Tewaterlating mijnenveger Willem van Ewyck - De O. 6 te Hamilton
i£&
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
HET ROODE KENTEEKEN
77ste Jaargang
FEUILLETON
J'-' v V
I» <r o> k
NIEUW ELECTRISCH MATERIEEL VOOR OE LIJN AMSTERDAM-
ARNHEM—EIN'OIIO VEN. Bij de firma Beynes te Haarlem kwam de eerste
der 90 bestelde treinen gereed.
TEWATERLATING VAN DEN MIJNENVEGER „WILLEM VAN EWIJCK"
van de Werf P. Smit en Zoon te Rotterdam. Vlak langs den neus van de „Weltevreden", een nieuw schip van den
Rotterdamschen Lloyd, glijdt de mijnenveger te water.
DE INTOCHT VAN ST. N1COLAAS OP 22 FEBRUARIJ Neen, St.
Nicolaas is! in Grouw onbekend, maar wel heeft men daar ook een goeden
vriend, St. Pieter. St. Pieter en zijn knecht, „Hansje Plus" bij hun in
tocht op den jaarlijkschen St. Pietersdag.
1TA LIE'S TOEKOMSTIGE KROONPRINS. -
Het 14 dagen oude zoontje van het Kroonprinse
lijke paar met zijn zusje Prinses Maria Pia.
DE REIS VAK DE ,,0. 16". De onderzeeër in de haven van Hamilton, Ber
muda. Aan boord bevindt zich, zooals men weet, professor Vening Meinesz, die
zwaartekrachtmetingen doet.
NEGEN GROOTE AMERIKAANSCHE BOMMENWERPERS
BIJ EEN OEFEiNVLUCHT NAAR
PANAMA.
OTTWELL BINNS.
De kerel zwaaide dreigend met zijn marl-
I P'iem en Terry, die wel inzag dat hij de eer
I hen moest laten, begon zich langzaam
lKw het dek terug te trekken. De Chinee-
I Jen volgden hem op den voet, maar juist
1 zij op de hoogte waren van de brug.
I «nu er een onderbreking van het kleine
1 Het meisje, dat het voorwerp was
'in Terry's belangstelling, verscheen plot
ss, schijnbaar uit het niets. In haar jurk
bn crème-kleurig tussor, haar gezichtje
'geschaduwd door een grooten hoed, was
1? ten plaatje van schoonheid en koelte en
Jt:tV's hart zwol van vreugde, toen hij
I zag. Norma Charlton, echter, her-
^em eerst n'et en terwijl ze een
I "«je verbaasd van hem naar de Chinee-
1 JJ1 keek. was het duidelijk, dat ze de
niet begreep. Terry lachte opge-
en begroette haar.
I «n mooie ochtend om te reizen, Miss
Garlton."
J^n herkende het meisje hem en op
^•«ellde oogenbllk kreeg ze blijkbaar eenig
"rt 'an den werkelijken toestand,
dg,', riep ze uit. „Bent u het, Mr. Dom-
Jkernand anders hoewel ik niet ge-
,^hen of geschoren ben. Ik hoop dat u
I -"maal in orde bent."
„Ja, dank u wel. MaarO! Wat heeft
dit allemaal te beteekenen?"
„Slechts een uitbeelding van force ma
jeure. Deze drie heeren uit China hebben
hun bevelen ontvangen en leiden mij naar
het vooronder."
„Maar waarom ik bedoel, hoe bent u
hier gekomen?"
„Dat weet ik zelf niet precies. Dat komt
ervan als je in een zeemanskroeg op zoek
gaat naar inlichtingen. Ik ben bewusteloos
aan boord gebracht en als u nog meer wilt
weten, doet u het beste u tot den man op
de brug te wenden.Hebt u.eh.
hem al eens nauwkeurig bekeken?"
Het meisje keek snel in de richting van
den man, die haar aangewezen werd en een
verschrikte blik verscheen in haar oogen.
„Een van de mannen, die
„Juist! Dit is een vreemde samenloop van
omstandigheden voor u. Miss Charlton."
Voor hij iets meer kon zeggen, schreeuw
de de man opnieuw, en de drie Chineezen
kwamen gezamenlijk op Terry af, die een
paar stappen achteruit deinsde.
„Ik ben wel bang, dat ik u voor het
oogenblik moet verlaten," riep hij tegen het
meisje. „Maar maakt u zich maar niet be
zorgd. Als er iets niet in orde is met dit
schip dan ben ik in aanraking met de bui
tenwereld. Ik kom met u praten zoo
gauw als
„Vort jij. vlug wat!" kwam de Chinees
tusschenbeiden, die daarnet ook het bevel
gegeven had.
Hij was vlak bij Terry, rende op hem toe
en sloeg tegelijkertijd met zijn marlpriem
naar hem. Terry ontweek hem handig en
riep weer tegen Norma Charlton. „Ik moet
werkelijk gaan. Ik wil op het oogenblik lie
ver geen tik op mijn hoofd hebben
Kijk goed om u heen.Ais u een van de
rivier kanonneerbooten ziet, moet u hem
aanroepen en als u kunt zwemmen
„Dat kan ik niet," riep het meisje.
