"Waar de Vrouw belang in stelt
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 14 Januari 1937
Moeder
is m'n kameraad!
Psychologie van de opruiming
bü VLASVELD
Een oud ideaal, dat nog altijd
waard is te worden „bekeken"
en verwezenlijkt.
„Mijn moeder een dame? Nee hoor, ge
lukkig niet!" hoorde ik eens een van m'n
jongens tegen een vriendje zeggen, toen hij
zich onbespied dacht. De heftigheid, waar
mee hij t zei, deed me eerst in lachen uit
barsten en later aan tafel serieus vragen,
wat volgens hem een „dame" was! Hij
kreeg een kleur en trok een erg potsierlijk
pruimenmondje. Toen draalde hij z'n bo
venlijf nuffig heen en weer en zei: „Nou
zoo n démetje met poeier op d'r neusje, die
altijd maar boodschappen doet en dan zegt:
ik heb n u geen tijd jongenlief".
Het beeld was werkelijk verbluffend juist
en ik moet bekennen, dat ik even een warm
gevoel van dankbaarheid kreeg, bij de ge
dachte. dat ik dit type „dame" niet verte
genwoordigde.
Het oude spreekwoord, dat kinderen en
gekken de waarheid zeggen, gaat nog altijd
zuiver op en hier had een wilde bengel, van
wien je geen oogenblik denken zou, dat hij'
de dingen zoo raak voelde, een felle waar
heid gezegd.
Gelukkig beging lk niet de dwaasheid,
verder op 't onderwerp in te gaan en m'n
jongen tot paedagoglsch-psychologisch
proefkonijn te verheffen door verder aan
zijn oordeel te onderwerpen de vraag, hoe
een moeder dan wél moest zijn, als ze
geen „dame" zijn mocht. Maar de gedachte
liet me niet spoedig los, lk wilde voor mezelf
uitzoeken, hoe dat Ideaal, dat we de moder
ne moeder noemen, er eigenlijk uitziet.
Want waar of niet, vrouwen en moeders,
die dit leest U en ik hébben toch nog
onze idealen op dit gebied?
Natuurlijk èngelukkig!
Toen we verloofd waren en ons in stille
oogenbllkken, liefst als we alleen waren en
onze gedachten den vrijen loop konden
laten, ons het gezinsleven van later indach
ten, heeft één groot ideaal ons bovenal voor
oogen gestaan: een vriendin, een kameraad
te zijn voor onzen kinderen! Een oog, dat
zuiver, onbevooroordeeld hun deugden en
gebreken, hun tekorten èn onze eigen zag,
een hand, die steeds klaar was om te hel
pen, te schikken, een hoofd, klaarwakker
cm uit te denken hun moeilijkheden, een
hart, waaraan ze altijd zouden komen uit
rusten als 't leven hen hard en bitter be
handeld had!
Ja, dat is ons ideaal geweest, te sterker
naarmate wij werkelijk huiselijk en ge
zinsleven zagen als een onverbrekelijk ge
heel, als een gouden vage droom niet
alleen, maar als een lange liefdedaad, die
te verwezenlijken, te leven zou zijn!
En de praktijk' Zijn we echt de kame
raden van onze kinderen geworden, en
gebleven? Of zijn we afgeweken ter rech
ter- of ter linkerzijde? Ofwas de be
doeling wel goed en zuiver, maar de prac-
tijk zóó ontzettend moeilijk, dat we telkens
tekort schoten? Ik geloof, dat dit laatste
't geval was, zooals trouwens bij alle idea
len in het menschenlevenwe streden er
voor. we haakten ernaar, maar het leven
drukte zwaarder en allengs zijn we moe
geworden en zijn we het ideaal gaan zien.
als in een nevel, vaag of„zoo nu en
dan maar eens".
Drie gevaren dreigen de moderne vrouw,
die graag een ideaal-moeder voor haar
kinderen wil zijn, maar die midden in dezen
tijd staat en dus al de moeilijkheden hier
van met zich en in zich meedraagt.
