Het Prinselijk huwelijk Buitengewone Staatscourant verschenen 9 uur iEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Donderdag 7 Januari 1937 De Kerkelijke inzegening Prins Bernhard is Prins der Nederlanden Hel Vorstelijk Huwelijk Fa. B. DE KLER Een zon van vreugde boven Nederland ——O (Vervolg van het le Blad). Bij de kerk. Rodom de kerk. waai- slechts weinig publiek was toegelaten, hadden tal van be langstellenden zich een plaatsje verschaft In de omliggende woningen. Het wachten van hen duurde hier wellicht minder lang dan op andere plaatsen langs den weg. aangezien telkens opnieuw een schitterend schouwspel zich aan hun oogen vertoonde. Het was een aanmarcheeren van de ver schillende eerefronten van officieren, waar van vooral opvielen die van de blauwe huzaren, de gele rijders en van den ge- neralen staf. Voorts kwamen hier de studentenweerafdeelingen en de Leidsche meisjesstudenten, de laatste getooid met tuiltjes Campanula's, die een eerefront tegenover den ingang der kerk vormden Tusschen kerk en stadhuis was een eere- wacht van adelborsten en cadetten, ter wijl de marinekapel en afdeelingen mari niers en matrozen ter rechterzijde van den kerkingang waren geposteerd. Het wachten voor het publiek werd ook hier gekort door de vaderlandschc liederen, die van den toren klonken en welke de kapel deed hooren. Tegen 12 uur arriveerde de Gouden Koets bij de Kerk. Commando's klonken, de vaan dels negen, en onder het spelen van het Wilhelmus verliet het jonge paar de koets, waarbij de blauwe huzaren een carré vormden. Hartelijk toegejuicht door het publiek betrad het paar de kerk, even later gevolgd door Koningin Wilheimina en prinses Armgard. De plechtigheid in de Kerk. Om 9 uur hedenochtend waren de kerk deuren van de groote kerk. waar de histo- ïische gebeurtenis van het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard zou worden voltrokken, al opengegaan. Reeds spoedig begon het kerkgebouw zich met de talrijke genoodigden te vullen. Aanvan kelijk brandden nog eenige lusters, doch zulks bleek weldra onnoodig. daar het klare licht van dezen bij uitstek wonder- schoonen huwelijksdag in steeds grooter kracht door de kerkramen binnenstraalde, waardoor ook de glans en de flonkering van de talijke kleurige en met goud of briljanten bedekte uniformen en toiletten buitengewoon tot haar recht kwamen. Vooral de Indische vorsten in him up- heemsche staatsiegewaden beden een sehilderachtigen aanblik. Omstreeks kwart voor tien zette het orgel In, dat bespeeld werd door den heer Adriaan Engels, organist der Groote Kerk. De geheele leiding van het muzikale ge deelte was in handen van dr. Johan Wage naar. Vóór den aanvang van den eigenlijken dienst brachten de Koninklijke Zangver- eenigtag „Excelsior" en de Haarlemsche Madrigaal- en Motet-Vereen, eenige ko ralen en liederen ten gehoore Het koor van „Excelsior" stond onder leiding van den heer Jan Wagenaar uit Utrecht, fvegens verhindering door ziekte van den dirigent, Anton H. W. Tierie te Amsterdam. Dit koor zong „Wachet auf, ruft uns, die Stimme kommt", van Joh. Seb. Bach. De madrlgaalvereeniging, onder leiding van Sem Dresden, bracht eveneens liederen -ten gehoore. Verder werkten o.a. mede mevrouw Stotijn-Molenaar (zang) en de heer Hakon Stotijn (hoboi. Geleidelijk begon de kerk voller te wor den en verschenen ook verschillende vor stelijke gasten, w.o. de aandacht trok de roode veldmaarschalkuniform van den Earl of Athlone, die samen met Prinses Alice binnenkwam. Meer gelijkend op de Neder- landsche uniformen was dat van den hertog van Kent, die het admiraalsuni form droeg. Over dit uniform was het lint aangebracht van het Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. Ook de minisiter-president. was met het teeken van deze, hem zoo juist verleende, hooge onderscheiding getooid. De vorste lijke gasten vormden een zeer schilder achtig geheel, waartoe niet 't minste werd bijgedragen door de fraaie toiletten in verschillende kleuren, van lichtblauw tot donker purper, welke door de verschillende vorstinnen en prinsessen gedragen