LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Maandag 8 Februari 1937 Antwoord van B. en W. van Leiden op het Sectie-verslag Sïï^^TtSt'SSja.^ i SHSSSSS De begrooting voor 1937 RECHTZAKEN THIJS IJS E\ DE BRULLENDE BERG 1 De zienswijze van een lid over de prijzen- - politiek der Gasfabriek kunnen B. en W Algemeen beleid. njet deelen De achteruitgang in de gasle- Od diverse opmerkingen over de eroenee- verlnB in de buitengemeenten was namelijk ring ln den raaï antwcmrden B en W^l- I -^™r,?se' Wrtln iftS" leen voor zoover het het college raakt. v? vi Leiden. zoekende bij den ganschen raad. Zoo hier initiatief mocht blijken voor de erkenning van adviseerende instanties, ge lijk te Nijmegen op instigatie van den han- deldrijvenden Middenstand zijn opgericht, zullen B. en W. van dit vraagstuk studie maken. De financiën. Bij de financiën maakten diverse leden be zwaar tegen de manier waarop deze begroo ting sluitend is gemaakt althans op pa pier! en tegen de wijze van dekking der uitgaven uit de reserves, die steeds weer worden verbruikt. Voorts werden nog tal van bijkomstige opmerkingen geplaatst. B. en W. antwoorden daarop: Bij de beoordeeling van de door het Col lege in de ontwerp-begrooting opgenomen maatregelen, moet men tot uitgangspunt nemen de bijzonder moeilijke financieele omstandigheden, waarin de gemeente in stijgende mate is komen te verkeeren. Ook voor 1937 gold weder als gebiedende taak een sluitende begrooting aan te bieden, en dit zoo eenlgszins mogelijk zonder verzwa ring van den belastingdruk voor de burgerij. Doch het spreekt vanzelf, dat naar mate het aantal crisisjaren grooter wordt, het ook moeilijker wordt, om maar steeds weer zon der verhooging van de belasting het budget In evenwicht te houden. Deze loop van zaken weerspiegelt zich natuurlijk in de dekkings middelen, die voor en na moesten worden voorgedragen. Onder dergelijke omstandigheden toch moeten op den duur maatregelen worden genomen, die men liever achterwege had gelaten en in meer normale tijden zeker niet zou hebben doorgevoerd. Het College had het zich veel gemakkelijker kunnen maken door een flinke belastingverhooging voor te stellen, doch deze zou naar zijn stellige over tuiging schadelijker werken, dan de thans voorgedragen middelen. In dit licht moet derhalve de inhoud van de ontwerp-begroo ting worden gezien. Naar verschillende zijden moesten midde len worden gezocht, en het was dus niet enkel de winst van de Lichtfabrieken, waar op voor het gestelde doel een beroep werd gedaan, al heeft deze, wegens de belangrijke beteekenis van de Lichtfabrieken ten op zichte van de gemeentefinanciën, uiteraard wel het meest tot het verkregen resultaat bijgedragen. De onderscheidene maatregelen zijn door het College nauwgezet overwogen. Ondanks de toegenomen moeilijkheden is in al die gevallen, waarin besparing op uit gaven wordt beoogd (zooals bezuinigings plannen, korting op subsidies, verminde ring onderhoud straten, enz.) alleen sprake van een goedkoopere organisatie of een be perking van de taak der gemeente, nimmer van een geheel loslaten van een of ander object. En ten aanzien van fondsen of re serves zooals het vernieuwingsfonds van de Lichtfabrieken, de reserve van het Grondbedrijf is steds rekening gehouden met den eisch van het op peil houden van het fonds, c.q. van de reserve op zoodanig bedrag, dat de vitale belangen van het be trokken bedrijf blijven gewaarborgd. Waar dus de fondsen of reserves slechts worden aangesproken voor bedragen, die onder de tegenwoordige omstandigheden toelaatbaar zijn, en overigens in stand worden gehou den, kunnen B. en W. niet toegeven, dat hun gedragslijn ultputtingspolitiek zou zijn. De aard van een reserve brengt mede, dat zij voor zoover beschikbaar, in buitengewone omstandigheden dienst doet. De posten werkloozensteun en armenzorg zijn niet lager, doch hooger dan in 1936 ge raamd, t.w. werkloozensteun f. 95.000.