Drie gevaren: ze kan door zorgen ge
drukt en benauwd tè veel huissloof
worden, tè veel opgaan in die eene dwang
gedachte: hoe houd ik, met zóó weinig of
met heelemaal geen hulp, mijn huis schoon
en netjes, mijn verstelmand „bij", mijn ge
zin op peil? Hoe bereik ik, week in week
uit, door den langen, moeilijken winter
heen en dan weer door den zomer en
steeds maar door. dat bijna-onmogelijke,
dat ik „de beide eindjes aan elkaar knoop"
tn nog zoo goed mogelijk de daling van
mijn gezinspeil tegenhoud? Hoe blijf ik de
opgewekte, montere levensgezellin van
mijn man, die óók vechten moet tegen het
bijna al te zware, hoe blijf ik vroolijk, hoe
kóm ik erdoor?
En als die dwanggedachte gesplitst
in zoo talloos vele benauwenissen.' maar
tóch ln wezen één haar al te zeer ver
vult, als ze niet geleerd heeft met al haar
krachten haar lot in Hoogerhand over te
geven en bij den dag te leven, dan kan
het niet anders of de Ideaal-moeder, de
vroolijke kameraad schrompelt ineen en
verdwijnt achter het zorgelijk masker van
het huissloofje.
Tweede gevaar: de moeder, en dan ln
hoofdzaak wel zij. die het financieel niet
zoo moeilijk heeft, drijft inderdaad te veel
af naar het „dame"-type, dat m'n rakker
van een jongen schetste. Dit afdrijven is
ln een overgangstijd als de onze heusch
volkomen begrijpelijk en niet zóó harte
loos, als men op 't eerste gezicht geneigd
is te meenen. De huishouding is gemak
kelijker, practischer en dus eenvoudiger
geworden, de vrouw met een niet al te
groot gezin, die er bovendien een meisje
op na kan houden, heeft wanneer ze
werkelijk wil en alles niet tè peuterig aan
pakt zeer zeker iederen dag haar vrijen
tijd. Hoe gemakkelijk is het niet, om die
zekere mate aan vrijheid uit te gaan buiten
voor het eigen leventje, van jonge vrouw,
die geen zorgen heeft, die zich kan ont
wikkelen, haar uiterlijk verzorgen, haar
ontspanning nemen en dit zélfs aan haar
omgeving verplicht is! Het gevaar ligt hier
niet in de ontspanning, niet ln den vrijen
tijd en allerminst in het gepoederde neusje
van de „dame"het gevaar ligt in dat
laatste zinnetje: ik heb nu geen tijd,
jongellef.
Het gevaar ligt in l^pt teveel, ln het zóó
opgaan in het vrije, moderne leven, dat er
van de moeder-als-kameraad wèl de spor
tieve frischheid maar niet de voortdurende
toewijding overblijft. Dat de kameraad er
is. zeker, maar de moeder
En dan tenslotte het derde gevaar en
dót is in onzen tijd lang niet denkbeeldig.
We kunnen neen, lacht u niet, want 't
is ernst we kunnen „moeders met bloc-
note's" worden. Moeders, die zich blind
staren op de eigenaardigheden van haar
kinderen, die ieder trekje noteeren om
hieruit leering te putten vcor de opvoe
ding, die met den vader der kinderen of
met anderen in voortdurend debat zijn
over 't een of ander paedagoglsch pro
bleem! Moeders, die 'tzoo akelig goed en
volmaakt en wetenschappelijk willen doen,
dat het kind schuw en beklemd wordt on
der zóóveel moederlijke zegeningen! Moe
ders, die een teveel geven, die al te zeer
moeder, tè weinig gewóón mensch en dus
kameraad zijn!
