'S TRIUMPH PEREZ- IO' VIRGINIA CIGARETTES Wat 'n Triomf van Smaak LEiDSCH DAGBÜD - Eersle Blad Vrijdag 26 Februari 193] PERZISCHE TAPIJTEN Etaleert woonkamerkleeden IEIDSCHE GEOLOGISCHE VEREENIGING Voordracht van Prof. Dr. H. Cloos. j Prof. Dr. H. Cloos uit Bonn heeft voor de Leidsche Geologische Vereeniging een voordracht gehouden over „Forschungen und Reisergebnisse: Süd-West Afrika". Prof. Cloos heeft drie reizen naar Z.W. Afrika gemaakt, in 1909. 1920 en 1936. Aan de hand van lichtbeelden vertelde spr. eerst iets over bodem, klimaat en bewoners van dit gebied. Het land is door den geringen planten groei tengevolge van de extreme droogte van het klimaat, geologisch buitengewoon goed ontsloten. De bevolking is zeer arm. de enkele Europeesche farmers leven hoofd zakelijk van de schapenteelt. De reis van spr. gipg per auto van de Walvischbaai naar het NauklooDgebergte. De weg voer de door het naar het Z.O. geplooide prae- Cambrium. Het Naukloof-gebergte bestaat uit de eveneens geplooide Algarkische Palae- zoische Namaformatie. Het voorland van dit gebergte is het ongeplooide bekken van de Oranje-rivier, dat eveneens uit de Na maformatie is opgebouwd, doch nu bedekt door de producten uit den Permo-carboni- schen ijstijd, het Dwyka-conglomeraat. Op 'S-G RAVENHAGE NOORDEINDE 14()C CENTRALE OUDERRAAD. 7047 (Ingez. Mpd) GENOOTSCHAP „EX ORIENTE LUX" Voordracht van ir. R. J. Forbes. Gisteravond heeft Ir. R. J. Forbes, hoofd ingenieur bij de B.P.M. te Amsterdam en den merkwaardigen tektonischen bouw van een bekend schrijver voor „Ex Oriente Lux" het Naukioofgebergte ging spr. uitvoerig in. in het Prentenkabinet alhier een voordracht Zijn medewerkers. Korn en Martin, hebben gehouden over „Metalen in den Amarna- een uitvoerige stratigrafie van het gebergte tijd en hun rol in de beschavingsgeschiede- kunnen opstellen. Tusschen vele etages ko- nis van Palestina en het Oude Oosten", men 230 M.. soms 100 of 200 M. dikke waarin hij een overzicht gaf van de metaal- myloniet-zönes voor, die bewijzen, dat de tijden-indeeling, het verband dat er tus- gesteenten over elkaar geschoven hebben, schen de geschiedenis en het voorkomen zonder dat echter dekbladen, zooals wij ze van metalen te leggen is en de conclusies, uit de Alpen kennen, gevormd zijn. Ner- die daaruit zijn te trekken, gens ligt een oudere formatie op een jon- Hoewel de Amarnabrieven, het Egyptisch gerei diplomatiek archief, uit de 14de eeuw v. De verdere tocht van prof. Cloos ging chr. dateeren en dus ln den vollen brons- door de breede kloof, die de Vischrlvier in tijd zijn geschreven, wordt het koper er veel het Dwyka-conglomeraat heeft ingesneden, meer in genoemd dan het brons en wel in Deze zeer waterarme rivier verdwijnt ver- groote gewichtshoeveelheden. der westwaarts volkomen onder de roode Naast het archaeologische materiaal wijst zandduinen, die de constante westenwin- ook het Oude Testament, dat in zijn oudste den vanaf de kust steeds verder landin- boeken een episode uit dezen tijd. schildert, waarts verplaatsen. Ook de merkwaardige er op, dat de Israëlieten bij hun intocht in Kratervulkaan de groote Broekaroes werd Palestina wel koper en brons meebrachten, besproken. In deze vulkaan komt geen en- doch dat zij de ijzerbewerking reeds bij de kei stuk vulkanisch materiaal voort! Hij is Philistijnen aantroffen met duidelijke aan- ontstaan door gasexplosies die het boven- wijzingen, dat deze metaalkunst uit het liggende gesteente doorbraken zonder dat Noorden naar onze gebieden gekomen was. vulkanisch materiaal mee uitgeworpen uit dit alles kan men opmaken, dat het koper ongeveer 2500 v. Chr., brons c a. 2000 Voorts besprak spr. het verband tusschen y. chr. -en ijzer c.a. 1200 in Palestina in de geologie van Z.W.