Het scheidende jaar in vogelvlucht De voornaamste gebeurtenissen in stad en omgeving Uitvoering van een groot aantal openbare werken 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 31 December 1936 Vierde Blad No. 23548 Hoe het bouwterrein van het Leidsche Stadhuis er op den laatsten dag van 1996 uitziet Gh FOTO VAN VLIET. -r, Inleiding. Opnieuw ligt een geheel jaar achter ons Wanneer wij denken aan het jaar, dat komen gaat, kunnen wij den duur ervan nauwelijks overzien. Om ons goed te rea- liseeren hoelang een jaar wel duurt, maken wij onwillekeurig in onze gedachten een onderverdeeling in lente, zomer, herfst en winter. Wij rekenen uit, dat een jaar twaalf maanden telt, twee-en-vijftig weken en niet minder dan driehonderd vijf-en- zestig dagen. Het lijkt den bij al zijn wijsheid toch zoo kortzichtigen mensch bijna een eeuwig heid. Hoe geheel anders staan wij tegenover het jaar, dat vanavond wordt afgesloten: 1936 overziende, gaat onze herinnering al lereerst terug naar den Oudejaarsavond, nu precies een jaar geleden, toen wij op deze zelfde plaats de gebeurtenissen uit het afgeloopen jaar de revue lieten passeeren. Hoe angstwekkend-kort lijkt dat nog ge leden; 't is alsof sedert dien nauwelijks een maand is verloopen. En toch: wat is er in die periode van 365 dagen ontzettend veel gebeurd. Niet alleen op internationaal gebied over de geheele wereld, maar ook in ons eigen land, de eigen plaats van inwoning en, voor velen ook, in den allemaasten eigen familiekring. De gedachten, welke ons op dezen laat sten avond des jaars vervullen, zijn voor ieder onzer verschillend. Deze beleeft opnieuw de felle smart, welke het over lijden van een dierbaar familielid of een goeden vriend te voorschijn riep; gene herdenkt dankbaar de zegeningen, welke 1936 hem in geestelijk of materieel opzicht bracht; weer anderen ondergaan nog maals de teleurstelling van een lang en vurig gekoesterden wenseh, die in rook ver vloog, voor velen o.a. de hoop op werk, dat de onzegbaar-groote voldoening geeft van zelf te kunnen voorzien in de dagelijksche behoeften van zich en zijn gezin. Inderdaad: voor duizenden en nog eens duizenden medemenschen zijn de levens omstandigheden wel héél moeilijk en het is goed om bij die gedachte op dezen Oude jaarsavond een oogenblik stil te staan. Het tempo van het dagelijksche leven biedt daartoe nauwelijks gelegenheid en toch is het nuttig en leerzaam zijn oogen geopend te houden voor en zich reken schap te geven van het leed, dat rondom ons wordt geleden. Voor hen, die zelf in moeilijkheden ver- keeren. kan overdenking van andermans leed een troost en een aansporing zijn om met aanvaarding van het onvermijde lijke en het voor-menschelijk-kunnen- cnbereikbare zijn beste krachten in te blijven spannen in den strijd voor een betere toekomst. Voor hen, wien het "leven een gunstiger positie in onze samenleving heeft toebe deeld, zij het een reden tot innige dank baarheid, zich ook uitende in den tot daden bereiden wil om zijn krachten mede in dienst te stellen van het streven naar een gemeenschap, waarin de mensch zich meer en dieper bewust is van zijn hooge roeping ais zoodanig. Wanneer wij allen, met dat vaste voor nemen bezield, 1937 ingaan, dan zal het komende jaar. ook al mocht onverhoopt het tijdsbeeld nóg ongunstiger worden dan het nu ls, velen tot zegen kunnen zijn.... De gewoonte, welke in den loop van vele op te dragen aan de N.V. Weraink's Beton- jaren zoo langzamerhand tot een traditie is uitgegroeid, wil, dat wij onze Oudejaars- herinneringen niet beperken tot het per soonlijke leven, maar daarbij ook het oog richten op de voornaamste gebeurtenissen, welke in het afgeloopen jaar in stad, om geving, binnen- en buitenland de aan dacht trokken. Het