Ik geloof, dat we de moeder-als-kame
raad moeten zien als een gelukkige twee
eenheid: zij is in de eerste plaats moeder
en dat houdt in, dat haar toewijding voor
haar kinderen steeds levend en wakker is,
dat zij zich geeft, iederen dag opnieuw
en geheel en al. Zij is in de tweede plaats
kameraad en dat beteekent, dat zij een
gewoon, een gezond-denkend, natuurlijk
mensch is, die met haar kinderen kan
praten, kan meevoelen, zooals een gelijke
dit zou doen. Dat zij naast hen staat, niet
alle moeilijkheden vóór hen en achter hen
opruimend, maar hen óók latend hun eigen
lasten, opdat zij hierdoor gestaald zullen
worden voor hun lateren levensstrijd. Dat
zij ook kijken kan door hun oogen, voelen
kan als een kind, lachen kan als zij en
schreien kan om hun leedmaar dan
weer als een moeder, die door haar eigen
tranen, die van haar kinderen droogt.
Dat is de kameraad-moeder. Een hoog
ideaal, maar niet onbereikbaar, omdat het
een menschelijk ideaal is. Een ideaal uit
onze eerste huwelijksjaren, dat nog altijd
wèl waard is. dat we 'tnog eens uit, de
„lappendocs der illusies" naar voren halen
en het bekijken in het licht van onze
dagelljksche werkelijkheid!
Kentering der tijden: de „hyena-vrouwen" verscheurden
elkander, de nieuw-zakelijken doen zakenl Enkele prac-
tische tips voor haar, die gaan winkelen: overleg is het
halve werk!
RHEMONDA.
Sensatie op sensatie flitst en tintelt door
de vrouwenwereld! Nauwelijks Immers zijn
we bekomen van onze gezellige spanning
bij het luisteren naar de radio-uitzendin
gen, die het huwelijk onzer geliefde Prinses
aan den volke kond deden, met alle
joyeuze entourage van bruldstollet, gouden
koets, gejuich en gejubel uit den Haag
nauwelijks beginnen onze hartelijke en
uitbundige wenschen voor het geluk van
die hooge Vrouwe, die toch één van ons is,
te verklinken, of.een nieuw onderwerp
van gesprek kondigt zich aan en wordt
met enthousiasme aangegrepen!
Uitverkoop, of Zooals het thans offi
cieel heeten moet opruiming! Neen, niet
alleen een onderwerp van gesprek, maar
een prikkel tot de daad (wat in het leven
nog altijd véél belangrijker is!) doemt hier
voor ons op.
We hebben er dit Jaar lang op moeten
wachten, dat de overbekende enorme bor
den met 't woord: „Opruiming" aan de
gevels der groote warenhuizen verschenen,
ruim een w-eek later dan anders, maar we
hebben 't nauwelijks gemerkt, omdat die
andere emotie onze harten gevangen hield.
Maar nü is 't dam zoover, nu hebben wij
vrouwen weer onzen zin. We mogen weer
in de file staan, totiiet paleis onzer droo-
men geopend wordt, we mogen grabbelen
en graaien in bergen lapjes, we mogen
onze echtgenooten tot wanhoop drijven
door ze met totale negatie hunner
overige ongetwijfeld voortreffelijke kwali
teiten! slechts voor de komende vier
weken als lastdieren te benutten, we
mogen het geduld van den verkooper, die
zich in het zweet zijns aanschijns temid
den van onze zrwaaiende armen en para-
pluie's op de been tracht te houden, be
stormen om .allemaal 't zelfde lapje"
we mogenstop!
Is het in den kersverschen jare 1937
eigenlijk nog wel zóó gesteld met het ver
schijnsel der opruiming?
Eerlijk gezsgd, dames, ik geloof er niets
vanal is de voorstelling van de vrou
wen die op het beroemde voorbeeld uit
Schiller's Glocke tot hyena's worden op
het gezicht van een stapel kleurige cou
pons wél humoristisch en al heeft onze
teekenares het allerleukst in beeld ge-
brachtl
Maar de werkelijkheid is totaal anders.
