LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Maandag 8 Februari 1937
Antwoord van B. en W. van Leiden
op het Sectie-verslag
Sïï^^TtSt'SSja.^ i SHSSSSS
De begrooting voor 1937
RECHTZAKEN
THIJS IJS E\ DE BRULLENDE BERG
1 De zienswijze van een lid over de prijzen-
- politiek der Gasfabriek kunnen B. en W
Algemeen beleid. njet deelen De achteruitgang in de gasle-
Od diverse opmerkingen over de eroenee- verlnB in de buitengemeenten was namelijk
ring ln den raaï antwcmrden B en W^l- I -^™r,?se' Wrtln iftS"
leen voor zoover het het college raakt. v? vi Leiden.
zoekende bij den ganschen raad.
Zoo hier initiatief mocht blijken voor de
erkenning van adviseerende instanties, ge
lijk te Nijmegen op instigatie van den han-
deldrijvenden Middenstand zijn opgericht,
zullen B. en W. van dit vraagstuk studie
maken.
De financiën.
Bij de financiën maakten diverse leden be
zwaar tegen de manier waarop deze begroo
ting sluitend is gemaakt althans op pa
pier! en tegen de wijze van dekking der
uitgaven uit de reserves, die steeds weer
worden verbruikt. Voorts werden nog tal van
bijkomstige opmerkingen geplaatst. B. en W.
antwoorden daarop:
Bij de beoordeeling van de door het Col
lege in de ontwerp-begrooting opgenomen
maatregelen, moet men tot uitgangspunt
nemen de bijzonder moeilijke financieele
omstandigheden, waarin de gemeente in
stijgende mate is komen te verkeeren. Ook
voor 1937 gold weder als gebiedende taak
een sluitende begrooting aan te bieden, en
dit zoo eenlgszins mogelijk zonder verzwa
ring van den belastingdruk voor de burgerij.
Doch het spreekt vanzelf, dat naar mate
het aantal crisisjaren grooter wordt, het ook
moeilijker wordt, om maar steeds weer zon
der verhooging van de belasting het budget
In evenwicht te houden. Deze loop van zaken
weerspiegelt zich natuurlijk in de dekkings
middelen, die voor en na moesten worden
voorgedragen.
Onder dergelijke omstandigheden toch
moeten op den duur maatregelen worden
genomen, die men liever achterwege had
gelaten en in meer normale tijden zeker niet
zou hebben doorgevoerd. Het College had
het zich veel gemakkelijker kunnen maken
door een flinke belastingverhooging voor te
stellen, doch deze zou naar zijn stellige over
tuiging schadelijker werken, dan de thans
voorgedragen middelen. In dit licht moet
derhalve de inhoud van de ontwerp-begroo
ting worden gezien.
Naar verschillende zijden moesten midde
len worden gezocht, en het was dus niet
enkel de winst van de Lichtfabrieken, waar
op voor het gestelde doel een beroep werd
gedaan, al heeft deze, wegens de belangrijke
beteekenis van de Lichtfabrieken ten op
zichte van de gemeentefinanciën, uiteraard
wel het meest tot het verkregen resultaat
bijgedragen. De onderscheidene maatregelen
zijn door het College nauwgezet overwogen.
Ondanks de toegenomen moeilijkheden is
in al die gevallen, waarin besparing op uit
gaven wordt beoogd (zooals bezuinigings
plannen, korting op subsidies, verminde
ring onderhoud straten, enz.) alleen sprake
van een goedkoopere organisatie of een be
perking van de taak der gemeente, nimmer
van een geheel loslaten van een of ander
object. En ten aanzien van fondsen of re
serves zooals het vernieuwingsfonds van
de Lichtfabrieken, de reserve van het
Grondbedrijf is steds rekening gehouden
met den eisch van het op peil houden van
het fonds, c.q. van de reserve op zoodanig
bedrag, dat de vitale belangen van het be
trokken bedrijf blijven gewaarborgd. Waar
dus de fondsen of reserves slechts worden
aangesproken voor bedragen, die onder de
tegenwoordige omstandigheden toelaatbaar
zijn, en overigens in stand worden gehou
den, kunnen B. en W. niet toegeven, dat hun
gedragslijn ultputtingspolitiek zou zijn. De
aard van een reserve brengt mede, dat zij
voor zoover beschikbaar, in buitengewone
omstandigheden dienst doet.