waren er vele en van zeer uiteenloopenden aard, die zich niet in enkele categorieën laten samenvatten. Ouderen onder ons hoort men wel eens de verzuchting slaken: „Een mensch van dezen tijd beleeft meer in één week dan vroeger in een geheel jaar" en wie de lange lijst ziet van voorvallen, die een min of meer wijden omtrek in beroering brachten, moet de waarheid van dat gezegde er kennen. Als kleinste cirkel rondom ons ego-centrisch denken, gaat onze belangstelling in de eerste plaats uit naar hetgeen zich in de eigen stad afspeelde. Het geografisch en symbolisch middel punt eener stad wordt gevormd door haar Stadhuis en het is op zichzelf beschouwd geen verblijdend teeken. dat wij dit onder werp thans voor de achtste maal in een jaaroverzicht moeten aanroeren zonder nochtans te hebben kunnen gewagen van de feestelijke opening. En wanneer wij ons de uitlating van den bouwmeester, Ir. C. J. Blaauw herinneren, dan zullen wij ons zelfs moeten wennen aan de gedachte, dat wij daarvan eerst in cns overzicht van 1939 of misschien zelfs van 1940 melding kunnen maken. De grootste stagnatie ontstond in het eind van het vorige en begin van dit jaar als gevolg van een conflict tusschen het gemeentebestuur en de aanneemster van den onderbouw, de firma Hillen en Roosen uit Amsterdam inzake de aansprakelijkheid voor de ernstige beschadigingen, welke door de voor het grondwerk noodzakelijke ontgravingen waren aangericht aan de belendende perceelen van de heeren Feld en Zand voort, respectievelijk aan de Vischmarkt en in de Maarsmanssteeg Er werd een commissie van deskundigen be noemd. die eenstemmig tot de conclusie kwam, dat het perceel van den heer Feld geheel moest worden afgebroken, terwijl van dat van den heer Z. alleen de wihkel intact kon blijven. Buitendien werd met medewerking van beide partijen een arbitragecommissie in het leven geroepen, welke tot taak had het conflict tot een oplossing te brengen. Ruim een jaar nadat het geschil ontstond, laat de uitspraak dezer arbiters nog steeds op zich wachten, uit den aard der zaak zeer ten ongerieve van de beide gedupeerde winkeliers, die zoo langzamerhand nu wel eens willen weten tot wien zij zich moeten wenden om schadevergoeding te erlangen. De heer Feld kreeg als tijdelijke woon plaats het aangrenzende perceel Visch markt 5 aangewezen. Gelukkig werden de bouw-werkzaam- heden niet geheel en al stilgelegd en op 1B Maart werd in tegenwoordigheid van den wethouder van fabricage, den heer Splinter, de laatste betonnen heipaal in den grond geslagen. Op een der laatste dagen van Juni be sloot de gemeenteraad het vervaardigen van den betonnen bovenbouw voor f 169.900 maatschappij alhier, die met gtoote voort varendheid de werkzaamheden aanving. Nadat zeven jaar lang de bekende hou ten schutting slechts een troosteloo^e ruïne aan het oog van den voorbijganger ont trok. kan men thans als eerste positieve symptomen van ons herrijzend Stadhuis de houten staketsels van de bekisting beven de omheining zien uitsteken. Ook aan de restauratie en reconstructie van den ouden gevel wordt onder leiding van ir. Van Heeswijk van het. Rijksbureau voor Monumentenzorg druk gewerkt, niet alleen ter plaatse, maar ook en vooral achter de geheimzinnige schutting op het Pieters kerkhof. waar de chef-beeldhouwer, de heer Van Dongen en zijn assistenten zich beijveren om den prachtigen gevel niet alleen den stijl, maar ook de sfeer van eertijds te hergeven. In den loop van October namen eenige vooraanstaande ingezetenen het initiatief tot de oprichting van een comité, waarin alle lagen der burgerij zijn vertegenwoor digd, teneinde gelden in te zamelen voor een geschenk voor het nieuwe Stadhuis. De samenstelling van dat comité zal ver moedelijk binnen