Het verschijnsel „opruiming" als we 't
in onze psycholcgisch-gswichtige eeuw nog
maar eens zoo plechtig mogen uitdrukken!
heeft langzamerhand een omzwenking
doorgemaakt van kinderlijk vrouwenver-
maak tot serieuze, werkelijk nuttige bezig
heid en de moderne dame, die thans in
Januari een paar dagen van haar kost
baren tijd uittrekt om te gaan winkelen,
is werkelijk een héél ander type geworden
dan de „koopjesjaagster" van vroeger.
Deze laatste heugt ons nog als de dag
van gisteren. Meestal was 't een buurvrouw
met véél temperament, die haar huis altijd
„oer-knus", maaT nooit zoo erg netjes had,
die lederen dag verscheen in een ander
blousje, dat ze zelf haastig „in elkaar had
gegooid", die vreeselijk lief en goedhartig
was, maar haar mond geen moment kon
stilhouden, cn die je altijd afschuwelijk
stond op te houden, als ze in den tuin over
de heg geleund, haar uiteenzettingen over
het leven in 't algemeen en over de
„koopjes" in 't bijzonder begon af te steken.
Eerst was die „gelukkige", die altijd met
de allervoortreffelijkste „occasions" aan
kwam dragen voor minstens de helft goed-
kooper dan welke andere buurvrouw of
kennis ook, Je een steen des aanstoots en
een traan van zelf-verwljt want als je
't ook eens wou probeeren om in een uit
verkoop het allergoedkoopste weg te halen
dan zag Je al van tevoren haar spottend
opgetrokken lip bij de verpletterende uit
spraak: „Kindlief, wel aardig, maar vécl
te duur!" en dan zonk al bij voorbaat de
moed je in de schoenen. Totdat op zekeren
dag je eigen man (Ja, wéar mannen toch
al niet goed voor kunnen zijn) Je op zijn
kalme manier de oogen opende door (als
Je in volslagen uitverkoops-moedeloosheid
terneer zati de opmerking te maken: „En
tóch ga jij heel wat beter gekleed dam die
wervelwind van hiernaast en goedkooper
ook, daar wil lk om wedden!"
Toen ben Je gaan nadenken enwon
derbaarlijk, maar hij had gelijk! Je bent
werkelijk gaan inzien, dat de echte ouder-
wetsche „koopjes jaagster" bijna nooit
degelijk, charmant, onberispelijk gekleed
gaat! Daarvoor beschouwt ze het lieele
opruimingsverschijnsel tè veel als een gokje,
als een „kans op de honderdduizend",
daarvoor houdt ze té weinig het hoofd koel,
laat ze zich tè veel meesleepen door de
uitverkoop-roes! En daarom.... is 't een
zegen voor de maatschappij, dat deze prik
kelende wervelwind-gestalte „de koopjes
jaagster" bezig is, radicaal te verdwijnen!
Hoe komt dit? Wel natuurlijk in de
eerste plaats omdat wij vrouwen niet zoo
kinderlijk meer zijn, omdat wehm!
langzamerhand volwassen worden. Omdat
we ons een nieuwe zakelijkheid hebben
aangemeten, die ons véél bekoorlijker staat
dan onze oude kinderlijke koopjesverruk
king! En ook komt het natuurlijk door den
verstandigen maatregel van den wetgever,
die de opruimings-perlode heeft afgeba
kend tot enkele weken per jaar en meer
nietaldus een nuchter, zakelijk ver
schijnsel ln 't leven roepend inplaats van
de voortdurende, enerveerende spanning
van „koopjes 't heele jaar door."
We weten nu, waar we aan toe zijn! We
weten, dat de groote magazijnen gedurende
deze vier weken zooveel mogelijk hun
voorraad kwijt moeten om weer nieuw te
kunnen aanschaffen. We weten, dat weken
lange, serieuze inventariseering en voor
bereiding aan deze opruiming zijn vooraf
gegaan, dat alles vooral confectie, die
een tikje incourant, niet meer moduis, niet
geheel frisch meer is, vooral overgeschoten
lappen natuurlijk en verder alles, wat in
den loop van 't vol-seizoen is blijven liggen
stukken lager is geprijsd dan gewoonlijk,
maar dat een opruiming geen liefdadig
heids-instelling en geen loterij is. Alle waar
is naar z'n geld, dit moeten we ons vooral
in deze weken goed inprenten!