„Dat is dus uitgesloten!.... Maar roept
u ze in ieder geval aan, schreeuw zoo hard
u kunt, maak herrie
Hij ontweek een volgenden aanval en liep
achteruit in de richting van het vooronder.
Terwijl hij dat deed schreeuwde de man op
de brug iets in het Chineesch en een van
de drie Chineezen wierp zich op het meisje,
greep haar vast en begon haar naai" een
gang te trekken. Toen hij dat zag, ontstak
Terry in,groote woede. Zijn eigen gevaar
niet achtend, begon hij naar haar toe te
rennen. Een van de andere Chineezen zag
de kans vrij en sloeg naar hem met het
splijt-werktuig, dat hij bij 'zich droeg. De
slag miste Terry's hoofd, maar kwam in
zijn nek terecht vlak bij zijn schouder. Wee
van de pijn, zakte hij op het dek ineen. In
een oogwenk hadden de twee mannen zich
op hem geworpen, grepen hem, terwijl hij
nog half bewusteloos was, vast, zetten hem
op zijn voeten erfsleepten hem vooruit. Het
was nutteloos om tegen te stribbelen en op
dat oogenblik was hij ook niet in staat dat
te doen. 't Dolmakende gebons in zijn hoofd
was met hernieuwde kracht begonnen, de
pijn van den slag, dien hij zoo juist ont
vangen had was bijna niet om uit te hou
den en hij kon nauwelijks zien. Volkomen
hulpeloos werd hij het vooronder ingeduwd
en weer op de kooi gegooid, waar hij uit
zijn verdooving ontwaakt was. Het patrijs
poortje werd gesloten, de deur dichtgedaan
en een grendel knarste aan den Duiten
kant ervoor. Half bewusteloos bleef hij
doodstil liggen, alles vergetend behalve het
gebons in zijn hoofd en de pijn in zijn nek,
die door den slag met den ijzeren priem
veroorzaakt was.
Het duurde eenigen tijd voor hij weer in
staat was zich te bewegen en rustig den
toestand te overdenken. Uit de manier,
waarop het schip zich verhief en het geluid
van opspattend water tegen den boeg
maakte hij op, dat het schip de haven ver
laten had en het hoofd bood aan een te
genwind, die de golven tegen den boeg op
stapelde. De pluim van fijne waterdeeltjes,
die bijna voortdurend tegen de patrijspoort
opspatte versterkte hem in deze overtui
ging en daar hij wist, dat al zijn pogingen
tevergeefs zouden zijn, bleef hij rustig in
zijn kooi, benieuwd welk een geheim ach
ter de gebeurtenissen van de laatste twin
tig uren kon liggen en naar welke ontknoo
ping dit havelooze schip hem voerde, dat
zich een weg baande door de opstekende
golven.
Hij lag nog steeds over dit alles te pein
zen, toen hij, door het geraas van het water
heen den scherpen klik van den grendel
vernam. De deur gleed open en werd haas
tig weer gesloten, toen het water van de
trap naar beneden stroomde. Hij draaide
zich in het half duister om en ontwaarde
de gestalte van den dikken zeeman, die in
het theehuis geweest was en de bevelen
van de brug gebulderd had. De man stond
hem op te nemen en Terry gaf zijn blikken
met interest terug. De oogen van den kerel
waren hard, zijn verweerd gezicht met den
korten baard en opgedraaiden snor had een
woeste uitdrukking en in zijn geheele hou
ding lag zoo iets gemeens, dat Terry bij
zichzelf uitmaakte met een meedoogenloos
iemand te doen te hebben
Nadat de man Terry een heelen tijd aan
gestaard had, zonder dat deze de oogen
ook maar een seconde neersloeg, verbrak
hij de stilte met een koel onderzoekende
vraag.
„Ik verlang te weten, wie jij bent?"
„Dat verlangen is wederkeerig," ant
woordde Terry even koel. „Maar ruil is geen
diefstal. Als
„Loop naar de maan met je ruil!" viel de
ander hem in de rede.
„O." antwoordde Terry, „ik schaam me
niet voor mijn naam, zooals u schijnt te
doen. Ik ben Terence Ashley Domville, ge
wezen zee-officier van de Royal Navy en
nog een paar andere dingen, die u niet zul
len interesseeren."
„En wat heb je met dit spelletje te
maken?"
„Dat lag ik me ook net af te vragen, toen
u binnenkwam," antwoordde Terry opge
wekt. „En ook was ik benieuwd wat het
spelletje wel kon zijn. Wanneer u zoo
vriendelijk zoudt willen zijn, om me te
vertellen, waarom ik hier aan boord ge
bracht ben. zou ik zeer verplicht zijn."
„Wil je daarmee zeggen, dat je dat niet
weet?"
„Ik heb er niet het flauwste idee van,"
was het antwoord, op luchtigen toon ge
geven.
Een oogenblik twijfelde de man, maar hij
was er even daarna klaarblijkelijk van
overtuigd, dat Terry blufte.
„Met dien onzin zou ik maar ophouden,"
zei hij met een dreiging van geweld in zijn
stem. „Dat kun je toch niet volhouden!
Zeg op wat je van plan bent. dat is het
beste wat je doen kunt."
„Ik heb niets te zeggen," zei Terry. „Ik
kan je dus geen genoegen doen. Hoe het
me ook spijt."
tNadruk verboden). tWordt vervolgd).