Zijn dieren muzikaal?
Aardige resultaten van
de nieuwste proeven en
waarnemingen
De Zeven
W ereld wondere
hoogste lied bij. Eerst tf^BKge schoolliedjes
als „Zie ginds komt de stoomboot" en „Daar
schommelt een wiegje" en later begonnen
ze heel hard te schreeuwen van „De bezem,
de bezem, wat doe je ermee, wat doe je er
mee".
„Géén straatliedjes, Kees", waarschuwde
de zigeunerin, die van 't lachen haast van
den wagen rolde.
,,'t Is geen straatliedje".
..'t Is wél!"
,,'t Is niet", zei Kees, ,,'t is gewoonweg een
keurig liedje!" En daar moest Rietje
weer vreeselijk om lachen, want „gewoon
weg keurig" was een stopwoord van haar
zelf.
..'t Water is vuil, Rie. Waar moeten we
dat nu in doen?"
„Wacht, ik haal m'n waschkom uit de
slaapkamer. Kijk, nu kunnen we een nieuw
sopje nemen".
Ze namen nog een heeleboel nieuwe sop
jes. De waschkom werd heelemaal vol. En
even vergaten ze 't kraantje, zoodat er
daaromheen een flinke plas op 't zeil stond.
Maar verder ging alles keurig.
Alleen die volle waschkom vond Rie
angstig. „Leeg 'm even" fluisterde ze.
„Als moeder straks komt, zie je. 't Mag
eigenlijk niet".
Best, Kees zou 'm gaan leegen. „Erg voor
zichtig dan maai*!"
Maar o wee, wat was dat? Net toen hij
ermee op weg was. ging de deur open....
Kees stoof achteruit, gleed met z'n hakken
over 't zeil, verloor z'n evenwicht en....
Bom! daar zat hij op den grond.
Drie gillen klonken tegelijk: een gil van
een druipenden zigeuner, die nog kramp
achtig de kom vasthield, waaruit een grootë
scheut over z'n hoofd was uitgestort, een
gil van een verschrikte zigeunerin met een
erg schuldig gewetenen een gil van
moeder, die juist met de anijsmelk binnen
kwam.
„Hé kinderen, nu hebben jullie tóch ge
knoeid!"
Even was het doodstil in de serre. Maar
toen scharrelde Kees overeind, zette voor
zichtig de kom neer en zei: „O, Tante, doe
maar even uw oogen dicht. Alles is zóó weer
keurig!"
En als bij afspraak ging het zigeuner-
paar. met zwarte gezichten, veerenbosschen
en al. aan het opruimen.
Rietje leegde de kom, Kees veegde het
water op met een dweil.
„Toe moeder, wees maar weer goed"
vleide Rietje. „We hebben toch zóó heerlijk
gespeeld en
„Jullie zijn me rakkers!"
Maar moeder moest toch zóó lachen om
de heele zigeunervertooning, dat ze midden
in het standje bleef steken. Dat was maar
goed ook! Want anders.'k moet er niet
aan denken.
R. DE RUYTER—v. d. FEER.
Hans en Hector zijn allebei dol op pianomuziek.
In vele oude sprookjes en sagen wordt
verteld van de tooverachtige uitwerking
van muziek op dieren. Daar geloof je mis
schien nu niet meer aan, maar toch is het
een door talrijke waarnemingen bewezen
feit, dat er inderdaad veel muzikale dieren
zijn. Zoo weet men al lang. dat bijvoor
beeld muizen buitengewoon veel houden
van pianomuziek. Daardoor vergeten ze
zoo heelemaal haar natuurlijke schuwheid,
dat ze zelfs bij klaarlichten dag uit haar
schuilhoekjes te voorschijn komen en in de
kamer heel stil en parmantig naar de
muziek blijven zitten luisteren. Als ze kans
zien in het inwendige van een piano door
te dringen, dan loopen ze over de snaren
heen en weer. en hebben dan naar nie
mand minder dan de vermaarde pianofa
brikant Bechstein meent de grootste
schik in het getjingel.
Een buitenlandsche kennis van mij heeft
een hond.en een tam konijntje, die alle
bei dol zijn op pianomuziek. Zoodra Hec
tors kleine meesteres voor de piano gaat
Zitten, komt hij er kwispelstaartend bij en
blijft dan net zoo lang bij het instrument
liggen tot de laatste tonen verklonken zijn
:,Hans", het leuke tamme konijntje, dat
heelemaal vrij in den tuin van het land
huis speelt, komt direct als het de muziek
hoort, naar binnen hollen en gaat, aan
dachtig luisterend, naast Hector zitten. Is
ae kamerdeur dicht, dan trommelt hij net
zoo lang met zijn poot op de deur tot open
gedaan wordt.