— en armenzorg f. 37.000— meer, is samen f. 132.000meer. B. en W. hopen echter op gunstige wijziging in de crisis. Niet juist is de gemaakte opmerking, dat de begrooting het stempel draagt van de politiek der Regeering; de begrooting toch geeft een beeld van het te voeren financieel beleid, getoetst aan het huishoudelijk be lang van de gemeente. Wel is het natuurlijk waar, dat de finan- bezoek van de gasinspectrice; ten slotte aan een grooter overschot door vestiging van nieuwe verbruikers in de onderscheidene buitengemeenten. De vermindering van de storting in de vernieuwingsfondsen der Lichtfabrieken is ook ditmaal, wanneer men eenerzijds den moeilijken financleelen toestand der ge meente en anderzijds den stand van de fondsen, na de plaats gehad hebbende extra-afschrijvingen, in aanmerking neemt, wel verantwoord. Het saldo per 1 Januari 1936 bedraagt voor de Gasfabriek f. 476.733.81 en voor de Electriciteitsfabriek f. 797.213.48, terwijl bij een storting van een W/o er resp. f. 9 895 en f. 42.164 aan wordt toegevoegd. De kosten van het leggen en verplaatsen van kabels en buizen als gevolg van aanleg van nieuwe en verbetering van bestaande straten behooren tot de lasten van het be drijf en worden dus, overeenkomstig de ook ten aanzien van andere dergelijke wegge bruikers gevolgde gedragslijn, terecht voor rekening van de Fabrieken gebracht. De buitengewone omstandigheden van de laatste jaren zijn oorzaak, dat de begroo ting niet meer binnen den wettelijken ter mijn kan verschijnen: het gebeurt meer malen, dat zelfs op dat tijdstip nog onzeker heid bestaat omtrent aangekondigde plan nen van de Regeering, die voor de ge- meente-financiën van ingrijpenden aard zijn, zooals thans weer met de bijdrage uit het werkloosheidssubsidiefonds het geval is geweest. Het is duidelijk, dat men onder dergelijke omstandigheden zoo lang moge lijk wacht met het afsluiten van de begroo ting, teneinde een ontwerp te verkrijgen, dat althans zooveel mogelijk „af" is en zoo wei nig mogelijk meer op de helling behoeft. Dit bevordert een goede behandeling van zaken meer. dan de vroegtijdige indiening van een onvolledige begrooting. IMII—'I' 11 1 J goede komen Doch de afvloeiing neeft ge leidelijk plaats In een viertal jaren, en waar nu bovendien gehandeld zal worden volgens gedetailleerde plannen, welker verwezen lijking gewaarborgd mag heeten achten B. en W het alleszins geoorloofd, het gemid delde van de besparing over datzelfde tijd vak te ramen, men kan dat moeilijk per spectief-bezuiniging noemen Een vraag, of het niet beter is, in plaats van tot egalisatie van pensioenlasten, tot verhooging van inkomsten (lees belastingen) over te gaan. beantwoorden B en W be slist ontkennend Zij zien niet voorbij, dat de egalisatie, door daartoe thans over te gaan. een verschuiving van lasten naar latere jaren beteekent die in gunstiger tij den wellicht achterwege zou zijn gebleven; maar in de tegenwoordige financieele om- j standigheden is het niet onbillijk te achten I den zwaren druk van dezen last voor het hedendaagsche geslacht te verlichten. Een meer gelijkmatige verdeeling van dergelijke