Handteekeningen van Prins en Prinses op de trouwacte - Feest op Marken ïffle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het huis der mysteries HOOG WATER IN LIMBURG. Tengevolge van den snellen was yan de Maas staan uitgestrekte stukken land onder water. Een kijkje in de omgeving van Meugem. HERINNERING AAN HET TORSTE- LUKE-HUWELIJK voorde Rotter damsch'e schooljeugd. Uitreiking van medailles door den burgemeester. DOOR DEN BURGEMEESTER VAN DEN HELDER werd een krans gelegd bij het monument van wijlen Prins Hendrik aldaar. Na afloop werden de troepen geïnspecteerd door den vice-admiraal ,T. L. Kruys. üit het Engelsch door H. A. C. S. 34) De kleur kwam langzaam in haar lippen terug. „Ik weet het niet", zei ze kalm. „Ik weet het niet zeker. Maar het had niets met zijn brief te maken; daar ben ik zeker van. Dave zou het mij gezegd hebben; zou mij rekenschap gevraagd hebben. Dave is vree- selijk gedrukt, sinds Bayard's dood - en was het daarvoor ook al. Hij is heelemaal zichzelf niet meer, hij is ziek." „Janice." Het was Evelyn, die in de deur stond, „o, dus hier ben je? Emmeline heeft koffie voor ons gezet. Je moest nu beneden komen en wat drinken, en dan probeeren te rusten. Wij krijgen vandaag zooveel te doen. Zuster Keate, ik zal voor u wat koffie boven laten brengen." „Nee", zei ik haastig. „Kan ik een glas warme melk krijgen? Ik wU geen koffie." ik nlde, toen ik naar Florrie's bleeke ge zicht op het kussen keek naar haar open mond. „Natuurlijk", zei Evelyn, die zalig-prac- ,was< „K°m Janice. Je ziet er ver schrikkelijk moe uit." Bij dp deur aarzelde Janice, en toen Eve- vo<?r aar uitHeP. de gang op, kwam ze kwam naast mij staan, en zei: ^JJank u zachtjes, en toen was ze weg. ik wist, dat ze mij niet bedankte, omdat ik de kwestie van den brief verborgen had gehouden. Maar nauwelijks was het geduld van haar lichten voetstap wegestorven, of ik zat opnieuw midden in en warboel van tegen strijdige gevoelens en verlangens. Waarom had ik haar niet gevraagd naar al die din gen, die zóó leelijk tegen haar getuigden! Waarom had ik haar tenminste niet ge vraagd naar dien hoed met bloedvlekken? Florrie bewoog zich, en ik ging naar haar toe, om haar pols te voelen. Terwijl ik den polsslag zocht, bedacht ik, dat ik tenslotte niet meer had kunnen doen dan ik gedaan had. Het is buitengewoon moeilijk het is werkelijk heelemaal onmogelijk naar een jonge vrouw toe te gaan en tegen- haar te zeggen: „Mijn beste mevrouw, dat is allemaal best. maar vermoordde u den man?" „Neen, dat kon ik niet gedaan hebben Maar ik werd bijna ziek, wanneer ik dacht aan de bewijzen, die zich tegen haar op hoopten. En dan was er ook de onverklaarbare kwestie van de veronal-tablelten. Het doosje stond nog op tafel; en ik keek er aandachtig naar. De heele geschiedenis leek een onoplosbaar iets. Het was niet aan te nemen, dat Florrie het slachtoffer was van een werkelljken opzettelijken moordaan slag; zooals Hilary gezegd had: niemand kon vooruit geweten hebben, dat zij hoofd pijn zou hebben, aspirine noodig had, en het nergens anders in huis zou kunnen vinden, en daarom bij mij komen. Ik ge loof, dat ik, van het begin af, hél gevoel had, dat de veronal in dat doosje gedaan was met een geheel ander doel .wat dat was, kon ik niet gissen en dat het slechts een ongeluk en bijna fataal toeval was, dat Florrie het nam en bijna gestor ven was. Hetgeen van beteekenis was, was het feit-, dat de veronal in huis gebracht was door iemand, en dan die vreemde kwestie van de verwisseling. Ik weet nu, dat dit mij den sleutel zou gegeven hebben van het geheele raadsel, en ik heb het ge voel, dat het dit tot op zekere hoogte deed. Maar tenslotte iets constateeren is altijd gemakkelijker dan het vooruit te zien. Veronal, dat kan ik erbij voegen, is, zoo als een verpleegster het bekijkt, niet een bepaald gevaarlijk narcotisch middél. Hét kan, natuurlijk, in overdadige hoeveelheid genomen, gevaarlijk worden, en dan is het doodelijk. Het is een slaapmiddel, dat meestal voor slapeloosheid gebruikt wordt. Het is waar, dat nu en dan een stakkerd verslaafd raakt aan het middel, de ge woonte krijgt het te gebruiken, er hevig en vreeselijk aan verslaafd