BINNENLAND Naar verbetering der Beersche Maas LEIDSCK 1WM Rerfe BN Vrijdag 26 Februari 193J Uitschakeling van den overlaat bij Beers einddoel der Maasverbetering DIGESTIF RENNIE RECHTZAKEN Vereeniging vcm NedsrI. Gemeenten jubileert. De directeur, mr. A. Jonker, onderscheiden. Een druk bezochte receptie Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan Tan de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten wordt heden de algemeene ver gadering dezer vereeniging gehouden, ter gelegenheid waarvan eenige festiviteiten georganiseerd zijn, welke gisteren zijn aan gevangen met een receptie van het bestuur in Hotel Wittebrug te Den Haag. In de groote ontvangzaal gaven de talrijk bin nengekomen bloemstukken het geheel een feestelijken aanblik. Zoo waren er bloemstukken van de Coöp. Ver. Centraal Beheer, van de Studieclub Gemeente-Documentatie, van het perso neel der vereeniging, van de Ned. Ver. voor Gemeentebelangen en voorts van verschil lende leden en onderafdeelingen. Vele telegrammen met gelukwenschen Waren eveneens binnengekomen. Op de zeer druk bezochte receptie waren o.m. aanwezig de minister van binnenland- sche zaken, mr. J. A. de Wilde; verder na mens het gemeentebestuur van Den Haag mr. S. J. R. de Monchy, burgemeester; mr. dr. J. J. Boasson, secretaris; de heeren prof. ir. C. L. van der Bilt, M. Vrijenhoek, J. R. Snoeck Henkemans en L. Buurman, wethouders: dr. F. E. Posthuma, voorzitter van Centraal Beheer: voorts mr. P. Droog- leever Fortuin, burgemeester van Rotter dam: de heer Jac. Rustige, wethouder van Amsterdam; de heer J. M. J. H. Lambooy, burgemeester van Hilversum; mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk, burgemeester van Utrecht; mr. W. C. Wendelaar, lid van de Tweede Kamer: mr. F. J. van Lanschot. .burge meester van 's-Hertogenbosch; dr. J. E baron de Vos van Steenwij k, burgemeester van Zwolle; mr. J. Bothenius Lohman. bur gemeester van Assen; de heer M. Fernhout, burgemeester van Middelburg; de heer J. B. V. M. van de Mortel, burgemeester van Noordwijk; dr. Jesenich, namens de „Deut sche Gemeinde Tag"; de heer C. Vinck namens de „Union Internationale des Vil les"; jhr. mr. B. W. Th. Sandberg, griffier der Staten van Zuid-Holland en voorts burgemeesters en gemeentebestuursleden van vele Nederlandsche gemeenten. Een kort woord werd door den minister van binnenlandsche zaken mr. J. A. de Wilde, gesproken tot het bestuur van de jubileerende vereeniging Spr. waardeerde het werk van de veree niging ten zeerste, vooral omdat de aan sluiting van de gemeenten volkomen vrij willig was geweest. De vereeniging voldoet, ondanks de vele en vaak tegenstrijdige belangen der gemeenten, uitstekend. Dit komt. zoo zeide de minister, omdat krachtige mannen aan het hoofd der gemeenten staan, die hun gezag uitoefenen niet door middel van sabel en bajonet, maar door moreel overwicht. Krachtige man nen vormen ook het bestuur en het directorium vah de vereeniging en spr. was dan ook zeer verheugd te kunnen mededeelen, dat het H. M. de Konin gin behaagd had den directeur der vereeniging mr. A. Jonker te benoemen tot ridder in de orde van den Nedcr- landschen Leeuw. Minister de Wilde was de eerste, die de heer Jonker met deze onderschei ding gelukwenschte en hoopte, dat de directeur nog vele jaren tot heil der vereeniging deze functie zou mogen waarnemen. De voorzitter der vereeniging mr. P. Droogleever Fortuijn verzocht minister De Wilde zijn dank aan H. M. de Koningin te willen overbrengen voor de eer aan de ver eeniging betoond. Mr. A. Jonker dankte hierna nog met een persoonlijk woord en sprak de hoop uit, dat de goede samenwerking, welke tot nu toe steeds tusschen de Nederlandsche ge meenten en de Regeering bestaan heeft, tot beider welzijn in de toekomst moge besten digd blijven. Hierna was er gelegenheid om het be stuur der