"Waar de Vrouw belang in stelt LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 14 Januari 1937 Moeder is m'n kameraad! Psychologie van de opruiming bü VLASVELD Een oud ideaal, dat nog altijd waard is te worden „bekeken" en verwezenlijkt. „Mijn moeder een dame? Nee hoor, ge lukkig niet!" hoorde ik eens een van m'n jongens tegen een vriendje zeggen, toen hij zich onbespied dacht. De heftigheid, waar mee hij t zei, deed me eerst in lachen uit barsten en later aan tafel serieus vragen, wat volgens hem een „dame" was! Hij kreeg een kleur en trok een erg potsierlijk pruimenmondje. Toen draalde hij z'n bo venlijf nuffig heen en weer en zei: „Nou zoo n démetje met poeier op d'r neusje, die altijd maar boodschappen doet en dan zegt: ik heb n u geen tijd jongenlief". Het beeld was werkelijk verbluffend juist en ik moet bekennen, dat ik even een warm gevoel van dankbaarheid kreeg, bij de ge dachte. dat ik dit type „dame" niet verte genwoordigde. Het oude spreekwoord, dat kinderen en gekken de waarheid zeggen, gaat nog altijd zuiver op en hier had een wilde bengel, van wien je geen oogenblik denken zou, dat hij' de dingen zoo raak voelde, een felle waar heid gezegd. Gelukkig beging lk niet de dwaasheid, verder op 't onderwerp in te gaan en m'n jongen tot paedagoglsch-psychologisch proefkonijn te verheffen door verder aan zijn oordeel te onderwerpen de vraag, hoe een moeder dan wél moest zijn, als ze geen „dame" zijn mocht. Maar de gedachte liet me niet spoedig los, lk wilde voor mezelf uitzoeken, hoe dat Ideaal, dat we de moder ne moeder noemen, er eigenlijk uitziet. Want waar of niet, vrouwen en moeders, die dit leest U en ik hébben toch nog onze idealen op dit gebied? Natuurlijk èngelukkig! Toen we verloofd waren en ons in stille oogenbllkken, liefst als we alleen waren en onze gedachten den vrijen loop konden laten, ons het gezinsleven van later indach ten, heeft één groot ideaal ons bovenal voor oogen gestaan: een vriendin, een kameraad te zijn voor onzen kinderen! Een oog, dat zuiver, onbevooroordeeld hun deugden en gebreken, hun tekorten èn onze eigen zag, een hand, die steeds klaar was om te hel pen, te schikken, een hoofd, klaarwakker cm uit te denken hun moeilijkheden, een hart, waaraan ze altijd zouden komen uit rusten als 't leven hen hard en bitter be handeld had! Ja, dat is ons ideaal geweest, te sterker naarmate wij werkelijk huiselijk en ge zinsleven zagen als een onverbrekelijk ge heel, als een gouden vage droom niet alleen, maar als een lange liefdedaad, die te verwezenlijken, te leven zou zijn! En de praktijk' Zijn we echt de kame raden van onze kinderen geworden, en gebleven? Of zijn we afgeweken ter rech ter- of ter linkerzijde? Ofwas de be doeling wel goed en zuiver, maar de prac- tijk zóó ontzettend moeilijk, dat we telkens tekort schoten? Ik geloof, dat dit laatste 't geval was, zooals trouwens bij alle idea len in het menschenlevenwe streden er voor. we haakten ernaar, maar het leven drukte zwaarder en allengs zijn we moe geworden en zijn we het ideaal gaan zien. als in een nevel, vaag of„zoo nu en dan maar eens". Drie gevaren dreigen de moderne vrouw, die graag een ideaal-moeder voor haar kinderen wil zijn, maar die midden in dezen tijd staat en dus al de moeilijkheden hier van met zich en in zich meedraagt. Drie gevaren: ze kan door zorgen ge drukt en benauwd tè veel huissloof worden, tè veel opgaan in die eene dwang gedachte: hoe houd ik, met zóó weinig of met heelemaal geen hulp, mijn huis schoon en netjes, mijn verstelmand „bij", mijn ge zin op peil? Hoe bereik ik, week in week uit, door den langen, moeilijken winter heen en dan weer door den zomer en steeds maar door. dat bijna-onmogelijke, dat ik „de beide eindjes aan elkaar knoop" tn nog zoo goed mogelijk de daling van mijn gezinspeil tegenhoud? Hoe blijf ik de opgewekte, montere