werden. Een kleurrijken indruk maakte voorts de bank met de groot-officieren achter de ge noodigden van.de koningin. De ontvangst van het Prinselijk Paar. Aan de deur van de kerk werd het Prin selijk Paar ontvangen door den opperka merheer en een kamerheer en naar de consistoriekamer geleid, gevolgd door H. M. de Koningin en de gasten van den stoet. Tevens was bij de deur der kerk ter be groeting aanwezig een commissie uit den kerkeraad der Nederlandsch Hervormde Gemeente te 's-Gravenhage, bestaande uit de heeren dr. L. D. Poot (voorzitter van dien raad), ds. J. Ravesloot (scriba), mr. J. AC. A. Lisman, kerkvoogd, L. Slagter, ouderling en jhr. mr. J. M. M. van Asch van Wijck, advocaat-diaken. De begeleidende cavalerie-officieren en de escorteerènde officieren, zoomede de chef van het militaire huis, de gouverneur der residentie en de overige officieren van het militaire huis, stegen af en begaven zich naar de voor hen bestemde plaatsen in de kerk. Inmiddels hadden ook de overige gas ten, die niet in het stadhuis aanwezig wa ren, hun plaatsen in Het kerkgebouw in genomen. De Groote Kerk was voor deze bij zondere gelegenheid niet speciaal ver sierd. Er was slechts wéinig aan haar gewoon aspect veranderd. Alleen waren uit het middenvak alle banken vcrwij- In den loop van den nacht had een krachtige Westenwind de dikke regenwolken weggevaagd en de laatste wolkenflarden van den hemel weggeveegd. Met blijde ver rassing zagen de eerste transporten, die vanmorgen in de hofstad aan kwamen. toen zij buiten de sta tionsoverkapping waren, een fonke lenden sterrenhemel met een smal- len maansikkel, zoodat alle bange verwachtingen, door het noodweer van gisteren gewekt, eensklaps waren verdwenen. Geleidelijk begonnen de sterren te verbleeken en werd de hemel lichter. En tegen acht uur, toen een rose gloed den Oostelijken hemel kleur de, was het duidelijk, dat men, al thans in de ochtenduren waarin de grootsche plechtigheid der huwe lijksvoltrekking zou plaats vinden een stralend zonnigen, zachten win terdag mocht verwachten. Een zon van vreugde was boven Nederland gerezen! plaats waren gekomen. De vloer was bedekt met een wijnrood tapijt. Voorts was er voor den preekstoel een kniel bank geplaatst, welke evenzeer dienst had gedaan bij de inzegening van het huwelijk van H. M. de Koningin met wijlen Prins Hendrik, evenals het tapijt dat onder deze knielbank lag. Op de knielbank lagen knielkussens, welke een geschenk waren van de vereeni- ging „Arbeid Adelt". De preekstoel was met witte lelies en groen op sobere doch smaakvolle wijze ver sierd. Recht tegenover den kansel waren de zetels geplaatst, bestemd voor het Prin selijk Paar. Op de rugleuning waren de wapens van Lippe en Nederland aange bracht. Voor den kansel was een katheder vanwaar de voorgangers den dienst leid den. Op deze katheder lagen in een bakje do beide ringen van prinses Juliana, en prins Bernhard. De aankomst van den bruidsstoet werd aangekondigd door bet koor van Lohen grin, door het orgel ingezet. Alle aanwe zigen stonden oo terwijl de bruidsjonkers en bruidsmeisjes statig binnenschreden De meeste bruidsjonkers waren in jacquet maar verschillende droegen ook ambtsge waad of uniform, o.a. was graaf Ahlefeld in het Zweedsche uniform, prins Windisch- graetz in Hongaarsch uniform en comman dant de Souzy in ziin Fransche uniform. Jhr. Röell. .de secretaris van den prins droeg het uniform van luitenant der blauwe huzaren. Binnenkomst van den bruidsstoet. Twaalf paren bruidsjonkers en bruids meisjes gingen aan het bruidspaar vooraf, de vier bruidskinderen volgden. Daarna traden twee aan twee binnen: H. M. de Koningin met prins Aschwin aan Haar linkerzijde. H. D. H. prinses Armgard van Lippe Biesterfeld met Z. H. hertog Adolf Friedrich van Mecklenburg. H. H. hertogin Adolf Friedrich van Mecklenburg met Z. D. H. prins Julius zur Lippe, H. D. H. prinses Julius zur Lippe met graaf Rabe Oeynhausen-Sierstorpff, jonkvrouwe L. P. van de Poll met jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, mevrouw Beelaerts van Blokland met prof Huizinga, en