-Afrika en van geheel zwang zijn gekomen. Metaalbewerkers zijn de Israëlieten nooit geweest, hetgeen blijkt Afrika ten Zuiden van de Sahara. Het bleek, dat het bereisde gebied deel uitmaakt van een gordel van plooiingsgebergten, die om het concentrisch gebouwde Z.-Afrik. Oranje-rivier-bekken liggen. Een dergelijk gebied is het Koebanjo-bekken, dat tus schen het Oranje-rivierbekken en het een der gebouwde Kongo-bekken ligt De scheiding tusschen de bekkens wordt gevormd door het kristallijne grondge bergte, dat een welving in het midden heeft en aan de zijde van de welving hooren de plooiingen tot de begrensde bekkens. VER. TOT CHR. WIJKVERPLEGING „PHEBE" (OUDE VEST 91). Jaarverslag over 1936. Aan bovengenoemd verslag ls het vol gende ontleend: B In het verslagjaar leed de Vereeniging een Ltischen tijd een groote" sprong. *"ln korten ii'nohrr vrcrliac rliwr hot nvarlndnn imr\ gevoelig verlies door het overlijden van haren Voorzitter, den heer J. B. Meijnen. die hare belangen steeds met de grootste zorg en nauwgezetheid heeft behartigd In zijn plaats werd prof. dr. H. M. van Nes benoemd. De werkzaamheden konden geregeld wor den voortgezet. De wijkverpleegster, zuster A. M. Jasperse, verleende aan 82 patiënten in hun eigen woning 5263 maal hulp en op de polikliniek ln het wijkgebouw 3699 maal aan 297 patiënten. Ten behoeve van 19 personen hadden 487 bestralingen met de hoogtezon plaats. Voorts Icon de Wijkzuster nog 36 bezoeken bij zieken en armen bren gen. en daarbij f. 12.70 uit haar eigen fondsje aan versnaperingen uitdeelen. Aan zieken en zwakken werden op medisch ad vies 2687 Liter melk, 3316 eieren en 159 ons boter verstrekt tot een bedrag van f. 341.07. gedeeltelijk betaald uit een fondsje. dat onder leiding van Mevrouw BarnardMuy- zer wordt bijeengébracht 93 verplegings- artikelen werden uitgeleend en 92 terug ontvangen. Aan 68 gezinnen konden behalve scheurka lenders 227 kleedlngstukken worden uitge deeld. Met de gewone versnaperingen mede- geteld bedroegen de kosten van het Kerst feest f. 151.50'/:, terwijl de inteekenlijst der Wijkzusters f. 144.51'it opbracht zoodat een tekort van f. 6.99 uit de kas moest worden aangevuld. De Gezusters Terdu zorgden wederom trouw voor het lokaal. In het bestuur kwamen geen andere wij zigingen dan de in den aanvang genoem de, zoodat het is samengesteld uit prof. dr. H. M. van Nes, voorzitter, jonkvrouw A. J. W. Barnaart, secretaresse, mevr. S. A. C. van Nesvan der Pol, penningmeesteres, mevr. J. A. M. de PlanqueArps, mevr. P. BarnardMuyzer, mej. A. M. Boonacker en mevr. H. M. OostveenSegaar. AANWINST VOOR HET RIJKSMUSEUM VAN NAT. HISTORIE. De potvisch, welke op een zandplaat na bij Terneuzen aanspoelde en waarvan wij gisteren in onze fotopagina een afbeelding gaven, is door het Rijksmuseum van Na tuurlijke Historie alhier aangekocht. Een tweede exemplaar werd in de onmiddel lijke nabijheid gevonden. Een onderzoek heeft het vermoeden, dat men hier met een potvisch (physeter) te doen had, bevestigd. De potvisch behoort tot de z.g. Tandwalvisschen en hoort thuis in de Zuidelijke IJszee. Op het Noordelijk halfrond komt ze niet voor. In de Zuide lijke IJszee ls de visch bekend als een echte vleescheter en waterroofdier. De pot visch