De posten werkloozensteun en armenzorg
zijn niet lager, doch hooger dan in 1936 ge
raamd, t.w. werkloozensteun f. 95.000.— en
armenzorg f. 37.000— meer, is samen
f. 132.000meer. B. en W. hopen echter op
gunstige wijziging in de crisis.
Niet juist is de gemaakte opmerking, dat
de begrooting het stempel draagt van de
politiek der Regeering; de begrooting toch
geeft een beeld van het te voeren financieel
beleid, getoetst aan het huishoudelijk be
lang van de gemeente.
Wel is het natuurlijk waar, dat de finan-
bezoek van de gasinspectrice; ten slotte aan
een grooter overschot door vestiging van
nieuwe verbruikers in de onderscheidene
buitengemeenten.
De vermindering van de storting in de
vernieuwingsfondsen der Lichtfabrieken is
ook ditmaal, wanneer men eenerzijds den
moeilijken financleelen toestand der ge
meente en anderzijds den stand van de
fondsen, na de plaats gehad hebbende
extra-afschrijvingen, in aanmerking neemt,
wel verantwoord.
Het saldo per 1 Januari 1936 bedraagt
voor de Gasfabriek f. 476.733.81 en voor de
Electriciteitsfabriek f. 797.213.48, terwijl bij
een storting van een W/o er resp. f. 9 895
en f. 42.164 aan wordt toegevoegd.
De kosten van het leggen en verplaatsen
van kabels en buizen als gevolg van aanleg
van nieuwe en verbetering van bestaande
straten behooren tot de lasten van het be
drijf en worden dus, overeenkomstig de ook
ten aanzien van andere dergelijke wegge
bruikers gevolgde gedragslijn, terecht voor
rekening van de Fabrieken gebracht.
De buitengewone omstandigheden van de
laatste jaren zijn oorzaak, dat de begroo
ting niet meer binnen den wettelijken ter
mijn kan verschijnen: het gebeurt meer
malen, dat zelfs op dat tijdstip nog onzeker
heid bestaat omtrent aangekondigde plan
nen van de Regeering, die voor de ge-
meente-financiën van ingrijpenden aard
zijn, zooals thans weer met de bijdrage uit
het werkloosheidssubsidiefonds het geval is
geweest. Het is duidelijk, dat men onder
dergelijke omstandigheden zoo lang moge
lijk wacht met het afsluiten van de begroo
ting, teneinde een ontwerp te verkrijgen, dat
althans zooveel mogelijk „af" is en zoo wei
nig mogelijk meer op de helling behoeft.
Dit bevordert een goede behandeling van
zaken meer. dan de vroegtijdige indiening
van een onvolledige begrooting.
IMII—'I' 11 1 J
goede komen Doch de afvloeiing neeft ge
leidelijk plaats In een viertal jaren, en waar
nu bovendien gehandeld zal worden volgens
gedetailleerde plannen, welker verwezen
lijking gewaarborgd mag heeten achten B.
en W het alleszins geoorloofd, het gemid
delde van de besparing over datzelfde tijd
vak te ramen, men kan dat moeilijk per
spectief-bezuiniging noemen
Een vraag, of het niet beter is, in plaats
van tot egalisatie van pensioenlasten, tot
verhooging van inkomsten (lees belastingen)
over te gaan. beantwoorden B en W be
slist ontkennend Zij zien niet voorbij, dat
de egalisatie, door daartoe thans over te
gaan. een verschuiving van lasten naar
latere jaren beteekent die in gunstiger tij
den wellicht achterwege zou zijn gebleven;
maar in de tegenwoordige financieele om- j
standigheden is het niet onbillijk te achten I
den zwaren druk van dezen last voor het
hedendaagsche geslacht te verlichten. Een
meer gelijkmatige verdeeling van dergelijke
pensioenlasten over een aantal jaren is
trouwens een voor dit onderwerp geëigende
maatregel. De voorgestelde 30-jarige annul- j
telt is, ook naar het oordeel van de des-1
kundige adviseurs, aan den zeer veiligen
kant.