gravin von Oeyn hausen-Sierstorpff met kolonel von Pant- schulitzew. De aanwezigen in de kerk. Onmiddellijk achter het bruidspaar be vonden zich de zetels voor de Koningin, prinses douairière Bernhard van Lippe- Blesterfeld, prins Aschwin en de overige vorstelijke gasten. Deze namen, gezien van Uit den preekstoel in deze volgorde plaats: achter de bruid had H. M. de Koningin plaats genomen, achter den bruidegom prinses Armgard van Lippe-Biesterfeld, aan de zijde van de Koningin was Z.D.H, prins Aschwin gezeten. Naast dezen de vorstin van Lippe en voorts de vorst van Waldeck-Pyrmont. prinses Carola v. Lippe, de groothertog van Mecklenburg, de vorstin van Erbach-Schoenberg, de erfgroothertog van Mecklenburg, prinses Alica van Groot- Brittannië en de vorst v. Bentheim-Stein- furt. Aan de zijde van prinses Armgard waren achtereenvolgens gezeten hertog Adolf van Mecklenburg, groothertogin douairière van Oldenburg, de vorst van Lippe, prinses douairière van Saksen-Mei- ningen, prins Julius van Lippe, hertogin Adolf Friedrich van Mecklenburg, de erf groothertog van Oldenburg, de grootherto gin van Mecklenburg en de hertog van Kent. Op een tweede rij zaten van links naar rechts prins Ernst August van Lippe, mevr. Beelaerts van Blokland, kolortel von Pantschulitzew, Lady May Henry Abel Smith, graaf van der Goltz, prinses Julius van Lippe, graaf van Athlone, de vorstin van Bentheim-Steinfurl. de erfgroothertog tan Oldenburg, graaf Rabe Oeynhausen- Sierstorpff, gravin von der Goltz, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, gravin Rabe Oeynhausen-Sierstorpff, majoor Henry Abel Smith, jonkvrouwe van de Poll en I prof. Huizinga. Aan weerszijden van den preekstoel waren de plaatsen voor de bruidsmeisjes en bruids jonkers. Daarachter was een groote groep van speciale gasten uitgenoodigd vanwege de Prinses en den Prins, onder welken een groot aantal tijdgenooten en studlegenooten van de Prinses. Op de rij achter die, be derd, waarvoor losse stoelen in de stemd voor de vorstelijke genoodigden wa ren een aantal speciale gasten van de Koningin gezeten. Daarachter zaten de grootmeesters van H. M. de Koningin en de dames du palais. De hofbank daarachter bood plaats aan de grootofficieren van het Huis der Koningin. Aan weerszijden van genoemde personen hadden groote groepen dames en heeren van de hofhouding plaats genomen. Een zeer fleurige groep werd verder gevormd door alle actieve vlagofficieren en opper- officleren, waarbij tevens gezeten waren de leden der ridderlijke orden (het Duitsche huis Ballije van Utrecht, de Joanniters en de Malthesersi in hun veelkleurige unifor men, Aan de zijde van den weg. die de bruidsstoet van de consistorie-kamer naar de plaats der huwelijksvoltrekking volgde, werd een andere groep, die zeer de aan dacht trok, gevormd door de Indische vor sten. Ook bevonden zich aan deze zijde de ministers, leden van het kabinet, en de mi nisters van staat met hunne echtgenooten en de voorzitters der hooge colleges van staat. Dit gedeelte van de kerk en het daar aan grenzende gedeelte bevatte ook de plaatsen voor de leden van de beide Ka mers der Staten-Generaal en van de ove rige hooge colleges van staat. Tevens waren hier de plaatsen voor de commissarissen der Koningin, het college van Gedep. Staten van Zuid-Holland, den burgemeester der residentie die intusschen in verband met ziin gezondheidstoestand den kerkdienst niet bijwoonde met de wethouders en den gemeentesecretaris met hun dames, de burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Debt. Baarn, Soest, Aoeldoorn en alle burgemeesters van de provinciale hoofdste den Tal van andere civiele autoriteiten hadden hier eveneens hun plaatsen, even als een groot aantal kerkelijke autoriteiten van verschillende gezindten. Een andere groep werd gevormd door de raadsheeren van den Hoogen Raad. In hun nabijheid waren ook gezeten de secretarissen-generaal en de directeur-generaal der verschillende departementen van algemeen bestuur. Dui delijk kenbaar was de groep der diplomaten, bestaande uit de hoofden van missiën