pensioenlasten over een aantal jaren is trouwens een voor dit onderwerp geëigende maatregel. De voorgestelde 30-jarige annul- j telt is, ook naar het oordeel van de des-1 kundige adviseurs, aan den zeer veiligen kant. 1123 (lngez Mcd.l Er is niets abnormaals in gelegen, dat het batig slot van een dienstjaar ten goede komt aan een volgend begrootingsjaar. Zoo wel in den geleide-brief, als in het rapport op de gemeenterekening 1935 hebben B. en W„ om geen onjuiste denkbeelden over het resultaat van dat dienstjaar te doen post vatten, er de aandacht op gevestigd, dat over een bedrag van f. 152.260.— van de Algemeene Reserve was beschikt, terwijl zij In het rapport op de rekening ndfe een op somming gaven van de verdere buitenge wone middelen, die aan den dienst 1935 toevloeiden. Blijkens die becijfering zou het jaar 1935, wanneer men alle bijzondere mid delen buiten beschouwing laat, zelfs een grooter tekort hebben opgeleverd, dan het genoemde bedrag van f. 19.000.—. Ook het College betreurt het, dat voor het bestratingsonderhoud en het onderhoud van plantsoenen een belangrijk lager bedrag moest worden uitgetrokken, dan op de loo- pende begrooting. doch gelijk boven werd betoogd, betreft het hier een onderdeel van een complex van maatregelen, voor het ver krijgen van een sluitende begrooting ver- eischt. Verder gold de overweging, dat indien be zuiniging op onderhoudswerken noodzake lijk is, dit beter kan plaats hebben ten aan zien van de bestratingen, dan b.v. ten op zichte van gebouwen. De vermindering van den post van het bestratingsonderhoud is mede gezocht in beperking van het tarief- werk, door in 1937 de straatmakers en -hel pers niet doorloopend in tarief te doen wer ken, doch voor bepaalde werkzaamheden, en/of gedurende bepaalde perioden in z.g. daggeld te doen werken. Tot goed verstand van zaken zij opgemerkt, dat op het werken in tarief geen recht bestaat en de vermin dering van de oververdiensten niet als een loonsvermindering mag worden aangemerkt. Ter zake van de reorganisatie van de Lichtfabrieken werd in eerste instantie op de begrooting van 1936 een post van f. 35.000 cieele betrekking tusschen het Rijk en de uitgetrokken. Inmiddels werd die reorgani- gemeente ten aanzien van de werkloosheids- satie verder uitgewerkt en voorbereid, met uitgaven een zeer belangrijke factor voor de het resultaat, dat een welomschreven plan begrootingsposltie vormt, doch deze finan- thans in een vergevorderd stadium verkeert, cieele verhouding berust op de wet, welke aan de hand waarvan de raming van de be de Regeering heeft uit te voeren. Inder daad wordt dikwijls de klacht vernomen, dat het Rijk lasten op de gemeente afwentelt, dat, in het algemeen gezegd, de financieele verhouding ten ongunste der gemeenten is de Vereenlging van Nederlandsche Ge meenten heeft herhaaldelijk voor de belan gen van haar leden op de bres gestaan, en meermalen met succes doch men hoede zich ln deze voor generaliseeren. Het is niet altijd zeker, of een wijziging van bepaalde maatregelen, die men op grond van een al gemeene redeneering wenscht, nu juist ook voor Leiden voordeel zou opleveren. Het betreft hier een aangelegenheid die eer in de Kamers der Staten-Generaal dan in den Gemeenteraad van Leiden thuis behoort. De Regeéring is op aandrang, o.a. van de Vereenlging van Nederlandsche Gemeenten, op haar voornemen teruggekomen. Het re sultaat daarvan voor onze gemeente is, dat de netto-kosten (verschil tusschen uitgaven en bijdrage uit het fonds) f. 241.530.