levert z.g. spermaceti, waaruit vroe ger voor wetenschappelijke doeleinden kaarsen werden gemaakt. Het is onbegrijpelijk hoe deze twee vis- schen in deze streken terecht gekomen zijn. Om een dergelijk geval te noemen moet men terug gaan tot 1781, toen zijn nJ. op het strand nabij Breskens ook enkele exemplaren aangespoeld. Het Leidsche Museum heeft een overeen komst gesloten met de destructiemaat- schappij te Overschie, tot ontleding van het lichaam. Het dier zal derhalve ln zijn geheel waarschijnlijk op een zolder schuit daarheen worden verscheept. Met het transport zal vandaag worden aange vangen; waarschijnlijk zal het dier mor gen in den loop van den dag te Rotterdam arriveeren. uit de verwarrende nomenclatuur en de metallurgische onmogelijke situaties, zooals deze in het O. T. geschetst worden. Pales tina en Zuid-Syrie zijn daarom zeker niet1 de bakermat der metallurgie. Hiervoor komen twee gebieden in aan merking: de kusten van de Roode Zee en het hoogland van den Taurus tot Baloe- chistan via den Kaukasus. Dit laatste ver dient den voorkeur, niet alleen om zijn groote verscheidenheid van oppervlakte-af zettingen van ertsen van bijna alle ge- bruiksmetalen, doch ook de traditie, in sagen en mythen versluierd, wijst naast de teksten op de belangrijkheid van dit ge bied, vooral het Westelijk gedeelte ervan. De ontwikkelingsgang der metallurgie voert van het verbruik van het gedegen metaal als sïersteen naar de bewerking van steen, ivoor of hout. Dan volgt in den praedynas- tijd wordt een complex van mijnbouwkun- dige, ovenbouw-, giet- en bewerkingstech nieken ontwikkeld die samen de metallur gie vormen. Deze vervolgt haar ontwikke ling naar het gebruik van metaalalliages en tenslotte het toepassen van speciaal daar voor geschikte alliages voor elke gebruiks- methode afzonderlijk tb.v. in China in de Ch'in periode). Uiterst belangrijk is het stadium van het ontstaan der eigenlijke metallurgie in praedynastischen tijd. Noo- dig waren erts, vuur. brandstof en lucht; ook dit wijst weer naar het genoemde ge bergte. Hoewel vondsten op dit gebied nog niet gedaan zijn, moet men aannemen, dat reeds zeer vroeg kunstmatige luchttoevoer bekend is geweest, daar anders de metal lurgie op groote schaal practisch onmoge lijk zou zijn geweest. In oude nomenclatuur ligt het prlmtieve stadium nog besloten, waarbij mijnbouw en metallurgie samen gaan. Ook de vroegere volmaakte metallur gische ontwikkeling in Mesopotamle (vroe ger dan in Egyptesteunt onze hypothese. Uit de verwerking van de ertsen der eerste metalen volgt, dat eerst koper en toen ijzer zijn gebruikt. Het brons doet in sommige landen snel, in andere veel later dan koper zijn Intrede; wederom een bewijs voor de diffusie van de oudste metallurgie. In Mesopotamië valt bij brons een inzinking van het tingehalte ten tijde der Sargonieden op. Mogelijk heeft een uitputting der tinertsen in Klein-Azië en het zoeken daarnaar in Europa tenge volge, dat daar het brons zeer spoedig in dezen tijd in reeds volmaakten vorm be kend is. Het ijzer is vroeg bekend als meteoorijzer en wordt later als smeedijzer gewonnen. Alleen oppervlakkig verstalen is onomstoo- telijk in de Oudheid aangetoond. Zoowel staal als gietijzer verlangen ver ontwikkelde metallurgische techniek en zijn nog niet afdoende bewezen voor deze vroege periode. ACTIE-COMITÉ „LEVENDAAL". Gezellige avond in het Wijkgebouw. Het Actie-Comité „Levendaal", dat reeds vc-el ln het belang van het wijkwerk van ds. Punselie heeft