1123
(lngez Mcd.l
Er is niets abnormaals in gelegen, dat het
batig slot van een dienstjaar ten goede
komt aan een volgend begrootingsjaar. Zoo
wel in den geleide-brief, als in het rapport
op de gemeenterekening 1935 hebben B. en
W„ om geen onjuiste denkbeelden over het
resultaat van dat dienstjaar te doen post
vatten, er de aandacht op gevestigd, dat
over een bedrag van f. 152.260.— van de
Algemeene Reserve was beschikt, terwijl zij
In het rapport op de rekening ndfe een op
somming gaven van de verdere buitenge
wone middelen, die aan den dienst 1935
toevloeiden. Blijkens die becijfering zou het
jaar 1935, wanneer men alle bijzondere mid
delen buiten beschouwing laat, zelfs een
grooter tekort hebben opgeleverd, dan het
genoemde bedrag van f. 19.000.—.
Ook het College betreurt het, dat voor het
bestratingsonderhoud en het onderhoud van
plantsoenen een belangrijk lager bedrag
moest worden uitgetrokken, dan op de loo-
pende begrooting. doch gelijk boven werd
betoogd, betreft het hier een onderdeel van
een complex van maatregelen, voor het ver
krijgen van een sluitende begrooting ver-
eischt.
Verder gold de overweging, dat indien be
zuiniging op onderhoudswerken noodzake
lijk is, dit beter kan plaats hebben ten aan
zien van de bestratingen, dan b.v. ten op
zichte van gebouwen. De vermindering van
den post van het bestratingsonderhoud is
mede gezocht in beperking van het tarief-
werk, door in 1937 de straatmakers en -hel
pers niet doorloopend in tarief te doen wer
ken, doch voor bepaalde werkzaamheden,
en/of gedurende bepaalde perioden in z.g.
daggeld te doen werken. Tot goed verstand
van zaken zij opgemerkt, dat op het werken
in tarief geen recht bestaat en de vermin
dering van de oververdiensten niet als een
loonsvermindering mag worden aangemerkt.
Ter zake van de reorganisatie van de
Lichtfabrieken werd in eerste instantie op
de begrooting van 1936 een post van f. 35.000
cieele betrekking tusschen het Rijk en de uitgetrokken. Inmiddels werd die reorgani-
gemeente ten aanzien van de werkloosheids- satie verder uitgewerkt en voorbereid, met
uitgaven een zeer belangrijke factor voor de het resultaat, dat een welomschreven plan
begrootingsposltie vormt, doch deze finan- thans in een vergevorderd stadium verkeert,
cieele verhouding berust op de wet, welke aan de hand waarvan de raming van de be
de Regeering heeft uit te voeren. Inder
daad wordt dikwijls de klacht vernomen, dat
het Rijk lasten op de gemeente afwentelt,
dat, in het algemeen gezegd, de financieele
verhouding ten ongunste der gemeenten is
de Vereenlging van Nederlandsche Ge
meenten heeft herhaaldelijk voor de belan
gen van haar leden op de bres gestaan, en
meermalen met succes doch men hoede
zich ln deze voor generaliseeren. Het is niet
altijd zeker, of een wijziging van bepaalde
maatregelen, die men op grond van een al
gemeene redeneering wenscht, nu juist ook
voor Leiden voordeel zou opleveren. Het
betreft hier een aangelegenheid die eer in
de Kamers der Staten-Generaal dan in den
Gemeenteraad van Leiden thuis behoort.
De Regeéring is op aandrang, o.a. van de
Vereenlging van Nederlandsche Gemeenten,
op haar voornemen teruggekomen. Het re
sultaat daarvan voor onze gemeente is, dat
de netto-kosten (verschil tusschen uitgaven
en bijdrage uit het fonds) f. 241.530.— zul
len bedragen, tegenover een aanvankelijk
geraamd netto-bedrag van f. 284.193.13, het
geen dus de positie van de begrooting ver
betert met f 42.664.—.
