77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
HET ROODE KENTEEKEN
FEUILLETON
ml
HET ROKIN IN AMSTERDAM WORDT GEDEMPT. De volgende week BEWERKING VAN DEN WIERINGERMEERPOLDER OP GROOTE SCHAAL. Duizenden kilo's kunstmest worden ieder jaar
zal met de werkzaamheden worden aangevangen. Het Rokin zal van den Dam over het bodemoppervlak van dezen polder uitgestort. Het distribueeren van balen kunstmest. Op den achtergrond groote hoppen
tot het Spui worden gedempt. Het laatste zeeschip". niet gedorscht graan, die doen denken aan een Abessyniscih dorp.
OTTWELL BINNS.
8)
De man trok met zijn ééne ooglid, wat
hem een air van lichtzinnigheid gaf, maar
he donkere, uitpuilende oogen waren
Kherp als scheermessen en namen Terry,
•oen hij binnenkwam, bliksemsnel van top
|0t teen op. Terry keek op zijn beurt haas-
Hl! het smakelooze vertrek door. Er was
toon spoor van den bochel te bekennen,
®aar aan het eind van de kamer was een
teen deur, gedeeltelijk door een gordijn
™ekt en bij zichzelf overleggend, dat de
018n door die deur verdwenen moest zijn
w waarschijnlijk wel weer spoedig te voor-
Wijn zou komen, liep Terry naar de bar en
Wielde een whisky-and-soda. Het duurde
(,en voor hij kreeg, wat hij gevraagd had,
*Mt er moest een nieuwe flesch openge-
trokken worden. De man kwam echter
spoedig terug en zette het glas voor hem
met een bruisend fleschje soda-water
Waart en Terry, die dorst gekregen had.
Wonk zijn glas boordevol en nam een
'take teug. Daarna zette hij het voor drie-
«art leeg weer neer en terwijl hij de deur,
Jk hij opgemerkt had, ln de gaten hield,
"fhnnerde hij zich ineens het propje
papier, dat hij van den eigenaar van het
'"tehuis gekregen had, haalde het uit zijn
streek het zorgvuldig glad en zag dat
"ten paar Ohineesche letterteekens opge
wreven stonden.
Jij kende de taal niet en daar hij ervan
'ertuigd was, dat de boodschap, die deze
E'me teekens inhielden, belangrijk was,
alj de kamer rond, of hij ook iemand
zag, die hem zou kunnen helpen. De ma
trozen zagen er niet uit, alsof ze van eenig
nut konden zijn en de twee soldaten even
min, zoodat zijn eenige hoop de waard
scheen te zijn. Hij wendde zich tot den
man, die, onophoudelijk met zijn bescha
digde ooglid knipperend, met nietsziende
oogen de kamer instaarde en klaarblijkelijk
in het geheel niet in zijn laatsten klant
geïnteresseerd was.
„Neemt u me niet kwalijk," zei Terry
tegen hem. „Maar kunt u Chlneesch lezen?"
„Ik kan er een beetje mee terecht, als het
maar niet te veel ls," antwoordde de Jood
met een intonatie, die hij nergens anders
dan in Whitechapel verkregen kon hebben.
„O nee, dat is het zeker niet," zei Terry
lachend. „Niet genoeg om een geleerde uit
te putten. Zoudt u zoo vriendelijk willen
zijn?"
„Met plezier," antwoordde de man. „Wat
is het? Een liefdesbrief?"
„Dat geloof ik niet," antwoordde Terry
en hij lachte weer, terwijl zij het vodje
rood papier aan den man gaf. „Hier hebt
u het ding."
De Jood bekeek het. Diepe rimpels kwa
men in zijn voorhoofd en Terry was bang,
dat zijn bescheiden eisch toch nog te veel
zou blijken. Een volle minuut had de man
noodig om het korte briefje te ontcijferen,
toen zei hij kortaf:
„U hebt gelijk. Dit is waaratje geen
liefdesbrief. Het is een soort waarschuwing
om te zorgen dat u uit de buurt blijft."
„Ik ben bang, dat ik u niet begrijp," zei
Terry en dronk zijn glas whisky uit. „Zoudt
u zoo vriendelijk willen zijn om me een let
terlijke vertaling te geven?"
„Ik zal mijn best doen," antwoordde de
Jood. „maar ik ben geen halve gare dichter
en dat Chlneesche taaltje is te vervloekt
bloemrijk voor kranten-Engelsch." Hij keek
weer op het papier en begon te vertalen.
„Zeer geëerde Heer.
Hoed u voor de gebochelde pad en den
man, die met hem den kop vol geurigcn
drank drinkt. Zij zijn van plan de schoone
bloem te plukken, die in uw tuin bloeit.
Het zou wijs zijn u voor de verdelgers te
hoeden".
„Zoo staat het er ongeveer in- Als u zich
met een van die gewichtige Chineesche
dametjes ingelaten hebt, zou ik, als ik u
was, maar een beetje oppassen en uitruk
ken, anders zou het wel eens kunnen, dat
al haar hoog verheven bloedverwanten
achter u aan kwamen om u overhoop te
steken".
„Maar dat heb ik niet," zei Terry met een
onzeker lachje. „En
„Des te beter", viel de Jood hem in de
rede. „Maar wie is die schoone bloem en
wie dat gebocheld stuk pad? U hebt me
nieuwsgierfg gemaakt".
Terry Domville hoorde de woorden nau
welijks, hun meening ontging hem in ieder
geval totaal, want hij was geheel verdiept
in de beschouwing van zekere eigenaardige
verschijnselen, die zich met geweld aan
hem opdrongen. Een mist scheen op te
stijgen tusschen hem en den Jood, wiens
stem plotseling van heel ver af kwam. Het
dikke gezicht van den man leek door de
mist heen gezien een witte maan, die op
de meest fantastische wijze toe- en afnam.