En laten we dan maar kalm erop los
trekken om „koopjes te halen".... Maar
vooral kalm!
Laten we in de eerste plaats maar geen
moeite doen om in de file te gaan staan,
want wat geeft het? Zou juist de „Jumper
met het kleine weeffoutje", die voor ons
bestemd is, in de eerste vijf minuten weg
vliegen? Zouden dé allerbeste zijden kou
sen, waarvan we gedroomd hadden, er om
tien uur al niet meer zijn? Welnee, lieve
dames, er is tijd van leven! Een der groote
warenhuizen te Amsterdam bijv. waar we
eens even ons lioht opstaken over de op
ruimingsperiode, heeft in alle groote ste
den, waar zij gevestigd is, een honderdtal
extra verkoopsters geëngageerd, die u mèt
den gewonen staf, vlot en vlug zullen af
helpen, en het blijkt, telkens weer, dat de
middagen het drukste zijn. De meeste
vrouwen hebben dus werkelijk het „gok-
instinct", de „sensatie van de honderdui
zend" verloren en wachten kalm haar
beurt af.
En waarom ook niet? Laten we ln dit op
zicht nu eens echt nieuw zakelijk" zijn.
Laten we (ja, waarom dezie psycholo
gische bespiegeling niet geëindigd met een
paar practische opmerkingen?) laten v/o
in de eerste plaats wanneer we ons wil
len opmaken om ter opruiming te gaan
eens rustig een uurtje doorbrengen
neen niet voor de étalages, maar voor onze
eigen kleerkast.
Laten we er een stuk papier en een pot
lood bij nemen en precies noteeren welke
onderdeelen van onze garderobe aanvul
ling of vernieuwing behoeven. Is die bont
kraag nog frisch? Zijn er Jurken bij, die
schreeuwen om een nieuw kraagje, een
aardig knoopengarnltuur. een corsage?
Hoe is onze kousenla voorzien? Hebben we
de juiste tinten bij leder toiletje of
Nu de linnenkast? Raken we soms door
onze onderkleedilng heen? Zouden een paar
pyama's enkele camisooltjes, wat zaddoe-
ken ons welkom zijn? En hoe staat het
met de bezittingen van echtgenoot en kin
deren, als we die bezitten?
Onze huishoudkast volgt als vanzelf.
Hebben die stapels lakens, sloopen, thee
doeken, handdoeken, waschhandjes een
kleine versterking hunner gelederen noo-
dig? En tenslottezijn er misschien
jarigen „lil aantocht", die een aardig
handwerk, een andere kleinigheid, een
bijzondere attentie op prijs zouden stel
len?
't Wordt een middag van diep gepeins
misschien, maarde hersens werken en
het potlood doet goede diensten. En als we
klaar zijn met onze overpeinzingen en te
gelijkertijd een beetje stijf en koud gewor
den van 't hurken bij de kasten, dan gaan
we nog een extra half uurtje doorbrengen
beneden bij de warme kachel. We schenken
ons dan een kop thee in en noteeren op
onze lijst de prijzen, die we voor de ver
schillende „koopjes" desnoods willen be
steden. Dan gaan we eens aan 't rekenen
en kijken of de begrooting ons budget niet
te boven gaat.
Misschien moet er geschrapt worden,
misschien zal een minder belangrijk ding
moeten sneuvelen voor iets, dat we drin
gend noodlg hebben!
En daneen frissche dag genomen
liefst één waarop we 't niet zoo erg
druk hebben en goed uitgerust zijn en
ter opruiming getogen! We hebben, in deze
kalme stemming en met deze zakelijke
basis, zoo niet honderd, dan toch zeker
tachtig procent kans, dat we werkelijk
profijt hebben van onzen tocht en zullen
niet zóó gemakkelijk ten prooi vallen aan
den „opruimingsroes", die heusch ook in
onzen tijd nog niet dood is, maar die op
den loer ligt om vrouwen tot hyena's en
wat erger is! tot volslagen dwazen te
maken I Al is 't dan ook weer niet zoo héél
erg, als we eens met 'n enkel „spotkoopje"
thuis komen, waarvan we ons na twee
dagen verwonderd afvragen: „Maar waar
om heb ik dèt ln 's hemelsnaam ge
kocht?"