mogen doen, had gister avond weer een gezellige samenkomst be legd. Onder de vele aanwezigen, die het wijk- lokaal vulden, merkten wij o.m. op dr. Pun selie en de heeren Wilbrink, Van Borselen, Hakkaart en Hoogendoorn van het wijk- bestuur. Na een welkomstwoord van den heer Van der Broek werd 'n aantrekkelijk program ma afgewerkt, waaraan de mondaccordeon- club K. en G." en de Jongedochters- en Meisjesvereeniging medewerking verleen den. De uitgevoerde nummers, waarvan het een niet onder deed voor het ander, wisten de aanwezigen van het begin tot het eind te boelen Een aanbevelend woord werd in deze samenkomst nog gesproken door den voor zitter, die opwekte om toe te treden als contribuant van het Actie-Comité. De heer Van der Broek sloot de verga- dering met een kort woord, waarin hij o.m jalle medewerkenden dankte voor den steun .van hen bij de samenstelling van deze samenkomst ondervonden. De jaarvergadering. De Centrale Ouderraad hield gisteravond ln het gebouw der Gem. Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen aan de Oude Vest onder voorzitterschap van den heer Joh. W. Harting zijn jaarlijksche le denvergadering. De voorzitter opende de bijeenkomst met een woord van welkom tot alle aanwezigen en sprak zijn blijdschap uit over de toe nemende belangstelling van de oudercom missies voor de zaak van het openbaar la ger onderwijs, waarvan spr. verscheidene symptomen noemde. Oök de samenwerking met de schoolhoofden en het onderwijzend personeel wordt allengs beter. De secretaris, de heer P. Kruit, las ver volgens de notulen der vorige jaarverga dering, welke onveranderd werden vastge steld. De voorzitter herdacht daarna den over leden voorvechter van het openbaar on derwijs, den heer G. L. de Haas uit Utrecht welke woorden door allen staande werden aangehoord. Tot leden der kascommissie werden benoemd de heeren van Lint, Ver- sluys en de Vogel. Aan het jaarverslag van den secretaris ontleenen wij, dat ook het openbaar onderwijs hier ter stede, zij het dan ook in mindere mate dan vorige jaren, leed onder de algemeene bezuiniging. Niettemin was het aantal inschrijvingen "an nieuwe leerlingen bevredigend, mede dank zij het werk der oudercommissies. De intocht van Sint Nicolaas was ook dit maal een groot succes. Het ..Ouderblad" verdient groolere be langstelling dan het totdusverre geniet. De aangesloten oudercommissies ver richtten in het afgeloopen jaar voortref felijk werk en droegen veel bij tot de goede verstandhouding tusschen C. O. R,, schoolhoofden, onderwijzend personeel en ouders. Er werden vele ouderavonden ge houden; sommige avonden waren zelfs door 90% der ouders bezocht. Het insti tuut van schoolhoofden wint gedurig in populariteit. Het verslag werd onder applaus en dank zegging goedgekeurd. Mej. Wartena, leerares aan de Kweek school voor Bewaarschoolhouderessen al hier en hoofdbestuurslid van den Ned. Bond van Onderwijzeressen bij het voor bereidend L.O., vestigde vervolgens de aandacht op de beteekenis van dat onder wijs, waarover een bevoegd spreekster hier ter stede binnenkort nadere bijzonderhe den zal mededeelen. Spr. riep daarvoor aller belangstelling in en verklaarde zich ook gaarne bereid om voor oudercommis sies dit onderwerp te behandelen. De secretaris van den Ned. Ouderraad voor O.L.O., de heer W. Nieuwhoff Sr.. be sprak daarna het aanhangig wetsontwerp tot wijziging van de L.O.