(De vliegramp bij Senlis - Installatie Raad voor de Luchtvaart 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad |6 FEUILLETON Het huis der mysteries JAN KIEPURA EN T)E POLITIE. De bekende Poolsche tenor Jan Kiepura in Stockholm, waar hij door de politie tegen al te enthousiaste autogramraen-verzamelaars in bescherming werd genomen. Kiepura zingt een lied voor de politiemannen. HET VOORJAAR KOMT Op het terrein van de Haagsche IJsclub aanschouwden twee lammeren het levenslicht. Een lente-idylle. Uit het Engelsch door H. A. C. S. 45) Dr. Bouligny kwam heel spoedig; zijn dikke zwarte haar was in de war. zijn jas zat als een zak, zijn gezicht werd somber en geërgerd, terwijl hij luisterde naar wat wij zeiden, en hij naar Dave keek. Hij inam Adela's pols, herinner ik mij, en liet E*Ve- lyn wat wijn halen, en dreef ons allemaal de kamer uit en de bibliotheek in, meVde deur tusschen beic'.e gesloten. Adela ver zette zich nooit tegen hem, toen ook niet; zjj legde de slappe hand van den armen Dave voorzichtig op den rand van de rust bank, en gehoorzaamde dr. Bouligny. Ik deed, op zijn verzoek, de deur dicht, en volgde hen. Het onderzoek had maar een Paar rustige oogenblikken geduurd. ..Je moest maar dadelijk naar bed gaan, eh.wat broom nemen", zei hij tegen Adela. ..Dit houd je niet uit." Adela dronk enkele teugjes wijn, dien hZm1 Sehaald had- Ik hen steeds ver- oaasd geweest over Adela's vastberaden- f*ew op dat vreeselijke oogenbllk; maar ™en hielden allen zich nogal goed. Allen, zf.h e H"ary, en misschien had Hilary ian! me»er 'e verwijten; er moet de laatste j usschen hem en Dave een groote verwijdering gekomen zijn. d,j™,aarorrj stierf Dave?" vroeg Adela ,ïïall; die zijn raad van zich afschoof, hij niet gegeven was. Dr. Bouligny zag er afgetobd uit. Hij haalde zijn vingers door zijn dikke haar, dat hij nog meer in de war bracht. „Wij moesten maar allemaal gaan zitten en rustig praten. Hier. Hilary geef hem wat wijn. alsjeblieft, zuster Keate. Als jullie er op staat deze zaak heelemaal uit te pra ten, hier en nu Hij hield op, en keek angstig naar Adela. „Nou. misschien is het 't beste. Ben je er zeker van, dat je het alles verdragen kunt?" „Wat bedoel je, Daniël? Dave is dood mijn kleine broer..Adela's mond draaide een beetje met de woorden. Zij waren de eenig-hoorbare uiting van haar hart, dat door verdriet en pijn en wanhoop in be nauwdheid verkeerde. Het duurde een oogenblik, voor zij verder kon. Dadelijk daarop zei ze, en haar gezicht was grauw en leeg en opgezet, en haar oogen als een koude blauwe muur tusschen ons en haar gedachten, en haar stem min of meer streng en kalm: „Waarom stierf Dave? Zeg het mij, Daniël." Dr. Bouligny zuchtte zwaar. Ik gaf het kleine glas aan Hilary, die het nam, en den wijn. in een soort van verdooving, naar binnen goot. Ik geloof niet. dat hij zich be wust was, wat hij deed, of dat ik, aan wie hij zoo hevig het land had, hem te drin ken gegeven had. Hij scheen echter bij te komen; hij stond op, en kwam bij het tragische troepje, en begon, geloof ik, de kwestie van Dave's dood te beschouwen als iets, dat mogelijk in verband stond met ons verschrikkelijk probleem. „Dave stierf", zei dr. Beuligny, aan een te groote dosis veronal." „Veronal", zei Hilary, alsof hij buiten adem was. Hij was nog erg bleek en had niets van zijn gewone zelfvertrouwen. „Hoe kreeg Dave veronal? Waarom nam hij het?" „Ik weet niet, waar hij het vandaan kreeg", zei dr. Bouligny. „Janice, beste, heb je er tegen, een paar vragen te beantwoor den? Je begrijpt, dat ik mijn verklaring voor den lijkschouw moet opmaken." „Wat is er?" Het meisje was als een klein wit standbeeld in haar witte japon; haar handen grepen elkaar, min of meer wanhopend, vast, als om het trillen ervan tegen te gaan, maar overigens hield zij zich verwonderlijk dapper. „Over Dave", zei hij. „Hoe voelde hij zich den laatsten tijd?" „Wel zoowat als gewoonlijk, geloof ik", zei Janice langzaam. „Sliep hij goed?" „Ik weet het niet. Hij sliep nooit goed, maar ik heb hem den laatsten tijd niet hooren klagen. Je weet, hij brengt zooveel van zijn tijd hier in zijn studeerkamer door. En wij storen hem nooit. Ik geloof toch, dat luiZij hield op. „Dat hij iets innam, om te slapen?" vroeg dr. Bouligny. „Ja, ik geloof van wel", zei ze. „Maar hij zei het mij nooit, en ik heb niets gezien, hoewel ik er op gelet heb." „Heeft hij niet gezegd, dat hij den laat sten tijd wat moeite had met zijn