vereeniging te complimenteeren. Ontvangst in het Gemeente-Museum. Gisteravond werden de leden door de ge meente 's-Gravenhage in het gemeente museum ontvangen. In de tooneelzaal sprak burgemeester de Monchy tot zijn ambtgenooten en andere leden der vereeniging een welkomstwoord. Mr. P. Droogleever Fortuijn beantwoordde deze speech met een enkel woord. Hierna werden historische dansen uitge voerd door acht dames onder leiding van mevr. Rita Gerlach. Na deze artistieke voorstelling bleven de gasten nog geruimen tijd bijeen, waarbij velen van de gelegenheid gebruik maakten om het fraaie museum te bezichtigen. De brug bij Dordrecht eerst einde 1938 gereed. Naar aanleiding van de onzekerheid, die blijkt te bestaan omtrent den voortgang van het werk aan de nieuwe brug over de Oude Maas bij Dordrecht, deelt de K.NA.C mede, dat de langdurige onzekerheid om trent de financiering van den vermelden bruggenbouw, n.l. voor het voorjaar 1933 tot medio 1936 moet worden beschouwd als een der hoofdoorzaken van den ver traagden gang van zaken in het werk aan deze brug. Toch is er behalve de kwestie van de niet-tijdige beschikbaarstelling van fond sen nog een tweede belangrijke oorzaak, waarom het bij den bouw van de nieuwe oeververbinding bij Dordrecht niet zoo vlot verloopen is als den weggebruikers lief is. Deze is van technischen aard en houdt verband met de scheepvaart. Van wege de „hooge" scheepvaart toch konden de beide pijlers van de basculebrug met 48 meter spanning in de nieuwe brug, welke correspondeert met de draaibrug in de spoorburg niet gelijktijdig worden ge bouwd. Voor deze scheepvaart toch moest beurtelings een opening worden vrijgehou den om aan de andere helft te kunnen werken. Vandaar dat eerst in dit Jaar aan het landhoofd aan de Dordtsche zijde kan worden begonnen. Rekening houdende met den opleveringsdatum van dit werk laat het zich aanzien, dat eerst begin 1938 de eigenlijke basculebrug zal kunnen worden aangepakt. En aangezien de bouw van elke basculebrug en zeker van een met zoo'n betrekkelijk groote spanning ongeveer een jaar vordert, kan worden voorzien, dat de nieuwe brug bij Dordrecht niet vóór eind 1938, begin 1939, door het verkeer in gebruik zal kunnen worden genomen. De autosnelweg ArnhemNijmegen. verkeer ArnhemNijmegen komen te ver vallen. De aansluiting met het toekomstige vlieg veld bij Eist zal zoodanig worden uitge voerd, dat een herhaling van den bestaan- den zeer gevaarlijken toestand bij het vlieg veld Ypenburg ten opzichte van den weg Den HaagRotterdam wordt vermeden. Geen Nederlandsch crediet aan Frankrijk. Antwoord van den minister aan het Eerste-Kamerlid Pollema. De minister van Financiën' heeft thans geantwoord op de vragen van het Eerste Kamerlid Pollema naar aanleiding van berichten in de bladen, dat blijkbaar on derhandelingen gaande zijn omtrent een Nederlandsch crediet aan Frankrijk, waar voor kortloopende kasbiljetten der Fran- sche spoorwegen bij een Nederlandsch bankconsortium zouden worden geplaatst. Van deze berichten is kennis genomen, doch blijkens door de regeering ingewon nen inlichtingen zijn zoodanige onderhan delingen niet gaande. Ontkennend beantwoordt de minister voorts de vraag, of hij niet van meening is, dat de staat, voor wiens rekening en risico immers het valuta-egalisatiefonds werkt, thans, nu de Nederlandsche Bank ten aanzien van het internationaal wissel- verkeer vrfiwel nog slechts een administra tieve functie vervult, zooveel mogelijk toe zicht behoort uit. te oefenen op de verlee ning van buitenlandsche credieten. Een toezicht op het verleenen van bui tenlandsche credieten acht ook hij noodig. Hij is echter van meening dat direct staatstoezicht niet gewenscht is. Het toe zicht. dat de Nederlandsche Bank de facto op dit gebied uitoefent, acht hij voors hands voldoende. Intusschen heeft hij