cFarfumeriefabrikanten onder de dieren. Een rooversgeschiedenis, verteld op de piano. RAADSELS Leveranciers van onze kostbaarste reukstoffen. „Parfumeriefabrikanten" onder de dieren: potvisch, muskusdier en bisamrat. 'j leer lijk geurende bloemen die kent fs het kleinste kind. Maar dat er ook lriekende dieren bestaan, is minder be- ad. En toch komen de kostbaarste reuk- ff en voor de parfumerie uit het dieren- k. Onder deze stoffen staat de muskus »enaan. "v viuskus krijgen we van het muskusdier. i in de binnenlanden van Azië leeft. Het ïskusdier lijkt wel een beetje op een rt, maar het is niet zoo fijn en sierlijk >ouwd. Het draagt geen horens en het - eft tanden in den bovenkaak; bij het vr innetje worden de hoektanden van de venkaak zóó groot, dat ze als een soort gtanden ver uit den bek steken. Duizen- lc|n van jaren heeft men op dit dier al :ht gemaakt, en dat alleen om zijn reuk- Iri >f Het mannetje draagt aan den buik ln'i klier, dén muskusbuidel, die een sterk i kende vloeistof afscheidt. En om dezen idel is het den jager te doen. Hij wordt ie n het doode dier afgesneden, zorgvuldig ar ;epakt en naar den geurenfabrikant ge ile iden. De Chineezen gebruiken de mus- s al tientallen van eeuwen; de Romei- n en Grieken hebben haar echter niet kend. Wij, Europeanen, leerden de mus- er s kennen van de Arabieren en hebben aanvankelijk gebruikt als een opwek- Kend geneesmiddel. Dat gebruik is in on- ne iik geraakt, maar als geurstof wordt ïskus nog altijd veel gebruikt. Muskus duur. De goedkoopste soorten, die uit >erië komen, kasten toch altijd nog üge honderden guldens per K.G., en de urste soorten, uit Thibet, brengen wel over de duizend gulden per K.G. op. T. )e zuivere muskusgeur is veel te sterk, arom wordt ze in kleine hoeveelheden ii uikt en vooral aangewend bij de ver- irdiging van andere reukstoffen, zeepen, ven, enz. Als ze nX in geringe hoeveel id wordt bijgevoegd, versterkt ze andere ïkstoffen en maakt die duurzamer. e,e )mdat muskusdier en nogal schaarsch t\. heeft men al spoedig omgezien naar plaatsvervanger. Een van de beste ■eft men gevonden in den bisamrat of ïskusrat, een groote waterrat die vooral Canada thuis hoort, en die vroeger veel aagd werd om zijn pels. De muskusrat chikt over klieren, die een muskusach- -ei eekt de noodige zuurstof voor de adem- iing en voor het verbrandingsproces van 1 Qzine in de cylinders van de motoren, een hoogte van 16000 M. die door pro- sor Piccard bereikt werd, is de lucht acht iel Lal dunner dan vlak boven den zeespie- Bovendien heerscht in de stratosfeer iufi hevige koude: de gemiddelde tempe- uur bedraagt er circa 60 graden onder I. De luchtvaart in de stratosfeer staat s voor groote en nieuwe vraagstukken, onderzoekingen naar het gedrag van 't inschelijk gestel op zeer groote hoogten, ckloben buitengewoon merkwaardige resul- en i opgeleverd, waarvan wij een ander- rt al mogelijk Iets zullen vertellen. t-ige stof afscheiden, maar hoewel de geur nog sterker is dan die van het muskus dier, wordt zij toch door kenners niet zoo hoog geschat. Een andere reukstof uit 't dierenrijk ls afkomstig van de bevers en werd in vroeger eeuwen zeer gezocht in de geneeskunde als middel tegen krampen. Je kent natuurlijk, tenminste uit de boeken, den bever wel, dat vermaarde knaagdier, een beetje groo- ter dan een haas, een uitstekend zwemmer een uiterst vernuftig dier, dat even kun dig als een ingenieur, heele beverdorpen bouwt. Dit bekwame beestje draagt ook een kostbare, zalfachtige, sterk riekende stof mee. De Russische bevers werden van ouds het hoogst geschat; en zij hebben de Russische jagers Siberië doen doorkruisen en hem zelfs over de Behring- Zee gelokt naar Alaska. Toen de bevers daar zoo ongeveer uitgeroeid waren, ver kocht Rusland dit barre land aan de Ver- eenigde Staten, niet vermoedend natuur lijk, dat 50 jaar later Alaska een goudland zou blijken te zijn! Een derde reukstof uit het dierenrijk is de amber, niet te verwarren met barn steen, dat verkeerdelijk ook wel amber wordt genoemd. Amber vindt men in som mige zeeën drijvende aan de oppervlakte. Het moet een afscheidingsproduct zijn van den potvisch. een walvisschensoort. maar hoe de potvisch amber voortbrengt, is tot heden niet recht duidelijk. Men vindt een enkelen keer stukken van 20. zelfs van 50 K.G. Gewoonlijk echter zijn de stukken veel kleiner. Het is een wasachtige, grijze stof, ondoorzichtig, hier en daar met lich tere strepen. Het is hard en bros; wan neer men een weinig tusschen de vingers wrijft, dan verliest het de hardheid en wordt het week. Ook zuivere ambergeur is veel te sterk om welriekend te zijn. Het wordt daarom sterk verdund en geeft dan