Hoog water in Engeland - Boschplan- tentoonstelling in Amsterdam LEIBSCH DAGBLAD Tweede Blad 77sfe haring FEUILLETON Het huis der mysteries 'JE TENTOONSTELLING „BOSCHPLAN" IN A If STERDAM GEOPEND door den minister van Sociale Zaken, mr. Slingenberg. Tijdens den rondgang. V l.n.r. minister Slingenberg, ir. W. A, de Graaf, burgemeester de Vlugt en jhr. mr. dr. Röell. HOOG WATER IN ENGELAND. Een luchtfot-o, genomen nabij Maidenhead, waar op duidelijk te zien is, dat de Theems ver buiten haar oevers is getreden. De rivier vindt men in den rechter bovenhoek. DE OVERSTROOMING VAN D'E THEEMS. Een motor, half onder water, op een weg bij Runnymede, Surrey. EEN ITTVALSTER in den wedloop voor dames, welke in Engeland gehouden werd. Voor deze dame was de afstand van bijna 3 mijl te veel. VIJF EN TWINTIG JAAR DIEREN-OP- PASSER. De heer H- Schilt herdenkt Donderdag a.s. zijn zilveren jubileum in de Rotterdamsche Diergaarde. NAAR DE SKI-VELDEN. Een practische en hoogst comfortabele manier om naar de bergen te gaan Amerikaansche wintersportplaats Sun Valley bedacht. De filmster Madeleine Carroll op weg. heeft men in de Uit het EngeLsch door H. A. C. S. 48) ,.Ik weet niet, wie Bayard doodde. Ik haat het, om laf te schijnen, maaar ik ge loof. dat Dave het deed. Maar ik weet niet, hoe hèt gebeurde." „Zouden we niet eens op wat regel matiger manier doorgaan", zei Allen. Hij hp naar de tafel. Daar lag een papierbloc en daar stond een zware bronzen inktpot en daar v/aren pennen. „Nou dan, zuster Keate, u zat dien ge ilen middag in den boomgaard. Hoe laat 8®8 u daar naai' toe?" ,"?m ongeveer twee uur. Ik verliet Bayard, kam aan 'lel' rusten was in zijn eigen 5t®er. Het was misschien tien minuten, nadat u en Dave Thatcher het huis hadden verlaten." „En u zag, dat. Higby het grasveld aan nee maaien was?" h/vdï' k'f was al begonnen, toen ik in den allpov5aald ^wam. Hij hield er niet mee op, je.ven, wanneer hij een hoek maakte 0 h°n. dat het bijna niet te merken maaim Eeheelen middag. Ik kon de machine heel duidelijk hooren." at mort Higby er dus buiten blijven SkMiS? "?i?t >1et' grasveld maaien, en ge en nnc' htbliotheekraam binnenklim- hw 'ria ?aya.l'd doodschieten. Nu. toen u piaats, die eenigszins een uitkijkpost was, innam, in den boomgaard, wie waren toen nog in huis??" „Bayard, natuurlijk. En Emmeline. En Florrie." Ik aarzelde. ,,En ik was er", zei Janice opeens. „En Adela." „Hoe laat ging jij uit huis, Janice?" ,,'t Moet ongeveer twintig voor drie ge weest zijn." Zij keek onderzoekend naar mij. „Ja", viel ik haar bij. „Het was precies half drie, toen Florrie wegging. En u kwam niet meer dan tien minuten later het huis uit." „Janice, waar was Bayard. toen jij het huis uitging?" Zijn vraag werd erg vrien delijk gesteld. „Bayard was in Dave's studeerkamer. Al leen", zei Janice beslist. „Hij moet weer naar beneden gegaan zijn, zoodra zuster Keate van hem wegging." „Wat deed hij?" „Niets bepaalds." „Sprak jij tegen hem?" „Ja, zei Janice langzaam, terwijl haar donkere oogen Allen's doordringenden blik ontmoetten. „Maar slechts een oogenblik. Ik praatte slechts een oogenblik met hem. en toen ging ik het huis uit." „Twee uur veertig dus, verlaat Janice het huis. Bayard is dan in leven." Allen maakte aanteekeningen, terwijl hij praatte. „Wat gebeurde daarna, zuster Keate?" „Ik zag Bayard", viel Adela in de rede. „Ik kwam naar beneden, en was klam, om naar de „Hulpverleening" te gaan. Bayard was bij de deur van de studeerkamer, en ik praatte een oogenblik met hem, voor ik -egging." „Was hij toen alleen, Adela?" „Ja, zeker." „Hoe laat was dat?" „Ik weet het niet precies", zei Adela. „Ik geloof, dat het bij drieën was." „Maar, Adela, je zei niet, dat je met Bayard gesproken had voor- je van huis ging", zei Evelyn, en het leek, alsof ze er geen weg mee wist. „Deed ik dat niet?" zei Adela. kalm. „Ja. ik sprak tegen hem. Du.s ben ik, zooals je merkt, een van degenen, die hem het laatst in leven gezien hebben." Ik ving iets van den blik van haar strakke, blauwe oogen op, waarmee ze naar Hilary keek. „Het was precies drie uur, toen miss Thatcher van huis ging", zei ik. „Toevallig keek ik op mijn horloge. En het was vier uur, toen mr. Thatcher kwam. En in den tusschentijd kwam