— zul len bedragen, tegenover een aanvankelijk geraamd netto-bedrag van f. 284.193.13, het geen dus de positie van de begrooting ver betert met f 42.664.—. De lagere winst van de Gasfabriek moet vrijwel uitsluitend worden toegeschreven aan verminderde productie en tariefswijzi gingen, welke laatste ten slotte een verla ging van Inkomsten zijn geworden. Voor zichtigheidshalve is de raming der produc tie pl.m. 4"/o lager gesteld, dan die voor 1936. sparing voor 1937 kon geschieden. De afvloeiing van overtollig personeel nam in 1936 reeds een aanvang door niet-vervan- ging van met pensioen of uit anderen hoofde vertrokken personeel. De besparing hierdoor verkregen, gevoegd bij de lagere uitgaven aan loonen voor losse werklieden, hebben voor 1936 een totaal-be drag van rond f. 26.000.bedragen. In het algemeene schema van afvloeiing zal in het bijzonder voor ontslag ln aanmer king komen het oudere en pensioengerech tigde personeel, hetgeen echter niet uitsluit, dat ook ander personeel moet afvloeien, zoo het belang van den dienst dit noodzakelijk maakt. Naar aanleiding van een opmerking, dat er meer werklieden dan ambtenaren wor den ontslagen, kan worden geantwoord.dat dit voor de hand ligt, omdat het totaal aan tal werklieden uiteraard ook zooveel grooter is dan dat der ambtenaren (op 31 Decem ber 1935: 303 werklieden tegenover 169 ambtenaren) en dat de verder doorgevoerde mechanisatie van de bedrijven minder werk lieden vereischt. Tten slotte gaat het uitein delijk om een zoo doelmatig mogelijke per soneelsbezetting bij de verschillende onder deden van het bedrijf, ongeacht of die be zetting uit ambtenaren dan we) uit werk lieden bestaat Een belangrijke vermindering van perso neel is mogelijk gebleken. Indien nu de af vloeiing reeds terstond en ineens werd door gevoerd, dan zou de lasten-verminderlng dadelijk ten volle aan de begrooting ten Aangezien de gewenschte bezuiniging op de kosten van het bewaarschoolonderwijs niet zal kunnen worden verkregen zonder bewilliging van den Gemeenteraad en er derhalve gelegenheid zal bestaan omtrent de wijze waarop bezuiniging zal plaats vin den, alsmede omtrent verschillende aange roerde punten te zijner tijd van gedachten te wisselen, meenen B en W thans te mo gen volstaan met de opmerking, dat het ter overbrugging van het tekort op de ontwerp- begrooting noodzakelijk was eiken begroo- tingspost nauwkeurig onder de loupe te ne- j men en dat het tot hun leedwezen noodza- i kelijk bleek ook de kosten van het bewaar- I schoolonderwijs in de bezuiniging te be trekken. Het Utrechtsche stelsel zouden B. en W. slechts in geval van uiterste noodzaak wen- schen te aanvaarden. Met het bestuur van den Armenraad is, na gepleegd overleg, volledige overeenstem ming verkregen over een reorganisatie in dezen zin dat, evenals elders, de onderzoe kingen van het bureau van den Armenraad worden beperkt voor zoover zulks ln verband met de plaatselijke diensten reeds voorhan den gegevens mogelijk is. Samenvoeging van de controle-diensten ligt dus niet ln het voornemen. Het geraamde bedrag van f. 17.400.