niet al te langen tijd worden bekend gemaakt. De bouw van het Stadhuis doet ons on middellijk denken aan de vele andere openbare werken, welke in het afgeloopen jaar tot stand kwamen. Ook in 1936 ont plooide de dienst van Gemeentewerken, die krachtens raadsbesluit van 7 September werd samengevoegd met den Gem. Dienst voor het Bouw- en Woningtoezicht, een groote activiteit. Lijst van uitgevoerde of in uitvoering zijnde openbare werken. In het belang van het verkeer werden de volgende verbeteringen aangebracht: a. X>e bestaande Rijnbrug werd gesloopt, waarna met den bouw van een nieuwe ophaalbrug, ter vervanging van de be staande, een aanvang werd gemaakt. b. Het verlagen en verbreeden van de Neksluisbrug (vaste steenen brug over deh Vliet) is in uitvoering. c. Aangevangen is met het verbeteren van het gedeelte van den Haagweg, gelegen tusschen den spoorwegovergang Woer denLeiden en het Noordeinde, ge paard gaande met het vervangen van de smalle Haagbrug (draaibrug) door een breede vaste brug, en het verbree den van de Wittepoortsbrug. d De Sumatrastraat tusschen de Java- en Atjehstraat werd verbreed, e De verbetering van het gedeelte van den Haarlemmerweg, tusschen de Mus- schenbroekstraat en de grens der stads- bebouwing, bestaande in het aanbren gen van een asfaltdeklaag op gewalste nuinfundeering is in uitvoering, f Verschillende straten, o.a. de Heeren straat. de Korevaarstraat (tusschen Le vendaal en Jan van Houtbrug), de Hoo ge woerd (tusschen Kraaierstraat en Plantage), de Kraaierstraat, de Rijn straat, enz., werden van een nieuwe klinkerbestrating en, waar noodig, van tegeltrottoirs voorzien; de Haaxlem- merstraat tusschen Donkersteeg en Ha venplein werd geasfalteerd, g. De verbinding tusschen de Geeregracht en de Jan van Houtkade werd verbreed, gepaard gaande met verplaatsing van het 3 Octobermonument. Ten behoeve van de stadsuitbreiding werden in den Rodenburgerpolder nieuwe straatgedeelten aangelegd in de De Sitter- i laan, Van der Waalsstraat, Kamerlingh Onneslaan, Lorentzkade, Bakhuis Roze- boomstraat en Van Bemmelenstraat. In verband met de Centrale Rioleering kwamen de volgende werken tot stand: a. Het zuidelijk riool gemaal en de van dat gemaal uitgaande persleiding kwa men gereed en werden in gebruik ge steld. b. De nieuwe stadswijk in den Rodenbur gerpolder en de Levendaalwijk werden door het leggen van stam riolen op het Zuidelijk rioolgemaal aangesloten. c. In uitvoering is het leggen van een stamriool in den Zoeterwoudschen- en den Witten Singel tusschen de Jan van Houtbrug en de Witte Rozenstraat. d. In den Haarlemmerweg werd een stam riool gelegd tusschen de Musscherï- broekstraat en den spoorwegovergang. Ten opzichte van de verschillende ge meentegebouwen dienen de navolgende verbeteringen gememoreerd a. De bouw van een nieuwe brandweer kazerne op het terrein van de afge brande St. Petruskerk kwam gereed. b. Met den bouw van een nieuw Gymna sium aan de Fruinlaan is aangevangen. c. De darmenwasscherij van het Openbaar Slachthuis is verbouwd. d. In de Stadsgehoorzaal werd een brand vrije cabine gebouwd. Tenslotte werden voor het saneerings- plan Paradijssteeg-Bouwelouwensteeg de daarvoor in aanmerking komende percee len gesloopt en werd de rioleering voor het nieuwe stratenplan aangelegd. Een deel dier werken werd of wordt uit gevoerd met steun van het Werkfonds. Uit de bovenstaande eerbiedwaardige lijst blijkt, dat aan het personeel van Ge meentewerken wederom hooge eischen werden gesteld. Waar het dezen dienst uit hoofde van zijn functie in het openbare leven meer malen aan critiek niet ontbreekt, moge deze gelegenheid worden benut om den directeur, den heer ir. A. M. de BI auw en zijn staf van medewerkers op deze plaats een woord van