niemand in de buurt van het huis." „Bent u daar zeker van?" vroeg Allen. „Bent u niet in slaap gevallen in dien tijd?" „Neen", antwoordde ik, zóó beslist, dat hij niet meer doorging met die vraag. „Dus, om vier uur kwam Hilary. Hoe lang ongeveer was jij in huls, Hilary?" „Tien' minuten", zei ik, vóór ik mij nog kon inhouden. Hilary wierp mij een woe denden blik toe. en knikte. „Ik vermoed, dat zij gelijk heeft", zei hij. „Het was waarschijnlijk tien minuten. Ik wist niet", voegde hij er. bitter, bij, „dat zij ons allemaal met een horloge controleerde, den geheelen middag." „Hilary", zei Adela, dadelijk, „ik vroeg zuster Keate mij te helpen bij het onder zoek naar Bayard's dood. Denk daar, alsje blieft, aan." Denk er alsjeblieft aan, kon zij even goed gezegd hebben, dat wij zuster Keate als vriendin moeten houden. Dat wij haar moe ten overtuigen, dat geen der Thatchers den moord gepleegd heeft. Dat wij elke vraaag, die zij ons wenscht te stellen, moeten be antwoorden. Hilary mompelde iets, wat op een ver dediging leek, en Allen zei nogal haastig. „Vier uur tien gaat Hilary weg." Zijn pen sputterde, toen hij het opschreef. „Dan komt Evelyn." Hij keek mij vragend aan. „Het was maar een paar minuten, nadat mr. Thatcher weggegaan was", zei ik. „Zij moet in huis gekomen zijn bijna precies om kwart over vier, en niet later wegge gaan zijn dan vier uur twintig". „Nadat Evelyn weggegaan was, zag u toen niemand voordat Janice en Adela samen terugkwamen?" „Niemand", zei ik, met beslistheid. „En Emmeline is volkomen zeker, dat niemand bij huis kwam, achter, gedurende den tijd tusschen Hilary's vertrek en Eve lyn's komst?" „Zij is er volkomen zeker van", zei Adela, en het kostte haar moeite. Dat was, 0111 Dave te beschermen, dacht ik bij mij zelf: ik begon nieuwsgierig te worden, wat zij zou doen met haar theorie van den inbre ker. Allen zat naar het papier te staren, „Je bent geen erge hulp, Hilary" zei hij „Volgens zuster Keate was je nauwelijks het huis uit, toen Evelyn kwam. Er zijn op zijn hoogst vier of vijf minuten tusschen het oogenblik, waarop jij, volgens je zeg gen, Bayard verliet, en hij in leven was, cn dat. waarop Evelyn, volgens haar bewe ren, hem dood vond". Ik keek naar Hilary. Wij keken allemaal iiaar Hilary. Hilary, die zóó noodlottig ver strikt zat in zijn eigen woorden. Zijn dikke gezicht was rood en glom Zijn oogen zagen er verschrikt uit. en ontwe ken onze blikken, en keken overal neen, behalve naar Allen. Hij haalde zijn zakdoek te voorschijn en veegde weer zijn gezicht af. Hij had de sigaret, die hij uit zijn zak gehaald had, niet aangestoken, en had die tusschen zijn zenuwachtig e vingers rondgedraaid, totdat ze slap en kapot was en de tabaksdraden op zijn keurige grijze broek waren terechtgekomen. Hij zei niets en Allen zei tenslotte, zachtjes: „Je zegt, dat jij hem in leven vond. Jij praatte het hem. Ben je daar zeker van, Hilary? Ben je er zeker van, dat hij nog leefde, toen je wegging?" „Allen", riep Evelyn, op een ontstelden toon. Zij draaide zich opeesn naar haar man. „Hilary, zij geven jou de schuld van Bayard's dood. Zij maken jou tot een moor denaar. Hoe kun je zoo spreken, Allen? Je weet, dat Hilary hem niet gedood heeft" „Ik weet er niets van, voor het bewezen is, Evelyn. Ik weet alleen zeker, dat iemand Bayard gedood heeft. En ik geloof, dat het goed is, dat wij achter de waarheid komen." Deze korte onderbreking gaf Hilary tijd om bij te komen. Ik vermoed, dat, met de wanhoop, de moed terugkeerde, en daar mee een zekere superioriteit. De achter dochtige verschrikte blik verdween, en hij keek Allen en ons allemaal open aan. „Ik geloof, dat je overspannen raakt", zei hij. „En ik zou wel eens willen weten, wie jou aangesteld heeft tot particulier detec tive, Allen. Je bent een erg-slechte, als je het mij vraagt. Kijk eens hier. Ik ben niet cte eenige, van wien het zeker is, dat hij hier in huis was, met. Bayard. vlak voor hij gedood werd. Zelfs afgezien van den inbreker want er moet een Inbreker ge weest zijn, want de juweelen zijn toch ge stolen waren er twee andere menschen, van wie elk evenveel reden had hem te dooden als ik het had Higby was er En Emmeline." IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5