-wet en meer in het bijzonder de daarin in uitzicht gestel de erkenning door de overheid, van de plaatselijke ouderraden. Na in het algemeen te hebben gewezen op het groote nut van het instituut der oudercommissies, dal in zijn 16-jarige be- staansperiode voortreffelijk werk heeft verricht, schetste spr. hoe daaruit het ont staan van centrale oudercommissies of -raden logisch voortvloeide. Deze laatste commissies vormden de schakel tusschen 'de ouders en de gemeentebesturen. Uit de zelfde behoefte als deze plaatselijk werd gevoeld, ontstond de Ned. Ouderraad, wel ke sedert 1923 het contact met de regee- ring onderhoudt. De voorgestelde wijziging van artikel 20 der L.O.-wet houdt, wanneer zij zou wor den aangenomen, een nieuwe en belang rijke verbetering in. Zij schrijft n.l. de stichting van plaatselijke ouderraden ge biedend voor, zoodra in een gemeente meer dan één oudercommissie bestaat, terwijl de daaraan verbonden kosten ten laste van de openbare kas komen. Spr las vervolgens verschillende bijzon derheden voor uit het Voorloopig Verslag. De perspectieven voor verwezenlijking zijn alleszins gunstig. Niettemin wekte spr. op tot voortduren de activiteit en hij eindigde met het uit spreken van den wensch, dat Leiden op den ingeslagen weg moge voortgaan. Na een woord van dank van den voor zitter. volgde de pauze, waarin verver- schingen werden rondgediend. Uit het jaarverslag van den penning meester, den heer L Favier bleek, dat de ontvangsten hebben bedragen f. 116.47 en ae uitgaven f. 62.07'/», zoodat er een batig saldo is van f. 54.39'/!. Op advies van de kascommissie werd de penningmeester gedéchargeerd voor zijn accuraat gevoerd beheer. De aftredende bestuursleden, de heeren J W. Harting. L. Favier en H. Klom, wer den bij acclamatie herkozen, terwijl in de vacature van mevr. K. Op den Velde, die zich niet herkiesbaar stelde, gekozen werd mevr. Van Schaik. Na de rondvraag, sloot de voorzitter de vergadering met een opwekking om het openbaar onderwijs te blijven steunen. 7051 Unga. mm,) openbaard, Montraigne, de philosoof van den twijfel, wiens philosophic uitloopt op de vraag: „Que sals je?" en Pascal, de man van het geloof en de zekerheid. Hij ondergaat den invloed van zijn leer meester Strowski. die een groep jongeren om zich vereenlgt. Te Parijs studeert hy aan de Ecole des Chartes. waar de archivarissen worden op geleid Als zoovele schrijvers begint hij met ge dichten te schrijven. Paul Bourget ontdekt hem en opgetogen over die gedichten, raad pleegt hij Barrès, die van den jeugdigen Mauriac schrijft. Voor den oorlog schrijft hij twee romans, tijdens den oorlog is hij onder de wapenen, na den oorlog verschijnen de werken, die hem onmiddellijk als een groot schrijver I doen kennen o.a. Le Baiser au Lépreux Génétrlx, zij verplaatsen ons steeds naar I Bordeaux of omgeving, Bordeux, de rijke stad met de deftige brugers, de aristocra tie van den wijn. De natuur ls voor hem niet iets uiterlijks, geen decor, maar een innerlijke kracht. Zijn helden staan niet alleen, zij staan in de natuur, gebonden aan den grond. Hij is g:en realist, hij schildert de men- schen niet, zooals men ze ziet. Hij is ook niet de psycholische romanschrijver, die. kunstmatig een individu beschrijft, en ook niet de naturalistische schrijver, voor wien décor en milieu een groote rol spelen. Hij brengt menschen, in contact met de wereld. Hij ziet de menschen niet mooi; het kwaad lokt hen, dikwijls vallen zij. De liefde is een groot probleem, maar steeds van zedelijken aard. „L'amour ne se sauve qu'en se sacrlfiant." De liefde is niets, als zij