Winnaars Zesdaagsche - Jubileum Vereeniging van Ned. Gemeenten 77ste Jaspan; LESDSCH DAGBLAD Tweede Blad HET ROODE KENTEEKEN FEUILLETON DE VOORBEREIDINGEN IN LONDEN VOOR DE KRONINGSFEESTEN. - Tribunes worden opgericht en in diverse straten worden vlaggen en decoraties bij wijze van proef opgehangen, om te zien welk soort versiering het meeste vol doet. Versiering met guirlandes en vlaggen in een der straten. 9* BERNARD SHAW 'XtS FILMACTEUR. Hij vervulteen rol iri de nieuwe film van John DrinKwater ,,The Kings People". UTREIKING VAN PRIJZEN aan deelnemers aan den sterrit naar Monte Carlo, door het bestuur van de K.N. A C. in kasteel ,,Oud Wassenaar" te Was- fenaar. Mr. J. Linthorst-Homan reikt den zilveren beker uit aan freule van Vre- denburch, de leidster van het eenige vrouwelijke equipe, dat deelnam aan den rit DE BEERSCHE OVERLAAT BIJ GRAVE BEGINT TE WERKEN. De provin ciale weg GraveCujrck is reeds door het water bereikt, waardoor het verkeer spoedig geheel gestremd: zal zijn. IIET 25-JA RIG BESTAAN VAN DE VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE GEMEENTEN. - Receptie in hotel Witte Brug in den Haag. Minister de Wilde wenscht den voorzitter der vereeniging. mr- Droogleever Fortuyn, burgemeester van Rotterdam, geluk. Rechts van den minister, de directeur van de vereeniging, mr. A. Jonkers, die benoemd is tot ridder in de orde van. den Nederlandschen Leeuw. OTTWELL BINNS. |11) «Nou wordt u eindelijk verstandig. Waar |ul ik u aan land zetten?" I Jerry streek nadenkend over zijn onge- |:;ooren kin, alsof hij in gedachten de 1 »ut naging, toen zacht als een zucht uitte :-l een enkel woord «Broome Jen oogenblik scheen de man te verbluft Ij® te antwoorden. Toen werd zijn ge lensd gezicht bijna donkerbruin van woe lden barstte hij uit: „Dat zou je wel Uien!" IBat zou ik zeker," zei Terry rustig. Toen. I t~'ijl de ander hem met woedende blikken 1 «n bleef staren, begon hij zijn bedoelingen I 1 leggen. 'Ripper, u bent niet de eerste, die zijn :»«en met behulp van een whiskyflesch ;-W leeren inzien. Ik weet van een man, JynUdoor zoo'n flesch om zijn zonden is zitten huilen en daar u niet huilt -«ï janken doe ik ook niet. Vergeet dat ■?I11 niet!" viel de zeeman hem in de I «ie, J JjW Maar die whiskyflesch, die we I „,'r gelaten hebben, is een beetje lastig, I Ik wil best gelooven, dat u het weer ;;d wilt maken, dat u mij geronseld hebt, I r1}1 ik ben niet van plan te doen, alsof ik I som niet- begrijp. Dat doe ik wel, even- I j?1 als u. En het is heusch niet aan u om I JSarden te stellen. Wanneer u me in I, Filippijnen van boord zet of op Cele bes, dan zal ik er voor zorgen, dat u in Broome gearresteerd wordt of al eerder, want de radio is sneller dan dit oude schip. Gooi me overboord om eh wat was het woord ook weer? als haaienvleesch te dienen en u zult, zoodra u Broome bin nenvalt een bevel ontvangen om een man, dien u niet hebt, uit te leveren en u zult zelf waarschijnlijk wel weten wat een pret tige tijd u te wachten staat, als het gerecht zich met de zaak gaat bemoeien. Tien tegen een, dat u gehangen wordt en dat is toch werkelijk geen aangename manier om deze wereld te verlaten. Geloof maar niet dat ik overdrijf, want dat doe ik heusch niet. Ik wil er honderd pond tegen een boon om verwedden dat, wanneer u Broome bereikte, het eerste wat u zoudt zien de „Kestrel" zou zijn, die u daar op lag te wachten. Zij is een snelvarend schip en zou deze oude tank glad voorbij loopen. En Seabright is een ware duivel, die. als hij eenmaal ergens zijn tanden ingezet heeft, niet meer los laat. Nu weet u alles! Ik heb met Seabright een afspraak in Broome en daar dit schip er toch naar toe gaat „Hoe weet u dat?" „Maar mijn goeie man, als dat niet het geval is, waar brengen jullie Miss Charlton dan heen?" De kapitein van de „Dusty Miller" gaf zioh niet de moeite om te antwoorden. Hij stond de situatie te overdenken en even daarna zag Terry, die hem scherp in de gaten hield, een gemeene gloed in zijn harde oogen komen en maakte zijn eigen gevolgtrekkingen. „De schooier heeft iets bedacht," merkte liij bij zichzelf op. „Ik ben benieuwd wat het kan zijn?" Hij verwachtte niet dat de kerel het hem zou vertellen en bereidde zich op her nieuwd verraad voor, toen de ander grom de en philosophisch de situatie aanvaardde. „Als u werkelijk naar Broome moet „Absoluut." „Dan zal ik er u wel heen moeten bren gen, ofschoon ik u eerlijk gezegd net zoo lief „St., schipper! Bederf het aardige beeld van den boetvaardigen zeeman nu niet! Hoe iaat is de lunch? U moet bedenken, dat ik sinds dat bedwelmende drankje van gisterenavond niets meer gehad