— ter zake van personeelsbezuiniglng is geenszins een slag in de lucht. Er zij uitdrukkelijk vermeld, dat de raming op vacatures of plaats gehad hebbende opwachtgeldstellin- gen derhalve op reëele feiten berust. Het betreft mutaties op het kantoor van den gemeente-ontvanger, bij het archief, de Politie, Gemeentewerken, Bouw- en Woning toezicht, Markt- en Havendienst. Wat afschrijving op het aandeelen-bezit van de L.D.M. aangaat, moet men in het oog houden, dat ln het bedrijf zelf de ver- eischte afschrijvingen op de activa plaats hebben over 1935 bedroegen zij ruim f. 84.000 waardoor in dit opzicht de in- trensieke waarde van het beleggingsobject in verhouding tot de activa, bewaard blijft. Het is in het algemeen dan ook geen ge bruik, om bovendien nog eens op het aan deelen-bezit af te schrijven; dit zou neer komen op een dubbele afschrijving. Nu is een lichaam als de gemeente door de voor haar bestaande mogelijkheden van financiering (belastingheffing) wel in staat op het in een zaak gestoken kapitaal af te schrijven, en er kunnen ook wel omstandig heden aanwezig zijn, die dit wenschelijk maken. Onze gemeente nu heeft zulks tot en met 1936 gedaan ten aanzien van het aandeelen-bezit der L.D.M. Waar nu op het kapitaal van f. 1.273.000.- reeds f. 200.945,04 werd afgeschreven, en ge lijk bleek, daarenboven In het bedrijf zelf, ongeacht een gevormde reserve, steeds de verelschte afschrijvingen geschieden, zien B. en W. er geen bezwaar in. om de afschrij ving althans voor het jaar 1937 achterwege te laten. De verhoogde korting op subsidies be hoort eveneens tot het complex van maat regelen, die B. en W. voor het verkrijgen van een sluitende begrooting noodzakelijk achten. Ook het College betreurt het zeer, dat die hoogere korting moet worden voor gesteld, want de betrokken vereenigingen en instellingen doen alle ongetwijfeld nuttig werk, dat in het algemeen ook wel den financleelen steun van de gemeente ver dient. B. en W. willen zelfs niet betwisten, dat er een kern van waarheid zit ln de op merking, dat een vermindering van subsi dies aan charitatieve vereenigingen en in stellingen op het gebied van de volksgezond heid, aan den anderen kant tot verhooging van uitgaven voor de gemeente kan leiden. Maar men zij met deze redeneering voor zichtig, want zij suggereert, dat verminde ring van subsidies voor de gemeente ten slotte geen bezuiniging beteekent, terwijl naar de meening van B. en W. dit per saldo wel degelijk het geval is, omdat de vereeni gingen, naar de ervaring gelukkig leert, de aansporing tot bezuiniging in eigen kring of versterking van inkomsten uit particuliere bijdragen of andere bronnen zeer ter harte nemen. Bovendien mag niet over het hoofd worden gezien, dat evenals vroeger, ook thans nog rekening is gehouden met den aard van het werk en de tijdsomstandig heden, zoodat sommige subsidies, zooals die aan de T.B.C.-vereeniglng, de Vereenlging tot verzorging van kleine kinderen, de Sint Gerardus Majella-stichtlng, de Cortona- stichtlng, de Vereenlging Christelijke Jeugd- hulp ook voor 1937 nog geheel buiten kor ting zullen blijven, en de korting voor an dere subsidies, zooals die aan de vereeni gingen voor wijkverpleging, aan de Leidsche Buitenschool en aan de Kinder-Vacantie- kolonies, nog slechts I5"/o a 20°/o zal bedra gen, hoewel in vele andere gevallen de kor ting tot 50°/o is opgevoerd. Men moet de nieuwe subsidievermindering zien als een niet te vermijden noodzakelijk gevolg van den flnancieelen toestand der gemeente; en waar geval voor geval nauwkeurig is ge toetst aan den algemeenen opzet van de korting, moet het voorstel als één geheel worden beschouwd, waarin B. en W. dus niet op onderdeelen wijziging kunnen brengen. KANTONGERECHT ALPIIEN. Water bij de melk. Allereerst kwam op de zitting van het kantongerecht te Alphen aan de orde de zaak tegen den landbouwer de J te Bos koop. wien ten laste wa.s gelegd dat door hem afgeleverde melk water bevatte. De ambtenaar vorderde tegen verdachte 6en