ln den ouden tijd, toen de matrozen aan
boord van de zeilschepen bij het winden
van den ankerketting nog zongen, zwom
men vaak de zeehonden met de koppen
zoo hoog mogelijk boven het water naderbij
Ze konden dan gemakkelijk gedood wor
den. Maar veel sterker nog dan het rauwe
gezang van de varensgasten, lokt deze die
ren het luiden van kerkklokken. Men heeft
op de Orkneyeilanden waargenomen, dat
de robben bij het luiden der klokken star
in de richting staarden, waaruit de tonen
kwamen, dan naar de kust zwommen en
blijkbaar verwonderd naar de klanken ble
ven luisteren. Robben jagers en poolreizi
gers hebben van fluit- en vioolspel de
zelfde uitwerking waargenomen. Trouwens
er zijn veel dieren, die dol zijn op viool
muziek. Een directeur van een dierentuin
vertelde mij eens een verhaal van 'n jon
gen chimpansé, die, toen hij voor de eer
ste maal vioolmuziek hoorde, buiten zich
zelf geraakte van vreugde. Hij begon met
de pooten op de tafel te trommelen en
liet snel achtereen de hooge „hoe"-klank
hooren. waarmede de chimpansé zijn ple
zier uitdrukt. Plotseling sprong hij op den
grond en begon als een dolle ln esn kring
rond te draaien. Hield de muziek op, dan
begon hij nijdig te schreeuwen en deed
pogingen om de viool te pakken; werd het
spel hervat, dan draaide hij opnieuw rond
en toen de viool eindelijk werd opgebor
gen begon hij te schreien en te kTijschen
als een stout kind, dat men zijn speelgoed
ontnomen heeft.
Later vertelen we nog eens een paar aar
alge staaltjes van muzikaliteit bij dieren.
De Tempel van Diana te Eph
Als je later eens in Londen,
achtige hoofdstad van het mach
geland komt en je gaat dan het
vermaarde Britsche museum bezoe
sul je in de oudheidkundige afd
o.a. een paar stukken prachtig
derd marmer tegenkomen, waaraj
reet kunt zien, dat het resten mo
van een of ander heel oud gebouv
er dan een aanwijzing bij vinden
geschonden stukken steen de
len zijn van de eens zoo grootscl
terende tempel van de godin I
Epheze, die door de oude Grieker
meinen onder de zeven wereld\
werd geteld. De Romeinen hiel<
godin van de jacht en voor de
schutspatrones van de jonge meis
de Grieken beschouwden Artei
Grieksche naam voor Diana» als
van het natuurleven die bijv. ooi
voor de vruchtbaarheid van de
De tempel stond te Epheze. eei
kende stad in Klein-Azië; niet in
maar ongeveer Vit K.M. buiten
poorten, in een uitgestrekte vis
stad Epheze stond om het feit,
tempel van Diana bezat, in hoog* j*
bij de oude volken van Klein-Aziëf
werd genoemd: „behoedster van
Artemis", en op geregelde tijden
dm er uit alle deelen van Klein-A:
schenmenigten samen, om de f
godsdienstplechtigheden ter eere
godin mede te vieren.
De beroemde tempel moet gebo
onder de regeering van Alexan
Grooten. Uitgestrekte plantsoen
heerlijke lanen en dichte bosschf
nen om het heiligdom, terwijl dit
grondgebied door muren was om?
het midden hiervan verhief zich
weldige bouwwerk, ter lengte v
voet en met een breedte van 160 vi
indrukwekkende grootte was
eigenlijk de voornaamste reden
vermaardheid van het gebouw in
heid. Het dak werd door zuilen g
in 't geheel telde men aan den te
een honderd van deze zuilen, gee
maar enorme 'lichamen van zes
en meer dan zestig voet hoog!
zuilen waren versierd met pracht
tlerwerk in blauw, rood en goud; ;i
gc droegen voorstellingen van hi v
gebeurtenissen of van verhalen ui
Ihologie. Groote witmarmeren te?
ten het dak, en de deuren waren
met goud en ivoor. De „cella", hc
gedeelte van den tempel, was on
rijk uitgevoerd, en versierd met
ver en ivoor, en met het edelste
en beeldhouwwerk van de groote
naars dier tijden. De Grieken hi<
veel van fijne, diepe kleuren e: e
meesters in het bereiken van hari
liefelijke kleureffecten.
Aan 't einde van de „cella" st
altaar en daarachter was Diana
beeld opgericht. Men geloofde
beeld uit den hemel was gevallen
looven dat nu niet zoo rechtstree
weet je wat wel mogelijk is? Dat
is vervaardigd uit een meteoor:
weet wel zoo'n stuk steen of erts
nu en dan uit de lucht komt valk
afkomstig is van een onöergegaw
of van een uit elkaar gesprongen
Waarschijnlijk is dit stuk mate k
handen van een beeldhouwer ge
tot een vrouwenbeeld gevormd.
Binnen de muren van het temi
was het dragen van wapens, ve U[
twisten verboden. Het was een pl ac
vrede en veiligheid; iedere vluchh en
daar een schuilplaats vinden w
mand mocht gevangen genomen v*
zoolang hij onder de bescherming iw
temi* stond. ld
li
1U
n
fej
el
k<