met hun echtgenooten In dit vak waren mede de rechters van het permanente hof van in ternationale justitie gezeten. De honneurs werden hier waargenomen door den chef van het kabinet van den minister van bui- tenlandsche zaken. jhr. mr. G. C. J. van Reenen. bijgestaan door de gezantschap- attachê's. de heeren dr. Boon en Crommelin. Verder was in de kerk en op de galerij een zeer groot aantal mannelijke en vrou welijke leden van het personeel van de Koninklijke hofhouding aanwezig, naar wij vernamen een vierhonderdvijftigtal, waar onder de groene uniformen van de bosch- I wachters en jachtopzieners van Het Loo duidelijk herkenbaar waren. O.m. was ver der tegenwoordig het geheele gepension- neerde personeel van wijlen H. M. de Ko- ningin-Moeder en ook waren aanwezig ver tegenwoordigers van een aantal vereenigin- gen. waarvan de Prinses beschermvrouwe is, zoomede het geheele dagelijksche be stuur van het Roodp Kruis. De gasten, die niet in den stoet naar het raadhuis aanwezig waren, werden in de kerk onder oppertoezicht van den opper- ceremonie-meester, door den eersten kamer heer-ceremoniemeester. bijgestaan door kamerheeren ontvang?n'en naar hun plaat sen geleid. Op een (Jer galerijen was het zangkoor van E;:celS<or opgesteld. Op de galerij boven hot orgel bevond zich een zangkoor van Sem Dresden. De tv'büne voor de pers boven de con sistoriekamer recht tegenover j,et bruids paar bood een uitnemend uitzicht over het centrale gedeelte der plechtigheid en tevens over de geheele kerk. Alleen waren niet zichtbaar de onder deze tribune zich bevin dende plaatsen, die gereserveerd waren voor de officieren der cavalerie en verdere in den stoet meerijdende officieren van het mili taire huis der Koningin en de officieren, die bij het vertrek uit de kerk van het jongge huwde paar den sabelboog zouden vormen. 0 De kerkdienst. Na het votum, uitgesproken door den hofprediker, prof. dr. Cbbink. klonk plech tig de zang dei- gemeente door het kerk gebouw: Dankt, dankt nu allen God Met blijde lofgezangen (enz.). Vervolgens ging de hofprediker voor in gebed en hield daarna de volgende toe spraak: Rede van prof. Obbink. Een onstuimige vreugde brak over ge heel Nederland los bij het vernemen van de zoo geheel onverwachte verloving onzer beminde prinses Juliana. Dagenlang wap perden de vlaggen huis aan huis van den Dollard tot de Schelde en tot de overzee- sche gewesten toe. En die vreugde laaide opnieuw op toen ons volk gelegenheid kreeg kennis te maken met prins Bernhard van Lippe Biesterfeld. toen hij zich aan de zijde enzer Prinses op zoo ongedwongen wijze onder ons bewoog en aanstonds door Zijn cersoon en optreden aller harten won. Met ongetemperde vreugde zijn de Prinse lijke Verloofden door het Nederlandsche Volk ontvangen. Nu bleek weer eens hoe aiep de liefde voor het Oranjehuis in de ziel van ons volk is geworteld; hoe onver woestbaar de banden zijn, die Vorstenhuis en Volk aan elkander verbinden. En nu staat Gij, prins Bernhard en prin ses Juliana, zoo pas in den echt verbon den, als man en vrouw in ons midden. Niet alleen de oogen van die hier verga derd zijn, maar de oogen van geheel Ne derland en van overzee en over ü^t rond der aarde waar Nederlanders wonen, rich ten zich naar deze plaats en uit duizenden harten stijgen gebeden op naar den troon van God, dat Zijn Liefde en Zegen U ge leiden mogen op al Uwe wegen. En in dit oogenblik gevoelen wij ook de geestelijke aanwezigheid van hen. die ons reeds zijn voorgegaan en die wij thans zoo gaarne in ons midden hadden gezien. O, als al die menschen wier oogen op U zijn gericht in dit plechtig uur, het eens vermochten het levensgeluk, dat zij U toewenschen, voor U tot werklijkhcid te maken! Uw beider leven zou één stralende vreugde zijn. Want geheel Nedeïland heeft U lief en ziet op U met ontroerde en eerbiedige dankbaarheid aan God, dat Hij het zoo heeft willen maken als het heden is: Gij beiden, leden van ons beminde Koningshuis, door den huwelijksband vereenigd! In een heden verschenen buitengewone Nederlandsche Staatscourant wordt aller eerst