ie Jaargang Zaterdag 30 Januari 1937 LEIDSCH DAGBLAD eet je en haar „poessie"-album 1EINB ENNI V. LAER- Een stuk of wat nieuwsgierige juffertjes kwamen om Aaltje heen staan. moeder", zuchtte Greet je twee dagen haar verjaardag. „Ik kan het gewoon- haast niet langer uithouden!" /erlang je zóó naar de pudding met ccavia?" Hè, nee, moeder!" En Greet trok ge- ischattend haar fijne neusje op, nèt of pudding heelemaal beneden haar irdigheid was. Nu, dan eten we overmorgen maar te-brij. Dat is gemakkelijk!" plaagde êS. laar nu zei Greet nogeens: „Hè, moe- en ze werd zelfs ongeduldig, m, Greet's grootere broer, keek nu op z'n boek. En daar hij juist met roode en verdiept zat in „De schat in het ermeer", een echte woeste Indianen- chiedenis was het wèl een bijzonder- i, dat hij nog even opkeek, 't Was dan alleen om, niet erg vriendelijk of be- fd, tegen z'n zusje te zeggen: Jullie zijn allemaal malle nesten met kattealbums. En die Hannie van den :ter is de malste!" Niet plagen, Jan" zei moeder, „sk vind poëzie-albums van de meisjes heel dig. Toen ik vroeger op school was, had er ook een." keetje was haar ongeduld alweer ver en „Zou ik er een krijgen, moes?" ide ze. Staat het album bovenaan je verlang- t?" Tuur lijk!" Nu, geef mij dan de lijst meteen maar r, dan zal ik er eens met vader over iten." ïreet danste naar boven om haar ver- glijst te halen en toen ze weg was, zei tegen moeder (want hij was de aadste nog niet, al plaagde hij wel- is! j "k Heb een heel aardig albumpje zien an bij Wouters. Met honden en poezen >p, en niet zoo erg duur." Sst!" deed moeder, want daar was eet En moeder las. >.n poesie-album (erg graag). Sen fleschje odekolonje. !en blauw haarlint (niet zoo erg donker» Sen paar gebreide handschoenen (niet 'erg graag». -en mannu-kuurtje. léél véél lekkers! Sn onder de lijst stond: P.S. Als ik het essie-album maar krijg, ben ik al héél Dan hoef ik het andere niet. >n, die met moeder mee keek, barstte in daverenden lach uit: Heb je ooit zoo'n domme meid gezien!" htte hij. „Die schrijft van alles op een langiijst en zet eronder, dat het niet hoeft!" „Bemoei jij je maar met je akelige In dianen!" snibde Greet. „Ik begrijp Greetje wel," zei moeder: „Het poëzie-album is haar hartewensch en al het andere komt in de tweede plaats, Niet, meisje?'' „Ja," zuchtte Greet. „Bijna de heele klas heeft er een. Mies en Willy en Gerda van Wemert. En Hannie van den dokter 't allermooiste. Van buiten van leer en met gouden randjes langs den kant, beeldig gewoon!'' En toen ging Greet voor den spiegel haar muts opzetten. Dat was een heel karwei, tenminste om 't netjes te krijgen. Want Greet had stug, blond haar, waar in moeder iederen avond een paar papil lotten draaide, maar zoo erg goed wilden de krullen er niet inblijven, vooral niet bij vochtig weer. Greet werkte dan ook een heelen tijd zuchtende met een kammetje. Dan zette ze haar muts héél scheef op precies als Hannie het altijd had! trok haai' mantel aan „Kom hier, kind," zei moeder. „Je ver geet 't voornaamste nog. En ze trok Greet mee naar de hal en borstelde stevig haar mantel af. En toen holde Greet weg, naar school Op den morgen van haar negenden ver jaardag werd een heel opgewonden mesje het eerst van allemaal wakker. „Moes, mag ik opstaan?" riep Greet, ,,'t Wordt al een beetje licht!" „Maar kind! 