geldboete van f. 250 subs. 150 dagen. ALs verdediger trad voor verdachte op mr. Bolsius uit Leiden, die protesteerde tegen de uitdrukking van den ambtenaar dat zijn cliënt zou hebben geknoeid. Tevens meende de verdediger dat een element in het ge ding werd gebracht dat met de zaak niet heeft te maken; zijn cliënt is onschuldig en vermoedelijk is door anderen water bij de melk gevoegd. Hll vorderde derhalve vrijspraak. Aangehouden tot het hooren van een der verbalisanten tot 19 Februari. Arbeidsovertredlng. J. S. exploitant van een wasscherlj te Al phen had zich te verantwoorden wegens overtreding der arbeidswet, verdachte zou n.l. ln een formulier een verkeerden leeftijd hebben Ingevuld en een meisje onder de 18 jaar een verwarmde mangel hebben laten bedienen Bovendien waren de voorgeschre ven arbeldsregister niet aanwezig. Na het hooren van eën inspectrlce, bleek wel dat verdachte door mededeelingen van deze In den waan zou kunnen zijn gebracht dat een meisje van 17 jaar wel een dergelijke man gel mocht bedienen, doch vergunning of vrijstelling had hij niet en nadat het meisje een ongeval was overkomen had hij op het ongevallenformulier een verkeerden leeftijd ingevuld. Eisch f. 10 subs 5 dg. en f. 25 of 15 dg Veroordeeling f. 20 subs. 10 d. en f. 10 subs. 5 dg. Ondeugdelijke remmen. v. d. W. wiens remmen van zijn auto niet in orde waren bevonden bij een gehouden controle, werd veroordeeld tot f. 15 subs. 10 dg; de eisch luidde f. 20 subs 15 dg. Door de verkeerspolitie 2 leden der rijksveld- wacht werd onder groote belangstelling van ambtenaar en kantonrechter een nieuw instrument waarmede een en ander wordt gecontroleerd vertoond en een uitlegging van de werking daarvan gegeven. Verkoopen aan minderjarige. J. A, E. opkooper. zou goederen .hebben verkocht aan een Jongen, jonger dan 18 jaar, die het geld had ontvreemd van een broer en later de goederen had terug gebracht bij den opkooper. Hij had f. 11 betaald en f 2.50 teruggekregen. De jongen zekere J. A. E. gehoord beweerde den op kooper te hebben gezegd toen hij de goe deren terugbracht dat hij het geld had ontvreemd. Dat hij ook had gezegd dat hij nog geen 18 jaar was, kon hij niet perti nent verklaren De opkooper bleef bij zijn vroegere verklaringen, waarop de zaak moest worden aangehouden tot het hooren van verbalisant den rijksveldwachter y. uit Ter-Aar, die thans ziek was. Visscherijwetkwestie. Vader en 2 broers Nvan beroep vis- schers hadden zich te verantwoorden wegens het op verschillende data viascherf met een zegen In den z.g. Delftpolder te Hazerswoude. Alle data bleken niet te klop pen, doch verdachten, althans vader N„ be riepen zich erop dat zij vergunning had den van den eigenaar jhr. v. B. v. E. te Apeldoorn, terwijl zij per jaar f. 100 aan pacht betalen; kwitantie en bewijs werd overgelegd. Als verdediger trad op mr. de Lith de Jeude uit Den Haag, die verschillende brie ven en een kadastrale kaart toonde. De moeilijkheid bleek echter dat de eigenaar, blijkbaar zelf niet wist of het genoemde water behoort onder de heerlijkheid „Bent huizen", doch toch het water had verhuurt Genoemde heerlijkheid is zijn eigendom en uit de overgelegde teekening blijkt, dat ge- melde polder onder deze heerlijkheid hoort. Ook anderen beweren echter recht op het vischwater te hebben. De eigenaar schijnt zich hier echter niets van aan te trekken, doch alleen bereid te zijn f. 100 op te vor deren. Ook de ambtenaar wees op de moei- liikheid van deze kwestie, en de eigenaar dige houding van den eigenaar, doch