levensgezellin van mijn man, die óók vechten moet tegen het bijna al te zware, hoe blijf ik vroolijk, hoe kóm ik erdoor? En als die dwanggedachte gesplitst in zoo talloos vele benauwenissen.' maar tóch ln wezen één haar al te zeer ver vult, als ze niet geleerd heeft met al haar krachten haar lot in Hoogerhand over te geven en bij den dag te leven, dan kan het niet anders of de Ideaal-moeder, de vroolijke kameraad schrompelt ineen en verdwijnt achter het zorgelijk masker van het huissloofje. Tweede gevaar: de moeder, en dan ln hoofdzaak wel zij. die het financieel niet zoo moeilijk heeft, drijft inderdaad te veel af naar het „dame"-type, dat m'n rakker van een jongen schetste. Dit afdrijven is ln een overgangstijd als de onze heusch volkomen begrijpelijk en niet zóó harte loos, als men op 't eerste gezicht geneigd is te meenen. De huishouding is gemak kelijker, practischer en dus eenvoudiger geworden, de vrouw met een niet al te groot gezin, die er bovendien een meisje op na kan houden, heeft wanneer ze werkelijk wil en alles niet tè peuterig aan pakt zeer zeker iederen dag haar vrijen tijd. Hoe gemakkelijk is het niet, om die zekere mate aan vrijheid uit te gaan buiten voor het eigen leventje, van jonge vrouw, die geen zorgen heeft, die zich kan ont wikkelen, haar uiterlijk verzorgen, haar ontspanning nemen en dit zélfs aan haar omgeving verplicht is! Het gevaar ligt hier niet in de ontspanning, niet ln den vrijen tijd en allerminst in het gepoederde neusje van de „dame"het gevaar ligt in dat laatste zinnetje: ik heb nu geen tijd, jongellef. Het gevaar ligt in l^pt teveel, ln het zóó opgaan in het vrije, moderne leven, dat er van de moeder-als-kameraad wèl de spor tieve frischheid maar niet de voortdurende toewijding overblijft. Dat de kameraad er is. zeker, maar de moeder En dan tenslotte het derde gevaar en dót is in onzen tijd lang niet denkbeeldig. We kunnen neen, lacht u niet, want 't is ernst we kunnen „moeders met bloc- note's" worden. Moeders, die zich blind staren op de eigenaardigheden van haar kinderen, die ieder trekje noteeren om hieruit leering te putten vcor de opvoe ding, die met den vader der kinderen of met anderen in voortdurend debat zijn over 't een of ander paedagoglsch pro bleem! Moeders, die 'tzoo akelig goed en volmaakt en wetenschappelijk willen doen, dat het kind schuw en beklemd wordt on der zóóveel moederlijke zegeningen! Moe ders, die een teveel geven, die al te zeer moeder, tè weinig gewóón mensch en dus kameraad zijn! Ik geloof, dat we de moeder-als-kame raad moeten zien als een gelukkige twee eenheid: zij is in de eerste plaats moeder en dat houdt in, dat haar toewijding voor haar kinderen steeds levend en wakker is, dat zij zich geeft, iederen dag opnieuw en geheel en al. Zij is in de tweede plaats kameraad en dat beteekent, dat zij een gewoon, een gezond-denkend, natuurlijk mensch is, die met haar kinderen kan praten, kan meevoelen, zooals een gelijke dit zou doen. Dat zij naast hen staat, niet alle moeilijkheden vóór hen en achter hen opruimend, maar hen óók latend hun eigen lasten, opdat zij hierdoor gestaald zullen worden voor hun lateren levensstrijd. Dat zij ook kijken kan door hun oogen, voelen kan als een kind, lachen kan als zij en schreien kan om hun leedmaar dan weer als een moeder, die door haar eigen tranen, die van haar kinderen droogt. Dat is de kameraad-moeder. Een hoog ideaal, maar niet onbereikbaar, omdat het een menschelijk ideaal is. Een ideaal uit onze eerste huwelijksjaren, dat nog altijd wèl waard is. dat we 'tnog eens uit, de „lappendocs der illusies" naar voren halen en het bekijken in het licht van onze dagelljksche werkelijkheid! Kentering der tijden: de „hyena-vrouwen" verscheurden elkander, de nieuw-zakelijken doen zakenl Enkele prac- tische tips voor haar, die gaan winkelen: overleg is het halve