heb." „Die is nu!" gromde de ander. „Ik denk, dat de dames al begonnen zijn." „Dames?" Terry Domville was dood ver baasd. „Is er dan meer dan een?" „We hebben nog een vrouwelijke passa gier voor Broome Miss Wakinshaw. haar broer is in den parelhandel. Een aardig dametje en ik zou niet graag willen, dat zij in haar gevoelens gekwetst werd, dus mis schien wilt u wel stilhouden wat er ge beurd is „Zeker, als ik u daar een genoegen mee kan doen," lachte Terry. „Scheepsmanieren en al dergelijk soort dingen natuurlijk. Ik hoop dat het dametje gezellig is." „Dat zal best in orde zijn. Ze komt. van Frisco. Zij en Miss Charlton zijn al dikke vriendinnen. Als we nu eens naar achteren gingen, dan kan ik u voorstellen voor ik op de brug moet voor de wacht." Terry herinnerde zich iets. „Die heftige kerel, die met zijn hoofd tegen de railing aangevallen is „De stuurman!Parry zal u niet lastig meer vallen. Dien heb ik op zijn nek gege ven. En bovendien eet hij niet bij de pas sagiers." „Dat is jammer." antwoordde Terry. „Het zou zijn manieren misschien ten goede komen. Maar ga vcor, Macduff." „Zoo heet ik niet," verbeterde de zeeman. „Ik heet Smith Amos Smith, kapitein." „Goede oude naam. Oeroude stam en Amos is bepaald profetisch. Uw peten heb ben zeker een oogje op de toekomst gehad, niet?" Kapitein Amos Smith negeerde de ironie en ging voor naar achteren. Terry Domville volgde, meer dan be nieuwd naar die Miss Wakinshaw die, volgens hem, te apropos gekomen was. Zijn nieuwsgierigheid werd er niet minder om toen hij de stoffige kajuit binnentrad en kapitein Amos Smith den beloofden dienst eenvoudig en zonder omhaal verrichtte. „Miss Wakinshaw mag ik u Mr. Domville voorstellen, een vriend van Miss Charlton." Het meisje wendde een aardig goudblond kopje en een poppengezichtje met bijpas sende blauwe oogen naar Terry, die beleefd boog. „Aangenaam, Miss Wakinshaw," zei hij en merkte op, dat het meisje geen verbazing toonde over zijn nogal verfomfaaid uiter lijk. Miss Wakinshaw's glimlach was even aardig als haar gezicht.. „Het is heel vriendelijk van u om dat te zeggen, mr. Dombell „Domville." verbeterde Terry haar. „Heeft niets te maken met gymnastiek en sterke mannen Het meisje lachte een vroolijk lachje, op pervlakkig en ondiep als een pastei-schotel, maakte Terry bij zichzelf uit en bood haar verontschuldiging niet aan. „Maar u behoort toch ook niet tot de slappelingen, Mr. Domville. Dat kan ieder meisje, dat niet van gisteren is en geen groenen bril draagt wel zien. En ik ben er zeker van, dat u een aanwinst zult zijn voor deze tafel van oude vrijsters Wthgha?van den worderen „Miss Wakinshaw," lachte Terry „U bent te jong om uzelf zoo verkeerd te betitelen. U moet de hoop nog niet opgeven. U heeft vast en zeker een queue van vurige aan bidders, die „Het is werkelijk lief van u om dat te zeggen, zelfs al meent u het niet en ik ben er heusch trotsch op met u kennis te ma ken, ofschoon u zich tot nu toe nogal ach teraf gehouden hebt." „Daar kon ik niets aan doen," antwoord de Terry .opgewekt en glimlachte tegen Norma Charlton, terwijl hij de eenige leege plaats aan de tafel innam. „Ik was in het schip verdwaald en heb als een Epheser ge slapen, totdat kapitein Amos Smith den prins uit het sprookje gespeeld heeft." „Wilt u daarmee zeggen, dat hij u wak ker gekust heeft?" Miss Wakinshaw gichêl- de bij het beeld, dat haar verbeelding op riep. „Smaken verschillen. Als hij mij een zoen gaf, zou ik zeker flauw vallen, of hem in zijn gezicht slaan. Hij is niet bepaald een Adonis." Terry lachte bij deze openhartige bewe ring, mompelde zoo iets van dat een goed hart beter is dan een schoon uiterlijk, nam een bord soep aan van een Chineeschen steward en merkte toen hij opkeek, dat Miss Wakinshaw's blauwe poppenoogen hem met buitengewone scherpte aan het opnemen waren. „Zoo!" dacht hij en weer peinsde hij over den toevalligen samenloop van omstandig heden, die ertoe geleid hadden, dat zij net nu naar Broome moest gaan en daarvoor het oude schip uitgezocht had waar, zooals hij zeker geloofde Norma Charlton op ge lokt was. Was deze popperige schoonheid in het complot wat dat dan ook zijn mocht tegen het meisje naast haar? Hij kon er niet zeker van zijn, maar instinctief wist hij ,dat Miss Wakinshaw niet zoo eenvou dig was als ze er uitzag en niet zoo open hartig als haar woorden. Hij at een paar lepels van zijn soep en keek toen weer op. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). HET SLOT VAN DEN TWEEDEN ROTTERDAMSCHEN ZESDAAGSCHE. Het winnende koppel BillietBuysse. (Rechts Buysse.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5