de vraag, in hoeverre het gewenscht is aan dit laatste toezicht een wettelijke basis te verschaffen, weder in studie doen nemen. Hoewel de voorgaande vraag ontkennend werd beantwoord, stelt de minister er prijs op. naar aanleiding van de volgende vraag, te verklaren, dat zooals welhaast vanzelf spreekt, bij het toezicht, dat de Nederland sche Bank de facto uitoefent, enkel en alleen het Nederlandsch belang den door slag geeft. De minister is ten slotte van oordeel, dat de bestaande samenwerking tusschen regeering en Nederlandsche Bank vol doende is om als grondslag te dienen voor den tegenwoordig door de Nederlandsche Bank uitgeoefenden invloed op het verlee nen van buitenlandsche credieten. HERSCHOLING TEXTIELARBEIDERS. Ten stadhuize te Enschede heeft gisteren op initiatief van de rijkscommissie inzake herscholing, een bespreking plaats gevon den omtrent de vfaag. of en zoo ja, op welke wijze, maatregelen kunnen worden geno men om textielarbeiders, die met langdu rige werkloosheid hebben te kampen gehad, wederom in het bedrijf op te nemen. Aan deze bespreking, welke werd voorgezeten door den heer A. Borst Pz. namen vertegen woordigers deel van het gemeentebestuur van Enschede, van het departement van sociale zaken en van werkgevers- en werk nemersorganisaties in het textielbedrijf. Een door het departement uitgewerkt schema kwam ter tafel, waarover eenstem migheid werd verkregen. Thans zal getracht worden, wanneer de minister van sociale zaken en het gemeen tebestuur van Enschede met de ontworpen regeling accoord gaan, een proef te nemen, teneinde na te gaan, of in de praktijk plaatsing mogelijk zal zijn. In aansluiting aan de reeds gepubliceerde berichten omtrent den autoweg Arnhem— Nijmegen, deelt de A.N.W.B. het volgende mede. De nieuwe „autosnelweg" zal er een zijn in den waren zin van het woord, n.l. alleen bestemd voor motorrijtuigen zonder de mo gelijkheid van lintbebouwing en zonder ge- lijkvloersche kruisingen of aansluitingen met openbare wegen. De dwarswegen zullen met viaducten over den autoweg heen worden gevoerd, terwijl het uiterlijk van die viaduc ten en van den geheelen weg op deskundige wijze worden verzorgd. Rijwielpaden zullen langs den nieuwen weg niet worden aangelegd, doch langs den ouden weg zullen twee 2 M. breede rijwiel paden komen, van den rijweg gescheiden door een 1.50 M. breeden berm. De aansluiting van den Betuwe-weg den Rijksweg No. 15 welke Rotterdam via Gorinchem met Arnhem en Nijmegen zal verbinden zal bij Ressen in den vorm van een z.g. „half klaverblad" worden uitge voerd. zoodat het verkëer op beide auto wegen in 't geheel geen hinder van elkaar zal ondervinden. Voor dezen autosnelweg wordt het z.g. „normaal dwarsprofiel" toegepast, dat wil zeggen, twee rijwegen, elk 6.25 m. breed met kantstrooken van 0.50 en van elkaar ge scheiden door een 4.50 M. breeden beplan ten middenberm. De weg wordt circa 5 km. korter dan de oude verbinding, terwijl de gevaarlijke haaksche viaductkruising met den spoorweg bij Lent, de beide gelijkvloersche spoorweg kruisingen bij Eist, en de bebouwde kom van deze plaats daardoor voor het directe De tunnelbouw te Rotterdam. Zal toch het groote plan worden uitgevoerd? Regeering tot medewerking bereid. De burgemeester van Rotterdam, mr. P. Droogleever Fortuyn, Heeft in den aanvang van de raadsvergadering gistermiddag medegedeeld, dat de vraag, welke B, en W. van Rotteram in hun brief van 11 Februari 1937 aan de regeering gesteld hebben, of deze bereid is ten behoeve van de uitvoe ring van plan 840 een overeenkomstige regeling te treffen als bij de uitvoering van plan 86, zoodat dus uit het Verkeersfonds een voorschot tot het geheele bidrag, waarmede de bouwkosten van den grooten tunnel met bijkomende kosten het genoem de bedrag van 8 mlllioen gulden zullen overschrijden, medegedeeld, dat