werk! RHEMONDA. Sensatie op sensatie flitst en tintelt door de vrouwenwereld! Nauwelijks Immers zijn we bekomen van onze gezellige spanning bij het luisteren naar de radio-uitzendin gen, die het huwelijk onzer geliefde Prinses aan den volke kond deden, met alle joyeuze entourage van bruldstollet, gouden koets, gejuich en gejubel uit den Haag nauwelijks beginnen onze hartelijke en uitbundige wenschen voor het geluk van die hooge Vrouwe, die toch één van ons is, te verklinken, of.een nieuw onderwerp van gesprek kondigt zich aan en wordt met enthousiasme aangegrepen! Uitverkoop, of Zooals het thans offi cieel heeten moet opruiming! Neen, niet alleen een onderwerp van gesprek, maar een prikkel tot de daad (wat in het leven nog altijd véél belangrijker is!) doemt hier voor ons op. We hebben er dit Jaar lang op moeten wachten, dat de overbekende enorme bor den met 't woord: „Opruiming" aan de gevels der groote warenhuizen verschenen, ruim een w-eek later dan anders, maar we hebben 't nauwelijks gemerkt, omdat die andere emotie onze harten gevangen hield. Maar nü is 't dam zoover, nu hebben wij vrouwen weer onzen zin. We mogen weer in de file staan, totiiet paleis onzer droo- men geopend wordt, we mogen grabbelen en graaien in bergen lapjes, we mogen onze echtgenooten tot wanhoop drijven door ze met totale negatie hunner overige ongetwijfeld voortreffelijke kwali teiten! slechts voor de komende vier weken als lastdieren te benutten, we mogen het geduld van den verkooper, die zich in het zweet zijns aanschijns temid den van onze zrwaaiende armen en para- pluie's op de been tracht te houden, be stormen om .allemaal 't zelfde lapje" we mogenstop! Is het in den kersverschen jare 1937 eigenlijk nog wel zóó gesteld met het ver schijnsel der opruiming? Eerlijk gezsgd, dames, ik geloof er niets vanal is de voorstelling van de vrou wen die op het beroemde voorbeeld uit Schiller's Glocke tot hyena's worden op het gezicht van een stapel kleurige cou pons wél humoristisch en al heeft onze teekenares het allerleukst in beeld ge- brachtl Maar de werkelijkheid is totaal anders. Het verschijnsel „opruiming" als we 't in onze psycholcgisch-gswichtige eeuw nog maar eens zoo plechtig mogen uitdrukken! heeft langzamerhand een omzwenking doorgemaakt van kinderlijk vrouwenver- maak tot serieuze, werkelijk nuttige bezig heid en de moderne dame, die thans in Januari een paar dagen van haar kost baren tijd uittrekt om te gaan winkelen, is werkelijk een héél ander type geworden dan de „koopjesjaagster" van vroeger. Deze laatste heugt ons nog als de dag van gisteren. Meestal was 't een buurvrouw met véél temperament, die haar huis altijd „oer-knus", maaT nooit zoo erg netjes had, die lederen dag verscheen in een ander blousje, dat ze zelf haastig „in elkaar had gegooid", die vreeselijk lief en goedhartig was, maar haar mond geen moment kon stilhouden, cn die je altijd afschuwelijk stond op te houden, als ze in den tuin over de heg geleund, haar uiteenzettingen over het leven in 't algemeen en over de „koopjes" in 't bijzonder begon af te steken. Eerst was die „gelukkige", die altijd met de allervoortreffelijkste „occasions" aan kwam dragen voor minstens de helft goed- kooper dan welke andere buurvrouw of kennis ook, Je een steen des aanstoots en een traan van zelf-verwljt want als je 't ook eens wou probeeren om in een uit verkoop het allergoedkoopste weg te halen dan zag Je al van tevoren haar spottend opgetrokken lip bij de verpletterende uit spraak: „Kindlief, wel aardig, maar vécl te duur!" en dan zonk al bij voorbaat de moed je in de schoenen. Totdat op zekeren dag je eigen man (Ja, wéar mannen toch al niet goed voor kunnen zijn) Je op zijn kalme manier de oogen opende door (als Je in volslagen uitverkoops-moedeloosheid terneer zati de opmerking te maken: „En tóch ga jij heel wat beter gekleed dam