De vrouw blijft nu eenmaal vrouw
Gelukkig maart
ZONDAG: kop bouillon, kalfsoesters,
bloemkool, warme gem'oerpudding met
vanillesaus.
andijviesla.
MAANDAGkerryschotel,
gevulde beschuitbollen.
DINSDAG: groentesoep, varkenskarbona
den. savoyekool. aardappelen, vruchten.
WOENSDAG: rojpens. appelmoes, aard-
cppelen. trommelkoek.
DONDERDAG: gehakt. spruitje-, aard
appelen. vruchtensla.
VRIJDAG: gestoofde visch. aardappel-
purée. worteltjes, havermoutpap.
ZATERDAGerwtensoep,
ding. abrikozen.
griesmeelpud-
WARME GEMBERPUDDING
(5 a 6 personen).
Binocdied: 250 er. wit brood zonder korst,
300 gr natte gember. 3 groote eieren. 4 dX.
melk. 50 gr boter. 75 er. suiker, zout naar
smaak.
Van melk en brood een dikke broodpap
koken. De boter in een kom roeren tot ze
zacht is. de eierdooiers de suiker, de brood
pap en de kleingesneden gember er door
roeren en het laatst het stijfgeklopte eiwit
ermee vermengen. Alles overdoen in een
warmen puddingvorm, die met boter inge
smeerd is en met paneermeel of beschuit-
kruim bestrooid. De pudding 1uur au bain
Marie laten koken. Voor het opdoen even
laten uitdampen.
GEVULDE BESCHUITBOLLEN.
Benoodigd: 8 beschuitbollen. 8 appelen,
30 gr. krenten. 30 gr. rozijnen, suiker, kt-
neel, boter.
Van de appelen met de krenten en rozij
nen appelmoes koken. Deze op smaak af
maken met suiker. Van de bollen het kapje
afsnijden Ze voorzichtig uithollen en met
de appelmoes vullen. Het kapje er weer
opleggen ze aan alle kanten m. boter bestrij
ken. suiker en kancel erop strooien en ze
op een bakblik in den oven zetten tot ze
croouant geworden zijn.
Ecnige toelichting bij de recepten.
Voor de kerryschotel het soenvleesch van
de bouillon van den vorigen dag gebruiken.
De beschuitbollen kunnen in den oven
gezet worden als de kerryschotel eruit is,
zoodat men dan nog van de warmte gebruik
maakt,
Het laatste menu is geschikt wanneer
men weet. op het laatst van den middag
weinig tiid te hebben zich met het eten
bezig te houden. De pudding en de abriko
zen worden 's morgens klaargemaakt De
soep wordt op een klein vuur warm gehou
den óf in de hooikist, óf in kranten.
De abrikozen behoeven als ze 24 uur ge
weekt hebben maar heel kort te koken.
Voegt men de suiker aan het weekwater
toe. dan worden ze bovendien zoeter.
VOOR HET MENU
AARDAPPELEN direct besteld
8769
OUDE XIIIGa 120
Ttu 7")
DOEZCUTBQOT 22
tcl.-u2s
LBDEN
(lngez. Mcd.)
Vegetarische menu's.
ZONDAG: roerei op gebakken brood,
andijvie, aardappelen met botersaus, röd-
gröd met vanillesaus.
MAANDAG: hutspot met witte boonen,
gebraden appelen.
DINSDAG: witte booneneoep met groente
drie ln de pan.
WOENSDAG;,jachtschotel van bruine
boonen. vanilievla met appelmoes.
DONDERDAG: gebakken eieren, gebak
ken aardappelen andijviesla. Deensche rijst.