De lagere winst van de Gasfabriek moet
vrijwel uitsluitend worden toegeschreven
aan verminderde productie en tariefswijzi
gingen, welke laatste ten slotte een verla
ging van Inkomsten zijn geworden. Voor
zichtigheidshalve is de raming der produc
tie pl.m. 4"/o lager gesteld, dan die voor 1936.
sparing voor 1937 kon geschieden.
De afvloeiing van overtollig personeel nam
in 1936 reeds een aanvang door niet-vervan-
ging van met pensioen of uit anderen hoofde
vertrokken personeel.
De besparing hierdoor verkregen, gevoegd
bij de lagere uitgaven aan loonen voor losse
werklieden, hebben voor 1936 een totaal-be
drag van rond f. 26.000.bedragen.
In het algemeene schema van afvloeiing
zal in het bijzonder voor ontslag ln aanmer
king komen het oudere en pensioengerech
tigde personeel, hetgeen echter niet uitsluit,
dat ook ander personeel moet afvloeien, zoo
het belang van den dienst dit noodzakelijk
maakt.
Naar aanleiding van een opmerking, dat
er meer werklieden dan ambtenaren wor
den ontslagen, kan worden geantwoord.dat
dit voor de hand ligt, omdat het totaal aan
tal werklieden uiteraard ook zooveel grooter
is dan dat der ambtenaren (op 31 Decem
ber 1935: 303 werklieden tegenover 169
ambtenaren) en dat de verder doorgevoerde
mechanisatie van de bedrijven minder werk
lieden vereischt. Tten slotte gaat het uitein
delijk om een zoo doelmatig mogelijke per
soneelsbezetting bij de verschillende onder
deden van het bedrijf, ongeacht of die be
zetting uit ambtenaren dan we) uit werk
lieden bestaat
Een belangrijke vermindering van perso
neel is mogelijk gebleken. Indien nu de af
vloeiing reeds terstond en ineens werd door
gevoerd, dan zou de lasten-verminderlng
dadelijk ten volle aan de begrooting ten
Aangezien de gewenschte bezuiniging op
de kosten van het bewaarschoolonderwijs
niet zal kunnen worden verkregen zonder
bewilliging van den Gemeenteraad en er
derhalve gelegenheid zal bestaan omtrent
de wijze waarop bezuiniging zal plaats vin
den, alsmede omtrent verschillende aange
roerde punten te zijner tijd van gedachten
te wisselen, meenen B en W thans te mo
gen volstaan met de opmerking, dat het ter
overbrugging van het tekort op de ontwerp-
begrooting noodzakelijk was eiken begroo-
tingspost nauwkeurig onder de loupe te ne- j
men en dat het tot hun leedwezen noodza- i
kelijk bleek ook de kosten van het bewaar- I
schoolonderwijs in de bezuiniging te be
trekken.
Het Utrechtsche stelsel zouden B. en W.
slechts in geval van uiterste noodzaak wen-
schen te aanvaarden.
Met het bestuur van den Armenraad is,
na gepleegd overleg, volledige overeenstem
ming verkregen over een reorganisatie in
dezen zin dat, evenals elders, de onderzoe
kingen van het bureau van den Armenraad
worden beperkt voor zoover zulks ln verband
met de plaatselijke diensten reeds voorhan
den gegevens mogelijk is. Samenvoeging van
de controle-diensten ligt dus niet ln het
voornemen.
Het geraamde bedrag van f. 17.400.— ter
zake van personeelsbezuiniglng is geenszins
een slag in de lucht. Er zij uitdrukkelijk
vermeld, dat de raming op vacatures of
plaats gehad hebbende opwachtgeldstellin-
gen derhalve op reëele feiten berust.
Het betreft mutaties op het kantoor van den
gemeente-ontvanger, bij het archief, de
Politie, Gemeentewerken, Bouw- en Woning
toezicht, Markt- en Havendienst.
Wat afschrijving op het aandeelen-bezit
van de L.D.M. aangaat, moet men in het
oog houden, dat ln het bedrijf zelf de ver-
eischte afschrijvingen op de activa plaats
hebben over 1935 bedroegen zij ruim
f. 84.000 waardoor in dit opzicht de in-
trensieke waarde van het beleggingsobject
in verhouding tot de activa, bewaard blijft.