die wervelwind van hiernaast en goedkooper ook, daar wil lk om wedden!" Toen ben Je gaan nadenken enwon derbaarlijk, maar hij had gelijk! Je bent werkelijk gaan inzien, dat de echte ouder- wetsche „koopjes jaagster" bijna nooit degelijk, charmant, onberispelijk gekleed gaat! Daarvoor beschouwt ze het lieele opruimingsverschijnsel tè veel als een gokje, als een „kans op de honderdduizend", daarvoor houdt ze té weinig het hoofd koel, laat ze zich tè veel meesleepen door de uitverkoop-roes! En daarom.... is 't een zegen voor de maatschappij, dat deze prik kelende wervelwind-gestalte „de koopjes jaagster" bezig is, radicaal te verdwijnen! Hoe komt dit? Wel natuurlijk in de eerste plaats omdat wij vrouwen niet zoo kinderlijk meer zijn, omdat wehm! langzamerhand volwassen worden. Omdat we ons een nieuwe zakelijkheid hebben aangemeten, die ons véél bekoorlijker staat dan onze oude kinderlijke koopjesverruk king! En ook komt het natuurlijk door den verstandigen maatregel van den wetgever, die de opruimings-perlode heeft afgeba kend tot enkele weken per jaar en meer nietaldus een nuchter, zakelijk ver schijnsel ln 't leven roepend inplaats van de voortdurende, enerveerende spanning van „koopjes 't heele jaar door." We weten nu, waar we aan toe zijn! We weten, dat de groote magazijnen gedurende deze vier weken zooveel mogelijk hun voorraad kwijt moeten om weer nieuw te kunnen aanschaffen. We weten, dat weken lange, serieuze inventariseering en voor bereiding aan deze opruiming zijn vooraf gegaan, dat alles vooral confectie, die een tikje incourant, niet meer moduis, niet geheel frisch meer is, vooral overgeschoten lappen natuurlijk en verder alles, wat in den loop van 't vol-seizoen is blijven liggen stukken lager is geprijsd dan gewoonlijk, maar dat een opruiming geen liefdadig heids-instelling en geen loterij is. Alle waar is naar z'n geld, dit moeten we ons vooral in deze weken goed inprenten! En laten we dan maar kalm erop los trekken om „koopjes te halen".... Maar vooral kalm! Laten we in de eerste plaats maar geen moeite doen om in de file te gaan staan, want wat geeft het? Zou juist de „Jumper met het kleine weeffoutje", die voor ons bestemd is, in de eerste vijf minuten weg vliegen? Zouden dé allerbeste zijden kou sen, waarvan we gedroomd hadden, er om tien uur al niet meer zijn? Welnee, lieve dames, er is tijd van leven! Een der groote warenhuizen te Amsterdam bijv. waar we eens even ons lioht opstaken over de op ruimingsperiode, heeft in alle groote ste den, waar zij gevestigd is, een honderdtal extra verkoopsters geëngageerd, die u mèt den gewonen staf, vlot en vlug zullen af helpen, en het blijkt, telkens weer, dat de middagen het drukste zijn. De meeste vrouwen hebben dus werkelijk het „gok- instinct", de „sensatie van de honderdui zend" verloren en wachten kalm haar beurt af. En waarom ook niet? Laten we ln dit op zicht nu eens echt nieuw zakelijk" zijn. Laten we (ja, waarom dezie psycholo gische bespiegeling niet geëindigd met een paar practische opmerkingen?) laten v/o in de eerste plaats wanneer we ons wil len opmaken om ter opruiming te gaan eens rustig een uurtje doorbrengen neen niet voor de étalages, maar voor onze eigen kleerkast. Laten we er een stuk papier en een pot lood bij nemen en precies noteeren welke onderdeelen van onze garderobe aanvul ling of vernieuwing behoeven. Is die bont kraag nog frisch? Zijn er Jurken bij, die schreeuwen om een nieuw kraagje, een aardig knoopengarnltuur. een corsage? Hoe is onze kousenla voorzien? Hebben we de juiste tinten bij leder toiletje of Nu de linnenkast? Raken we soms door onze onderkleedilng heen? Zouden een paar pyama's enkele camisooltjes, wat zaddoe- ken ons welkom zijn? En hoe staat het met de bezittingen van echtgenoot en kin deren, als we die bezitten? Onze huishoudkast volgt als vanzelf. Hebben die stapels lakens, sloopen, thee doeken, handdoeken, waschhandjes een kleine versterking hunner gelederen noo- dig? En tenslottezijn er misschien jarigen „lil aantocht", die een aardig handwerk, een andere kleinigheid, een bijzondere attentie op prijs zouden stel len? 