de minister van Waterstaat, in overleg met den minister van financiën, een bevestigengd antwoord heeft gegeven. Dit beteekent, dat de regeering be reid is, op dezelfde wijze het groote tunnelplan te financieren als het reeds aanvaarde project. Het groote tunnelplan omvat den bouw van een tunnel onder de Maas vil or vierbanig autoverkeer en voor verkeer voor wielrijdes en voetgangers. Indertijd werden de kosten voor den grooten tunnel krachtens de gehouden proef-aanbesteding begroot op 15.100.000 gulden, terwijl de jaarlijksche exploitatie kosten 270.000 gulden zouden bedragen. De Burgemeester deelde mede. dat B. en W. zich over deze aangelegenheid nader zullen beraden. Gezien het feit, dat de meerderheid van den Raad indertijd duidelijk haar voorkeur voor het groote plan heeft getoond, mag worden aangenomen, dat B. en W. nader zullen voorstellen dit groote plan uit te laten voeren. (Speciale G.PD.-berichtgeving) In deze dagen van wassende rivieren heeft de overlaat bij Beers weder aandacht. Nu de Maas bij Grave tot 10.87 N.A.P. gestegen is, is de Beersche Maas gaan werken en in Brabant tot bij Den Bosch toe loopt alles onder. Einddoel van de Maaswerken is aan de rivier een zoodanige capaciteit te geven, dat de overlaat niet meer noodig is en als een gewone dijk kan worden beschouwd. Door het graven van de Bergsche Maas, waardoor het Maaswater naar de Amer wordt gevoerd, later door verhooging van de kade met een halven meter, werd eenige, doch geen afdoende verbetering verkregen. Verbreeding en verdieping van de rivier en het afsnijden van bochten zullen die thans brengen. In het onderstaande hebben wij de inlich tingen ten aanzien van 't Maasvraagstuk samengevat, welke ons in het Bureau van de Maasverbeteringswerken te Nijmegen op de meest welwillende wijze werden ver strekt. Wanneer de Beersche Maas bij Grave werkt, overstroomt een gebied van 25.000 bunder in N.-Brabant en de ge heele streek tusschen Mook en Hedel is dan ontoegankelijk. Vandaar, dat sinds jaar en dag gezocht is naar een oplossing, waardoor de overlaat minder dikwijls zou werken. In 1921 heeft de commissie onder voorzit terschap van den hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat, Jolles, de zaak in studie genomen. Het resultaat van het werk van deze commissie was, dat de kade in de Beer sche overlaat ongeveer een halven meter werd verhoogd: zij werkt nu pas, wanneer de waterstand te Grave 10.87 N.A.P. be draagt. Het plan-dr. C. W. Lely. Dat deze verbetering allerminst een radi cale oplossing bracht, bleek bij den waters nood in 1926. Toen ontstond de overtui ging, dat er een einde diende gemaakt aan de overstroomingen van Brabant. Nu wijlen dr. C. W. Lely, hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat, ontwierp een plan, dat de nu in uitvoering zijnde Maaswerken omvat. Het beoogt een zoodanige verbetering van de rivier beneden den Beerschen overlaat door afsnijding van bochten waardoor de Maas korter wordt verbreeding en verdieping, zoodat de rivier in staat zal zijn alle water, daj, wordt afgevoerd door de Boven Maas. ook langs de Beneden Maas te doen afvloeien, zonder gevaar voor dijk doorbraak en zonder gebruik te maken van den Beerschen overlaat. In 1904 werd aan de samenvloeiing van Maas en Waal bij Loevestein een einde ge maakt. Bij Andel werd de Maas afgedamd en de Bergsche Maas gegraven. In hetzelfde jaar werd ook de verbinding tusschen belde rivieren bij St. Andries (Heerewaarden) ver broken). Het gevolg van het graven van de Berg sche Maas was, dat de waterstanden op de Maas op belangrijk lager peil kwamen. Het heeft natuurlijk op den waterstand grooten invloed of de Maas bij Gorinchem dan wel in het Hollandsch Diep een einde neemt. Toch is de invloed van de uitgevoerde wer ken niet voldoende geweest om de werking van de Beersche Maas uit te