geen offer en strijd vraagt, hetzij voor de kinderen, hetzij voor de rol, die men in de maatschappij speelt, hetzij voor een ander Ideaal. Dat missen de personen in zijn romans, zij gelijken op de personen uit de treur spelen van Raclne, bij wie de liefde een ver woestende hartstocht is.Er is 'n jansenis tische geest in de werken van Mauriac. In de „Baiser au Lépreux" teekent hij met bittere scherpte de marteling van twee personen, wier huwelijk zonder liefde een hel wordt. In Thérèse Desqueroux zien wij de per verse vrouw, die een ramp voor anderen wordt. Zij tracht haar man te vergiftigen; Mauriac begint zijn verhaal, als zij door het Hof van gezworenen is vrijgesproken. Wat heeft zich in haar ziel afgespeeld en wat gaat er nog om in haar? Mauriac werkt piet hls een Paul Bourget, meerderheid van stemmen herkozen. Mr drs. W. O. Leeuwen, secretaris van hei hoofdbestuur, die namens het hoofdbestuur deze vergadering bezocht, verkreeg daarna het woord. Hij beaamde de zoo even ge. sproken woorden van den afdeelings-voor zitter en noemde de Leidsche afdeeling van de vele in het land werkende afdeelingen wel de meest actieve. Hij complimenteert de afdeeling met het behaalde resultaat en wenschte gaarne dat de afdeeling op de ingeslagen weg zou voortgaan, opdat afdeeling Leiden „de hoeksteen" van d Bodepa zal blijven. Nadat nog eenige za- ken van huishoudelijken aard waren alge handeld, was het officieele gedeelte va deze vergadering beëindigd, waarna de lei ding in handen werd gegeven van de heer Tegelaar. voorzitter van de feestcom missie. Op uitstekende wijze wist deze d aanwezigen nog eenige uren van vermaak en humor te bezorgen. Zang, muziek, da en voordracht wisselden elkander af. Eenlg verlotingen zonder nieten en met waarde vojle prijzen vonden een enthousiaste ont vangst. Een woord van dank en hulde aan de feestcommissie, aan welke commissie d eer toekomt voor dezen zoo geslaagde avond. Toen de klok 2 uur sloeg was he einde der feestvreugde aangebroken. Wegens druk veevervoer van de Gr ningsche veemarkt naar Lelden zal voort aan Dinsdag van Groningen vla Zwoll UtrechtWoerden een extra snelveetrel naar Leiden loopen, zoodat vee 's middag ln Groningen geladen nog denzelfde avond om half negen alhier aankomt e gelost kan worden. DE WERKLOOSHEID. Bij den gemeentelijken dienst voor social'1 zaken stonden ingeschreven: Bouwvakarbeiders: baggerlleden 3; be' hangers 27; betonvlechters 23; betonwer kers 68; glazenmakers 1; glazenwassche 12; granietwerkers 19; grondwerkers 92' heiers 2; metselaars 163; ooberlieden 124' schilder 232; loopers 9; straatmakers hulp-straatmakers 15; stucadoors. witte' 77; timmerlieden 316; uitvoerders 10: voe gers 23; ongesch. bouwarb. 11. Totaal 123 Fabrieksarbeiders: bleekers 20: lompen sorteerders 12; vellenblooters 6; steenfabr. arbeiders 112; zeepfabr.arb. 4; ongesc fabr. arb. 62. Totaal 21?. Kantoorpersoneel: kantoorpersoneel 63 re.zigers, colp. 46; winkelbedienden 41; eta die in een CWSS ÜJïïS ALLIANCE FRANCAISE. Lezing door Robert Garric. Voor de afdeeling Lelden van de Allian- se Franpaise sprak gisteravond de heer Robert Garric over den romanschrijver Mauriac. De spreker verklaarde, dat Mauriac, een van de groote schrijvers van dezen tijd. voor het Nederlandsche publiek geen onbekende is. Na eenige opmerkingen over het complexe in het werk van den schrijver en over de troebele onderwerpen, die hij behandelt, vraagt spreker: Hoe zijn de schepselen in zijn boeken ontstaan? Bij het beantwoorden