't Wordt een middag van diep gepeins misschien, maarde hersens werken en het potlood doet goede diensten. En als we klaar zijn met onze overpeinzingen en te gelijkertijd een beetje stijf en koud gewor den van 't hurken bij de kasten, dan gaan we nog een extra half uurtje doorbrengen beneden bij de warme kachel. We schenken ons dan een kop thee in en noteeren op onze lijst de prijzen, die we voor de ver schillende „koopjes" desnoods willen be steden. Dan gaan we eens aan 't rekenen en kijken of de begrooting ons budget niet te boven gaat. Misschien moet er geschrapt worden, misschien zal een minder belangrijk ding moeten sneuvelen voor iets, dat we drin gend noodlg hebben! En daneen frissche dag genomen liefst één waarop we 't niet zoo erg druk hebben en goed uitgerust zijn en ter opruiming getogen! We hebben, in deze kalme stemming en met deze zakelijke basis, zoo niet honderd, dan toch zeker tachtig procent kans, dat we werkelijk profijt hebben van onzen tocht en zullen niet zóó gemakkelijk ten prooi vallen aan den „opruimingsroes", die heusch ook in onzen tijd nog niet dood is, maar die op den loer ligt om vrouwen tot hyena's en wat erger is! tot volslagen dwazen te maken I Al is 't dan ook weer niet zoo héél erg, als we eens met 'n enkel „spotkoopje" thuis komen, waarvan we ons na twee dagen verwonderd afvragen: „Maar waar om heb ik dèt ln 's hemelsnaam ge kocht?" De vrouw blijft nu eenmaal vrouw Gelukkig maart ZONDAG: kop bouillon, kalfsoesters, bloemkool, warme gem'oerpudding met vanillesaus. andijviesla. MAANDAGkerryschotel, gevulde beschuitbollen. DINSDAG: groentesoep, varkenskarbona den. savoyekool. aardappelen, vruchten. WOENSDAG: rojpens. appelmoes, aard- cppelen. trommelkoek. DONDERDAG: gehakt. spruitje-, aard appelen. vruchtensla. VRIJDAG: gestoofde visch. aardappel- purée. worteltjes, havermoutpap. ZATERDAGerwtensoep, ding. abrikozen. griesmeelpud- WARME GEMBERPUDDING (5 a 6 personen). Binocdied: 250 er. wit brood zonder korst, 300 gr natte gember. 3 groote eieren. 4 dX. melk. 50 gr boter. 75 er. suiker, zout naar smaak. Van melk en brood een dikke broodpap koken. De boter in een kom roeren tot ze zacht is. de eierdooiers de suiker, de brood pap en de kleingesneden gember er door roeren en het laatst het stijfgeklopte eiwit ermee vermengen. Alles overdoen in een warmen puddingvorm, die met boter inge smeerd is en met paneermeel of beschuit- kruim bestrooid. De pudding 1uur au bain Marie laten koken. Voor het opdoen even laten uitdampen. GEVULDE BESCHUITBOLLEN. Benoodigd: 8 beschuitbollen. 8 appelen, 30 gr. krenten. 30 gr. rozijnen, suiker, kt- neel, boter. Van de appelen met de krenten en rozij nen appelmoes koken. Deze op smaak af maken met suiker. Van de bollen het kapje afsnijden Ze voorzichtig uithollen en met de appelmoes vullen. Het kapje er weer opleggen ze aan alle kanten m. boter bestrij ken. suiker en kancel erop strooien en ze op een bakblik in den oven zetten tot ze croouant geworden zijn. Ecnige toelichting bij de recepten. Voor de kerryschotel het soenvleesch van de bouillon van den vorigen dag gebruiken. De beschuitbollen kunnen in den oven gezet worden als de kerryschotel eruit is, zoodat men dan nog van de warmte gebruik maakt, Het laatste menu is geschikt wanneer men weet. op het laatst van den middag weinig tiid te hebben zich met het eten bezig te houden. De pudding en de abriko zen worden 's morgens klaargemaakt De soep wordt op een klein vuur warm gehou den óf in de hooikist, óf in kranten. De abrikozen behoeven als ze 24 uur ge weekt hebben maar heel kort te koken. Voegt men de suiker aan het weekwater toe. dan worden ze bovendien zoeter. VOOR HET MENU AARDAPPELEN direct besteld 8769 OUDE XIIIGa 120 Ttu 7") DOEZCUTBQOT 22 tcl.