Het is in het algemeen dan ook geen ge
bruik, om bovendien nog eens op het aan
deelen-bezit af te schrijven; dit zou neer
komen op een dubbele afschrijving.
Nu is een lichaam als de gemeente door
de voor haar bestaande mogelijkheden van
financiering (belastingheffing) wel in staat
op het in een zaak gestoken kapitaal af te
schrijven, en er kunnen ook wel omstandig
heden aanwezig zijn, die dit wenschelijk
maken. Onze gemeente nu heeft zulks tot
en met 1936 gedaan ten aanzien van het
aandeelen-bezit der L.D.M.
Waar nu op het kapitaal van f. 1.273.000.-
reeds f. 200.945,04 werd afgeschreven, en ge
lijk bleek, daarenboven In het bedrijf zelf,
ongeacht een gevormde reserve, steeds de
verelschte afschrijvingen geschieden, zien
B. en W. er geen bezwaar in. om de afschrij
ving althans voor het jaar 1937 achterwege
te laten.
De verhoogde korting op subsidies be
hoort eveneens tot het complex van maat
regelen, die B. en W. voor het verkrijgen
van een sluitende begrooting noodzakelijk
achten. Ook het College betreurt het zeer,
dat die hoogere korting moet worden voor
gesteld, want de betrokken vereenigingen en
instellingen doen alle ongetwijfeld nuttig
werk, dat in het algemeen ook wel den
financleelen steun van de gemeente ver
dient. B. en W. willen zelfs niet betwisten,
dat er een kern van waarheid zit ln de op
merking, dat een vermindering van subsi
dies aan charitatieve vereenigingen en in
stellingen op het gebied van de volksgezond
heid, aan den anderen kant tot verhooging
van uitgaven voor de gemeente kan leiden.
Maar men zij met deze redeneering voor
zichtig, want zij suggereert, dat verminde
ring van subsidies voor de gemeente ten
slotte geen bezuiniging beteekent, terwijl
naar de meening van B. en W. dit per saldo
wel degelijk het geval is, omdat de vereeni
gingen, naar de ervaring gelukkig leert, de
aansporing tot bezuiniging in eigen kring of
versterking van inkomsten uit particuliere
bijdragen of andere bronnen zeer ter harte
nemen. Bovendien mag niet over het hoofd
worden gezien, dat evenals vroeger, ook
thans nog rekening is gehouden met den
aard van het werk en de tijdsomstandig
heden, zoodat sommige subsidies, zooals die
aan de T.B.C.-vereeniglng, de Vereenlging
tot verzorging van kleine kinderen, de Sint
Gerardus Majella-stichtlng, de Cortona-
stichtlng, de Vereenlging Christelijke Jeugd-
hulp ook voor 1937 nog geheel buiten kor
ting zullen blijven, en de korting voor an
dere subsidies, zooals die aan de vereeni
gingen voor wijkverpleging, aan de Leidsche
Buitenschool en aan de Kinder-Vacantie-
kolonies, nog slechts I5"/o a 20°/o zal bedra
gen, hoewel in vele andere gevallen de kor
ting tot 50°/o is opgevoerd. Men moet de
nieuwe subsidievermindering zien als een
niet te vermijden noodzakelijk gevolg van
den flnancieelen toestand der gemeente; en
waar geval voor geval nauwkeurig is ge
toetst aan den algemeenen opzet van de
korting, moet het voorstel als één geheel
worden beschouwd, waarin B. en W. dus niet
op onderdeelen wijziging kunnen brengen.
KANTONGERECHT ALPIIEN.
Water bij de melk.
Allereerst kwam op de zitting van het
kantongerecht te Alphen aan de orde de
zaak tegen den landbouwer de J te Bos
koop. wien ten laste wa.s gelegd dat door
hem afgeleverde melk water bevatte.
De ambtenaar vorderde tegen verdachte
6en geldboete van f. 250 subs. 150 dagen.
ALs verdediger trad voor verdachte op mr.