een hooggeschatte reukstof. Als je nu soms lust mocht krijgen om ambtervisscher te gaan worden, dan moeten we je dat toch sterk afraden. Amber komt namelijk heel zelden voor. Men heeft het tot dusver al leen gevonden in de buurt van Java en Sumatra en dan bij Madagascar. Al deze welriekende dieren verminderen sterk in aantal, zoodat het niet zoo heel lang meer kan duren, of we moeten het zonder hun geuren stellen. Zoo heel erg is dat niet, omdat we tegenwoordig vrijwel dezelfde geuren langs scheikundigen weg kunnen bereiden. En bovendien.... we hebben immers altijd nog overvloed van geuren in het plantenrijk. Een staaltje van Chopins talent. Hij vertelde hoe de roovers het huis naderden.... Je hebt waarschijnlijk wel eens gehoord van of iets gelezen over Frederik Chopin, een der grootste pianocomponisten, die ooit geleefd hebben. Op 9-jarigen leeftijd speel de hij al zoo verrukkelijk, dat iedereen er van onder den indruk kwam. Hij was voor al sterk in het improviseeren, d. w. z. in het voor den vuist weg spelen. Hij deed dit dan bij voorkeur in 't donker, omdat hij dan minder werd afgeleid. Van dit talent van Frederik wordt een aardige anecdote ver teld. die wij hier willen neerschrijven. Chopins vader was een Franschman, die naar Polen was getrokken, en aan een gymnasium les gaf in de Fransche taal. Op zekeren dag was Frederiks vader van huis. Zij leerlingen waren overgelaten aan den zorg van een jongen onderwijzer voor wien ze blijkbaar niet veel ontzag hadden. De bengels war^n ongehoorzaam maakten een ontzettend lawaai, begonnen tenslotte met elkaar te vechten, ja, deden al hun best om het den jeugdigen onderwijzer zoo lastig mogelijk te maken. Daar kwam Frederik binnen; hij overzag dadelijk de moeilijke positie van den onderwijzer. Zonder zich te bedenken, verzocht hij de vechtenden op te houden, riep hen die buiten waren, binnen, beval deze met een zekere waardigheid te gaan zitten, en beloofde hun toen. op voor waarde, dat ze dan verder rustig zouden blijven, een geschiedenis op de piano te zul len vertellen! Oogenblikkelijk kon je een speld hooren vallen, want allen vonden het verrukkelijk om Frederik te hooren spelen. De jonge kunstenaar blies de lichten uit. en ging voor de piano zitten. Toen begon hij zijn geschiedenis. Hij vertelde hoe roovers het huis naderden, hoe ze op ladders door de ramen klommen, maar door de onrust in huis bang waren geworden. Verschrikt ijlden ze weer terug naar het diepe donkere woud, waar ze onder den flonkerenden sterren hemel insliepen. Zachter en zachter en zachter speelde Frederik, zóó zacht en teer, als wilde hij de roovers zoetjes in slaap wie gen. De laatste toon was weggestorven. De jonge kunstenaar keerde zich om en daar ontdekte hij, dat zijn toehoorders den een na den ander.... in slaap waren gevallen. Stil stond hij op, verliet het vertrek om even daarna met een lamp terug te keeren, gevolgd door de overige familieleden en het onderwijzend personeel die in lachen uit barstten, toen ze op de verschillende hou dingen van de slapers letten. Frederik zette het licht neer, ging weer aan de piano zit ten, maar sloeg nu zulk een doordringenden toon aan, dat alle slapers opeens wakker schrokken, niet wetende wat er gebeurde. Een algemeen hartelijk gelach was toen het slot van deze kostelijke muzikale grap! RAADSELS VOOR ALLEN, OM UIT TE KIEZEN, DE GROOTEREN VIER, DE KLEINEREN DRIE GOEDE OPLOSSINGEN. I. Ingezonden door Jannie en Bep Nieuwenhuyzen. Wat komt er in huis zonder huissleutel, zonder aan te bellen, zonder iets te breken, al zijn alle deuren en vensters dicht. II Ingezonden door Jan Uiterdijk. Welke blinden kunnen zonder moeite op de klok zien, hoe laat het is? ni. Ingezoden door vijftal Van Vliet. Met welke neus kan je niets ruiken, en behoef je ook nooit te snuiten? IV. Ingezonden door Toos Bouter. Welk land van 2 lettergrepen, begin nende met G en eindigende op d staat hiesr? Gnnlraeod. V. Ingezonden door Bep Wielinga. Neem eens een stad in Drente en een uit Zuid-Holland, voeg die te zamen, dan heb je weer een plaats in Nederland. VI. Ingezonden door Rietje Kettenis. Een voorjaarsbloempje, dat altijd welkom is. 6, 3, 4. 1 heeft geen ouders. 3, 4, 5, 6 duurt ontzettend lang. 10. 9. 12 een vier voetig dier. Melkemmers worden wel aan eén 11, 5, 7 gedragen. 8, 3, 4, 5. 6 een prachtig groot dier. 2, 3, 4, 2 is een ont kenning. VII. Ingezonden door Carolientje Verbiest. Noem mij een woord van 3 lettergrepen, waarvan de 1ste precies het tegendeel 1s van de 2de en 3de. Het zijn allemaal bij voeg elijke naamwoorden. vm. Ingezonden door Jaap Kruit. Hoeveel is 1 en 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 21