stral- rechterlijk is het 'niet uit te zoken, alleen door de civiele kamer. Hij vorderde der halve vrijspraak. Uitspraak conform. De autobestuurder V. had nabij Aar dam kruispunt Westkanaalweg, Kerkweg de vrachtauto bestuurd door H. aangereden. Na het hooren van getuigen, werd hij ver oordeeld tot f. 15 subs. 10 dg. Bote rwetovert reding. De 18-jH. had zich schuldig gemaakt aan overtreding der boterwet, door een 1 pond boter af te leveren, dat niet voorzien was van het vereischte merk. Verd. beriep er zich ap, dat de boter was bestemd voor eigen gebruik, doch dat hij dat had ai- geleverd, omdat zijn vader geen boter in voorraad had, toen men hier om kwam. Eisch f. 30 subs. 20 dg. Verdachte vond zulks hoog en beriep er zich op niet gewe ten te hebben een strafbaar feit te hebben begaan. Veroordeeling f. 15 suhs. 10 dg. J. N. uit Nieuwkoop liet verstek gaan en werd wegens het niet aangeven, van het feit dat hem toebehoorende schapen schurft hadden veroordeeld tot f. 100 subs. 4 dagen. J. C. L. O. A. had een vogel-sijsje gevan gen met een stok met lijm. Veroordeelinf f. 8 subs. 8 dg. t I.o te rij o ve rt redinr. Th. H., B. en E. uit Aarlanderveen, te- samen vormende het wlnkelweekbestunr, hadden tijdens de winkelweek een loterij georganiseerd zonder vergunning. Verdach ten beriepen er zich op dat zij aan den bur gemeester vergunning hadden gevraagd, doch deze had de toestemming niet ver leend. Een der bestuursleden was toen te rade gegaan bij een zustercomlté te Nieui- veen. Hier had men een dergelijke loterij gehouden zonder vergunning, terwijl d; trekking zelfs had plaats gehad ln tegen woordigheid der politie. Ambtenaar en kan tonrechter vonden zulks vreemd en were verdachten er op, dat zij vergunning had den moeten hebben van den Minister. Zo wel ambtenaar als kantonrechter wilder rekening mede houden, dat verdachte persoonlijk geen voordeel hadden gehad vi'. deze zaak en conform den eisch werden i leder veroordeeld tot f. 4 subs. 4 dg. DE MOORD TE MEPPEL. Officier van Justitie in hooger beroep. Men zal zich herinneren, dat de recht bank te Assen j.l. Vrijdag Eike V. uit Meppel wegens moord op mevrouw Stern te Meppel veroordeelde tot drie jaar ge vangenisstraf en ter beschikking stelling van de regeering nadat de officier van justitie acht jaar gevangenisstraf had geëlscht. We vernemen, dat de officier van jus titie thans hooger beroep heeft aangetcc- j kend tegen het vonnis van de rechtbank. BELEEDIGING VAN HET HOOFD VAN EEN BEVRIENDEN STAAT. Naar wij vernemen heeft de advocaat- generaal bij het Amsterdamsch Gerechts hof, mr. J. Versteeg, cassatie aangeteekend tegen het vrijsprekend arrest door het hof gewezen ln de strafzaak tegen den heer J. Ankersmit, hoofdredacteur van het dag blad „Het Volk", die terecht heeft gestaan wegens beleediging van het hoofd van n bevrienden staat, in casu Hitier. 23. Zoo is dit avontuur dus onverwacht nog tot een heel goed eind gebracht Thijs had het niet gedacht! Hij heeft nu heel veel angst en zorg doorstaan en is dus maar zeer vlug naar huis gegaan. Hij nam een hart'lijk afscheid van de zeven reuzen en van Groo tenoor en toen ging hij er vlug vandoor, onderweg heeft hU geen rust genomen want hij wilde vlug bij Dickie komen die is stellig ongerust een beetje, want Thijs was heel lang onderweg nu, weet Je. En op dit plaatje is thans Thijs al bijna t'rug weer van zijn reis; doch erg lang rusten zal hij niet iet maar eens op wat in het vol gende verhaal geschiedt! 2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14