Bolsius uit Leiden, die protesteerde tegen
de uitdrukking van den ambtenaar dat zijn
cliënt zou hebben geknoeid. Tevens meende
de verdediger dat een element in het ge
ding werd gebracht dat met de zaak niet
heeft te maken; zijn cliënt is onschuldig
en vermoedelijk is door anderen water bij
de melk gevoegd. Hll vorderde derhalve
vrijspraak. Aangehouden tot het hooren
van een der verbalisanten tot 19 Februari.
Arbeidsovertredlng.
J. S. exploitant van een wasscherlj te Al
phen had zich te verantwoorden wegens
overtreding der arbeidswet, verdachte zou
n.l. ln een formulier een verkeerden leeftijd
hebben Ingevuld en een meisje onder de 18
jaar een verwarmde mangel hebben laten
bedienen Bovendien waren de voorgeschre
ven arbeldsregister niet aanwezig. Na het
hooren van eën inspectrlce, bleek wel dat
verdachte door mededeelingen van deze In
den waan zou kunnen zijn gebracht dat een
meisje van 17 jaar wel een dergelijke man
gel mocht bedienen, doch vergunning of
vrijstelling had hij niet en nadat het
meisje een ongeval was overkomen had hij
op het ongevallenformulier een verkeerden
leeftijd ingevuld. Eisch f. 10 subs 5 dg. en
f. 25 of 15 dg Veroordeeling f. 20 subs. 10
d. en f. 10 subs. 5 dg.
Ondeugdelijke remmen.
v. d. W. wiens remmen van zijn auto niet
in orde waren bevonden bij een gehouden
controle, werd veroordeeld tot f. 15 subs.
10 dg; de eisch luidde f. 20 subs 15 dg. Door
de verkeerspolitie 2 leden der rijksveld-
wacht werd onder groote belangstelling
van ambtenaar en kantonrechter een nieuw
instrument waarmede een en ander wordt
gecontroleerd vertoond en een uitlegging
van de werking daarvan gegeven.
Verkoopen aan minderjarige.
J. A, E. opkooper. zou goederen .hebben
verkocht aan een Jongen, jonger dan 18
jaar, die het geld had ontvreemd van een
broer en later de goederen had terug
gebracht bij den opkooper. Hij had f. 11
betaald en f 2.50 teruggekregen. De jongen
zekere J. A. E. gehoord beweerde den op
kooper te hebben gezegd toen hij de goe
deren terugbracht dat hij het geld had
ontvreemd. Dat hij ook had gezegd dat hij
nog geen 18 jaar was, kon hij niet perti
nent verklaren De opkooper bleef bij zijn
vroegere verklaringen, waarop de zaak
moest worden aangehouden tot het hooren
van verbalisant den rijksveldwachter y. uit
Ter-Aar, die thans ziek was.
Visscherijwetkwestie.
Vader en 2 broers Nvan beroep vis-
schers hadden zich te verantwoorden
wegens het op verschillende data viascherf
met een zegen In den z.g. Delftpolder te
Hazerswoude. Alle data bleken niet te klop
pen, doch verdachten, althans vader N„ be
riepen zich erop dat zij vergunning had
den van den eigenaar jhr. v. B. v. E. te
Apeldoorn, terwijl zij per jaar f. 100 aan
pacht betalen; kwitantie en bewijs werd
overgelegd.
Als verdediger trad op mr. de Lith de
Jeude uit Den Haag, die verschillende brie
ven en een kadastrale kaart toonde. De
moeilijkheid bleek echter dat de eigenaar,
blijkbaar zelf niet wist of het genoemde
water behoort onder de heerlijkheid „Bent
huizen", doch toch het water had verhuurt
Genoemde heerlijkheid is zijn eigendom en
uit de overgelegde teekening blijkt, dat ge-
melde polder onder deze heerlijkheid hoort.
Ook anderen beweren echter recht op het
vischwater te hebben. De eigenaar schijnt
zich hier echter niets van aan te trekken,
doch alleen bereid te zijn f. 100 op te vor
deren. Ook de ambtenaar wees op de moei-
liikheid van deze kwestie, en de eigenaar
dige houding van den eigenaar, doch stral-
rechterlijk is het 'niet uit te zoken, alleen
door de civiele kamer. Hij vorderde der
halve vrijspraak. Uitspraak conform.
