brieven meenden op te maken, dat hij vijanden had, waarvoor hij zijn ver blijfplaats verborgen wilde houden. Dat is alles wat ik er van af weet." „Dat zou natuurlijk een verklaring kun nen zijn voor de omslachtige wijze, waarop uw broer te werk gaat begon Terry, brak toen plotseling zijn zin af en riep luid uit: „Wel, verdraaid!" „Hebt u iets bedacht?" vroeg het meisje vlug. „Ik kreeg Ineens een idee. Kapitein Amos Smith „Ja? Ja?" „Veronderstel, dat hij heel toevallig een van de mannen is, die uw broer „Lieve deugd!" fluisterde het meisje, „Misschien is hij van plan u als gijzelaar vast te houden, of, wanneer hij de geschie denis van uw broer kent, te trachten het kind in handen te krijgen en zoodoende uw broer tot iets te dwingenHet is waar schijnlijk bekend, dat het kind de erfge naam is?" „Het heeft, geloof ik in de helft van alle kranten van de wereld gestaan de erfe nis van de Van Houten millioenen was een belangrijk nieuwtje, weet u." „Ja, natuurlijk." Terry dacht weer na. Het geheim van den kapitein van de „Dusty Miller" in verband met Norma Charlton was nog lang niet op gelost, maar wat hij vernomen had, kon tot verschillende mogelijke oplossingen leiden en een tijdje zat hij diep in gedachten ver zonken. Toen vroeg hij: „Hebt u dien gebochelden Chinees op dit schip gezien, sinds u aan boord gekomen bent?" „Nee. Denkt u. dat hij hier is?" „Ik weet het niet. Het lijkt me het beste om maar aan dek te gaan, misschien kun nen we dan uitvinden, of hij er is. Dat hij met Amos Smith in deze onderneming onder een hoedje speelt, is zeker. Want, ziet u, ik heb van den eigenaar van het thee huis te Kowloon een waarschuwend briefje gekregen. Hij had klaarblijkelijk het ge sprek van de drie afgeluiste'rd. Het briefje maakte vooral melding van den gebochel den Chinees en het is zeker, dat hij het ge weest is, die me heeft laten bedwelmen en aan boord van dit schip brengen. Bent u klaar?" Hij ging opzettelijk vlug en zachtjes naar de deur, ofschoon hij dat schijnbaar alleen maar deed om die voor het meisje te openen. Toen zij hem bereikt had schoof hij de deur vliegensvlug open en Norma Charlton deed een stap naar voren. Toen greep ze zijn arm beet. „Kijk," fluisterde zij. „Kijk." Terry Domville deed wat hem gezegd werd en zag, zonder eenige verrassing een kleine misvormde gedaante de kajuitstrap ophollen. „Als je van den duivel spreekt," fluis terde hij en voegde er toen bij: „Dus dat weten we tenminsteGa aan dek. Laat den man geen vermoeden krijgen, dat we hem in de gaten hebben. Ik kom binnen vijf minuten bij u." Het meisje knikte en ging naar de trap. Terry stond een oogenblik te kijken totdat ze boven was, toen ging hij in de kajuit terug, deed de deur dicht en nam vlug de drie of vier kisten tegen de muren in oogenschouw. zich afvragend, welke van hen het ding bevatte, dat hij op het oogen blik het vurigste verlangde. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5