't Is nog géén half zeven. Een half uurtje geduld!" Greet begreep niet, hoe ze dat halve uurtje door moest komen, maar ze berustte erin en kortte den tijd door zich voor te stellen, hoe het nieuwe poessie-album (als ze het kreeg) er wel uit zou zien. Blauw of groen of met bloemetjes, zooals dat van Willy, of Eindelijk werd het dan toch tijd van opstaan. Maar nu moest Greet zich heel langzaam aankleeden om de anderen ge legenheid te geven zich op haar komst voor te bereiden. Gelukkig ze hoorde beneden al gepraat en gelach. Dat was Jan's stem, dat die van Wim en het kraaigeluidje van kleine Bob bie klonk boven alles uit. Eindelijk, eindelijkVader's diepe stem, die riep: „Greet, kom maar!" Dat was altijd een zenuwachtig oogen blikje als je jarig was en de trap afliep Greet's hart klopte snel. Ze stootte de kamerdeur open en „O, wat zijn we heden blij! Greetje is jarig, Greetje is jarig!" Zoo klonk het gezang door de kamer. En daar stonden ze allemaal op een rij met de pakjes en Bobble danste op Moeder's arm. En kijk, Greet's stoel was versierd, wat eenig!" Toen het gezang verstomd was, werd het een gekus en gelach van belang. Veel gelukwenschen en ook een ernstig woordje van Vader. Ja, Greet luisterde er husoh wel eerbiedig naar, maar keek toch even schuin naar 't oak je in Vader's hand. Zou het. 't Was een poëzie-album! En wat een prachtig! Flink groot met een mooie prent van een hondekop er op en rondom diep rood. En het had werkelijk ook een gouden randje. Greet kreeg een kleur van blijdschap. „Wat prachtig!" zuchtte ze. „O, Vader, wat prachtig!" En ze vloog vader wild om den hals. „Nu je andere cadeautjes". „O ja", zei Greet. „Hè, wat ben ik toch blij". Van Moeder kreeg Greet een mooi blauw haarlint en een paar handschoenen, van Jan een fleschje eau de cologne (mits je het goed leert schrijven, zei haar groote broer) en van Wim een groote doos choco lade. En kleine Bobbie zwaaide met een zak appels en sinaasappels. Ook iets waar Greet dol op was! „Nu, ik heb een fijnen verjaardag!" zei Greet aan 't ontbijt. „Alles heb ik en nog meer! Alleen niet 't manicuurtje". „We wisten niet, wat dat was", zei Vader. ,,'t Leek ons iets voor een filmster of zoo". „Hè Vader! om je nagels mooi te maken en fijn glimmend". „Dan neem je maar een nagelborsteltje, kind", zei Moeder. En Jan zei: „Hannie van den dokter heeft er zeker een van zilver en goud!" Maar Greet was te blij om zich 't geplaag aan te trekken! 't Werd een prettige dag op school en Greet met haar „poéssie"-album stond in 't middelpunt van de belangstelling, 't Werd om strijd bewonderd, zelfs van Hannie, het fijne nufje met de prachtige bruine krul len en de mooie, onberispelijke jurken, kreeg Greet een goedkeurend knikje. De juffrouw moest het ook zien. „Eigenlijk is het geen „poesjes-", maar een hondjesalbum", lachte zij. Daar had niemand nog aan gedaoht, maar ze vonden het een echt grapje. De juffrouw had den meisjes al een paar keer gezegd,, dat het eigenlijk poëzie-album was, maar dat von den ze blijkbaar een te moeilijk woord en dus was het „poessie"-album gebleven. Dadelijk wilden alle vriendinnen het al bum mee naar huls hebben om er een versje in te schrijven. Een versje 'met een plaatje. Want 't versje was natuurlijk wel aardig en hoorde er ook bij, maar het plaatje, dat vonden ze in haar hart het belangrijkste. Je had gewone gladde en zijden plaatjes. En het was een vaste gewoonte, dat je voor je beste vriendinnen een zijden plaatje mocht koopen. Die waren duur, wel min stens vijf cent, maar ze waren dan ook beeldig! Greet had een zijden plaatje ge geven aan Mies en aan Willy enaan Hannie. Ja, met het album van Hannie was het een bijzonder geval. Dat was dat erg beeldige album van leer, je weet wel, waar de heele klas een diepe bewondering voor had. Hannie had er altijd een kaft om als ze 't mee naar school bracht, opdat er toch geen plekje aan zou komen. En als ze 't aan iemand meegaf om er een versje in te schrijven, dan zei ze er altijd bij „Denk er om, geen vlekken er op maken,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 15