-u2s LBDEN (lngez. Mcd.) Vegetarische menu's. ZONDAG: roerei op gebakken brood, andijvie, aardappelen met botersaus, röd- gröd met vanillesaus. MAANDAG: hutspot met witte boonen, gebraden appelen. DINSDAG: witte booneneoep met groente drie ln de pan. WOENSDAG;,jachtschotel van bruine boonen. vanilievla met appelmoes. DONDERDAG: gebakken eieren, gebak ken aardappelen andijviesla. Deensche rijst. VRIJDAG: groentesoep, zoete appelen, omelet. ZATERDAG: stamppot van rauwe andijvie braadschotel met krenten en roziinen. RECEPTEN. RöDGRöD (6 personen). Benoodigd: 6 dX. bessensap. 4 dX. water, 120 gr. griesmeel, 200 gr. suiker. Bessensap en water aan de kook brengen dan de griesmeel. die met de suiker ver mengd is erin strooien. Door laten koken tot puddingdikte (de bodem van de pan moet bij het roeren te zien zijn) en van het vuur zoo lang met een garde kloppen tot de pudding licht van kleur wordt en luchtig. Overdoen ln een met water omgespoelden vorm. JACHTSCHOTEL VAN BRUINE BOONEN (4 personen). Benoodigd: 6 kopjes gaargekookte boo nen. 2 flinke uien. 3 K G. koude aardappe len. i 4 d.L. melk. 80 gr. boter, zout, peper, paneermeel. Van de aardappelen met de melk aard appelpuree maken. De uien snipperen en in 3/4 deel van de boter lichtbruin bakken. In een vuurvasten schotel laag om laag puree, uien en boonen leggen, zoodat de puree bovenop komt Bestrooien met paneermeel en de rest van de boter in stukjes verdeeld, erop leggen. Het schoteltje in den oven bruin laten worden. ANDIJVIESLA Benoodigd: 2 struiken gele andijvie. 2 eieren. 4 lepels olie, 2 lepels azijn, peper, zout. De andijvie heel fijn snUden, wasschen en voorzichtig uitdrukken in een schoonen doek. Van de eieren enz. slasaus maken en hiermee de andijvie pirn. 1 uur vin te voren vermengen. Naar verkiezing met plakjes tomaat garnceren. Eenige toelichting bij de menu's. De witte boonen voor den hutspot worden als de stamppot klaaj is er doorgeroerd en even meegestoofd. De dubbele hoeveelheid wordt gekookt voor de soep van den vorigen dag. Voor de boonensoep een flinke hoeveel heid soepgroente toevoegen, als de boonen füngekookt of flln gemaakt ziln. of als de soep gezeefd is en 3/4 uur laten meekoken. In de groentesoep veel ritst of vermicelli (havermout) en soepgroente gaarkoken Af maken met maggl's aroma (dit is absoluut vegetarisch) of met marmite en een flink stuk boter. Voor den stamppot met rauwe groente eerst aardappelpuree maken, dan zeer klein gesneden, goed gewasschen en uitgelekte groente erdoor roeren en vijf minuten meestoven. Voor 4 personen zijn 2 k 3 strui ken andijvie voldoende. N.B. Wij hebben voor de eerste twee weken van Januari behalve de gewone vleeschmenu's voor iederen dag ook nog een extra vegetarisch menu 'gegeven, zóó sa mengesteld. dat de voedingswaarden ervan niet voor de menu's met vleesch behoefde onder te doen. Dit kunnen wij niet iedere week volhouden. WIJ zullen echter door gaan met geregeld iedere week bit de ge wone menu's nog een viertal vegetarische menu's te geven, die desgewenscht op en kele dagen ln die week de gewone kunnen vervangen. Voor gezinnen, die geheel vege tarisch leven, kunnen dan op de andere dagen onze vleeschmenu's gemakkelijk vegetarisch worden gemaakt door het vleesch of de visch weg te laten en hiervoor in de plaats desgewenscht eieren te geven. Het spreekt vanzelf dat de menu's met neulvnlchten. stamppot e.d. het zemakke- 111 kst het vleesch kunnen ontberen. Om od vleeschlooze dagen tóch iets pittigs te heb ben. worden de gewone gekookte aardap pelen met succes door gebakken aardappe len. pommes frites of aardappelcroauetten vervangen. 23

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10