De autobestuurder V. had nabij Aar dam
kruispunt Westkanaalweg, Kerkweg de
vrachtauto bestuurd door H. aangereden.
Na het hooren van getuigen, werd hij ver
oordeeld tot f. 15 subs. 10 dg.
Bote rwetovert reding.
De 18-jH. had zich schuldig gemaakt
aan overtreding der boterwet, door een 1
pond boter af te leveren, dat niet voorzien
was van het vereischte merk. Verd. beriep
er zich ap, dat de boter was bestemd voor
eigen gebruik, doch dat hij dat had ai-
geleverd, omdat zijn vader geen boter in
voorraad had, toen men hier om kwam.
Eisch f. 30 subs. 20 dg. Verdachte vond
zulks hoog en beriep er zich op niet gewe
ten te hebben een strafbaar feit te hebben
begaan. Veroordeeling f. 15 suhs. 10 dg.
J. N. uit Nieuwkoop liet verstek gaan en
werd wegens het niet aangeven, van het
feit dat hem toebehoorende schapen
schurft hadden veroordeeld tot f. 100 subs.
4 dagen.
J. C. L. O. A. had een vogel-sijsje gevan
gen met een stok met lijm. Veroordeelinf
f. 8 subs. 8 dg.
t
I.o te rij o ve rt redinr.
Th. H., B. en E. uit Aarlanderveen, te-
samen vormende het wlnkelweekbestunr,
hadden tijdens de winkelweek een loterij
georganiseerd zonder vergunning. Verdach
ten beriepen er zich op dat zij aan den bur
gemeester vergunning hadden gevraagd,
doch deze had de toestemming niet ver
leend. Een der bestuursleden was toen te
rade gegaan bij een zustercomlté te Nieui-
veen. Hier had men een dergelijke loterij
gehouden zonder vergunning, terwijl d;
trekking zelfs had plaats gehad ln tegen
woordigheid der politie. Ambtenaar en kan
tonrechter vonden zulks vreemd en were
verdachten er op, dat zij vergunning had
den moeten hebben van den Minister. Zo
wel ambtenaar als kantonrechter wilder
rekening mede houden, dat verdachte
persoonlijk geen voordeel hadden gehad vi'.
deze zaak en conform den eisch werden i
leder veroordeeld tot f. 4 subs. 4 dg.
DE MOORD TE MEPPEL.
Officier van Justitie in hooger beroep.
Men zal zich herinneren, dat de recht
bank te Assen j.l. Vrijdag Eike V. uit
Meppel wegens moord op mevrouw Stern
te Meppel veroordeelde tot drie jaar ge
vangenisstraf en ter beschikking stelling
van de regeering nadat de officier van
justitie acht jaar gevangenisstraf had
geëlscht.
We vernemen, dat de officier van jus
titie thans hooger beroep heeft aangetcc- j
kend tegen het vonnis van de rechtbank.
BELEEDIGING VAN HET HOOFD VAN
EEN BEVRIENDEN STAAT.
Naar wij vernemen heeft de advocaat-
generaal bij het Amsterdamsch Gerechts
hof, mr. J. Versteeg, cassatie aangeteekend
tegen het vrijsprekend arrest door het hof
gewezen ln de strafzaak tegen den heer
J. Ankersmit, hoofdredacteur van het dag
blad „Het Volk", die terecht heeft gestaan
wegens beleediging van het hoofd van n
bevrienden staat, in casu Hitier.
23. Zoo is dit avontuur dus onverwacht nog tot een heel goed
eind gebracht Thijs had het niet gedacht! Hij heeft nu heel veel
angst en zorg doorstaan en is dus maar zeer vlug naar huis gegaan.
Hij nam een hart'lijk afscheid van de zeven reuzen en van Groo
tenoor en toen ging hij er vlug vandoor, onderweg heeft hU geen
rust genomen want hij wilde vlug bij Dickie komen die is stellig
ongerust een beetje, want Thijs was heel lang onderweg nu, weet Je.
En op dit plaatje is thans Thijs al bijna t'rug weer van zijn reis;
doch erg lang rusten zal hij niet iet maar eens op wat in het vol
gende verhaal geschiedt!
2