raakt, maar zelfs daar kan men doorheen komen, en er van genezen. In vele landen is de verkoop van veronal verboden, behalve op dokters voorschrift. en daar dit het geval is in ons land. werd de zaak ingewikkeld. Iemand in huiS kon blijkbaar in het bezit komen van gróote hoeveelheden van dat middel. Het is onnoodig te zeggen, dat ik de kwestie van alle kanten bekeek, en dat ik, 's middags, ik durf zeggen, honderd ver klaringen had, waarvan geen enkele mij voldeed. Het was dien Zondag, een lange, rustige dag; het welluidende langzame klokgelui drong voortdurend duidelijk tot mij door, C. is geen groote stad, maar heeft vijf kerken. De Zondag is, naar ik gemerkt heb, een geliefkoosde dag voor begrafenissen, wat zijn. oorzaak vindt in het. feit, dat boeren en winkeliers vrij hebben, en dus niets anders te doen hebben, zoodat wat afwisseling welkom is. Dat dus Bayard op dien dag begraven werd, werd beschouwd als iets, dat-zoo hoorde, en leek in het minst niet onbetamelijk of verdacht- haastig. Het gTOOtste deel van den dag bracht ik in het kleine kamertje door. met Florrie. Het open venster liet de zachte zomerlucht naar binnen en het zonlicht en het geluid van de kerkklokken; en het meisje kwam langzaam bij. Ik zag weinig van de begrafe nis en was er niet rouwig om. Slechts een paar gedempte geluiden van menschen, die kwamen, en de doordringende geur van bloemen, en het gemompel van een paar hymnen drongen daar, op de derde verdie ping, tot ons door. En toen ik omstreeks elf uur naar be neden sloop, ontdekte ik, dat zij al van het kerkhof terug waren, en wat alleen nog herinnerde aan hetgeen plaats gevonden had, waren de vele stoelen in het portaal, die er op wachtten, dat ze weggehaald wer den, de doordringende, hinderlijke geur van bloemen, en de hoop kaaltjes, die aan de bloemen bevestigd waren geweest, waaraan de witte linten nog vast zaten, op Adela's schrijftafel, Janice en Evelyn waren bezig meubelen, die van hun plaats gehaald wa ren, in de ruime salons, weer op hun plaats te brengen, en Adela was met Emmeline aan het overleggen in het boudoir. Het amuseerde mij, op te merken, hoe veel gaven al de vrouwelijke Thatchers hadden, om een huis te besturen. Zij sche nen sommige dingen instinctmatig te doen, en de machinerie liep zacht en onopvallend. Er was altijd royale overvloed, maar nooit verkwisting en verspilling. Bij slot van rekening is er een zekere waardigheid in spaarzaamheid en in het zorg hebben voor de jiingen, iets wat zij te weinig zien, en er is een buitengewoon-prettige waardig heid in een huis, dat verzorgd is. Er was zelfs, merkte ik, een bepaalde traditie: verschillende malen hoorde ik iets over „Evelyn's cake", of „Adela's kwee gelei", en het scheen, dat alleen Adela kant of tafellinnen kon stoppen, en dat Janice bloemen kon laten groeien. .Hozen", heb ik Adela hoornen zeggen, op haar minzame zelfbewuste manier, „groeien voor je óf ze groeien niet. Maar voor Janice groeien ze altijd. Zij heeft een magischen invloed op bloemen." Allerlei bekoorlijke dingen, waarvan men tegenwoordig weinig vindt; toch zijn ze lief en edel. Mijn koffer met "frissche kleeren was, tot mijn teleurstelling, nog -riiet" gekomen, en ik was gènoodzaakt de slappe verkreu kelde witte japon te blijven dragen, die ik, dién langen warmen nacht, had aangehad. Ik schreef een haastbriefje naar het zie kenhuis; deed het in een envelop, een post zegel er op. en légde het, bij de andere post, op de tafel in de hall. Aan de lunch kreeg ik een glimp van de familie te zien, ofschoon het een ongewoon jachtige maaltijd was; Hilary kwam met de kranten uit de stad deze waren er op uit, daar dien zomer nog niets bijzonders gebeurd was, behalve de droogte, de ge schiedenis van den inbreker zoo interessant mogelijk te maken, eri uit te weiden over de juweelen, welke vermist werden, en over den moord op Bayard Thatcher „van de Thatchers uit de provincie", zei de krant, zag ik. „de deftige familie van uioniers. die een naam dragen, wélke reeds lang van beteekenis is in het land" en Jim Strove, de sheriff, en dr. Bouligny kwamen ook nog, voor de maaltijd nog voorbij was. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5