gezicht?" „Ja", zei Janice, „een beetje. Hij had geen lust in lezen. En eens of twee keer zei hij, dat de dingen onduidelijk werden." „En hoe was het met zijn spreken? En met zijn loopen? Was hij wat langzaam in zijn spreken? Leek het ook, dat hij in zijn bewegingen wat onzeker was?" Ik had een verlangen om dr. Bouligny te antwoorden, daar ik begreep, wat hij be doelde en verwonderd was, dat ik het niet eerder bij Dave gezien had. Maar Janice zei aarzelend; „Ja. Een beetje. Hijo, hij is heele maal zichzelf niet geweest, dr. Dan." Dr. Bouligny keek een oogenblik naar het kleed, terwijl hij zijn vingers door zijn dikke haar haalde. „Ik weet niet, hoe het komt, dat ik het niet zag", zei hij langzaam. „Jullie moest het mij gezegd hebben ik was mij niet bewust „Wat is er, Daniël?" zei Adela. Hij keek aarzelend naar haar. „Ik moet hard tegen je zijn. Adela", zei hij. „Maar ik vind, dat je het weten moet. Je moet begrijpen, dat Dave was dat hij aan bedwelmende middelen verslaafd was." „Bedwelmende middelen", zei Adela, alsof zij slechts woorden herhaalde zonder er iets van te begrijpen. „Verslaafd." „Ja", zei dr. Bouligny, op een origeluk- kigen toon. „Hij nam veronal. Hij moet tenslotte te veel hebben genomen. Arme kerel. Ik kon hem genezen hebben, als ik het bijtijds geweten had." Adela stond overeind. Haar oogen waren niet langer dof en koud, zij schitterden een blauw vuur uit. Er was werkelijk woede in haar oogen en in haar gebroken stem, toen ze zei: „Veronal! Veronall En jij kon hem ge nezen hebben!" Dr. Bouligny, wiens oogen medelijden uitstraalden, knikte met zijn groote hoofd. „Ik had het kunnen genezen, Adela", zei hij, vriendelijk, „Maar ik wist het niet. Dave is al zoo lang eenigszins onwel geweest ik zag het niet in, en niemand van jullie wist het. Als het morphine of cocaïne, of een van die bedwelmende middelen geweest was, zou ik heelemaal niet zeker geweest zijn van succes. Maar veronal ik kon hem van die gewoonte afgeholpen hebben." Dit was de tweede keer, dat ik Adela zag wankelen. Haar kracht ,die als een rots zoo sterk was, liet haar heelemaal in den steek; zij zakte weer in haar stoel neer, haar zware lichaam was slap en oud, haar gezicht eveneens, haar oogen waren ge sloten. „Zij krijgt een flauwte", zei dr. Bouligny. „Evelyn, help hij." Adela beduidde met haar stompe witte handen, dat zij van haar af moesten blij ven. „Nee, nee. laat me." Er was zóó iets heftigs, zóó iets bevelends in haar gebaar, dat Evelyn en dr. Bouligny en ik, zonder het te willen ons inhielden. Na Adela een oogenblik gadegeslagen te hebben, ging dr. Bouligny weer in zijn stoel zitten, en Evelyn ging weer naast Janice staan. Allen, groot en bruin en ernstig, stond wat op den achtergrond, en den geheelen tijd staarde hij naar Janice. „Zoo gaat het altijd", zei dr. Bouligny. „Dat is het gevaarlijke van veronal. Het is, om zoo te zeggen, een volkomen ongevaar lijk middel. Maar wanneer het een tijd lang genomen wordt, is de uitwerking niet, dat de patiënt het gaat verdragen, zooals bij voorbeeld bij morphine het geval is. En tegelijkertijd heeft veronal de neiging wat van zijn kracht te verliezen, wanneer het een gewoonte wordt, om het te gebruiken. Daarom is de patiënt geneigd de hoeveel heid te vergrooten, en een overmatig- groote hoeveelheid, dikwijls gebruikt, is gewoonlijk fataal. Daarom, dat men zoo dikwijls van sterfgevallen hoort, tengevolge van veronal." Hij praatte zenuwachtig, ter wijl hij met zijn hand langs zijn zware kin wreef en naar Adela keek. Hilary schraapte zijn keel. „Het is een vreedzame dood. is het niet, Dan?" (Wordt vervolgd). DE VLIEGRAMP RI.J SENLIS. Een onderzoek door een commissie van het Fransche ministerie van Luchtvaart ter plaatse. EEN IIONDERDJ.VRIGE IN CULEMBORG. De weduwe van Wijngaarden- Meegoes vierde haar eeuwfeest. Vrijwel alle inwoners vajn het Geldersche stadje deelden in de feestvreugde. Burgemeester Keestra klinkt op de gezondheid van het oudje. IETS NIEUWS UIT SCHOTLAND. Eeu hoed in de Schctsche kleureD, van houtpapier en toch waterdicht. INSTALLATIE VAN DEN RAAD VOOR DE LUCHTVAART IN DE STATENZAAL VAN HET DE- P.V.RTEMENT VAN WATERSTAAT door den minister van Waterstaat. V.r.n.l. zittend: kolonel Wallaardt Sacré, dr. W. Groeneveld Meyer, ir. Jongbloed, mr. dr. Kooien, (voorz.), jhr. ir. van Lidthü de Jeude, jhr. van Karnebeek, oud-minister Donner, vice-admiraal Schorer en kolonel Heeris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5