melding gemaakt van de voltrekking van het huwelijk tusschen Prinses Juliana en Prins Bernhard. Voorts bevat ueze Staatscourant drie koninklijke besiuiten: Besluit van den 6den Januari 1937 (Staatsblad No. 1), waarbij aan Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard van LippeBiesterfeld wordt verleend de titel van Prins der Nederlanden met het praedicaat van Koninklijk? Hoogheid. Wij Wilheimina. bij de gratie Gods. Ko ningin der Nederlanden. Prinses van O-ante-Nassau enz enz., enz gelet op artikel 65 der grondwet, hebben goedgevonden en verstaan: na de voltrekking van het huwelijk van Onze beminde dochter Prinses Juliana der Nederlanden met Zijne Doorluchtig? Hoog- heid Prins Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karei Godfried Fie- ter van LippeBiesterfeld aan Zijne Door luchtige Hoogheid te verleenen den titel j van Prins der Nederlanden, met het prae dicaat van Koninklijke Hoogheid. Onze minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad en in de Staatscourant zal woi- den geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State. 's-Gravenhage, den 6den Januari 1937. WILHELMINA De minister van Justitie VAN SCHAIK Uitgegeven den zevenden Januari 1937 De Minister van Justitie, VAN SCHAIK. Besluit van den 6den Januari 1937 (Staatsblad No. 2), waarbij aan Hare Kcninklijke Hoogheid Prinses Juliana der Nederlanden wordt verleend de titel van Prinses van LippeBiesterfeld Wij Wilheimina, bij de Gratie Gods, Ko ningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz., enz., gelet op artikel 65 der Grondwet, gezien het tusschen Ons en Ziine Door luchtige Hoogheid den vorst van Lippe ge sloten familieverdrag, hebben goedgevonden en vefttaan: aan Onzen beminde dochter Prinses Ju liana der Nederlanden na de voltrekking van Haar huwelijk met Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard van Lippe Biesterfeld te verleenert den titel van Prin ses van Lippe—Biesterfeld. met dien ver stande, dat zij dien zal voeren na den naam Mecklenburg. Onze minister van Justitie is belast met dt uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad en in de Staatscourant zal wor den geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State. 's-Gravenhage, den 6den Januari 1937. WILHELMINA De minister van Justitie. VAN SCHAIK. Uitgegeven den zevenden Januari 1937 De Minister van Justitie, i VAN SCHAIK. Bij Koninklijk Besluit van 6 Jan. 1937 No. 3, ingaande 7 Januari 1937, heeft het Hare Majesteit behaagd aan Zijne Koninklijke Hoogheid Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karei Godfried Pieter, Prins der Nederlanden, Prins van LippeBies terfeld, zitting te verleenen in den Raad van State. Heden zijn uitgegeven: Staatsblad No. 1, houdende 't Koninklijk Besluit van 6 Januari 1937 waarbij aan Ziine Doorluchtige Hoogheid Prins Bern hard van Lippe—Biesterfeld wordt ver leend de titel van Prins der Nederlanden, met het. praedicaat van Koninklijke Hoog heid. Staatsblad No. 2. houdende 't Koninklijk Besluit van 6 Januari 1937 waarbij aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana -er Nederlanden wordt verleend den titel van Prinses van LippeBiesterfeld. Maar de tallooze getuigen van dezen dag,, door wier liefde Gij U omringd en gedra gen weet, hebben het niet in de hand Uw huwelijksleven rijk en mooi te maken. Van hen en hun vriendelijke gezindheid hangt Uw beider levensgeluk niet af, noch van de goede en hartelijk gemeende wenschèn. waarmede zij U op Uw levensweg verge zellen. doch waarvan de vervulling niet in hun hand ligt. Gij beiden weet dat ook zeer wè!. Daarom is Uw eerste daad na Uw officieele echte lijke verbintenis dat Gij hier temidden der Christelijke gemeente U komt stellen voor Gods aangezicht om Zijn Zegen af te smeeken over den gesloten huwelijks band. Ik vergeet dus niet, en weet mij daarmee in overeenstemming met Uw ge voelen, dat deze plechtigheid een zuiver godsdienstig karakter draagt en een ker kelijke handeling is. Ik ga dan ook stil zwijgend voorbij allerlei, dat bij een gele genheid als deze zou kunnen worden ge zegd