warme waardeering te wij den voor hun lofwaardig streven om onze stad aan te passen aan de eischen, welke het moderne verkeer daaraan stelt, Van modern verkeer gesproken: het be ruchte overweg-vraagstuk is nog weinig verder tot zijn oplossing gekomen. Het ten vorige jare ingediende plan der Holland- sche Constructiewerkplaatsen schijnt in de oogen der beslissende instanties geen- genade te hebben kunnen vinden. Het verluidt evenwel, dat binnen afzien- baren tijd dienaangaande nieuwe geluiden zullen worden vernomen. We zullen dus maar opnieuw afwachten. Het geduld der Lèidenaars dreigt spreekwoordelijk te worden1 De uitvoering van alle openbare werken ls per saldo een uitvloeisel van besluiten van den Leidschen gemeenteraad. Deze laatste hadden uitteraard niet uitsluitend betrekking op de stadsuitbreiding of -ver betering. In chronologische volgorde dienen de volgende belangrijks raadsbesluiten vermeld: In zijn zitting van 20 Januari be sloot de raad tot de instelling eener Ge meentelijke Sportstichting, waarvan op 12 October het bestuur werd benoemd en kort daarna door wethouder Verwey werd ge ïnstalleerd. Helaas deed bij dit object de politiek haar intrede in de sport, zoodat in de kringen van belanghebbenden, de sportbeoefenaren zelve, de vraag is gerezen of de belangen van de Leidsche sport ge diend zullen worden op een wijkfe, zooals zulks gewenscht en inderdaad noodzakelijk is. Hopelijk stelt de toekomst deze pessi misten in het ongelijk. In Juni.besloot de raad tot aankoop van het fabrieksterrein der voormalige Ka- toenfabriek, groot 2 Hectare, voor f 81.781, waarvan een belangrijk deel werd ver kocht aan de firma A. H. J. Wijtenburg, die er een sigarenfabriek zal stichten. Door dezen gemeentelijken aankoop zal het in de toekomst tevens mogelijk zijn een rechtstreeksche verbinding tot stand te brengen tusschen de Heeren'gracht en den Zijlsingel, welke ter plaatse van de nieuwe doorbraak zal worden overbrugd. In dit verband dienen ook vermeld de besluiten tot opheffing van den Keurings dienst voor Waren per 1 Maart, welke grootendeels werd overgebracht naar Haar lem en de opheffing der Gem. Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen aan de Oude Vest.. Een deel der leerlingen dezer opleiding werd overgeplaatst naar de Haagsche Kweekschool, de oudere leer lingen werden dank zij de loyale medewer king van het Leidsche gemeentebestuur, in de gelegenheid gesteld om in het oude milieu en bij de eigen onderwijskrachten hun opleiding te voltooien. Op het gebied van het onderwijs herin neren wij aan de opening der Haanstra- school, een uitbreiding van de kleuterschool der Kweekschool aan het Rapenburg en de opening der Chr. Fröbelschool, welke beide werden ondergebracht in de voor malige openbare school aan de Heeren straat, zoomede aan de in-gebruik-neming van het op 30 October geheel voltooide Sinte Lidwina-huis aan den Zoeterwoud- sche-Singel. In rechtstreeksch verband met de Leid sche onderwijsbelangen staat ook de ope ning van het Rijnlandsch Lyceum te Was senaar op 7 September. Van de verdere „aanwinsten" vermelden wij ten slotte de nieuwe Sint Petruskerk aan den Lammenschansweg, welke op 10 Maart door den bisschop van Haarlem plechtig werd ingewijd; de ingebruik neming van het nieuwe Dieselgemaal bij Gouda „Mr. P. A. Pijnacker" van het Hoogheemraadschap „Rijnland" op 22 Februari tijdens welke plechtigheid de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland mededeeling deed van de benoeming van den Dijkgraaf tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw; van de ver bouwing van Rijnland's stoomgemaal te Spaarndam. dat op 23 December j.l. in gebruik werd genomen; en de inge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 13