schakelen. Tot dusver werkte de Beersche Maas wanneer de afvoer van de Maas meer dan 1300 M3. per seconde bedraagt een hoeveel heid. welke bereikt wordt bij een water stand van 10.87 N.A.P. te Grave en 45.50 N.A.P. te Maastricht. (Tengevolge van de Maaswerken is de overlaat gisteren echter reeds vroeger in functie getreden dan men had verwacht). Met de in 1930 begonnen werken tot ver betering van de Maas is men thans tot Megen gevorderd en thans is de waterstand daar drie Meter lager dan hij vroeger bij cenzelfden waterafvoer zou hebben bedra gen. Dat er reeds gronden in den overlaat ia cultuur werden gebracht spreekt wel van groot vertrouwen in de resultaten van de Maasverbeteringswerken. Reeds enkele jaren geleden is men bij verschillende dorpen be gonnen met huizenbouw, een onderneming die zeker toen niet zonder risico was. Thans is de Maasverbetering gevor derd tot Megen: in het eind van 1937 zal men tot Ravestein zijn gevorderd en in 1938 wordt het eindpunt, Mook bereikt. De Maasdijken komen door dezewer ken in gunstiger conditie, omdat het water er minder tegen zal staan. De overlaat bij Beers geraakt op den duur automatisch buiten werking: hij kan tenslotte als een gewone dijk worden beschouwd. Opheffing van den overlaat zal mogelijk zijn omdat na de voltooiing van de Maas werken de rivier over voldoende capaciteit zal beschikken. Een rivier als de Maas is een zuivere regenrivier. Regent het in het geheele stroomgebied veel, dan heeft men met ver rassende stijgingen rekening te houden. Een rivierstand van 45.50 M. -f N.A.P. impliceert niet absoluut, dat de peilschaal in Grave 10.87 aanwijst, want het is zeer goed moge lijk, dat de zijrivieren, zooals de Roer, den waterstand benedenstrooms door stijging beïnvloeden. Vandaar, dat het niet voldoende is om het rivlerpeil van 1926 als een norm aan te houden. Niemand kan voorspellen welke waterstanden zich nog eens op de rivier zullen voordoen: hetgeen de Mississippi heeft vertoond bewijst dit wel, en aan de Amerikaansche ingenieurs, die inderdaad hun vak wel verstaan, kunnen daarover geen verwijten worden gedaan. In Noord China is in den aardbodem duidelijk be waard gebleven de structuur van oude rivierbeddingen en men kan daar nagaan hoe geweldig de bedding in verschillende tijdvakken wijzigingen onderging. Bij de Maaswerken doet zich de gelukkige omstandigheid voor dat aan 2000 man werk wordt verschaft voor een bij uitstek doel treffend werk: de verbetering van de rivier, Rivierverbetering sluit ook in verbetering van het winterbed door verdieping. Dit wét wordt in werkverschaffing uitgevoerd. Vis de uiterwaarden wordt 1.30 a 1.40 M. afge graven. De bovenste steek wordt bewaard en weer op den afgegraven grond gelegd zoodat men steeds kleigrond in de ulter waarden houdt. De grondwaterstand van de uiterwaarden verbetert door de afgra ving. maar in de toekomst zullen zij niet onderloopen bij een waterafvoer van 1300 M3. per seconde, maar pas wanneer die at voer 1500 M3. bedraagt, zij zullen dus niet zoo vaak meer overstroomd en met vrucht baar makend rivierslib bedekt worden. Met de regelmatige bevloeiïng is het uit. Een moeilijk probleem vormde de uitge graven klei: er was geen voldoende berg plaats voor en men wist niet waar men er mee heen moest. Tenslotte ontstond het denkbeeld om de klei te bezigen voor verzwaring van de be staande dijken. Dit denkbeeld is uitgevoerd in Brabant zijn dijken verzwaard uit klei depots van de Maaswerken en men is nu bezig den Maasdijk van Megen tot Balgooy met klei te verzwaren. Overigens waren ns 1926 in Brabant en Gelderland overal reed! dljkeh verbeterd, maar het is natuurlijk een voordeel, wanneer men op deze wijze een dijk nog sterker kan maken. Tenslotte dient er op gewezen, dat door het opstuwen van het water bij Lith een be hoorlijk rivierpeil wordt verkregen