ol misschien verwacht. Ik sta hier niet om bij de goede wenschen der duizenden nog mijn wenschen toe te voegen, maar ik ga uit van een Woord Gods, dat geen wensch maar een belofte inhoudt, want Hij alleen kan beloven zonder falen. Ik bedoel het woord uit den 32sten Psalm, het laatste gedeelte van het achtste vers: „Mijn oog zal op U zijn". En ik leg den nadruk hierop, dat onder de duizenden wier oogen in dit oogenblik op U zijn gericht, er één is die meer kan dan toezien en wenschen uitspreken. Die wolken, lucht en winden Wijst spoor en loop en baan, Die ook een weg zal vinden Waarlangs Uw voet kan gaan. Hij belooft hetmijn oog zal od U ziin. Dat Is een woord vol troost en kracht voor U beiden, nu Gli voortaan samen den levensweg zult gaan. Het zegt U dit: dat God U zal begeleiden op al Uw wegen dat Hij U zal sterken in den levensstrijd, dat Hli U zorgend en bewarend zal omringen, dat Uw gebed niet tegen een gesloten hemel zal stuiten, maar dat Uw Vader in den Hemel Uw gebeden hoort en er op antwoordt. Ieder huis heeft ziin kruis, zegt een Ne derlandsch spreekwoord en ook Uw huis zal zijn kruis wel hebben. Maar of een kruis zwaar is of licht, of wij er onder bezwiiken of het met vreugde dragen, hangt niet af van de zwaarte van het kruis maar van de kracht van de dragers. En de bron van alle ware levenskracht is een leven in Gods gemeenschap. Of ons leven riik is of arm hangt niet af van de veelheid van aardsche goederen noch van het getal der voor- en tegen spoeden die ons oo onzen levensweg ont moeten maar van de vraag of wil ons leven met Ziin blijde en sma-tellike erve ringen mogen zien in bet l'cbt der eeuwig heid. dat Is in het hebt van God> !i°fde Of een huweliik ''eagi of ml?lu'-t heng', niet af van de vijag of d? beide ?"htgp nooten het altijd en in alles eens ziin - het aan elkander Dassen van twep karak ters heeft zijn moeilijke ziiden maar of zij samen kunnen knielen voor Gods beginnen wij met den verkoop van de preek, gehouden ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard, getiteld: Hierin is opgenomen de complete liturgie van de Huwelijksbevestiging de orde van dienst, de gebeden, de te zingen liederen, de preek en de toespraak van de Hofpredikers Prof Dr. OBBINK en Ds. WELTER. PRIJS SLECHTS 50 CENT. Koop direct deze zeer bizondere uitgave Voorhanden bij: 4765 Oude en Nieuwe Boekhandel NIEUWE RIJN 45, TEL. 885. LEIDEN (Ingez. Med.ï troon met gebed en dankzegging en of hun liefde in Christin geheiligd is Soms mislukt een huwelijk van twee goedwillige menschen. wanneer zi.i trachten er buiten God om door eigen kracht en wüsheid er iets van te maken. Te mogen gelooven dat God. die twee levens samenbracht, ook die beide levens samen leiden wil door Ziine liefde dat Hii hun samen een levenstaak geeft en hun voor die levenstaak ziin Goddelijke hulp toezegt, dat is het geheim van het waar achtig huwelijksgeluk. En waar elk huis het noodig heeft te leven onder open hemel zal Uw huis dat noodig hebben in dubbele mate: Uw hooge olaats te midden van het Nederlandsche volk. Uw meer dan gewone verantwoorde- Ui kheid tegenover elkander en tegenover ons vaderland, en daarmee tegenover God, stelt U tot olicht met groote wiisheid te wandelen in Uw persoonlijk en in Uw openbaar leven. Het Nederlandsche volk wil hoog tegen u ODZien. met eerbiedige liefde, tegen U beiden, zooals wii het tot nu toe deden tegenover onze beminde Drinses Wii willen in U beiden zien ons voorbeeld in trouw in eenvoud jn plichts betrachting in Godsvertrouwen. Gij prinses Juliana, hebt reeds overvloe dig getoond en toondet hét onvervaard tot in Uw bruidsdagen toe welk een hooge op vatting Gli hebt van Uw Wak en verant woordelijkheid en hoe Gii medeleeft met de belangen en nooden van ons volk. Tot we'k terrein van soc ale en fi'antroDischen ori-e'd Gii Uw fceienestel'.ing en onver moeid» werkkracht uitst ek' en welke of fers Gii u getroost, om te helDen en te steunen waar dat noodig is. behoef ik I waarlijk niet te zeggen: het ligt voor aller oogen. 2—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 6