van dile vraag zal het werk van den schrijver antwoord ge ven en het geheim openharen. Men kan het in zijn werk vinden. „Alleen de fictie liegt niet", heeft Mauriac gezegd. In zijn jeugd, waarin hij vroeg zijn vader verloor, wordt hij opgevoed met de twee andere kinderen uit het gezin, door zijn moeder; een hechte familieband hield het gezin bijeen. Daarna bezocht hij een katholiek gymnasium, studeerde te Bor deaux en later te Parijs. Droevig en godsdienstig, dit zijn twee van iin eigenschappen. Alles kwetst hem, hij is uiterst gevoelig. Niet de godsdienst maakt hem zoo, integendeel deze was hem tot een troost. „J'aimais le Christ, il me consolait." Hij is vijftien jaar, intelligent, hij leest en heeft lust tot schrijven. Zijn voorliefde gaat naar de romantische dichters, vooral de Vlgny, den denker, Musset, Lamartine, maar ook Verlaine en Samain. In de hoogste klas van het gymnasium worden hem twee groote schrijvers ge- rleele daad van de vergiftiging in bijzon derheden voorbereidt. En Thérèse is toch niet alleen, niet om dat menschen bij haar zijn, maar omdat God bij haar ls. Mauriac is in dien tijd een veertigjarige, zijn beeld is als een portret van el Greco. felle oogen, kracht en innerlijk leven. Hij ls Christen en lijdt een regelmatig leven, niet als de personen die hij beschrijft. Zijn personen ziin als Phèdre, waarvan gezegd wordt, dat het een Christinne was. die de genade niet ontvangen had. Door zijn boete is Mauriac een „confes- seur d'ames" geworden. In 'n artikel in de Nouvelle Revue francaise heeft hij zijn standpunt uiteen gezet. Men moet Christus liefhebben en in zijn leven verwezenlijken. Als God hem niet bijstaat, zou hij misschien het kwade doen, dat hem lokt. De werken van Mauriac mogen pessimis tisch lijken, deze opvatting is niet geheel juist. De gevallenen weten, dat zij niet geheel alleen zijn, de deugdzamen weten, dat strijd alleen hen voor vallen kan be hoeden. Zal hij nu menschen toonen, die gered worden? Neen ln Noeuds de Vipéres, in Anges noirs, zinken de personen dieper dan ooit. maar ten slotte aan het eind erkennen zij hun fouten. De schrijver bepaalt niet vooraf, hoe het karakter van zijn personen zich zal ont wikkelen, het komt voor, dat hij door zijn personen geleld wordt. Heeft de moraal en de godsdienst de kunst bij Mauriac verstikt? De conférencier antwoordt met een citaat van Claudel. die den mensch vergelijkt met een boom, wor telend in den/grond en gebonden aan het aardsche, maar wiens takken en bladeren naar den hemel wijzen. Dat. is de mensch volgens de opvatting van Mauriac. Met luid en langdurig applaus toonden de toehoorders hun dankbaarheid voor deze buitengewone en schitterend'e lezing, die ons den schrijver Mauriac en zijn werk beter leerden kennen. De voorzitter, de heer Bresson, die den spreker had Ingeleid, sprak aan het slot een woord van dank. kellne BODEPA. Herdenking van het éénjarig bestaan. In een feestelijke vergadering, welke ge houden werd ln een der bovenzalen van Hotel Bellevue. herdacht gisteravond de afdeeling Leiden van den Bodepa (Bond v. Detaillisten ln den Parfumerlehandel) haar éénjarig bestaan. In zijn openingswoord gaf de voorzitter de heer M. C. v. d. Burg een vrij uitvoerig relaas van het doel en werken van de Bodepa in het algemeen en van de Leidsche afdeeling in het bijzonder. Alles te samen genomen, aldus spreker, kunnen wij terug zien op een zeer druk en dikwijls moeilijk arbeidsjaar, maar het resultaat is zeer succesvol en geeft vertrou wen voor de toekomst. Wij zijn op den goe den weg en zullen blijven volhouden. Ten slotte roept spreker ieders medewerking in om gezamenlijk het beoogde doel te berei- ken. Overygaan werd tot verkiezing van de aan de beurt van aftreding zijnde be stuursleden, die zich allen herkiesbaar Had den gesteld. Het waren de heeren M. C. v. d. Burg en Möhler, respectievelijk voorzitter en commissaris. Beiden werden met groote witzers. 