De uitstalling van flesschen achter hem
was als een regenboog waarin de kleuren
doorgeloopen waren, terwijl het vodje pa
pier, waarop de boodschap geschreven was,
als een vurige vlam heen en weer danste.
De kamer zelf scheen vol met rook te staan
witachtige rook, waarin de figuren van
de feestende matrozen kwamen en gingen.
En terwijl hij staarde, hoorde hij de stem
van den Jood opnieuw.
„Wat is er met jou aan ae hand, ouwe
jongen? Voel je je niet goed? Je ziet nogal
bleek om je neusIk geloof, dat het
maar beter is als je even met me mee ging
dan kon je even rustig wachten, totdat je
je weer lekker voelt".
Terry verstond waarschijnlijk maar de
helft van wat de man zei, maar één ding
stond klaar in zijn snel versuffende her
sens, en dat was, dat de bar zich op won
derbaarlijke wijze in tweeën gespleten had
zoodat er een nauw gangetje te zien kwam
De Jood bood hem zijn schouder en zon
der dat hjj het zelf ook maar wilde, word
Terry door de opening geloodst en door
een deur, die daar achter was.
Het leek wel, of hij lood in zijn voeten
had, zijn knieën knikten en zijn oogleden
werden zwaar. Hij was er zich slechts vaag
van bewust, dat de kamer waar hij inge
bracht werd, schaars gemeubileerd was.
Hij voelde, dat hij op zijn beenen wankelde
en greep zich aan den Jood vast om niet
te vallen. Maar met een ruwen lach duwde
de man hem van zich af en gooide hem op
den grond. Een oogenblik later werd het
licht uitgedraaid. Hij hoorde iets dat veel
weg had van het geluid van een ijzeren
grendel, die van zijn plaats wordt gescho
ven en plotseling zakte dat deel van de
vloer, waarop hij lag, scheef onder hem weg
Hij voelde, dat hij naar beneden gleed,
trachtte te schreeuwen, klauwde aan de
gladde planken in een wanhopige poging
om zich tegen te houden, gleed toen van
den rand van den vloer en kwam met een
smak, die door al zijn beenderen dreunde,
ergens terecht. Eén onderdeel van een se
conde had hij een idee van voorbijschie
tende lichten, toen leek het, alsof hij in
de duisternis viel en door een oneindige
ruimte vloog, alsof hij van den rand van
de aarde gestooten was en in volle vaart
naar beneden stortte, totdat een nieuwe
smak, die nog wel eeuwen op zich kon la
ten wachten, hem opnieuw in zijn val zou
stuiten,
•HOOFDSTUK II.
Geronseld.
Terry Domville ontwaakte uit een be
wusteloosheid, die uren geduurd had. Op
'Jat oogenblik herinnerde hij zich niets
meer van wat er met hem gebeurd was en
de omgeving, waarin hij zich bevond, ver
baasde hem in hooge mate. Hij lag in een
kooi met andere kooien om zich heen, die
alle in een wigvormige ruimte gebouwd
waren Uit den vorm en de lucht van
ruimwater, teer, hars, touw en andere
dingen maakte hij gemakkelijk op, dat hij
zich in het vooronder van een schip be
vond. Recht tegenover hem aan den an
deren kant van de beperkte ruimte en half
verborgen achter een hanglamp, was een
open patrijspoort, waardoor hij een glimp
te zien kreeg van de hooge masten en 't bo
venste want van een schoener. En daarach
ter zag hij den Berg zelf met de bunga
lows en huizen in rijtjes er tegenop, die
voor zijn nog onzekeren blik op en neer
schenen te dansen, terwijl bij elke bewe
ging, die het schip maakte, iets constant
op den grond van het vooronder heen en
weer rolde, wat hem ontzettend irriteerde.
Hij trachtte zich in zijn kooi op te richten
om te zien wat het was, maar de, poging
bracht zoo'n stekende hoofdpijn te weeg,
dal hij snel weer achterover zonk, zonder
zijn doel bereikt te hebben. Een tijdje lag
hij met zijn oogen gesloten, nauwelijks in
staat om te denken, maar al spoedig werd
de aanval minder hevig, zoodat hij zijn
oogen opende en opnieuw door het open
patrijspoortje naar den Berg staarde, die
door het ochtendzonlicht overgoten was.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
ÏOOltSCHE AVOND IN HET GEMEENTEMUSEUM IN DE RESIDENTIE. - De
avond vond plaats onder de auspiciën van de Noorsëhe Vereeniging in Nederland.
Tijdens de soiree werden volksdansen uitgevoerd. Moment uit den nationalen volksdans
„Röras Pols".
IN HET ZONNIGE ZUIDEN. -
Meisjes in nationaal costuum in
Monaco bij het plukken van
sinaasappelen.
ONDER LEIDING VAN JUK. MR. DR. II. A. VAN KARNEBEEK vertrok gis
termiddag de Nederlandsche handelsmissie naar Zuid-Amerika. Jhr van Karneheek
neemt afscheid van den nieuwbenoemden deken van het corps diplomatique, den
gezant van Zwitserland, A. de Pury.
DE MOUTFABRIEK „AURORA" TE GENNEP, welke door brand verwoest ia.
Het geheel uitgebrande gebouw. De eigenaar is, verdacht van brandstichting,
in arrest gesteld.
DE OUDE TOREN VAN DE R.K. KERK TE ZUNDEItT WORDT GESLOOPT. - De
toren dateert uit 1610 en is lang het onderwerp van vele discussies geweest. De spits
wordt van den toren gehaald.
KllONINGSK^PSEL - voor do
Kroningsfeesten, opgemaakt door
de Londensche kappersschool.