en d! belangen der scheepvaart daardoor worden gediend. DE KAMERVERKIEZINGEN EN DE A R. CANDIDATEN. De uitslag van de In de vergaderingen der kiesvereenlglngen gehouden stemmingen voor de bezetting van de plaatsen 3 tot en met 18 op de candidatenlijsten is onder toezicht van een commissie samengesteld uit de heeren mr. dr. E. J. Beumer, C. van den Heuvel en mr. J. W. Noteboom, door het bureau van het Centrale convent op 18 en 19 Februari opgemaakt en daarna door het convent vastgesteld. Ingevolge de voorloopige beslissing van het centrale convent stond reeds vast, dat de nummers 1 en 2 zullen bezet worden resp. door de namen van dr. Colljn en mr. J. A. de Wilde. Een en ander heeft het resultaat, dat thans voor alle in te dienen candidaten lijsten zijn aangewezen de namen; 1. dr. H. Colijn2. mr. J. A. de Wilde; 3. J. Schouten; 4. J. J. C. van Dijk; 5. L. F. Duymaer van Twist; 6. C. Smeenk, 7. J Terpstra; 8. C. van den Heuvel; 9. W. Wagenaar; 10 H. Amelink; 11. C. van der Zaal; 12. J. Tjalma; 13. A. Zijlstra; 14. T. A. van Dijken. 15. G. A. Diepenhorst: 16 H. J. W. A. Meyering; 17. A. B. Roosjen; 18. J. Algera. Over de kansbledende plaatsen kan nog overleg worden gepleegd Eerst na besluit van de deputatenvergadering zal de aan stelling van de lijsten vast staan. „Standaard". Hr. Ms. „O. 16'". Hr. Ms. „O. 16" is Woensdag JJ. van Washington vertrokken. Na jaren verlost van branï derijje pijnen ontstaan uit oyerzuring dei maag „Digestif Ronnie is tot nu toe het eenige middel, dat mij verlichting gebracht heeft, en deze beterschap is onveranderd geble ven." Dit schreef ons de apotheker N. te Z. - Geen wonder. - Digestif Rennie Pastilles bestrijden deze klachten op geheel nieuwe wijze, door het overtollige maagzuur niet alleen te neutraiiseeren, maar tevens ook te absorbeeren, terwijl bovendien de spijs vertering door het in deze pastilles voor komende pancreatine en pepsine krachtig bevorderd wordt. Digestif Rennie Pastilles helpen snel en afdoende. Zij zijn prettig te nemen, men late één of enkele dezer sma kelijke pastilles eenvoudig langzaam in den mond smelten. Verkrijgbaar bij alle apoth. en erkende drogisten a f. 0.40 per pakje, en a f. 1.25 per groot pak. omzetbel. inbezr. PASTILLES 7057 (Ingez. Med.) BOTERNOTEERING. De commissie-noteering voor Nederland sche boter ls heden vastgesteld op 67 cent per KG. VERSPREIDE BERICHTEN. De gewone audiëntie van den minister van Financiën zal op Maandag den lsten Maart aanstaande met plaats hebben. HAAGSCHE RECHTBANK. Aanrijding- Reeds geruimen tijd geleden heeft H uit Alphen aan den Rijn een aanrijding veroorzaakt met een auto, bestuurd door F. v. Hovelingen. In de Dorpstraat te Alphen stond een met paard bespannen wagen. Waar ge lijktijdig met een door v. H. bestuurde auto genoemd voertuig was genaderd. n»o verdachte H. moeten stoppen, doch hij rew door, tengevolge waarvan de botsing ontstond. f Van het vonnis van het Kantongerecno te Alphen was verdachte in beroep gei™* men bij de Haagsche Rechtbank, waar 'hij gisteren evenwel verstek liet gaan. De chauffeur v, Hovelingen verklaaroe dat hit met zlin auto uit de richting "J," phen kwam. Het sneeuwde en was g doch verdachte had best kunnen stoppen- maar hij sneed den weg voor getuige at. De arbeider Huisjes uit Alphen was gej tuige van de aanrijding en vond ook H. schuld trof. Verdachte had nog ruimte genoeg om stoppen. De Officier van Justitie vroeg ging van het vonnis van den Kan-on rechter. Uitspraak volgt later, ROTTERDAMSCHE RECHTBANK. De Rotterdamsche Rechtbank heeft uit spraak gedaan in een zaak tegen o autoverhuurder J. H. uit. Bodegraven door den Kantonvechter wns vrljzesP'° van een overtreding van de wet °P openbare middelen van vervoer. De Rechtbank sloot zich bij dit vrij«P kend vonnis aan. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10