9; overheidspersoneel 13: vernies 4 Totaal 222. Hotel-café-pers.: huispersoneel 9; 57; koks 10. Totaal 76. Houtbewerkers; Beddenmakers 6; hout bewerkers 90; kistenmakers 6; kuipers 5 lijstenmakers 4; mandenmakers 2; meubel stoffeerders 20; meubelmakers 32: politoer ders 3; ongesch. arb. 35. Totaal 207. Kleermakers: kleermakers 97; kappers 8; schoenmakers e.a. 15. Totaal 120. Land- en tuinarb bloemisten 40; land arbeiders 27; tuinlieden 36: warmoeziers 11' ongesch landarb. 10. Totaal 124. Metaalbewerkers: bankwerkers 111; blik bewerkers 29; burgersmeden 41; electrlcien 59; gasfitters 12; gasmetermakers 4; in strumentmakers 3; isoleerders 10; kern makers 3; kettingsmeden 24; klinkers 11 koperslagers 2; lab. bedienden 5; lasscher 7; loodgieters 58; machinisten 17; metaal hoorders 7; metaaldraaiers 9: metaalslij pers 3; metaalzagers 1; monteurs 22; o.ano stemmers 4; polijsters 1; ponsers 5; rijwiel herstellers 18; rijtuigschilders 3; scheeps timmerlieden 7; stokers 22; tegenhouden 18; verw. monteurs 20; voorslaanders 1; voorwarmers 6: vulcaniseurs 1: vuurwer- kers 7; wagenmakers 5; tizerwerkers 58; zandsouiters 3: zandvormers 3; ongesclt arbeiders 38. Totaal 684. Sigarenmakers: sigarenmakers 21; siga-a rensorteerders 1: sigarenstrippers 2. Tot. 241 Technici, opzichters: bedrijfsleiders ingenieurs 3; technlkers 5; teekenaars, opzj 12; werkmeesters 15. Totaal 42. Textielarbeiders: hekelaars 7; katoen drukkers 24; kluwers e.a. 8; lulkers 12; plaatsnijders e.a 19; schrobbelaars 1: spin ners 55; snoeiers 3: staaldraaddraaiers sterkers 2; strijkers 17; wevers 118; wol' bewerkers 41; ongesch. textielarbeiders 6' Totaal 372. Transportarbeiders: emballeurs 5; chauf feurs 147; exp knechten 23; koetsiers 1' loopknechten 47; schippers 101; magazijn- knechten 60; spoor- en trampers. 17: kers 5: transportarbeiders 67; losse arbei ders 538. Totaal 1027. Typografen: boekbinders 38; boekdrus-l kers 16; fotografen 2: hulp-vakarbeiders 6,1 letterzetters 23; steendrukkers 2. Totaal _«J'| Voedingsmiddelenarbeiders: bakkers ovenlsten 6; slageTs 59: suikerwerkers «j wijnkoooerskn 13; zoutzleders 4: zuiveloe-1 relders 3: ongesch arb. fabr. 48. Totaal 2»-l Vrouwen: apothekersass. 1; kapsters J.l naaisters (costuumi 22; s'rijksters 1: m:J I ters 1: spinsters 1: kooksters 1: winkeljU'T frouwen 26: buffetjuffrouwen 1: serveer-j sters 5: linnenjuffrouwen 2; boekhoudste =1 2; kantoorbedienden 23; verpleegsters bedrijfsleidsters 1: teekenaressen 1: on fJ!L wtjzeressen 4' ass. en huishouders dienstboden (d. en d. en n.l 80: l!llJ fi'l juffrouwen 6: werksters 82; fabr. arbeid sters 54 Totaal 339 Alg. Totaal 5005. 27 Febr 1936 4903. 23 Febr. 1935 4495. Ben. 41 ged. werkloozen. Vrijdag 5 Maart as. zal ln het MJm gebouw alhier de Maa' tola"Pij der «e0 I 'and'cbe Lette-kunde vcc" haar n.aano Hjksche vergaderln» "-en A's snr ker zal oDtreden dr. K H de Raai die voordracht zal houden over: Eurip j. Pholnissai in metrische vertaling en overzetting van H. de G-root en van Von° 2-1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 2