VRIJDAG: groentesoep, zoete appelen,
omelet.
ZATERDAG: stamppot van rauwe andijvie
braadschotel met krenten en roziinen.
RECEPTEN.
RöDGRöD (6 personen).
Benoodigd: 6 dX. bessensap. 4 dX. water,
120 gr. griesmeel, 200 gr. suiker.
Bessensap en water aan de kook brengen
dan de griesmeel. die met de suiker ver
mengd is erin strooien.
Door laten koken tot puddingdikte (de
bodem van de pan moet bij het roeren te
zien zijn) en van het vuur zoo lang met een
garde kloppen tot de pudding licht van
kleur wordt en luchtig. Overdoen ln een
met water omgespoelden vorm.
JACHTSCHOTEL VAN BRUINE
BOONEN (4 personen).
Benoodigd: 6 kopjes gaargekookte boo
nen. 2 flinke uien. 3 K G. koude aardappe
len. i 4 d.L. melk. 80 gr. boter, zout,
peper, paneermeel.
Van de aardappelen met de melk aard
appelpuree maken. De uien snipperen en in
3/4 deel van de boter lichtbruin bakken. In
een vuurvasten schotel laag om laag puree,
uien en boonen leggen, zoodat de puree
bovenop komt Bestrooien met paneermeel
en de rest van de boter in stukjes verdeeld,
erop leggen. Het schoteltje in den oven
bruin laten worden.
ANDIJVIESLA
Benoodigd: 2 struiken gele andijvie. 2
eieren. 4 lepels olie, 2 lepels azijn, peper,
zout.
De andijvie heel fijn snUden, wasschen
en voorzichtig uitdrukken in een schoonen
doek. Van de eieren enz. slasaus maken en
hiermee de andijvie pirn. 1 uur vin te
voren vermengen. Naar verkiezing met
plakjes tomaat garnceren.
Eenige toelichting bij de menu's.
De witte boonen voor den hutspot worden
als de stamppot klaaj is er doorgeroerd en
even meegestoofd. De dubbele hoeveelheid
wordt gekookt voor de soep van den vorigen
dag.
Voor de boonensoep een flinke hoeveel
heid soepgroente toevoegen, als de boonen
füngekookt of flln gemaakt ziln. of als de
soep gezeefd is en 3/4 uur laten meekoken.
In de groentesoep veel ritst of vermicelli
(havermout) en soepgroente gaarkoken Af
maken met maggl's aroma (dit is absoluut
vegetarisch) of met marmite en een flink
stuk boter.
Voor den stamppot met rauwe groente
eerst aardappelpuree maken, dan zeer klein
gesneden, goed gewasschen en uitgelekte
groente erdoor roeren en vijf minuten
meestoven. Voor 4 personen zijn 2 k 3 strui
ken andijvie voldoende.
N.B. Wij hebben voor de eerste twee
weken van Januari behalve de gewone
vleeschmenu's voor iederen dag ook nog een
extra vegetarisch menu 'gegeven, zóó sa
mengesteld. dat de voedingswaarden ervan
niet voor de menu's met vleesch behoefde
onder te doen. Dit kunnen wij niet iedere
week volhouden. WIJ zullen echter door
gaan met geregeld iedere week bit de ge
wone menu's nog een viertal vegetarische
menu's te geven, die desgewenscht op en
kele dagen ln die week de gewone kunnen
vervangen. Voor gezinnen, die geheel vege
tarisch leven, kunnen dan op de andere
dagen onze vleeschmenu's gemakkelijk
vegetarisch worden gemaakt door het
vleesch of de visch weg te laten en hiervoor
in de plaats desgewenscht eieren te geven.
Het spreekt vanzelf dat de menu's met
neulvnlchten. stamppot e.d. het zemakke-
111 kst het vleesch kunnen ontberen. Om od
vleeschlooze dagen tóch iets pittigs te heb
ben. worden de gewone gekookte aardap
pelen met succes door gebakken aardappe
len. pommes frites of aardappelcroauetten
vervangen.
23